Traineeship jeugdzorgwerker

Vergelijkbare documenten
Proeve van bekwaamheid. Traineeship Jeugdzorgwerker. Handleiding 1

Bijlage: Individueel tijdspad portfolio 1

Ontwikkelplan trainee 1

Proeve van bekwaamheid: Formats en formulieren 1

Handreiking Traineeship 1

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1

Samenvatting Competentieprofiel gedragswetenschapper in de jeugdzorg

EVC-traject Wft-Pensioenverzekeringen WFTNIVO

Voorbereidingsopdrachten voor de bijeenkomsten van de basistraining

Inhoud TRAINEESHIP JEUGDZORGWERKER... 2 CURSUS VOOR MENTOREN... 4

Handleiding EVC Industrieel Produceren met Hout

Beroepsproducten bij niveau Gevorderd professional

Registratiecriteria jeugdzorgwerkers d.d. 29 februari 2016

c. De deelnemer ontvangt een factuur op naam als hij besloten heeft deel te willen nemen aan het traject. Bedrijven ontvangen een totaalfactuur.

Handleiding in kaart brengen opleidingen

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

ERKENNING EERDER VERWORVEN COMPETENTIES. Handleiding portfolio

INTRODUCTIE PERSOONLIJKE GEGEVENS. Naam: Leeftijd: Geslacht: m / v. Begindatum:

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Handleiding Nivometing SVMNIVO Kandidaat SCVM

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Samenvatting Competentieprofiel Jeugdzorgwerker

FCB Loopbaanplein in vogelvlucht

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Beoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning

Inhoudsopgave. Copyright ADEF,

Handleiding EVC-procedure

HaKa Nederland b.v

Handleiding Coaching/stagereflectie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure

Registratiecriteria jeugdzorgwerkers

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts

Studiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Proeve van Bekwaamheid

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Allround AV-medewerker Niveau 3

Hoe doorloop ik de PE cyclus in het register Sociaal Werkers? Inhoud

Handleiding Nivometing Kandidaat SVMNIVO

Handleiding Assessment voor toelating tot de deeltijdopleiding HBO-ICT

Beoordelen met de 360 feedback-methode

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

cursus: Kwaliteitszorg voor PWJ

Studiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG

Inleiding Het beroepsgericht examen Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3

Bijlage Beroepscompetenties Verloskundigen

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

Verwijsindex risico s jeugdigen Utrecht

Podiumtechnicus Niveau 3

Rondleiding collega. Bij deze opdracht toon jij vaardigheden en werkhouding aan door een rondleiding op je stagebedrijf te

Handleiding rekenmodel t.b.v. accreditering en certificeren van opleidingen en het registreren van HBO-jeugdzorgwerkers

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (1) Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen

Procedure certificering tandprothetici

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Traineeship wijst starter de weg in de jeugdzorg

Consortium Beroepsonderwijs

Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

PvB 3.1 Geven van trainingen

Opdrachten bij hoofdstuk 1

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE BEOORDELAAR

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

De onderbouwing in het ervaringscertificaat

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Heb jij je diploma al?

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

BPV Styling Design 3e jaars cohort

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

Informatie opleiding Brains 4 Use (B4U)

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

Welkom Inspiratiesessie Portfolio. 31 mei 2018 Jolanda Rikers bdko

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en

Iedereen heeft een verhaal

DOJO ASSISTENT AIKIDO / JUJITSU / JUDO (JBN leerkracht niveau 1)

Programma Startassessment. Kort overzicht met Kerncompetenties. Herregistratie Wet BIG

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

Masterdiploma Werk Mentor... 2 POP Logboek Modules Vrijstelling... 3

Toetsplan Prestatie Looptrainer 4

Portfolio opleiding Zorghulp

Kwaliteitskader jeugdzorg. De norm van verantwoorde werktoedeling

Proeve van bekwaamheid (PvB) KSS Coachen van wedstrijden

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2011

Jongerenhulp. Voor jongeren vanaf 14 jaar. Informatie voor jongeren en ouder(s)/verzorger(s)

