Macht en moraal STUDIEHANDLEIDING



Vergelijkbare documenten
GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

STUDIEHANDLEIDING MODULE Methodiek: Plancyclus

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Academie voor Sociale Studies. Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Schakelmodule De jeugd

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

De casuïstiek is relatief eenvoudig. Het betreft grotendeels enkelvoudige strafzaken. Met één verdachte en één strafbaar feit

Marketing met Interactieve Media

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Studiehandleiding. Ontwikkeling van het kind

Inleiding Recht Publiekrecht. Rechtsvinding Publiekrecht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Opdracht Soorten plannen

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Les 1: Vaktijdschriften: een eerste oriëntatie

Module H4-6 DE TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN (OVERZICHT EN KENMERKEN).

GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

Cursus. Netwerk versterken

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

IORE-1AR (Inleiding Ondernemingsrecht) IORE-1AE (Economie voor Juristen) IORE-1AR: de heer mr. S. Boelens IORE-1AE: de heer R.

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

mevrouw drs. D. van der Wagen Rechtsvinding van straf- en procesrecht Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

de heer mr. D.W. de Jong (JNGDD) Rechtsvinding straf- en strafprocesrecht

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Modulebeschrijving FINSLC0106

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit

Modulewijzer Media en Creativiteit CMD jaar 4 Medmec10 winter 2008/2009 Scriptievaardigheden II

(Docentenhandleiding) Rollenspel

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Evaluatiecontract Sociologische vraagstukken

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4

OW09A. Jeugd & Gezin: outreachend en oplossingsgericht werken. Post-hbo opleiding. mensenkennis

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

Algemene informatie afstudeerfase

KPB Activerende didactiek

Wil je de leerdoelen concreter formuleren

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Module H3-2 DE GROTE OORLOG VAN EUROPA

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Handleiding Coaching/stagereflectie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

JUVE JUVE1AR (Juridische Vaardigheden) JUVE1AP (Praktijkvaardigheden) JUVE1AM (Mediatheektraining)

IVRE de heer mr. P.A.J. Koster (KSRP)

Opleidingsprogramma het keukentafelgesprek

De 6 Friesland College-competenties.

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

TOETSMATRIJS: Ethiek voor Makelaars en Taxateurs

Eindverslag stage jaar 1

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Sport & Economie. Bedrijfseconomie. Voltijd

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

KPB 1: Lesgeven en Stageverslag

Voorbeeld REFLECTIEVERSLAG

Modulebeschrijving FINSLC0108

1 Aanbevolen artikel

Beoordelingsformulier KET Een gezondheidsbevorderende interventie ontwikkelen inclusief evaluatieplan

Toelichting reflectievoorwaarden voor jeugdzorgwerkers

Stageboek Pedagogiek. Onderzoek. Minor Forensische Orthopedagogiek

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Jaar 1 Studiejaar

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inleiding Recht Privaatrecht. Rechtsvinding Burgerlijk Recht. Het toepassen van basiskennis op het recht (schriftelijk tentamen)

Erratum Studiegids. Bijlage Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (locatie Amersfoort) Deeltijd

EEN OPEN DAG BEZOEKEN

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

Competentiemeter. Verdiepingsfase SAW Niveau 3 en 4

Toetsregeling Professionaliteit

MODULEHANDLEIDING BM- Succesvolle Organisaties

Specifieke doelgroepen DA

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Opdracht Stop kindersekstoerisme

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Kaartspel De formatieve toetscyclus. NRO-PPO overzichtsstudie dossiernummer Judith Gulikers & Liesbeth Baartman

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Didactische cursus POP

Transcriptie:

STUDIEHANDLEIDING Macht en moraal Titel Macht en moraal Code ISOORV02MH Module beheerder Leonie le Sage Jaar uitgave 2015-2016 Studiejaar 4 Periode 2 Opleiding ISO / minor Werken in het gedwongen kader ECTS 2 Studiebelasting 56 Hogeschool Rotterdam

