Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Vergelijkbare documenten
Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen?

HR & Participatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Onderzoek Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Zin en Onzin van Pensioen

19 maart Onderzoek: Korten pensioenen?

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

Resultaten risicobereidheidsonderzoek 2015

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

Meningen over pensioenkwesties

Onderzoek pensioenstakingen: 27 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. AOW-leeftijd op 66 jaar?

Hiv en stigmatisering in Nederland

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 1 Houding ten aanzien van vluchtelingen/ vergunningshouders en arbeid. Randstad Nederland

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Sparen voor een koopwoning

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Hiv op de werkvloer 2011

OPVOEDEN KUN JE LEREN Onderzoek 1 naar het opvoeden van kinderen onder ouders in opdracht van het Ministerie voor Jeugd en Gezin

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Alleen-Pinnen-Monitor

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

Enquête SJBN

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

Nationaal Valentijnsonderzoek Uitgevoerd in opdracht van Bloemenbureau Holland WIM PETERS BSC. JORIS DE JONG MSC. AMSTERDAM, JANUARI 2012

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen?

Onderzoek Passend Onderwijs

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

DELTA LLOYD Hoe gaat NL met pensioen? - Landenvergelijking. September 2015

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Juiste richting 27,6% Verkeerde richting 49,3% Geen mening 23,1%

Meningen over pensioenkwesties

PENSIOEN ZZP-ERS. Een kwantitatief onderzoek onder ZZP-ers in opdracht van Indexus JORIS DE JONGH MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, DECEMBER 2018

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

De Grote (kleine) voic -poll

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Rapport enquête Vissenbescherming en Dierenbescherming Amsterdam

Goede Voornemens 2015

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Armoedebeleving. College voor de Rechten van de Mens. GfK [April 2017] GfK May 17, 2017 Armoedebeleving 0

ZORGEN VOOR MORGEN Over woonkeuzes en zorgen voor elkaar

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze.

Risicobereidheid in beeld

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie

Vakantiegeldenquete 2010

Goede voornemens 2019

Energiezuinige apparatuur Natuur & Milieu

HOE DENKT NEDERLAND OVER DE PENSIOEN- STANDPUNTEN VAN DE FNV?

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

Hoe gaat Nederland met pensioen? - Spiegelmeting werkgevers -

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

Business Monitor Pensioen. Opinieonderzoek onder directeur-grootaandeelhouders omtrent dga- en collectief pensioen

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding. Randstad Nederland

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

RAPPORTAGE SPORTBESTUURDERS. In opdracht van NOC*NSF

Ouders leren kinderen voor zichzelf opkomen Zelfbeheersing is nog belangrijker. De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders

Transcriptie:

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Werkgevers en werknemers aan het woord Onderzoek verricht in opdracht van Nationale-Nederlanden door Motivaction. Wat vinden werkgevers en werknemers van pensioenen. Wat zijn hun wensen en behoeften. En wat zijn de onderlinge verschillen. In dit verslag staan de meest relevante en opvallende resultaten van het onderzoek.

Onderzoeksmethode O De houding ten opzichte van pensioen is in kaart gebracht door middel van een online vragenlijst bestaande uit 24 vragen. O Ruim de helft van de MKB-werkgevers bleek geen pensioenregeling te hebben voor zijn werknemers. De netto steekproef bestaat uit: 1.054 werkende Nederlanders 492 MKB-werkgevers met een pensioenregeling 300 GZ-werkgevers met een pensioenregeling O De vragenlijst is in augustus 2011 online afgenomen. O Respondenten werden respectievelijk geselecteerd uit de online panels StemPunt.nu en BusinessLocus van Motivaction, het MKB-panel van SSI en het zakelijke panel van GFK. O Door middel van een propensity weging is de representativiteit van de werk nemerssteekproef gewaarborgd. Dit wil zeggen dat bij de steekproeftrekking uit het totale panel al rekening wordt gehouden met de samenstelling van de totale bevolking en met de geneigdheid om mee te werken aan onderzoek. De MKB-steekproef is gewogen waarbij het basisonderzoek van BusinessLocus als uitgangspunt is gebruikt. De grootzakelijke steekproef is niet gewogen. O Resultaten zijn onder andere uitgesplitst aan de hand van het Business Locus-segmentatiemodel voor MKB en een ondernemingstypering voor grootzakelijke bedrijven (GZ), vanaf vijftig werknemers. 2