Crebonummer PvB 02 8HAT-DO2AO. Aandrijfsystemen en onderstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de deelnemer

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

PVB 2.3 Assisteren bij activiteiten Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 2

Sportleider 2 Badminton Assisteren bij het organiseren van een activiteit Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.3

Klachtenbehandeling 2015

Transcriptie:

Bijlagen 1 proeve van bekwaamheid Traineeship jeugdzorgwerker Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document is geschreven in het kader van het Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg en is te downloaden via www.professionaliseringjeugdzorg.nl. Stichting Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Utrecht. 1

Bijlage 1: Toelichting bewijsstukken in portfolio In deze paragraaf leggen we per bewijsstuk uit aan welke eisen het bewijsstuk moet voldoen. Ook geven we je tips voor het kiezen van de juiste bewijsstukken. 1.1. Algemene eisen aan bewijsstukken Authenticiteit Bewijsstukken moeten allereerst authentiek zijn, dat wil zeggen, door jou gemaakt. Zowel jij als je gedragswetenschapper of leidinggevende moeten verklaren dat de bewijsstukken in jouw portfolio authentiek zijn. Elk beroepsproduct in je portfolio moet vergezeld gaan van een productreflectieformulier. Dit formulier moet worden ondertekend door je gedragswetenschapper of leidinggevende. Hiermee verklaart deze ook dat het bijbehorende beroepsproduct authentiek is, door jou gemaakt. Het productreflectieformulier vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. Anonimisering In geschreven bewijsstukken (bijvoorbeeld rapportages, casusverslagen of behandelplannen) moeten cliëntgegevens geanonimiseerd worden. Dit betekent dat je alle persoonlijke gegevens (zoals namen, geboortedata, adres- en contactgegevens, gegevens van andere betrokkenen (familie, school, werk, andere professionals) verwijdert. De cliënt kun je aanmerken met een willekeurige letter, bijvoorbeeld X. Betrokken personen kun je aanduiden met hun rol of functie, bijvoorbeeld moeder, docent of casemanager. Video-opnames of geluidsfragmenten waarop de cliënt te zien of te horen is, moeten vergezeld gaan van een verklaring waarin de cliënt toestemming geeft voor opname van deze fragmenten in jouw portfolio. Je moet de cliënt vooraf toestemming vragen voor het maken van opnames én voor het opnemen van fragmenten in jouw portfolio. Hiervoor kun je de verklaring toestemming videoopnames / geluidsfragmenten in portfolio gebruiken. Deze moet ondertekend worden door de cliënt(en). Voor elke opname/geluidsfragment neem je een aparte toestemmingsverklaring op in je portfolio. Deze verklaring toestemming vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. We gaan er overigens van uit dat je ook aan andere mensen die in de fragmenten voorkomen (bijvoorbeeld andere professionals), vooraf toestemming vraagt (zowel voor de opname als voor opname van de fragmenten in je portfolio). Het is voor het portfolio niet nodig om deze mensen te laten tekenen voor toestemming. Productreflectieformulier bij beroepsproducten Voor elk beroepsproduct vul je een productreflectieformulier in. Je beschrijft onder andere hoe het product tot stand is gekomen en op basis van welke theoretische onderbouwing het beroepsproduct is gemaakt. Zeker als je je portfolio wil indienen bij een EVC-aanbieder (zie hoofdstuk 2 van de handleiding) is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan het invullen van deze formulieren. Het productreflectieformulier vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. 2