Inhoudsopgave 1. Algemene omschrijving module 1 2. Programmaoverzicht 3 3 Toetsing en beoordeling 4 4. Werkgroepen: thema s en voorbereiding 5 Bijlage: beoordelingsformulier 7

1. Algemene omschrijving module 1.1 Inleiding Verantwoording af kunnen leggen van wat je als sociaal werker doet maakt een belangrijk onderdeel uit van je werk. Je handelen kunnen verantwoorden vraagt dat je kunt uitleggen dat je methodisch gezien juist gehandeld hebt, gegeven bepaalde doelen. Dit is een vorm van instrumentele verantwoording. Daarnaast wordt de sociaal werker steeds meer gevraagd zich moreel of normatief te verantwoorden. Dat vraagt van je dat je van de doelen die je je stelt kunt uitleggen waarom die goed zijn om na te streven. Na zaken als die van het meisje Savanna is het werken in het gedwongen kader meer nog dan eerder onder druk komen te staan het handelen normatief te kunnen verantwoorden. Het wordt niet geaccepteerd wanneer sociaal werkers zich verschuilen achter methodieken, protocollen of beleid van de organisatie: van hen wordt geëist zich mondig op te stellen en gebruik te maken van hun zogenaamde discretionaire bevoegdheid (de ruimte om zelf beslissingen te nemen). In het gedwongen kader ligt het vraagstuk van verantwoording vaak nog complexer. De cliënt is immers gedwongen om de straf, behandeling e.d. te ondergaan. De vrijheidsinperkingen voor cliënten zijn groot, en de macht van de professional lijkt daarmee groot. Voor de pedagogische of sociaal-agogische relatie is gezag in plaats van macht echter cruciaal en de sociaal werker moet in de praktijk vaak een afweging maken tussen macht inzetten (in het kader van bijvoorbeeld veiligheid) of juist gezag (in het kader van de ontwikkeling, het welzijn of de autonomie van de cliënt). Dit vraagt van de sociaal werker dat deze: a. een sensitiviteit ontwikkelt voor ethische dilemma s of vraagstukken; b. begrip krijgt van hoe macht en gezag een rol spelen in het handelen van de sociaal werker in het gedwongen kader; c. het vermogen om over ethische vraagstukken na te denken en een keuze hierin te rechtvaardigen. Over deze drie opdrachten voor de sociaal werker kan niet licht gedacht worden. Door de grote maatschappelijke aandacht voor veiligheid en voor wat er fout gaat in dit werk, door de grote nadruk op protocollen en methodieken waar je je aan moet houden, door de druk van bezuinigingen op de organisatie en een cultuur van beheersing die vaak heerst in deze organisaties is het verschrikkelijk moeilijk om sensitief te zijn en te blijven voor bijv. het belang van de cliënt. En bovengenoemde factoren plus tijdgebrek zijn vaak ook de reden dat het zorgvuldig overwegen van ethische waarden en normen onvoldoende gebeurt. Echter: voor de zin in en van je werk lijkt noodzakelijk te zijn dat deze bezinning wel plaatsvindt. In deze module wordt op basis van enkele ethische dilemma s die kenmerkend zijn voor het werken in het gedwongen kader, de sensitiviteit voor en het denken over ethische vraagstukken gestimuleerd. 1.2 Relatie met andere onderwijseenheden Deze module maakt onderdeel uit van de minor Werken in gedwongen kader. Met name het waarnemen, overdenken en verantwoorden van keuzes ten aanzien van ethische vraagstukken wordt hier behandeld, als aanvulling op de methodische handelingscyclus die in andere modulen besproken wordt. Deze module bouwt voort op de ethiekvakken uit de verschillende opleidingen, hier staat het werken in het gedwongen kader (en bijbehorende dilemma s) centraal. Het accent in deze module ligt op begeleid leren. De conceptuele kaders en de begrippen worden door de docent aangereikt, de student verdiept zich begeleid door de docent in de thematiek. 1