De belangrijkste conclusies Wat vinden werkgevers en werknemers? O De taak om te zorgen voor een goed pensioen ligt primair bij de werkgever. Hierover bestaat grote overeenstemming bij alle groepen. De meningen over de wijze waarop de verantwoordelijkheid moet worden ingevuld verschilt echter. Kleinere werkgevers vinden vaak dat ze werknemers in staat moeten stellen een goed pensioen op te bouwen, zonder dat ze het ook voor de werknemers moeten regelen. Oftewel, ze vinden dat zij de werknemer in staat moeten stellen zelf een goed pensioen op te bouwen. Bij grotere werkgevers gaat het zorgbesef veel verder, zij zien voor zichzelf een grote verantwoordelijkheid om het goed te regelen. Werknemers zijn behoorlijk unaniem: zij zien het regelen als een taak voor de werkgever en zien voor zichzelf geen grote rol weggelegd. Wel willen werknemers en werkgevers graag meer keuzevrijheid en ze willen meer zelf kunnen bepalen. Deeltijdpensioen kan in dit kader op brede steun rekenen. O Op je 65e met pensioen moet mogelijk blijven: De meningen over de verhoging van de pensioenleeftijd zijn verdeeld, maar een grote groep werknemers én werkgevers ziet hier geen heil in. Laat staan in doorwerken tot zeventig jaar. Er is wel grote overeenstemming dat het mogelijk moet blijven op je 65e met pensioen te gaan en/of het zelf kunnen beslissen hierover. O Onzekerheid neemt toe: Vrijwel iedereen is het er over eens dat de onzekerheid is toegenomen. Bij werknemers vertaalt zich dit in een laag vertrouwen: veel werknemers zijn niet (meer) overtuigd van hun eigen pensioenregeling. Er is weinig vertrouwen in de houdbaarheid van het huidige pensioenstelsel. O Jongeren betalen de rekening: Een groot deel van werkgevers en werknemers vindt dat de rekening van het pensioentekort wordt doorgeschoven naar de toekomst en dat de ouderen het meest profiteren van het pensioenakkoord. O Strategisch belang pensioenregelingen niet altijd onderkend: Hoewel veel werkgevers en werknemers wel een bedrijfsbelang zien in een goede pensioenregeling, is voornamelijk het MKB hier lang niet altijd van overtuigd. Pensioen wordt wel gezien als belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. O Beleggen mag, maar met laag risico: Hoewel door velen de noodzaak van beleggen met pensioengeld wel wordt gezien, is er weinig bereidheid om risico s te lopen met pensioengeld. O Grote verschillen tussen kleinere en grotere bedrijven in hun visie op pensioenen: Over het algemeen kan gezegd worden dat naarmate een bedrijf meer personeelsleden heeft, goed werkgeverschap belangrijker wordt. Grotere werkgevers vinden het belangrijker dat ze goed voor hun medewerkers zorgen en daar hoort een goed en fatsoenlijk geregeld pensioen bij; Kleinere bedrijven hebben meer moeite met deeltijdpensioen dan grotere bedrijven. Dit heeft ongetwijfeld te maken met geringere mogelijkheden om dit qua personeelsbezetting op te vangen. O Roep om meer flexibiliteit door sommige werkgevers: We zien deze roep in het bijzonder optreden bij werkgevers die wat meer sociaal zijn ingesteld, aspiratieve werkgevers en werkgevers met een focus op de organisatie. Daarnaast vinden ook werkgevers die aangesloten zijn bij een bedrijfstakpensioenfonds dat er wel wat meer keuze mag zijn voor de werknemer. 3

