Hogeschool Zuyd, Maastricht



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Avans Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Hogeschool Zuyd, Sittard

Christelijke Hogeschool Windesheim

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

NSE: Van vraag naar verbetering

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Avans Hogeschool, Breda

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Toelating tot de opleiding

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hbo-bachelor verloskunde

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

HBO en HBO-niveau in het CAM veld

Christelijke Hogeschool Windesheim

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Fontys Hogeschool, Venlo

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool van Utrecht

Hanzehogeschool Groningen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool Zuyd, Sittard

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

Hogeschool HBO Nederland

Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschap

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Transcriptie:

Hogeschool Zuyd, Maastricht Faculteit Social Work Opleiding: Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd) Visitatiedata: 20 en 21 oktober 2004 NQA (Netherlands Quality Agency)

2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 13 1.7 Totaaloordeel 14 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 28 Onderwerp 4 Voorzieningen 31 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 33 Onderwerp 6 Resultaten 35 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 41 Bijlage 2 Beknopt CV Panelleden 43 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 51 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 69 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 87 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 3

4 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 5

6 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) van Hogeschool Zuyd in Maastricht heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek had plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart op 16 april 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA indiende. Het visitatiebezoek had plaats op woensdag 20 oktober en donderdag 21 oktober 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: Mevrouw A. Tobi (voorzitter) De heer drs. L.S. van der Veen (panellid) Mevrouw K. Dirks (student-lid) De heer drs. L. Koekebakker (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Het detailrapport vormt de basis van het onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Hogeschool Zuyd is een hogeschool met 12.000 studenten en 1350 medewerkers. Studenten uit binnen- en buitenland studeren aan 52 hogere beroepsopleidingen in voltijd, deeltijd of duaal, op bachelor- en masterniveau. De hogeschool bestaat in haar huidige vorm sinds 1 januari 2001. Ze is ontstaan uit een fusie tussen de Hogeschool Limburg en de Hogeschool Maastricht. Hogeschool Zuyd profileert zich als een kennisonderneming waar studenten in inspirerende en studentgerichte leerprocessen worden opgeleid tot beroepsuitoefening in nationaal en NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 7

internationaal perspectief. De school wil een functie vervullen in de ontwikkeling van kennis en cultuur in haar omgeving - de Euregio. De hogeschool heeft haar opleidingen organisatorisch ondergebracht in 24 faculteiten met locaties in Heerlen, Maastricht en Sittard. De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening in Maastricht hoort samen met de Masteropleiding Comparative European Social Studies (MACESS) bij de faculteit SPH. De opleiding SPH wordt behalve in Maastricht ook in Sittard aangeboden. De twee SPHopleidingen willen samen met de andere sociaal agogische opleidingen van de hogeschool een brede bacheloropleiding Social Work ontwikkelen. De nieuwe bacheloropleiding wordt ondergebracht in de nog op te zetten faculteit Sociale Studies. Deze faculteit gaat op 1 september 2005 van start. SPH-Maastricht is een vierjarige dagopleiding gericht op het uitoefenen van beroepen op het gebied van de (ped)agogische hulp- en dienstverlening. Bij de opleiding studeerden in de visitatieperiode 338 studenten. Er werkten 22 docenten, die samen 15,70 fte bezetten. 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleiding SPH van Hogeschool Zuyd is uitgevoerd conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage 4) en die hieronder meer in concreto wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen een voldoende basis boden voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats had op basis van het voor de opleiding geldende domeinspecifieke referentiekader. NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vragen, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Op basis van het overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Op 5 oktober 2004 is het visitatiebezoek tijdens een speciaal voor dit doel opgezette vergadering concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke 8 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het studieprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met een representatieve vertegenwoordiging van alle betrokkenen van de opleiding. Daarnaast waren er aan het begin en het eind van het bezoek gesprekken met de directeur van de faculteit SPH (het operationeel management). Op 30 september 2004 was er, voor meer opleidingen tegelijk, een gesprek met het college van bestuur (het strategisch management). Tijdens de middag van de eerste visitatiedag heeft het panel materiaal bestudeerd dat door de opleiding ter inzage was gelegd en voorbereidend overleg gehad over de te voeren gesprekken. In het bezoekprogramma kende het ochtendprogramma van de tweede visitatiedag een vaste structuur en is gesproken met docenten, studenten, werkveldvertegenwoordigers en afgestudeerden. Tijdens het middagprogramma van de tweede dag heeft het panel, in wisselende samenstellingen: nader materiaal bestudeerd een gesprek gevoerd met enkele docenten zich een beeld gevormd van de faciliteiten intern paneloverleg gevoerd een tweede gesprek gevoerd met het faculteitsmanagement. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling aan het management en geïnteresseerde betrokkenen gegeven van de bevindingen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en die voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. Het definitieve conceptrapport is op 3 december 2004 aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is eind december 2004 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol (zie bijlage 4) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor Oordeelsvorming (zie bijlage 5) een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt en het domeinspecifieke kader. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 9

weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. Wat betreft de benchmarking wordt een vergelijk gemaakt met andere SPH-opleidingen in Nederland. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Aan de drie facetten van dit onderwerp is het oordeel goed toegekend. Het oordeel over het onderwerp doelstellingen opleiding is daarom positief. De opleiding SPH-Maastricht van Hogeschool Zuyd ontleent de eindkwalificaties aan De creatieve professional, het in 1999 landelijk overeengekomen Opleidingsprofiel Sociaal Pedagogische Hulpverlening. De creatieve professional is een uitgave van het Landelijk Opleidingsoverleg SPH (LOO-SPH). Centraal hierin staan 23 eindkwalificaties waarover afgestudeerden van de opleiding SPH moeten beschikken om het beroep sociaal pedagogisch hulpverlener zelfstandig en adequaat uit te kunnen oefenen. De opleiding heeft aan de 23 eindkwalificaties negen eigen ondernemerskwalificaties toegevoegd. SPH-Maastricht gebruikt de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen voor de verantwoording van het hbo-niveau. De vijf Dublin-descriptoren gebruikt zij voor de verantwoording van het bachelorniveau. 1.5.2 Programma Het facet eisen hbo is gewaardeerd met het oordeel excellent. Aan de overige facetten is het oordeel goed toegekend. Het oordeel over het onderwerp programma is daarom positief. Het studieprogramma van de opleiding SPH-Maastricht bestaat uit projecten en modulen, stages en de zogenoemde body of knowledge. Vakliteratuur wordt door de studenten bestudeerd en gebruikt als oefenmateriaal om projecten uit te kunnen voeren, beroepsproducten te maken, beroepsproblemen op te lossen en om oplossingen of interventies beargumenteerd te leren kiezen. De thema s van de projecten verwijzen naar op zichzelf staande onderdelen van de SPH-beroepspraktijk. Ook de training en de oefening van de SPH-beroepsvaardigheden zijn geïntegreerd in de projecten. De projectopdrachten worden samen met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk gemaakt en in de praktijk of in nauwe samenwerking met de praktijk uitgevoerd. Algemene op het beroep gerichte literatuur is door de opleiding ondergebracht in de body of knowledge. Tot de body of knowledge van de propedeuse behoren onder meer stromingen in de psychologie, medische kennis voor hulpverleners, verzorgingssociologie, pedagogiek, filosofie en recht. In het tweede jaar is de body of knowledge gevuld met preventie in de sociaal pedagogische hulpverlening, vaardigheden voor de publieke sector, 10 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

gedragsverandering in gezinnen, veranderkundige modellen en deskundig hulpverlenen en methoden voor SPH. 1.5.3 Inzet van personeel De drie facetten van dit onderwerp zijn goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp inzet personeel is daarom positief. 1.5.4 Voorzieningen Aan het facet materiële voorzieningen is het oordeel voldoende toegekend, het facet studiebegeleiding en informatievoorziening is gewaardeerd met het oordeel goed. Het oordeel over het onderwerp voorzieningen is daarom positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Aan de drie facetten van dit onderwerp is het oordeel goed toegekend. Het oordeel over het onderwerp interne kwaliteitszorg is daarom positief. 1.5.6 Resultaten Het oordeel over de twee facetten bij dit onderwerp is goed. Het oordeel over het onderwerp resultaten is daarom positief. 1.5.7 Kengetallen Tabel 1: Algemene gegevens opleiding SPH Maastricht Hogeschool Zuyd 1998* 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal ingeschreven studenten 456 459 446 439 358 325 Totaal aantal docenten 26 26 24 28 23 23 Omvang docerend personeel in fte 21,0 21,0 20,7 20,3 21,8 16,3 Student/ fte ratio 21,7 21,7 21,5 21,6 16,4 19,8 * 1998 betekent het studiejaar 1998/1999. Idem voor de andere jaartallen. Tabel 2: Instroomgegevens opleiding 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal ingestroomde studenten 169 165 156 160 94 113 Vergelijking van de kengetallen van de opleiding met landelijke kengetallen De gegevens van de opleiding worden hieronder vergeleken met landelijke gegevens, voorzover die via de website van de HBO-raad beschikbaar zijn (CRIHO). In de tabellen 3a en 3b worden rendementsgegevens, uitvalgegevens en gegevens met betrekking tot de gemiddelde studieduur vergeleken. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 11

Tabel 3a: Gegevens opleiding SPH Maastricht Hogeschool Zuyd 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage diploma behaald na 5 jaar (instroomcohort)* 60 61 22 14 13 0 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in jaren) 3,3 3,53 3,58 3,53 3,27 3,63 Percentage uitval na 1 jaar (instroomcohort)* 33 28 35 33 28 9 Percentage uitval na 3 jaar (instroomcohort)* 39 34 44 36 30 9 Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren van de uitstroomcohort in jaar x (in jaren) 1,41 1,24 1,39 1,47 1,38 1,47 Tabel 3b: Landelijke gegevens SPH voltijd (instroomcohort eerste keer hogeschool) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Percentage diploma behaald na 5 jaar (instroomcohort) 55,0 55,6 57,3 56,1 56,9 Gemiddelde studieduur van gediplomeerden uitstroomcohort jaar x (in maanden) 46,9 46,5 47,0 46,4 46,2 Percentage uitval na 1 jaar (instroomcohort) 27,4 28,6 29,2 28,2 27,6 Percentage uitval na 3 jaar (instroomcohort) 35,0 36,4 37,6 39,2 39,7 Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden van het uitstroomcohort in jaar x (in maanden) 17,6 18,0 17,7 18,5 21,5 Conclusies: Het opleidingsrendement na vijf jaar van instroomcohort 1998 (60%) is hoger dan het landelijke gemiddelde voor de voltijdopleidingen SPH (56,9%). Het ligt ook hoger dan het landelijke gemiddelde hbo-rendement (alle hbo-opleidingen, 56%). Het uitvalpercentage na 1 jaar (instroomcohorten 1998 tot en met 2002) schommelt rond 30%. De uitval is (met uitzondering van 1999) hoger dan het landelijke gemiddelde. Het uitvalpercentage na 3 jaar daalt. De gemiddelde studieduur van gediplomeerden (uitstroomcohorten 1998 tot 2002) is vrij constant en komt lager uit dan het landelijke gemiddelde voor de opleidingen SPH, ongeveer 3,9 jaar. De gemiddelde studieduur van studiestakers (uitstroomcohorten 1998 tot 2002) schommelt tussen 1,3 en à 1,4 jaar, met een uitschieter omlaag in 1999. Het gemiddelde van de hogeschool is lager dan het landelijke gemiddelde. 12 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht oordelen op facet- en onderwerpniveau Opleiding: SPH Maastricht Hogeschool Zuyd Onderwerp/Facet Oordelen voltijd Doelstellingen 1.1 G 1.2 G 1.3 G Totaaloordeel Positief Programma 2.1 E 2.2 G 2.3 G 2.4 G 2.5 G 2.6 G 2.7 G 2.8 G Totaaloordeel Positief Personeel 3.1 G 3.2 G 3.3 G Totaaloordeel Positief Voorzieningen 4.1 V 4.2 G Totaaloordeel Positief Kwaliteitszorg 5.1 G 5.2 G 5.3 G Totaaloordeel Positief Resultaten 6.1 G 6.2 G Totaaloordeel Positief NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 13