1.3 Kwalificaties /competenties en leerdoelen Na afloop van de module is de student in staat om van verschillende werkvelden binnen het gedwongen kader (jeugd, volwassenen, strafrechtelijk, civielrechtelijk) aan te geven welke ethische vraagstukken typerend zijn voor deze werkvelden, en welke keuze hij of zij zelf maakt tav deze vraagstukken. Competenties: De student kan door doelgericht en doelbewust te reflecteren, zijn persoonlijke kwaliteiten zodanig ontwikkelen dat deze het beroepsmatig handelen versterken. Beheersingsniveau C (complex beheersingsniveau): - kunnen reflecteren op bestaande onderzoeksinstrumenten - analyseren van eigen waarnemen, handelen en verslaglegging - eigen materiaal en keuzes kunnen verantwoorden. Leerdoelen: De student heeft: - Kennis van kenmerkende ethische dilemma s in het werken in het gedwongen kader - Inzicht in welke ethische waarden en normen ten grondslag liggen aan deze dilemma s - Inhzicht in de rol van macht en gezag in het werken in het gedwongen kader De student kan: - Een ethisch dilemma waarin macht een rol speelt kunnen formuleren en analyseren - Een onderbouwd standpunt innemen in een gesprek en een verslag over ethische dilemma s 1.4 Inhoud De module bestaat uit 5 werkgroepen waarin ethische vraagstukken binnen het werken in het gedwongen kader worden besproken. 1.5 Verplicht studiemateriaal De verplichte literatuur: Boek: Krechtig, L. & De Jonge, E. (2013). Reclasseringswerk als waarde(n)vol werk. In: Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. Werken in gedwongen kader (p. 29-40). Amsterdam: SWP. Krechtig, L. & Menger, A. (2013). Handelen in gedwongen kader: enkele kwesties vooraf. In: Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. Werken in gedwongen kader (p. 239-246). Amsterdam: SWP. Natschool: Baartman, H. (2012). Je beroepsethiek is breder dan je technische vak. In: Kole, J., Van den Hoven, M., Janssens, M. (red.). Goed aangepakt (p. 23-34). Amsterdam: SWP. Dudevszky, S. (2013). Valse start (p. 255-286). Rotterdam: Lemniscaat. 2

Huijer, M. & Meester, F. (2012). Macht is overal. - Incl. Foucault, M. (2007/1975) pp.276-280 uit Discipline, toezicht en straf. Goudmijn van het denken (p. 144-151). Amsterdam: Boom. Jansen, M. (2014). Bestaansethiek: de betekenis voor praktijk en opleiding. In: Kanne, M. & Grootoonk (red.). Moresprudentie in de praktijk (p. 35-48). Delft: Eburon. Kolen, M. (2005). Slagroom op de koffie (p. 35-44). Amsterdam: SWP Ooyen Houben, M, Philipse, M., Mos, K. & Dijkman, L. (2009). Hulpverlening en justitie: twee werelden. Verslaving, 5, 51-59. RMO (2007). Straf en zorg: een paar apart (p. 29-41). Amsterdam: SWP. Tonkens, E. (2008). Mondige burgers, getemde professionals (p. 9 23). Amsterdam: Van Gennep. 3

2. Programmaoverzicht Wekelijks volgt de student een werkgroep, leest de literatuur en maakt de voorbereidende opdrachten behorend bij die bijeenkomsten. De laatste werkgroep wordt vormgegeven door de studenten. 2.1. Wekenschema vorm onderwerp lezen opdrachten Week 1 werkgroep Introductie: de waardendriehoek en hoe de professional onder druk staat Krechtig, L. & De Jonge, E. (2013). Jansen, M. (2014). Tonkens, E. (2008). Zie p. 5 Week 2 werkgroep Bescherming en autonomie van jongeren, en het risico dat de hulpverlener faalt Baartman, H. (2012). Kolen, M. (2005). Dudevszky, S. (2013). Zie p. 5 Week 3 werkgroep Straf en zorg. Ooyen Houben, et al (2009). RMO (2007). Zie p. 6 Week 4 werkgroep Omgaan met macht Krechtig, L. & Menger, A. (2013). Huijer, M. & Meester, F. (2012). Week 5 Vormgegeven door studenten Zie p. 6 Voorbereiding werkgroep Zie p. 4 en 6 2.2 Studielast Studieactiviteit Uren Werkgroep 5 x 150 min. = 12 uur Leestijd Pagina moduleliteratuur 100 p. norm 6 per uur = 16 uur Contacttijd Opdrachten Opdrachtenvoorbereiding Werkgroep Essay = 8 uur = 20 uur totaal module 56 uur 4