O Werkgevers hebben minder problemen met risico s: Over het algemeen kunnen we zeggen dat het lopen van (beleggings)risico s voor ondernemers geen grote rol speelt. Alleen behoudende MKB ers zijn een andere mening toegedaan, waarschijnlijk omdat dit ook direct te maken heeft met hun eigen pensioen (en zeker Hoeders stoppen liever eerder dan later met werken). O Werknemers hebben wel problemen met risico s Over het algemeen hebben werknemers wel problemen met risico s, deze problemen nemen toe naarmate ze ouder worden of lager zijn opgeleid. O Werknemers willen veel vrijheid, maar willen hun pensioen niet zelf regelen Over het algemeen willen werknemers veel keuzevrijheid, maar zij leggen de taak om te zorgen voor een goed pensioen toch overwegend bij de werkgever neer. Ze regelen hun pensioen bij voorkeur niet zelf. 4

Verschillen tussen werknemers Verschillen tussen werknemers onderling nader bekeken Naarmate een bedrijf groter wordt: Hebben de werknemers meer moeite met de verhoging van de pensioenleeftijd; Vinden ze een pensioenregeling een belangrijkere arbeidsvoorwaarde; Vinden ze vaker dat de taak voor een goede pensioenregeling bij de werkgever ligt; Zijn ze enthousiaster over deeltijdpensioen; Vinden ze minder vaak dat het pensioenprobleem op de jongere generaties wordt afgeschoven. Laag opgeleiden: Zien pensioen (een goede pensioenregeling) als een gezamenlijke (maatschappelijke) verantwoordelijkheid; Hebben de grootste problemen met beleggingsrisico s; Vinden een goede pensioenregeling in het belang van het bedrijf; Vinden de pensioendiscussie vaak overtrokken. Hoog opgeleiden: Vinden deeltijdpensioen een goed idee; Hebben de minste problemen met beleggingsrisico s; Vinden minder dat een pensioenregeling in het belang van het bedrijf is. Middelbaar opgeleiden: Vinden deeltijdpensioen geen goed idee; Vinden de pensioendiscussie discussie niet overtrokken. Vrouwen: Vinden minder vaak dan mannen dat de werknemer verantwoordelijk is (moet zijn) voor zijn pensioen; Vinden een pensioenregeling een belangrijke arbeidsvoorwaarde; Hebben meer problemen met beleggingsrisico s dan mannen. Jongeren (onder 35 jaar): Hebben de minste problemen met de verhoging van de pensioenleeftijd; Vinden meer dan ouderen (maar niet meer dan de middelbaren) dat het pensioenprobleem bij hen worden neergelegd; Hebben weinig problemen met beleggingsrisico s; Zijn minder overtuigd dat een goed pensioen van belang is bij het aantrekken en behouden van personeel; Vinden de pensioendiscussie niet overtrokken; Jongeren antwoorden vaker weet niet op de voorgelegde stellingen. Werknemers van middelbare leeftijd (35-45 jaar): Vinden niet dat een pensioenregeling een belangrijke secundaire voorwaarde is; Vinden het meest dat het probleem bij de jongeren wordt neergelegd; Hebben problemen met beleggingsrisico s; Vinden de pensioendiscussie niet overtrokken. Ouderen (45+): Hebben de meeste problemen met de verhoging van de pensioenleeftijd; Vinden een pensioenregeling een belangrijke secundaire voorwaarde; Vinden niet dat het pensioenprobleem bij de jongeren wordt neergelegd; Hebben problemen met beleggingsrisico s; Vinden niet dat een goed pensioen in het belang is van een bedrijf; Vinden de pensioendiscussie overtrokken. 5

De resultaten Wie is verantwoordelijk De meerderheid van de werknemers en werkgevers vindt het de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen voor een goed pensioen voor zijn medewerkers. In het bijzonder grootzakelijke werkgevers voelen zich hiervoor verantwoordelijk (78%). Bij werknemers en MKB-werkgevers vindt 62% dit. Opvallend is dat 37% van de werknemers het niet de taak vindt van de werkgever om te zorgen voor een goed pensioen. Een kwart van de werknemers deelt die mening niet. Ruim één op de drie (36%) grootzakelijke (GZ) werkgevers vindt dat de zorg voor een goed pensioen niet de hoofdverantwoordelijkheid is van de werknemer. 31% van de grootzakelijke werkgevers vindt dit wel de taak van de werknemer. Van de MKB ers is 21% het niet eens met de stelling, versus 41% die meer de taak vindt voor de werknemer om zelf te zorgen voor een goed pensioen. 6