1.7 Totaaloordeel Op grond van de beschrijvingen in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat aan de zes onderwerpen van het NVAO-beoordelingskader het oordeel positief is toegekend, is de conclusie van het visitatiepanel dat het totaaloordeel over de opleiding SPH van Hogeschool Zuyd in Maastricht POSITIEF is. 14 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 15

16 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor Goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: De opleiding SPH-Maastricht van Hogeschool Zuyd ontleent de eindkwalificaties aan De creatieve professional, het in 1999 landelijk overeengekomen Opleidingsprofiel Sociaal Pedagogische Hulpverlening. De creatieve professional is een uitgave van het Landelijk Opleidingsoverleg SPH (LOO-SPH). Centraal hierin staan 23 eindkwalificaties waarover afgestudeerden van de opleiding SPH moeten beschikken om het beroep sociaal pedagogisch hulpverlener zelfstandig en adequaat uit te kunnen oefenen. Afgestudeerde sociaal pedagogische hulpverleners die de 23 eindkwalificaties hebben verworven, zijn volgens het Opleidingsprofiel SPH sleutelfiguren in het alledaagse leven van mensen die door omstandigheden, beperkingen en belemmeringen aangewezen zijn op bijzondere vormen van hulpverlening om op zinvolle wijze maatschappelijk te functioneren. Volgens De creatieve professional representeren sociaal pedagogische hulpverleners kwalificatieniveau 5 binnen het sociaal pedagogisch werk, mbo-opgeleide professionals de niveaus 3 en 4. Kenmerkend voor het werk op niveau 5 zijn de hoge mate van zelfstandigheid in het plannen en uitvoeren van complexe activiteiten en interventies, het dragen van verantwoordelijkheid voor de organisatie van hulp- en dienstverlening; het leiding geven en ondersteuning bieden aan medewerkers; het scheppen van randvoorwaarden voor verbetering van het primaire hulp- en dienstverleningsproces; het ontwikkelen en wetenschappelijk verankeren van methodiek en beroep. Deze kenmerken komen overeen met de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen (bron: Prikkelen, presteren, profileren: eindrapport van de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs, september 2001). In haar zelfevaluatierapport In dialoog met de praktijk gebruikt de opleiding SPH- Maastricht de tien generieke kernkwalificaties voor de verantwoording van het hboniveau. De vijf Dublin-descriptoren gebruikt zij voor de verantwoording van het bachelorniveau. In het document Overzicht curriculum heeft de opleiding de Dublin-descriptoren, de 23 eindkwalificaties, de leerdoelen van het studieprogramma en de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen in een schema aan elkaar NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 17