3 Toetsing en beoordeling De toets bestaat uit twee onderdelen: - bespreking ethisch dilemma / vraagstuk in de laatste werkgroep - essay over ethisch dilemma / vraagstuk met standpuntbepaling 3.1 Deelnamevereisten toetsing Deelname aan de bespreking ethisch dilemma / vraagstuk in werkgroep 5 is vereist. Bij niet voldaan aan deze opdracht geldt een vervangende opdracht. Voor de werkgroepen geldt dat indien de student niet aanwezig kan zijn, hij of zij de voorbereidende opdrachten voor die week op schrift in dezelfde week bij de docent inlevert. Aan bovenstaande twee voorwaarden dient voldaan te zijn om een cijfer voor de toets (het essay) te krijgen. 3.2. Toetsprocedure. In de toetsweek levert de student het essay in. 3.3 Inhoudelijke en technische vereisten Inhoudelijke vereisten: Het essay bestaat uit de beschrijving van een ethisch dilemma of vraagstuk waarin macht een rol speelt, uit het werkveld gedwongen kader. De student geeft een analyse van dit dilemma waarin hij of zij de belangrijkste ethische waarden en normen die in deze kwestie spelen benoemt en uitdiept; afsluitend neemt de student een keuze of standpunt in tav het dilemma of vraagstuk. De student verwijst in het essay naar minimaal 3 bronnen uit de cursusliteratuur, waaronder in ieder geval Krechtig, L. & Menger, A. (2013). Technische vereisten: Het essay is maximaal 2 A-4 (lettertype Times New Roman, 12p, regelafstand 1 exclusief literatuurlijst). Het is in correct Nederlands geschreven en de bronverwijzing gebeurt volgens APA-richtlijnen. Bij het niet voldoen aan de vereiste van correct Nederlands (max. 5 taalfouten op de eerste pagina) kan de docent het verslag de beoordeling '1' geven, voor de herkansing geldt dat de student het verslag in ieder geval moet corrigeren op taal; voor niet voldoen aan APA-verwijzingen gelden de sancties zoals vermeld in het document Plagiaatpreventiebeleid ISO. 3.4 Beoordeling Beoordelingscriteria: Zie beoordelingsformulier. Inzage in toetsresultaat Beoordelingsformulier (zie p. 7) wordt door docent op papier of digitaal voor student beschikbaar gesteld. 3.5 Herkansing Bij onvoldoende is er herkansingsmogelijkheid (gecorrigeerd essay) in de hertoetsweek. 3.6 Voorwaardelijke toetsopdracht Om de module af te ronden dient de student (naast het maken van het essay) aan onderstaande voorwaardelijke toetsopdracht deel hebben genomen: Groepsopdracht werkgroep 5: Breng met een subgroep studenten een ethische dilemma / vraagstuk uit het werkveld gedwongen kader waar de factor macht een rol speelt in beeld, analyseer dit en bepaal een standpunt tav dit dilemma / vraagstuk. Iedere subgroep heeft 5