Voornamelijk MKB ers vinden het een goed plan om werknemers hun pensioen helemaal zelf te laten regelen (45%). Grootzakelijke werkgevers en werknemers zijn minder enthousiast: respectievelijk 35% en 33% is voorstander. 42% van de gz-werkgevers is het niet eens met de stelling. Opvallend zijn de generatieverschillen onder werknemers. 11% van de jongere generatie (tot 35 jaar) weet niet wat zij van de stelling vinden versus 4% van de oudere generatie (45+). Van de werknemers wil 33% eigen pensioen regelen. Eén op de drie werknemers zou eventueel zijn eigen pensioen wel willen regelen, en circa 27% van de werknemers wil dit (absoluut) niet. Opvallend is ook hier het generatieverschil tussen jongere en oudere werknemers die het (zeer) oneens zijn met de stelling Onze medewerkers zijn geïnteresseerd in het zelf regelen van hun pensioen. Circa 20% van de jongeren is het (zeer) oneens versus 29% van de ouderen. Er vindt dus een verschuiving plaats. Het percentage grootzakelijke werkgevers dat het ook (zeer) oneens is met de stelling is beduidend groter dan MKB ers: 41% versus 24%. En 12% van de MKB ers weet niet of zijn/haar medewerkers hun eigen pensioen zouden willen regelen. 7

Ruim twee derde van de MKB ers laat werknemers graag eigen pensioen kiezen. Een vijfde van de grootzakelijk werkgevers is het hier niet mee eens. 58% van de werknemers vindt dat zij zelf hun pensioenregeling moeten kunnen kiezen. Bij grootzakelijk werkgevers ligt dit percentage nagenoeg gelijk (57%). MKB ers zijn hier een veel grotere voorstander van: 69%. Een heel klein percentage van de werknemers (6%) vindt dat zij (absoluut) niet zelf hun regeling zouden moeten kunnen kiezen. Dat percentage bedraagt maarliefst 20% bij grootzakelijke werkgevers. Een derde van de MKB ers vindt dat werknemers ieder hun eigen pensioenregeling moeten hebben, ongeacht hun werkgever. Werkgevers vinden een individuele pensioenregeling voor werknemers ongeacht hun werkgever een beter idee dan werknemers. Bij MKB ers bedraagt dit percentage 67%, en bij grootzakelijke bedrijven 60%. Opvallend is dat van de werknemers 44% deze mening deelt en 17% (absoluut) niet. Bij grootzakelijk werkgevers is dat percentage nog iets hoger: 19%. 8

Groot aantal grootzakelijke werkgevers vindt dat men werknemers mag verplichten om deel te nemen aan een pensioenregeling. Bijna de helft van de werknemers en MKB ers vindt dat je werknemers niet mag verplichten om deel te nemen aan een pensioenregeling. Hiermee wijkt hun mening af van GZ-werkgevers, waarvan 43% vindt dat je werknemers wel degelijk mag verplichten om deel te nemen aan een pensioenregeling. Significant tussen jongeren en ouderen: 33% van de ouderen is het oneens met de stelling in vergelijking tot 18% van de jongeren. Het aantal dat het er wel mee eens is bedraagt 20% (jongeren) versus 33% (ouderen). Circa 11% van de jongeren weet het niet. Dat percentage bedraagt 2% bij ouderen. Twee derde van de werknemers wil zelf meer kunnen bepalen als het gaat om hun eigen pensioen. De meerderheid van de werkgevers en werknemers vindt dat werknemers meer zelf moeten kunnen bepalen als het gaat om hun eigen pensioen. In het bijzonder MKB ers (77%) gunnen werknemers meer keuze. Dat aantal ligt dus nog aanzienlijk hoger dan bij werknemers (66%). 9