gekoppeld. Het panel heeft tijdens het bezoek aan de hand van het schema vastgesteld dat de Dublin-descriptoren worden gedekt door de 23 eindkwalificaties en dat de studenten de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen kunnen bereiken. Het panel heeft voorts vastgesteld dat de docenten de 23 eindkwalificaties uit De creatieve professional kennen en in hun onderwijs als leidraad gebruiken. De studenten vertelden het panel dat ze de eindkwalificaties in hun opleiding herkennen. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: In het zelfevaluatierapport schrijft de opleiding dat zij opleidt tot hulp- en dienstverlening aan mensen die in hun psychosociale ontwikkeling bedreigd worden of beschadigd zijn, met als doelstelling problemen te voorkomen of te verhelpen. Zij bereidt studenten voor op het methodisch begeleiden van kinderen, jeugdigen, volwassenen, ouderen bij opvoedings- en/of vormingsprocessen, zowel in direct microcontact als in de meer voorwaardelijke mesosfeer. De 23 eindkwalificaties van De creatieve professional vormen voor de opleiding SPH- Maastricht het inhoudelijk kader. De competenties zijn in 1999 in opdracht van het LOO-SPH opgesteld. De opdracht is een van de uitkomsten van de visitatie van de opleidingen SPH, enkele jaren daarvoor. De eindkwalificaties zijn in 1999 gevalideerd door een speciaal voor dit doel ingesteld werkveldplatform. Het panel constateert dat de eindkwalificaties hierdoor beantwoorden aan de eisen die het nationale beroepenveld aan afgestudeerde sociaal pedagogische hulpverleners stelt. In De creatieve professional wordt een uitgebreide en gedegen onderbouwing gegeven van de eindkwalificaties. Er liggen diverse documenten aan ten grondslag zoals het Beroependomeinprofiel SPW (NIZW, 1996) en de trendstudie Morgen is er weer een dag (NIZW, 1998), die de ontwikkelingen in het werkveld in kaart brengt. Deze ontwikkelingen zijn uitgewerkt naar de consequenties voor het beroepsmatig handelen van de SPH er en vervolgens vertaald in drie competentiesegmenten. Segment 1 heeft betrekking op de hulp- en dienstverlening aan cliënten, segment 2 op het werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverleningsorganisatie en segment 3 betreft het werken aan professionalisering. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding het onderwijs heeft afgestemd op de 23 eindkwalificaties. Daarnaast legt zij ook eigen accenten. Zij besteedt in het studieprogramma specifiek aandacht aan kwalificaties op het gebied van ondernemerschap. Hiervoor heeft zij negen ondernemerskwalificaties geformuleerd. De aandacht voor ondernemerschap komt voort uit de redenering van de opleiding dat de beroepspraktijk van SPH ers een krachtenveld is, waarin zij rekening moeten 18 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

houden met de doelen, verwachtingen en belangen van de cliënten, de instelling van waaruit de hulp wordt verleend en het belang van de SPH er zelf. De opleiding geeft dit krachtenveld weer in een driehoek, waarin elke partij een punt van de driehoek bezet. Een cirkel symboliseert de organisatie overstijgende maatschappelijke context. Driehoek en cirkel samen vormen het model de driehoek in de cirkel. De opleiding onderstreept met het model dat zij ondernemende professionals opleidt, die in staat zijn de belangen van de drie partijen op een creatieve en zelfkritische wijze te behartigen. Het panel heeft vastgesteld dat alle projecten een beroep doen op een of meer van de ondernemerskwaliteiten. De opleiding beschikt over een eigen werkveldcommissie. De aanwezige leden van de commissie vertelden het panel tijdens het bezoek dat de opleiding hen de publicatie De creatieve professional heeft voorgelegd, inclusief de negen ondernemerskwalificaties. De commissie is van mening dat de beoogde kwalificaties een prima basis zijn voor onderwijsontwikkeling. Bovendien heeft de commissie uitgesproken dat de 23 beoogde eindkwalificaties en de 9 ondernemerskwalificaties goed aansluiten bij de steeds veranderende omstandigheden waarin de meeste hulpverleningsinstellingen verkeren. Een inhoudelijk internationaal referentiekader voor de opleiding SPH is niet voorhanden. Wel acht het panel de opleiding vergelijkbaar met de opleiding Graduaat in Orthopedagogiek in België en met Social Work in Engeland. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: De opleiding SPH-Maastricht gebruikt de 23 landelijk overeengekomen eindkwalificaties als uitgangspunt voor inhoud en vormgeving van haar curriculum. De competenties zijn vastgelegd in De creatieve professional, het opleidingsprofiel SPH (LOO-SPH, 1999). De creatieve professional is in nauw overleg met werkveldvertegenwoordigers en centrale organisaties tot stand gebracht. Het heeft daarmee een breed draagvlak. Volgens De creatieve professional is binnen het sociaal pedagogisch werk sprake van een grote verscheidenheid aan functies, specialisaties en niveaus. Afgestudeerde SPH ers representeren niveau 5. Het panel heeft vastgesteld dat de omschrijvingen over niveau 5 in De creatieve professional aansluiten bij de omschrijvingen over het hbo-niveau in het Eindrapport van de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs (september 2001). NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 19

De opleiding heeft De creatieve professional voorgelegd aan haar eigen werkveldcommissie. De commissie vindt het passend voor het SPH-werkveld. Dit blijkt uit notulen van vergaderingen van de commissie en uit de gesprekken die tijdens het bezoek met leden van de commissie zijn gevoerd. Afgestudeerde SPH ers zijn volgens de commissie als beginnend beroepsbeoefenaar op veel terreinen inzetbaar: jeugdzorg, gehandicaptenzorg, ouderenzorg, psychiatrie en verslavingszorg, justitiële hulpverlening, maatschappelijke opvang en vluchtelingenwerk, binnen een ambulante, semi-residentiële en residentiele setting en binnen multifunctionele organisaties. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Excellent Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel excellent wordt als volgt gemotiveerd: Het studieprogramma van de opleiding SPH-Maastricht bestaat uit projecten en modulen, stages en de zogenoemde body of knowledge. In elk van deze onderdelen zijn beroepsgerichte kennis, strategieën om deze kennis te verwerven, de toepassing ervan en de reflectie erop steeds terugkerende elementen. Vakliteratuur wordt in de eerste twee jaren door de docenten voorgeschreven en door de studenten vooral gebruikt als oefenmateriaal om projecten uit te kunnen voeren, beroepsproducten te maken, beroepsproblemen op te lossen en om oplossingen of interventies beargumenteerd te leren kiezen. In het derde en vierde studiejaar wordt de keuze voor vakliteratuur meer en meer overgelaten aan de student. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de door de opleiding voorgeschreven vakliteratuur eigentijds en representatief is. De studenten komen door de literatuur in aanraking met actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk, met alle voorkomende doelgroepen, werkterreinen en settings en met relevante methoden en technieken van de sociaal pedagogische hulpverlening. Door toepassing van het Model van Oudshoorn leren de studenten uit gaan van verschillende theoretische visies bij de uitvoering van hun projectopdrachten. Algemene op het beroep gerichte literatuur is door de opleiding ondergebracht in de body of knowledge. Tot de body of knowledge van de propedeuse behoren onder meer stromingen in de psychologie, medische kennis voor hulpverleners, pedagogiek 20 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