hiervoor maximaal 50 minuten de tijd, en bepaalt zelf inhoud en vorm van deze 50 minuten. Er zijn in totaal 3 subgroepen. 4. Werkgroepen: thema s en voorbereiding Week 1 Introductie: de waardendriehoek en hoe de professional onder druk staat Lezen: Krechtig, L. & De Jonge, E. (2013). Reclasserinswerk als waarde(n)vol werk. In: Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. Werken in gedwongen kader (p. 29-40). Amsterdam: SWP. Jansen, M. (2014). Bestaansethiek: de betekenis voor praktijk en opleiding. In: Kanne, M. & Grootoonk (red.). Moresprudentie in de praktijk (p. 35-48). Delft: Eburon. Tonkens, E. (2008). Mondige burgers, getemde professionals (p. 9 23). Amsterdam: Van Gennep. Opdracht ter voorbereiding werkgroep: Benoem de waarden die jij centraal zet in het werk, de waarden vanuit welke jij dit werk doet. Heb je meegemaakt dat deze met elkaar of met andere waarden conflicteren of kun je een mogelijk conflict beschrijven? Zie je de beschrijving die Tonkens geeft van de professional onder druk terug in werk of stage? Week 2 Bescherming en autonomie van jongeren, en het risico van falen Lezen: Baartman, H. (2012). Je beroepsethiek is breder dan je technische vak. In: Kole, J., Van den Hoven, M., Janssens, M. (red.). Goed aangepakt (p. 23-34). Amsterdam: SWP. Kole, M. (2005). Slagroom op de koffie (p. 35-44)). Amsterdam: SWP Dudevszky, S. (2013). Valse start (p. 255-286). Rotterdam: Lemniscaat. Opdracht ter voorbereiding werkgroep: Geef aan welk vragen mbt autonomie het verhaal van Maria oproept. In de nabeschouwing blikt Szabinka Dudevszky terug op de levens van de jongeren wier verhaal zij in het boek beschrijft, en koppelt zij dit aan o.a. de kwaliteit van de jeugdzorg. Benoem 1 punt waar je je in kunt vinden, of waar je juist reden hebt om het niet mee eens te zijn. Herman Baartman spreekt over de druk om geen fouten te maken mbt bescherming van het kind. Michael Kolen spreekt over ruimte voor tragiek. Kun je een situatie noemen waarin jij faalde in de hulpverlening? Was er naar jouw idee ruimte voor tragiek? 6

Week 3 Straf en zorg Lezen: Ooyen Houben, M, Philipse, M., Mos, K. & Dijkman, L. (2009). Hulpverlening en justitie: twee werelden. Verslaving, 5, 51-59. RMO (2007). Straf en zorg: een paar apart (p. 29-41). Amsterdam: SWP. Opdracht ter voorbereiding werkgroep: In de tekst Hupverlening en justitie worden enkele tegenstellingen tussen een hulpverlenend en justitieel kader besproken. Kun je een zelfde soort tegenstelling bedenken, een voorbeeld van zo n tegenstelling die jezelf bent tegengekomen? In het rapport van de RMO worden enkele ontwikkelingen beschreven die er voor zorgen dat het lastig is delictplegers met psychiatrische problematiek de hulp te bieden die nodig is. Zie jij deze ontwikkelingen ook terug in jouw werk of stage? Week 4 Omgaan met macht Lezen: Krechtig, L. & Menger, A. (2013). Handelen in gedwongen kader: enkele kwesties vooraf. In: Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. Werken in gedwongen kader (p. 239-246). Amsterdam: SWP. Huijer, M. & Meester, F. (2012). Macht is overal. - Incl. Foucault, M. (2007/1975) pp.276-280 uit Discipline, toezicht en straf. Goudmijn van het denken (p. 144-151). Amsterdam: Boom. Opdracht ter voorbereiding werkgroep: Wanneer heb jij machtsmisbruik van instelling of hulpverlener gezien in stage of werk? Hoe ben je daar zelf mee omgegaan? Zijn er vormen van onzichtbare vormen van macht in instellingen die jij kent? Welke, en wat doet dat mensen professionals? Week 5 Ethisch vraagstuk naar keuze van studenten Voorbereiding: bereid de werkgroep voor (zie toetsopdracht p. 4) 7