1.2. Eisen aan feedback van gedragswetenschapper, leidinggevende, mentor, 2 interne collega s en zelfreflectie. Aan het eind van je traineeship laat je verschillende professionals jou feedback geven. Je gebruikt hiervoor de zelftest van FCB. Deze vind je op: http://zelftestjeugdzorg.fcb.nl/. Je vult de test zelf (opnieuw) in en je vraagt feedback van de volgende mensen: je mentor; Je mentor die jou tijdens het traineeship en de proeve van bekwaamheid begeleidt. Twee interne collega s; Collega s die werkzaam zijn binnen jouw organisatie of wijkteam. Het gaat hier om collega s met wie je regelmatig contact hebt, bijvoorbeeld collega s met wie je direct samenwerkt of collega s die je regelmatig ontmoet in teambesprekingen, intercollegiale consultatie of intervisie/groepssupervisie. Je gedragswetenschapper; Je direct leidinggevende (manager). Feedback mag maximaal drie maanden oud zijn. Je laat deze mensen dus aan het eind van je traineeship de zelftest invullen. Ook je eigen zelftest mag maximaal drie maanden oud zijn. De uitkomst van de zelftest die jij zelf aan het begin van het traineeship hebt gedaan, mag je hier dus niet voor gebruiken! De beoordelingscriteria uit de standaard gevorderde professional staan centraal in de zelftest. Je neemt de rapportage van alle zelftests die voor jou zijn ingevuld op in je portfolio. De feedback zal onderwerp van gesprek zijn in het criteriumgericht interview, waarbij jij ook jouw visie op de feedback kunt geven. 1.3. Eisen aan feedbacklijst externe collega Aan het eind van je traineeship laat je een externe collega de feedbacklijst externe collega invullen. Een externe collega is werkzaam voor een andere organisatie dan de jouwe. Het betreft een externe collega met wie je regelmatig contact hebt in het kader van de begeleiding van een cliënt. Je kunt denken aan een casemanager van Bureau Jeugdzorg, een gezinsvoogd of jeugdreclasseringswerker, een leerkracht of begeleider in de kinderopvang of een andere professional die bij het gezin of de cliënt betrokken is (jeugdzorgwerker, pleegzorgwerker, maatschappelijk werker, GGZ-functionaris, enz.). Ook de feedback van een externe collega mag maximaal drie maanden oud zijn. Je laat deze externe collega dus aan het eind van je traineeship de feedbacklijst invullen. In deze feedbacklijst staat precies beschreven op welke beoordelingscriteria uit de standaard gevorderde professional, de externe collega jou feedback moet geven. Je neemt de ingevulde feedbacklijst op in je portfolio. De feedback zal onderwerp van gesprek zijn in het criteriumgericht interview, waarbij jij ook jouw visie op de feedback kunt geven. De feedbacklijst externe collega vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. 3

1.4. Eisen aan feedbacklijst voor cliënten Ook aan je cliënten vraag je aan het eind van je traineeship feedback. Voor cliënten is een feedbacklijst gemaakt. In deze feedbacklijst staan een aantal beoordelingscriteria waar de cliënten jou feedback op kunnen geven. Er is een feedbacklijst voor ouder(s)/verzorger(s) en een feedbacklijst voor jeugdigen. Je moet van vijf cliënten feedback opnemen in je portfolio. De feedback moet gegeven worden door cliënten die je ten tijde van je traineeship hebt begeleid (deze feedback mag dus wel ouder dan drie maanden zijn). Het gaat hier om cliënten met wie je regelmatig hebt gewerkt, bijvoorbeeld cliënten die verblijven op de leef- of behandelgroep waar jij werkzaam bent, cliënten die jij begeleiding of behandeling biedt in de thuissituatie, cliënten waarvoor jij de casemanager, voogd of reclasseringswerker bent, cliënten die je individuele begeleiding of behandeling biedt, enzovoort. De feedback zal onderwerp van gesprek zijn in het criteriumgericht interview, waarbij jij ook jouw visie op de feedback kunt geven. De feedbacklijst voor cliënten vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. Er zijn aparte versies voor jeugdigen en voor ouder(s)/verzorger(s). 1.5. Eisen aan videobeelden of geluidsopnames van het eigen handelen in een contactmoment met een cliënt, gezin of groep cliënten Competentie 1: Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over. De opname duurt maximaal 45 minuten. 1.6. Eisen aan observatieverslag en/of probleemanalyse Competentie 3: Brengt de situatie in kaart. Je observatieverslag en/of probleemanalyse beslaat maximaal drie A4. Het verslag / de analyse betreft een cliënt of een groep cliënten. 1.7. Eisen aan hulpverleningsplan of behandelplan Competentie 4: Stelt de hulpvraag vast of scherpt deze aan. Je hulpverleningsplan of behandelplan bevat tenminste een omschrijving van de hulpvraag, doelen en gekozen interventies om de doelen te bereiken. 1.8. Eisen aan videobeelden of geluidsopnames van het eigen handelen in intervisie, teamoverleg, werkbegeleiding of intercollegiale consultatie Competentie 8: Werkt samen / Competentie 16: Reflecteert op het eigen handelen. De opname duurt maximaal 45 minuten. 1.9. Eisen aan verslaglegging van hulpverleningscyclus van begin tot eind Competentie 13: Handelt methodisch Deze verslaglegging bevat minimaal een hulpverleningsplan of behandelplan (plan van aanpak), een evaluatieverslag en een eindverslag. De verslaglegging is opeenvolgend (geen grote tijdsgaten tussen de verslagen) en betreft steeds dezelfde cliënt (komt dus uit het dossier van één cliënt of gezin). Elk verslag bevat de datum waarop het verslag geschreven is. Wanneer het om inhoudelijke redenen niet mogelijk is om deze verslaglegging voor één cliënt aan te leveren (bijvoorbeeld wanneer je werkt op een afdeling voor langdurige zorg, waar jeugdigen voor 4