verzorgingssociologie, filosofie en recht. In het tweede jaar is de body of knowledge gevuld met preventie in de sociaal pedagogische hulpverlening, vaardigheden voor de publieke sector, gedragsverandering in gezinnen en veranderkundige modellen, deskundig hulpverlenen en methoden voor SPH. Het panel heeft vastgesteld dat de docenten voor de projecten actueel studiemateriaal gebruiken dat vrijwel altijd rechtstreeks uit de beroepspraktijk afkomstig is. In het tweede en vierde jaar zijn stagebiedende instellingen en bedrijven opdrachtgevers van de projecten. Het resultaat van elk project is een beroepsproduct. Bij de presentaties van de beroepsproducten zijn medewerkers van de instelling waarvan de opdracht afkomstig is, aanwezig. Tijdens de projecten bieden de tutoren van de opleiding de studenten begeleiding op maat. Ook geven zij feedback over de werkwijze van de studenten en over tussenproducten. Een deel van het studieprogramma wordt uitgevoerd door gastdocenten uit de beroepspraktijk. In het studiejaar 2003-2004 schakelde de opleiding gastdocenten in bij onder meer de eerstejaars projecten voor de discipline recht, de methodiekenmarkt in het tweede jaar en in het vierde jaar bij colleges over projectontwikkeling en kwaliteitszorg in de beroepspraktijk. Gastdocenten belichten de praktijk vanuit een specifieke invalshoek of introduceren docenten en studenten in de (gewijzigde) praktijk van het beroepenveld. Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de beroepspraktijk organiseert de opleiding studiedagen, lunchlezingen, forums en jaarlijks een symposium waarvoor ook alumni worden uitgenodigd. In elk studiejaar is ruimte gemaakt voor stages in de beroepspraktijk. In het eerste leerjaar een halve dag per week, in het tweede jaar een dag per week en in het derde studiejaar vier dagen per week. In het vierde jaar werken de studenten in een project van een half jaar aan een concrete vraag van een doelgroep uit het werkveld. Tijdens het bezoek heeft het panel voorbeelden van deze projecten gezien, waaronder het project omgangsregeling voor kinderen van gescheiden ouders en het project kleur bekennen en kleur behouden, over voorlichting en behoud in een multiculturele school. De studenten sluiten hun studie af met een afstudeerproject. Ook dit project voeren zij buitenshuis uit. De studenten kunnen de beroepsgerichte stage van het derde jaar en het afstuderen in het vierde jaar in het buitenland doorbrengen. De richtlijnen voor stages en afstuderen in het buitenland zijn vastgelegd in de nota Internationalisering en actuele beroepspraktijk. Beroepsvaardigheden, zoals sociale en communicatieve vaardigheden, muzisch agogische vaardigheden, leiding geven en samenwerken worden geïntegreerd in de projecten door de studenten geleerd. In het curriculum van SPH-Maastricht is praktijkgestuurd onderzoek een steeds terugkerend thema. De basisonderzoeksvaardigheden ontwikkelen de studenten in de projecten in het propedeutisch jaar en in het tweede studiejaar. Tegelijkertijd voeren ze kleine en grote onderzoeksopdrachten uit. Hierdoor leren ze informatie verzamelen, analyseren en verwerken, conclusies te trekken en aanbevelingen te doen. De studenten leren om beslissingen in de projecten te legitimeren met onderzoeksgegevens. In het derde en het vierde jaar doen de studenten onderzoek NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 21