Werkgevers en werknemers vinden unaniem dat de samenleving de verantwoordelijkheid heeft om te zorgen voor een goede oudedagsvoorziening. Ruim drie kwart van alle respondenten vindt dat we als samenleving de verantwoordelijkheid hebben om te zorgen voor een goede oudedagsvoorziening. Het percentage is nagenoeg gelijk onder alle drie de groepen ondervraagden. Maarliefst 11% van de MKB ers vindt dat bij zijn bedrijf niet is gekozen voor een pensioen waarbij men straks het best mogelijk pensioen heeft. Opvallend is dat 31% van de MKB ers heeft geen mening of er is gekozen voor een regeling dat leidt tot het best mogelijke pensioen. En 10% weet het niet. Slechts de helft van de MKB ers vindt dat er is gekozen voor het best mogelijke pensioen. Bij grootzakelijk werkgevers ligt dit aantal aanzienlijk hoger: 57% Van de werknemers deelt slechts 30% deze mening. Eén op de vijf werknemers geeft te kennen dat hij/zij het gewoonweg niet weet. 10

Meer dan de helft van de werknemers is er niet van overtuigd dat zijn werkgever een goede pensioenregeling biedt. Eén op de vier werknemers vindt de regeling niet goed of slecht, terwijl 13% te kennen geeft het niet te weten. 48% van de werknemers vindt dat zijn/haar werkgever een goede pensioenregeling biedt. Als we kijken naar de generatieverschillen is er opnieuw een significant verschil: 42% van de jongeren vindt dat hun werkgever een goede pensioenregeling biedt. Bij ouderen is dat percentage 52%. GZ-werkgevers zijn er sterker van overtuigd dat zij een goede pensioenregeling voor hun werknemers hebben dan MKB ers: respectievelijk 76% en 70%. In het bijzonder GZ-werkgevers en werknemers met een hoge opleiding en/of werkzaam grote bedrijven vinden deeltijdpensioen een goed idee. Het thema deeltijdpensioen brengt de interesse in deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers in kaart. Ruim de helft van de totale populatie is voorstander van een deeltijdpensioen. Opvallend is het hoge percentage bij grootzakelijke organisaties: 67%. Ook de verschillen tussen jongeren en ouderen zijn weer groot: 45% van de jongeren is het eens met de stelling versus 57% van de ouderen. Opvallend is het hoge percentage van de jongeren dat niet weet of deeltijdpensioen een goed idee is: 21%. Bij de andere generaties is dit 6%. 11

Bijna de helft van de werknemers is geïnteresseerd in deeltijdpensioen. GZ-werkgevers verwachten vaker dat hun werknemers geïnteresseerd zijn in deeltijdpensioen dan MKB-werkgevers: respectievelijk 49% en 37%. Bijna 20% van de MKB ers geeft aan niet te weten of hun werknemers belangstelling hebben voor deeltijdpensioen. Het percentage dat het (absoluut) niet eens is met de stelling Onze medewerkers zijn geïnteresseerd in een deeltijdpensioen is gelijk bij alle drie de groepen: circa 15%. 12

Wanneer met pensioen? 75% werknemers wil zelf beslissen wanneer pensioen start Drie op de vier werknemers wil zelf kunnen beslissen wanneer ze met pensioen gaan. Grootzakelijke werkgevers is van mening dat 71% van haar werknemers zelf wil beslissen wanneer ze met pensioen gaan. Bij MKB ers is dit beduidend minder: 56%. Eén op de tien MKB ers geeft te kennen niet te weten wat hun werknemers willen. Zowel werknemers als werkgevers vinden dat op 65ste met pensioen gaan mogelijk moet blijven. Een overtuigende meerderheid van de werknemers en werkgevers deelt de mening dat het mogelijk moet blijven om op 65-jarige leeftijd met pensioen te gaan. Bij werknemers bedraagt dit percentage 80%, bij grootzakelijke organisaties 77% en bij MKB ers 75%. Dit onderwerp is duidelijk een belangrijker thema bij oudere werknemers dan bij jongere, voor wie dat nog vrij lang duurt. 22% van de jongeren is het namelijk absoluut eens met de stellig. Bij ouderen is dat 32%. Bij de generatie tot 45 jaar bedraagt dat percentage 23%. 13