langere tijd verblijven), dan lever je in plaats van een eindverslag een extra evaluatieverslag in. De verslaglegging moet dan wel minimaal één jaar bestrijken (tussen de datum van je hulpverleningsplan/behandelplan en het laatste evaluatieverslag zit dus minimaal één jaar). 1.10. Eisen aan ingevulde ontwikkelplannen (inclusief evaluaties) Competentie 16: Reflecteert op het eigen handelen / Competentie 19: Ontwikkelt het eigen werk De ontwikkelplannen en de evaluaties schrijf je met behulp van het daarvoor aangeleverde format ontwikkelplan. 1.11. Eisen aan bewijs registratie BAMw Competentie 19: Ontwikkelt het eigen werk Een kopie van je registratiepas van BAMw. 1.12. Eisen aan bewijzen van deelname / certificaten ontwikkelactiviteiten (gevolgde scholing, training, intervisie, werkbegeleiding, enz.) Competentie 19: Ontwikkelt het eigen werk Houd tijdens je traineeship goed bij welke trainingen, cursussen en workshops je volgt en zorg dat je een certificaat of een bewijs van deelname ontvangt. Neem deze certificaten of bewijzen van deelname op in je portfolio. Ook voor activiteiten als intervisie, supervisie, werkbegeleiding of deelname aan werkgroepen kun je een bewijs van deelname vragen, bijvoorbeeld aan degene die er leiding aan geeft. Als je deelneemt aan supervisie, intervisie of werkbegeleiding kun je de begeleider ook één van de verklaringen van BAMw laten invullen als bewijs. Deze verklaringen vind je op http://bamw.nl/linksdownloads.html 1.13. Eisen aan casusverslagen Themacompetenties 20: Omgaan met jeugdigen en opvoeders in gedwongen kaders / 21: Omgaan met diversiteit / 22: Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld / 23: Omgaan met verbaal geweld en (licht) agressief gedrag Voor de themacompetenties moet je casusverslagen schrijven. Je moet minimaal twee casusverslagen in je portfolio opnemen. Dit betekent dat je themacompetenties met elkaar mag combineren. Je mag bijvoorbeeld één casusverslag schrijven waarin je zowel de themacompetentie 21: Omgaan met diversiteit als 22: Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld aantoont. Je mag er ook voor kiezen om voor elke themacompetentie een apart casusverslag te schrijven. Voor een casusverslag kies je één cliënt of groep cliënten (een gezin of een behandelgroep). Je gebruikt het format casusverslag om het verslag te schrijven. Het format casusverslag vind je in het document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren. Je casusverslag beslaat maximaal vijf A4. 1.14. Eisen aan beroepsproducten naar keuze Voor acht competenties moet je beroepsproducten naar keuze aanleveren: Competentie 2: Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders. Competentie 5: Kiest een passende interventie. Competentie 7: Creëert een veilige omgeving (in een pedagogisch gerichte context). 5