ten behoeve van de beroepspraktijk. Het vertrekpunt in het derde jaar is de instelling waar de studenten hun stage doorbrengen. Zij voeren onderzoeksactiviteiten uit, waarin zij de kennis en de ervaring opgedaan in het eerste deel van de studie, toepassen. In het vierde jaar, in het afstudeerproject, demonstreren de studenten dat zij onderzoekstheorie en praktijkervaringen met elkaar kunnen verbinden en zo een innovatieve bijdrage kunnen leveren aan de agogische hulp- en dienstverlening. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek in het gesprek met de studenten vastgesteld dat zij ruim tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de opleiding en de mate waarin de opleiding hen voorbereidt op de beroepspraktijk. Evaluaties die het panel tijdens het bezoek heeft ingezien bevestigen deze uitspraken. In projectevaluaties van de opleiding over de jaren 2001 t/m 2004 zegt meer dan 85% van de studenten dat zij de inhoud van de projecten belangrijk vinden voor het beroep. In de Studentenmonitor 2003-2004 van Hogeschool Zuyd waarderen de studenten de afstemming van het onderwijs op de beroepspraktijk met het cijfer 7. In de Keuzegids 2003 waarderen zij de inhoud van het onderwijs met het cijfer 7,4. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: Het studieprogramma dat de opleiding haar studenten aanbiedt is gespreid over vier leerjaren. Elk jaar heeft een aantal functies. De functies van het eerste jaar zijn oriëntatie, verwijzing en selectie. In dit jaar geven de studenten antwoord op de vraag wat aard en inhoud zijn van het beroep en of de opleiding SPH voor hen wel de juiste is. De functies van het tweede jaar zijn methodisering, verdieping en stagevoorbereiding. Het derde studiejaar staat vooral in het teken van reflectie en toepassing van het geleerde in de beroepspraktijk. De functies van het vierde jaar zijn professionalisering en leren ondernemen. Het panel stelt vast dat door de opbouw van het studieprogramma de competentieontwikkeling van de studenten zich op een steeds hoger niveau afspeelt. Het belangrijkste transportmiddel voor de beroepsontwikkeling in het derde studiejaar is de stage, in de overige leerjaren zijn de projecten het transportmiddel voor de studenten om de 23 beroepsgerichte eindkwalificaties en de 9 ondernemerskwalificaties te verwerven. Een terugkerend onderdeel in alle leerjaren is de studieloopbaanbegeleiding. In individuele begeleidingsgesprekken en groepsbijeenkomsten bespreken de studenten met elkaar en met de docenten de voortgang in de studie en geven zij betekenis aan hun vorderingen. 22 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Aan de hand van de door de opleiding ter inzage gelegde documenten heeft het panel tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat de opleiding voor alle onderdelen van het programma (projecten, modulen, body of knowledge en stages) leerdoelen heeft geformuleerd. In deze doelen is precies omschreven welke beroepsgerichte kennis en vaardigheden de studenten bij de betreffende onderdelen moeten ontwikkelen. Voor de studenten zijn de leerdoelen opgenomen in de studiehandleidingen. Alle leerdoelen hebben een relatie met een of meer van de 23 beoogde eindkwalificaties. Deze relatie is door de opleiding zichtbaar gemaakt in een speciaal voor dit doel opgezette matrix. Het panel heeft de matrix tijdens het bezoek bekeken en geconstateerd dat de doelen zo zijn gekozen dat de studenten de eindkwalificaties kunnen bereiken. De matrix biedt de docenten het kader waarbinnen zij de projecten ontwikkelen. De studenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken vertelden dat ze via het studieprogramma in aanraking komen met de 23 door de opleiding beoogde beroepskwalificaties. De portfolio s van de studenten, die het panel heeft ingezien, boden daarvoor de bewijzen. Uit de projectevaluaties van de opleiding, de Keuzegids Hoger Onderwijs 2003 en de Hogeschool Zuyd Studentenmonitor 2003-2004 blijkt dat de studenten ruim tevreden zijn over de inhoud van het programma. In de HBO-Monitor van 2002 en 2003 spreken de afgestudeerden van de opleiding zich in dezelfde richting uit. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding het studieprogramma zo heeft opgezet dat de studenten de tien generieke hbo-kernkwalificaties kunnen verwerven. De projecten die de studenten in het eerste, tweede en vierde jaar uitvoeren, doen een beroep op multidisciplinaire integratie, creativiteit en transfer. De projectopdrachten zijn zo geformuleerd dat wetenschappelijke toepassing en toegepast onderzoek in de opleiding aan bod komen. Door de integratie van de muzisch agogische trainingen, de trainingen communicatievaardigheden en de trainingen methodisch werken in de projecten oefenen en ontwikkelen de studenten gaandeweg de voor het beroep gewenste professionele vaardigheden. In de stages passen de studenten de geleerde beroepsvaardigheden toe. Er is sprake van brede professionalisering omdat de studenten in de projecten en in de stages met verschillende doelgroepen werken. Door de plaats die de tien generieke kernkwalificaties voor de hbobacheloropleidingen in het curriculum innemen, zorgt de opleiding ervoor dat de studenten ook de kwalificaties van een bachelor ontwikkelen, zoals vastgelegd in de vijf Dublin-descriptoren: (toepassen) van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Goed Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 23

Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: De samenhang in het studieprogramma wordt door de opleiding vanuit twee perspectieven bewaakt. Het eerste perspectief is het beroepsperspectief. Uitgangspunt voor de opleiding SPH-Maastricht is dat de studenten zich geleidelijk ontwikkelen tot professionele hulpverleners, via de oriëntatie op opleiding en beroep in het eerste jaar, methodisering in het tweede jaar, de oefening in de praktijk in het derde jaar en het leren ondernemen en professionalisering in het vierde jaar. Het tweede perspectief heeft betrekking op de logische opbouw van het programma. De opleiding heeft het studieprogramma zo opgezet dat de studenten via projecten, die altijd leiden tot producten, de beoogde competenties concentrisch ontwikkelen. Alle competenties komen jaarlijks aan bod, maar steeds in een complexere context en op een professioneler niveau van handelen. In de eerste twee jaren leren de studenten via de vijf stappen van de schijf-van-vijf systematisch te werken en te reflecteren op de thematiek van de beroepspraktijk. Naarmate de studie vordert, neemt de zelfstandigheid van de studenten toe. In het vierde jaar zoeken zij zelf een opdrachtgever in het werkveld voor hun afstudeerproject en formuleren zij hun eigen projectopdracht. Beroepsvaardigheden worden geïntegreerd in de projecten door de studenten geleerd. Hierdoor leren de studenten in de projecten onder meer samenwerken, leiding geven, rapporteren, voorzitten, notuleren, discussiëren, onderhandelen en conflicten te hanteren. De muzische vaardigheidslessen dragen bij aan de totstandkoming van het eindproduct van de verschillende projecten. De studenten met wie het panel heeft gesproken, oordeelden positief over de samenhang in het programma. Er bestaan volgens hen voldoende inhoudelijke en volgtijdelijke verbanden tussen de verschillende programmaonderdelen. Positief vonden ze ook de afstemming van de muzische vakken op het project en de afstemming tussen het project en het theorieonderwijs. In de Studentenmonitor 2003 beoordeelden de studenten de samenhang met het cijfer 6,9. Facet 2.4 Studielast Goed Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: Om een efficiënte leerroute van studenten te bevorderen heeft de opleiding het studiejaar onderverdeeld in vier perioden van tien weken. In elke periode is ruimte voor colleges en trainingen, projecten en toetsing. In de eerste vier weken van elke onderwijsperiode ligt de nadruk op de theorie, terwijl in de vier weken daarna de projectopdracht prioriteit heeft. In de laatste twee weken van de onderwijsperiode bestuderen de studenten in de body of knowledge basale, op het beroep gerichte theorie. Bij de inrichting van het programma heeft de opleiding 24 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