Zoals verwacht zijn veel werknemers geen voorstander van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67. 37% van de werknemers is het niet eens met de stelling. Vrijwel een gelijk percentage (35%) vindt het echter geen probleem. 23% heeft er geen mening over en 6% weet het niet. Onder de werknemers is het verschil tussen jongeren en ouderen circa 22%: 25% van de jongeren vindt het geen goed idee. Bij de ouderen bedraagt dat 47%. Grootzakelijke werkgevers en MKB ers zijn praktisch gelijkgestemd. Circa 30% is het niet eens met een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar, versus 47% dat het er wel mee eens is. Ruim de helft van de werknemers vindt niet dat doorwerken tot zeventigjarige leeftijd een optie is, ook niet als daar een goed pensioen tegenover staat. 22% van de werknemers is het wel eens met de stelling. Van de MKB ers staat 41% daar negatief tegenover. 35% van de MKB ers is wel positief. 14

Over het algemeen hebben werkgevers en werknemers weinig vertrouwen in de houdbaarheid van het oude pensioenstelsel. 41% van de werknemers en de grootzakelijke werkgevers is van mening dat het huidige pensioenstelsel niet meer te handhaven is. Dat percentage ligt iets hoger bij MKB ers: 45%. 26% van de grootzakelijke respondenten vindt dat het huidige pensioenstelsel nog wel te handhaven is. Dat ligt bij MKB ers aanzienlijk lager: 14%. Daarnaast geeft 11% van de MKB ers en 16% van de werknemers aan niet te weten of het pensioenstelsel nog te handhaven is. 25% van de ouderen vindt de discussie overtrokken, in vergelijking tot 21% van de jongeren. 25% van de laagopgeleiden en 25% van de oudere werknemers vinden de pensioendiscussie overdreven. Eén op de drie werkgevers en werknemers vindt de pensioendiscussie niet overtrokken. Werkgevers vinden de discussie meer overtrokken dan werknemers; 34% (GZ) en 30% (MKB). Bij werknemers is dit 22%. Bijna één op de vijf werknemers en één op de tien MKB ers heeft geen idee. 15

Invulling van het pensioen Pensioenkeuze en de waarde van het pensioen Werknemers zijn minder overtuigd dat hun werkgever heeft gekozen voor een pensioenregeling die het beste bij hun eisen- en wensenpakket past. Slechts 30% van de werknemers is wel positief. Een kwart geeft te kennen het niet te weten of er bij zijn/haar werkgever is gekozen voor een pensioenregeling die het beste past bij de eisen en wensen van de werknemer. Werkgevers zijn aanzienlijk positiever over hun pensioenregeling, alhoewel GZ-werkgevers wel degelijk kritischer zijn: 19% vindt namelijk dat het niet past bij de wensen en eisen van werknemers. Belang van kosten komt op vierde plek Kosten zijn van meer betekenis geweest voor GZ-werkgevers dan voor MKB ers: respectievelijk 43% versus 34%. De kosten komen bij de beslissing bovendien op de vierde plek, na klantgerichtheid, zekerheid pensioenhoogte en keuzemogelijkheden/maatwerk. 16

De meerderheid van de werkgevers en werknemers vindt dat pensioengeld alleen met laag risico belegd mag worden. Onder alle respondenten vindt circa twee derde dat pensioengeld alleen met laag risico belegd mag worden. Opvallend is dat 15% van de GZ-werkgevers het geen probleem vindt als meer risico wordt genomen. In tegenstelling tot 10% van de MKB ers. 17