Naam student: Beoordelingsformulier V of O Voldoet aan de volgende technische en inhoudelijke vereisten: - minimaal 3 bronnen uit cursusliteratuur als bronnen gebruikt (waaronder in ieder geval Krechtig, L. & De Jonge (2013)). - maximaal 2 A-4 - correct Nederlands - bronverwijzing volgens APA-richtlijnen Beoordelingscriteria Het ethisch dilemma of vraagstuk is helder beschreven, volledig, en relevant. Het is onduidelijk wat het ethische dilemma of de vraag precies is; er ontbreekt veel informatie, de vraag of het dilemma is niet relevant voor werkers in het gedwongen kader. De ethische vraag of het dilemma is duidelijk, maar de informatie is onvolledig, en de relevantie voor werken in het gedwongen kader is onduidelijk. De ethische vraag of het dilemma is duidelijk en relevant voor werkers in het gedwongen kader, maar de informatie is onvolledig. De ethische vraag of het dilemma is duidelijk en relevant voor werkers in het gedwongen kader, de informatie is voldoende voor de uitleg van de kern van het dilemma / vraagstuk, maar er mist nog relevante informatie. De ethische vraag of het dilemma is duidelijk en relevant voor werkers in het gedwongen kader, de informatie is volledig. Cijfer 1 2 3 4 5 In de analyse worden de belangrijkste ethische waarden / normen genoemd, machtsaspect en beschreven, meerdere perspectieven beschreven, en (vak)literatuur gebruikt. Het standpunt sluit aan bij het dilemma / vraagstuk; het is duidelijk wat het standpunt inhoudt, het standpunt is gerelateerd aan de analyse en is onderbouwd met vakliteratuur. De analyse beschrijft niet de belangrijkste ethische waarden en machtsfactoren van het dilemma / vraagstuk; er wordt slechts een perspectief beschreven, er eis wordt geen vakliteratuur gebruikt. Het standpunt sluit niet aan bij dilemma / vraagstuk, het is onduidelijk wat het standpunt precies inhoudt, het standpunt is niet gerelateerd aan de analyse en er mist onderbouwing vanuit vakliteratuur. De analyse benoemt de belangrijkste ethische waarden en machtsfactoren van het dilemma / vraagstuk, maar geeft daar geen of weinig uitwerking aan; er worden meer perspectieven, maar niet alle relevante perspectieven beschreven; er wordt weinig gebruik gemaakt van vakliteratuur. Het standpunt sluit aan bij dilemma / vraagstuk, en het is duidelijk wat het standpunt inhoudt, maar het standpunt is niet gerelateerd aan de analyse en er mist onderbouwing vanuit vakliteratuur. De analyse benoemt de belangrijkste ethische waarden en machtsfactoren van het dilemma / vraagstuk, maar geeft daar geen of weinig uitwerking aan; er worden meer perspectieven, maar niet alle relevante perspectieven beschreven; er wordt waar nodig gebruik gemaakt van vakliteratuur. Het standpunt sluit aan bij dilemma / vraagstuk, en het is duidelijk wat het standpunt inhoudt, het standpunt is gerelateerd aan de analyse, maar er mist onderbouwing vanuit vakliteratuur. De analyse benoemt de belangrijkste ethische waarden en machtsfactoren van het dilemma / vraagstuk, en geeft daar de nodige uitwerking aan; er worden meer perspectieven, maar niet alle relevante perspectieven beschreven; er wordt waar nodig gebruik gemaakt van vakliteratuur. Het standpunt sluit aan bij dilemma / vraagstuk, en het is duidelijk wat het standpunt inhoudt, het standpunt is gerelateerd aan de analyse, er is onderbouwing vanuit vakliteratuur. De analyse benoemt de belangrijkste ethische waarden en machtsfactoren van het dilemma / vraagstuk, en geeft daar de nodige uitwerking aan; alle relevante perspectieven worden beschreven; er wordt waar nodig gebruik gemaakt van vakliteratuur. Het standpunt sluit aan bij dilemma / vraagstuk, en het is duidelijk wat het standpunt inhoudt, het standpunt is gerelateerd aan de analyse, en volledig onderbouwd met gebruik van een diversiteit aan vakliteratuur. 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Totaal x2/3= 8