verder rekening gehouden met een regelmatige verdeling van de studiebelasting en vaste dagen voor tutorbijeenkomsten, stages, studieloopbaanbegeleiding en training van vaardigheden. De theorie wordt in het midden van de onderwijsperiode getoetst, zodat de studenten deze kennis kunnen gebruiken in het project. De toetsing van het project en de presentatie van het beroepsproduct zijn aan het eind van de periode. De toetsing van de body of knowledge is in de tiende en laatste week. Herkansing van toetsen is mogelijk binnen zes weken na afronding van de hele onderwijseenheid. Toetsinzage heeft altijd plaats voor de herkansing. Het panel heeft gezien dat de studenten in de studiegids uitgebreid worden geïnformeerd over het onderwijsproces, de opbouw van de studie en het projectgericht leren. Per periode is een studiehandleiding beschikbaar, waarin staat wat van de studenten in de betreffende periode wordt verwacht. Uit de gesprekken met de studenten tijdens het bezoek bleek dat ze het programma goed studeerbaar vinden en dat het programma goed te doen is in de tijd die er voor staat. Positief zijn zij over het naar voren halen van de theorietoets. Doordat deze toets in week vier wordt afgenomen heeft iedereen in de projectgroep dezelfde basiskennis wat het werken in de projectgroepen vergemakkelijkt. In de Studentenmonitor 2003 beoordeelden de studenten de studeerbaarheid van het programma met het cijfer 7. Facet 2.5 Instroom Goed Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: Voor aspirant studenten die de opleiding SPH van Hogeschool Zuyd in Maastricht willen instromen, gelden geen bijzondere eisen. Een diploma van havo, vwo, mbo of een document dat hieraan gelijkwaardig is, geeft toelating tot de opleiding. Kandidaten die 21 jaar of ouder zijn en niet aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voldoen, kunnen een toelatingsonderzoek doen. Voor de voorlichting aan aspirant-studenten organiseert de opleiding verschillende activiteiten, zoals meeloopdagen, open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten op toeleverende scholen. In het studiejaar 2004-2005 stroomden 125 studenten de opleiding SPH binnen. Van deze studenten waren er 77 afkomstig van het havo, 8 van het vwo, 13 van het mbo en 6 met een propedeuse van een andere opleiding. Mbo-afgestudeerden met een diploma van de opleidingen Sociaal Pedagogisch Werk, Activiteitenbegeleiding, Sociaal Cultureel Werk of Onderwijsassistent kunnen een verkorte leerroute van drie jaar volgen. Deze studenten beginnen hun studie in NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 25