Werknemers willen geen risico nemen als het gaat om hun pensioen. Slechts 15% van de werknemers geeft aan meer risico te willen nemen ten einde een hoger pensioen te bereiken. Werkgevers zijn enigszins vaker bereid om risico te nemen voor een hoger pensioen, maar zijn alsnog terughoudend. 63% van de grootzakelijke werkgevers is overtuigd dat pensioengeld belegd moet worden. Ondanks het feit dat werkgevers terughoudend zijn in het nemen van risico s, zijn zij er wel duidelijk van overtuigd dat het pensioenstelsel alleen kan worden gewaarborgd wanneer het pensioengeld wordt belegd. Werknemers zijn hier minder van overtuigd. Bovendien geeft 15% aan het niet te weten. Het verschil tussen werkgevers is nog wel significant: 63% (GZ) versus 54% (MKB). 18

43% van de grootzakelijke werkgevers vindt dat pensioenen moeten worden over gelaten aan deskundigen. Meer dan één op de drie werkgevers en werknemers vindt dat pensioen aan de deskundigen moet worden overgelaten. Bij werknemers bedraagt het percentage 36%. Bijna een kwart van alle respondenten is het hier niet mee eens. Meer dan de helft van de werknemers weet of denkt niet dat het pensioen voldoende is om zijn/haar huidige levenstandaard te kunnen handhaven. 48% denkt wel dat zijn/haar huidige pensioen voldoende is om het zelfde leven te blijven leiden tijdens het pensioen. Voornamelijk vrouwen (59%) en lager opgeleiden (60%) zijn onzeker of negatief gestemd. De jongere (30%) en middelbare generatie (27%) weet het bovendien vaker niet dan ouderen. 19

Als werknemers verwachten dat het pensioen niet toereikend is, blijkt extra pensioensparen de populairste maatregel. Bezuinigen en later met pensioen gaan zijn daaropvolgend het meest genoemd. Eén op tien stelt niets te doen of het niet (nog) te weten. 20

Pensioen als arbeidsvoorwaarde MKB-werkgevers zijn er minder van overtuigd dat zij hun personeel moeilijker zouden kunnen aantrekken en vasthouden zonder pensioenregeling. 37% van de MKB ers ziet een pensioenregeling als belangrijke onderdeel voor verving en retentie. Bij grootzakelijke organisaties bedraagt dat aantal 51%. 45% van de werknemers deelt dezelfde mening. Jongeren en ouderen zijn het niet met elkaar eens: 37% van de jongeren is het er mee eens in vergelijking tot 53% van de ouderen. 79% van de grootzakelijke werkgevers vindt een pensioen een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. Alhoewel een ruime meerderheid van de totale populatie pensioen een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde vindt, zijn met name grootzakelijke werkgevers hiervan overtuigd. Ook hier zijn onder de werknemers generatieverschillen significant. Onder de jongeren is 58% het er mee eens, versus 73% onder de ouderen. 21

De pensioen-discussie en het pensioenakkoord Oudere werknemers en werkgevers van grote bedrijven vinden dat jongeren niet worden benadeeld door het pensioenakkoord. De meerderheid van de werknemers en werkgevers vindt dat jongere generaties opdraaien voor het pensioentekort. In het bijzonder werknemers zijn hiervan overtuigd. Eén op tien werknemers geeft te kennen niet te weten of jongeren de rekening betalen. 57% van de werknemers vindt dat de rekening van het pensioentekort wordt doorgeschoven naar de jongere generatie. Bij de werkgevers liggen de percentages niet veel lager: 54% (GZ) en 51% (MKB). 13% van de werknemers vindt dat de jongeren niet opdraaien voor het pensioentekort. Het verschil met grootzakelijke werkgevers is significant: 24%. Bij MKB ers is het 18%. Ook de generatieverschillen zijn groot: 61% van de jongeren vindt dat zij opdraaien voor het pensioentekort. De medioren (35-45 jaar) zijn het eens met de jongeren: 71%. Het percentage bij ouderen bedraagt 41%. 22

Meer weten? A Neem contact op met Mirjam van Deursen van Customer Inteligence Nationale-Nederlanden op tel. 070 513 67 53 H Of stuur een e-mail naar mirjam.van.deursen@ing.nl B Kijk ook op nn.nl/zakelijk