Competentie 9: Coördineert de zorg (in een systeemgerichte context). Competentie 12: Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling. Competentie 14: Voert passende interventies uit. Competentie 15: Werkt verantwoord. Competentie 17: Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden. Competentie 18: Draagt bij aan beleid. Onze tip aan jou is om NIET voor elk van deze competenties een nieuw beroepsproduct in je portfolio op te nemen. Het is veel efficiënter om te bekijken welke beroepsproducten je al in je portfolio hebt zitten (de bewijsstukken met een sterretje * in het schema bij 4.1 zijn beroepsproducten) en of je in die bewijsstukken één of meerdere van bovenstaande competenties aantoont. Let op: het gaat hier wel om beroepsproducten. Bewijsstukken als certificaten, diploma s, bewijzen van deelname en feedback zijn niet voldoende om deze competenties aan te tonen. In onderstaand schema zie je voor elke van bovenstaande competenties suggesties voor al opgenomen beroepsproducten waarin je deze competentie mogelijk kunt aantonen. Let op, het zijn slechts suggesties of tips. Voel je vrij om zelf competenties aan elkaar te koppelen of om toch nieuwe beroepsproducten in je portfolio op te nemen. Competentie Competentie 2: Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders. Suggestie Suggestie 1: Beschrijf hoe in één of meer van onderstaande beroepsproducten zichtbaar wordt dat je deze competentie beheerst. Bijvoorbeeld in: De opnames van competentie 1. De verslaglegging van de hulpverleningscyclus van competentie 13 Eén of meer van de casusverslagen van themacompetenties 20 t/m 24. Suggestie 2: Koppel competentie 2 aan competentie 7. Zoek een nieuw beroepsproduct waarin je deze competenties aantoont. Competentie 2: Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders Competentie 7: Creëert een veilige omgeving (in een pedagogisch gerichte context) Competentie 5: Kiest een passende interventie. Competentie 14: Voert passende interventies Koppel competentie 5 aan competentie 14. Zoek een beroepsproduct (nieuw of al in je portfolio opgenomen) waarin je deze competenties aantoont. 6

uit. Competentie 5: Kiest een passende interventie Competentie 14: Voert passende interventies uit Kies je ervoor om deze competentie(s) in een al in je portfolio opgenomen beroepsproduct aan te tonen? De casusverslagen van de themacompetenties lijken hier uitermate geschikt voor. Competentie 7: Creëert een veilige omgeving (in een pedagogisch gerichte context). Competentie 9: Coördineert de zorg (in een systeemgerichte context). Koppel competentie 7 aan competentie 2. Zoek een nieuw beroepsproduct waarin je deze competenties aantoont. Beschrijf hoe in één of meer van onderstaande beroepsproducten zichtbaar wordt dat je deze competentie beheerst. Bijvoorbeeld in: - De verslaglegging van de hulpverleningscyclus van competentie 13. Eén of meer van de casusverslagen van themacompetenties 20 t/m 24. Ten behoeve van de kwantiteit en de variatie in je portfolio kun je er ook voor kiezen om een extra verslaglegging van een hulpverleningscyclus of een extra casusverslag in je portfolio op te nemen. In dit extra product zoom je dan specifiek in op competentie 9. Competentie 12: Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling. Competentie 15: Werkt verantwoord. Competentie 17: Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden. Beschrijf hoe in één of meer van onderstaande beroepsproducten zichtbaar wordt dat je deze competentie beheerst. Bijvoorbeeld in: Het beroepsproduct van competentie 2 en/of 7. De verslaglegging van competentie 13. Het beroepsproduct van competentie 5 en competentie 14. Eén of meer van de casusverslagen van themacompetenties 20 t/m 24. Tip: Toon in één of meer van de al in je portfolio opgenomen beroepsproducten aan dat je deze competentie beheerst. Bijvoorbeeld: Eén of meer van de casusverslagen van themacompetenties 20 t/m 24. Koppel competentie 17 aan competentie 18. Competentie 18: Draagt bij aan beleid. 7

Competentie 17: Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden Competentie 18: Draagt bij aan beleid Zoek een nieuw beroepsproduct waarin je deze competenties aantoont. Bijvoorbeeld: Verslag(en) van deelname aan overlegsituaties binnen de organisatie op het gebied van (veiligheids- en gezondheids- )beleid van de organisatie. Opgesteld (praktisch) beleidsvoorstel voor beheer en/of kwaliteit of veiligheid en/of gezondheid (verbetering van werkprocessen, of het kwaliteitssysteem). Een voorstel voor verbeterpunten of een verbeterplan Verslag(en) van deelname aan kennisdelingsbijeenkomsten met collega s binnen de eigen organisatie. Op zoek naar nieuwe beroepsproducten voor in je portfolio en inspiratie nodig? In het document Beroepsproducten EVC van FCB vind je per competentie opsommingen van mogelijke beroepsproducten: http://zelftestjeugdzorg.fcb.nl/downloads/beroepsproducten_juli2013.pdf of http://zelftestjeugdzorg.fcb.nl/downloads/schema_beroepsproducten.pdf 1.15. Eisen aan STARR-verslagen Taak 24: De eigen deskundigheid bevorderen / Taak 25: De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren De STARR-verslagen schrijf je met behulp van de daarvoor beschikbaar gestelde STARR-formulieren (zie document Proeve van bekwaamheid: formats & formulieren ). 8

Bijlage 2: Bewijsstukken per competentie / taak Competentie 1 Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over 2 Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders Bewijsstuk Kruis aan welke documenten aanwezig zijn. 0 Videobeelden of geluidsopnames van het eigen handelen in een contactmoment met een cliënt, gezin of groep cliënten. 3 Brengt de situatie in kaart 4 Stelt de hulpvraag vast of scherpt deze aan 0 Observatieverslag en/of (probleem)analyse 0 Hulpverleningsplan of behandelplan 5 Kiest een passende interventie 7 Creëert een veilige omgeving (in een pedagogisch gerichte context) 8 Werkt samen 0 Videobeelden of geluidsopnames van het eigen handelen in intervisie, teamoverleg of intercollegiale consultatie 9 Coördineert de zorg (in een systeemgerichte context) 12 Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling. 13 Handelt methodisch 0 Verslaglegging van hulpverleningscyclus van begin tot eind 14 Voert passende interventies uit 15 Werkt verantwoord 9

16 Reflecteert op het eigen handelen 0 Ingevulde ontwikkelplannen (incl. evaluatie) 0 Videobeelden, geluidsopnames of verslaglegging van het eigen handelen in intervisie, teamoverleg, werkbegeleiding of intercollegiale consultatie 17 Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden 18 Draagt bij aan beleid 19 Ontwikkelt het eigen werk 0 Bewijs registratie BAMw 0 Ingevulde ontwikkelplannen (incl evaluatie) 0 Bewijzen van deelname / certificaten ontwikkelactiviteiten (scholing, training, intervisie, werkbegeleiding enz.) 20 Omgaan met jeugdigen en opvoeders in gedwongen kaders 0 Casusverslag 2 21 Omgaan met diversiteit 0 Feedback van cliënten 0 Casusverslag 22 Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld 23 Omgaan met verbaal geweld en (licht) agressief gedrag Taak 24 De eigen deskundigheid bevorderen 25 De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren. 0 Casusverslag 0 Casusverslag Verplicht product Kruis aan welke documenten aanwezig zijn. 0 STARR-verslag 0 STARR-verslag 2 Het portfolio bevat minimaal twee casusverslagen (in één casusverslag mogen ook twee themacompetenties worden aangetoond). 10