de postpropedeutische fase. Zij kunnen indien gewenst in het laatste jaar van hun studie bij het mbo in de hogeschool het eerste jaars project kindermishandeling volgen, inclusief hoorcolleges, beroepsvaardigheden en begeleiding. Dit project vervangt de afstudeeropdracht bij het ROC. Studenten met een verkorte leerroute krijgen extra begeleiding op de gebieden vergaderen, verslaglegging, notuleren, reflecteren en het zelfstandig verwerven van informatie. De opleiding biedt studenten met een buitenlands sociaal agogisch diploma een Engelstalig maatwerktraject aan. Zij doet dat in samenwerking met de Master opleiding Comparative European Social Studies (MACESS). De studenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat de voorlichting van de opleiding goed is. De werkelijkheid in de opleiding en de gewekte verwachtingen tijdens de voorlichting komen met elkaar overeen. Ook de aansluiting met de vooropleiding verloopt volgens hen goed. De mbo-afgestudeerden die het panel heeft gesproken vertelden dat zij het propedeutisch jaar hadden gemist. Zij moeten vaak alles op alles moeten zetten om de voorgeschreven opdrachten uit te kunnen voeren. In de Studentenmonitor 2003-2004 beoordelen de studenten de aansluiting op de vooropleiding met het cijfer 6,5. Facet 2.6 Duur Goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: De opleiding SPH van Hogeschool Zuyd in Maastricht heeft de studieduur uitgedrukt in studiebelastingsuren en de studielast in European Creditpoints (EC s). De studielast is 240 EC s. Een EC staat voor 28 studie-uren, zodat de studieduur uitkomt op 6720 uur. De opleiding voldoet hiermee aan de formele eisen over de duur van het curriculum. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: De opleiding beschikt over een eigen onderwijsvisie. Het opleiden van studenten tot creatieve en ondernemende professionals aan de hand van een actueel en competentiegericht curriculum is daarin de leidende gedachte. 26 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Door de visie heeft de opleiding enkele jaren geleden gekozen voor project gericht leren (PGL). Een opzet waarbij in elke onderwijsperiode een thema en een bijbehorende projectopdracht centraal staan. De studenten voeren de projectopdracht in groepen uit en maken daarvoor gebruik van de vijf stappen in de schijf-van-vijf: oriënteren, analyseren, waarderen, handelen en evalueren. Uitgangspunt in de projecten zijn actuele vraagstukken ut de beroepspraktijk. Het resultaat is een concreet beroepsproduct. Het panel heeft vastgesteld dat naarmate de opleiding vordert de focus van de vraagstukken verandert. In het begin van de opleiding ligt de nadruk op het oplossen van een concrete vraag vanuit de beroepspraktijk. Vervolgens verschuift de aandacht naar verbetervoorstellen, naar onderzoek en naar positionering van de SPH er zelf. Tegelijk met de projecten doorlopen de studenten modulen waarin de voor het beroep relevante theorie en vaardigheden aan de orde komen. Veel onderwijsactiviteiten gebeuren in kleine groepen. De docenten begeleiden de groepen, als tutor en/of als inhoudelijk deskundige. Zij houden spreekuren en organiseren vragenuren. Daarnaast verzorgen zij colleges, workshops en trainingen. De studenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, vertelden dat zij zeer tevreden zijn over het projectonderwijs. Deze onderwijsvorm zorgt voor een actieve rol van hen in het leerproces en werkt daardoor studiemotiverend. Ze voelen zich uitgedaagd door de opleiding. Het beroep dat de opleiding doet op hun eigen verantwoordelijkheid, zelfstandig informatie zoeken, het oplossen van praktische problemen en het werken aan een product stellen ze op prijs. Evaluaties van de opleiding en de Studentenmonitor 2003-2004 bevestigen dit beeld. In de Studentenmonitor beoordelen de studenten de mate waarin de opleiding met haar programma, docenten en voorzieningen een uitdagende leeromgeving biedt met het cijfer 7,2. De mate waarin het studieprogramma stimuleert tot zelfstandig denken en een kritische instelling beoordelen de studenten in de Studentenmonitor met het cijfer 7. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel goed wordt als volgt gemotiveerd: Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat onderwijs en toetsing goed met elkaar zijn verbonden. In de projecten werken de studenten aan concrete beroepsproducten die in de loop van het project, bijvoorbeeld aan de hand van tussenproducten en tijdens presentaties aan het eind van het project op onder meer hun toepasbaarheid worden beoordeeld. Gedurende de presentaties worden de studenten beoordeeld op professionaliteit in hun gedrag en hun presentatievaardigheden. Door individuele ondervragingen en peerassessments worden de studenten individueel en per groep op hun teamfunctioneren en hun NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening 27

beroepsvaardigheden getoetst. De beroepsgerichte theorie wordt apart getoetst door tentamens en/of practica. Deze toetsen zijn in de vierde of vijfde week van elke onderwijsperiode. De beoordelingscriteria voor de stage en de afstudeeropdracht zijn door de opleiding vastgelegd in de notitie Toetsbeleid SPH-Maastricht. De studenten met wie de commissie heeft gesproken vertelden dat zij goed worden geïnformeerd over de toetsingscriteria. Ook krijgen zij tijdig gerichte feedback over gemaakte toetsen, opgeloste problemen en uitgevoerde opdrachten en projecten. De toetsresultaten zijn voor de studenten in te zien via het infonet van de hogeschool. In de Studentenmonitor 2003-2004 waarderen de studenten de mate waarin de toetsen/tentamens aansluiten op de bestudeerde stof met het cijfer 7. De spreiding van de tentamens waarderen zij met het cijfer 6,4. Bij de beoordeling van stageopdrachten, afstudeerwerken, assessments en bij de presentaties van beroepsproducten worden externe deskundigen betrokken. De studenten vertelden het panel dat zij deze medebeoordeling door externen positief en stimulerend vinden, omdat de onderwijsleersituatie hierdoor zeer realistisch wordt en zij bovendien een goed beeld krijgen van wat het werkveld van hen verwacht. Afgestudeerden van de opleiding vertelden dat in het verleden sprake was van meelifters bij de projecten. De opleiding heeft dit probleem onder meer aangepakt door het invoeren van het peer assessment, waardoor eventuele onderlinge verschillen zichtbaar gemaakt kunnen worden in het cijfer. Studenten oordelen positief over het peer assessment. Ze leren in het assessment onderbouwde feedback aan elkaar te geven en om te gaan met visie- en meningsverschillen, spanningen, conflicten e belangentegenstellingen. De kwaliteitsbewaking van de toetsen gebeurt sinds het studiejaar 2003-2004 door de toetscommissie. De commissie evalueert de gemaakte toetsen en doet indien nodig voorstellen om de toetsen te verbeteren. Taak en werkwijze van de commissie zijn beschreven in de notitie Toetsbeleid SPH-Maastricht. De kwaliteit van de toetsen komt ook aan de orde in intervisiebijeenkomsten van docenten, in het overleg van projectcoördinatoren en stagebegeleiders. Onderwerp 3 INZET VAN PERSONEEL Facet 3.1 Eisen hbo Goed Criteria: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 28 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Maastricht, opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening