Hoera? Nederland krimpt! Delta City; innovatie of teloorgang?



Vergelijkbare documenten
Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Enkele lessen van krimpprofessor Derks:

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

Bevolkingskrimp & leefbaarheid

Reacties op bevolkingsdaling

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Demografische ontwikkelingen : onzekerheid en regionale diversiteit

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Wordt de positie van steden sterker of zwakker? Hoe zit dat met Amsterdam?

Voortgangsrapportage demografische ontwikkelingen

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Dordrecht in de Atlas 2013

Wim Derks Kenniscentrum voor Bevolkingsdaling en Beleid, Universiteit Maastricht en Etil

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen

Hoe staan we er nu voor?

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Kennisnetwerk Krimp. Noord-Nederland (KKNN)

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Inhoud persmap Culturele Hoofdstad 2018

4. Werkloosheid in historisch perspectief

The Next City Groningen in 2030

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Armoede en Arbeidsmarkt

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Krimp en woningcorporaties de rode draad? Aedes & Kenniscentrum NoorderRuimte. Dr. ing. Jan Veuger MRE FRICS, lector (Maatschappelijk) Vastgoed

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e

Regionale arbeidsmarktprognose

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

2 Ontwikkelingen. 2.1 Grijze en groene druk

Amendementen bij 1 e concept Agenda voor een provincie Randstad Holland

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

NO Brabant: leefbaarheid Ben van Essen Strateeg provincie Limburg

Regiobericht 1.0 Noord

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Hoofdstuk 3: Stedelijke vraagstukken van grote en middelgrote steden in Nederland.

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Aan cijfers geen gebrek, maar waar is de balans? Algemene ledenvergadering Vereniging Onderdak Westvoorne 16 april 2014

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Artikel 38 vragen Rvo

SOC bijeenkomst, 26 november 2014

Krimp Prognose

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno Grote steden in demografisch perspectief

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

Het Noorden: Wat is er aan de hand? Wat is er nodig?

JAARMONITOR 2015 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

lei wageningen ur doet onderzoek naar knelpunten en kansen Bevolkingskrimp biedt kansen voor recreatie 26 nritmagazine

Acht vragen over de SCP leefsituatie-index voor gemeenten. Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

Mobiliteit & Bereikbaarheid. in relatie tot bevolkingskrimp in Nederland

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

ANBO THEMA-ONTBIJT. Wonen. Dinsdag 7 oktober 2014, Sociëteit De Witte, Den Haag

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

Procentuele ontwikkeling bevolking

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen

De Brabantse woningmarkt

Excellenties, Dames en heren,

Regionale woonvisie Alblasserwaard - Vijfheerenlanden

Regionale arbeidsmarktprognose

Bestuurdersconferentie Krimp in beweging!

-Sociaal-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte door de mens. -Fysisch-geografisch: Kijkt naar de inrichting van de ruimte en de natuur.

Utrecht Monitor

8.5. Boekverslag door M woorden 19 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Panel Fryslân over jongeren in Fryslân

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Workshop Arbeidsmarkt in Noord (oost Fryslân) Welkom in het Innovatiehuis Lauwersdelta!

Het Noorden: Wat is er aan de hand? Wat is er nodig?

Taxonomie. Inzicht en Monitoring. van de Nederlandse Gemeenten. Versie 2017

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007

Transitieplan. 12 september 2013

Demografische ontwikkelingen: krimp en vergrijzing

Ufuk Dogerle. Contact: Aandachtspunt. Landelijk politiek Stedelijk politiek Media. Lijsttrekker-Voorzitter

Verdichting. binnen het bestaand bebouwd gebied. 19 april 2011 Kersten Nabielek

Duurzaamheidsfabriek: nut en noodzaak vanuit sociaaleconomisch perspectief. Ton van der Wijst, 1 mei 2015

De Verdeelde Triomf. Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad. 23 maart 2016 Dr. Otto #verdeeldetriomf

Woningmarkt- en bewonersonderzoek Noord- en Midden-Groningen

Op weg naar een Nationale Omgevingsvisie: de opgaven. Emiel Reiding directeur NOVI. 5 juli 2017

Minder, ouder, bonter in de Eems Dollard Regio

WLO 2015: Nederland in 2050 waar wonen en werken we? Jan Ritsema van Eck Joost van Gemeren Peter Zwaneveld Olav-Jan van Gerwen

Van Wederopbouw naar Reconstructie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Emigrerende Nederlander heeft nooit heel erge haast

Verstedelijking en groen in de Metropoolregio

Cultureel Perspectief in Rijswijk

Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee

Is uw dorp of wijk in de toekomst nog leefbaar?

Transcriptie:

Hoera? Nederland krimpt! Delta City; innovatie of teloorgang? Verslag debat dinsdag 12 december Door Bianca Lubbers Na het rapport over krimp van Wim Derks (zie het verslag van het eerste debat in deze serie in het archief) hebben meerdere instanties het begrip krimp geanalyseerd. Recentelijk bracht het Ruimtelijk Plan Bureau de studie Vele steden maken nog geen Randstad uit. Op 29 november verscheen het rapport Krimp en ruimte. Wat doen bestuurders van de grote steden en provincies met de uitkomsten? Is de Randstad de economische en culturele motor van Nederland BV bij een afnemende beroepsbevolking? Wat zal er dan met de regio s gebeuren? Onder voorzitterschap van Yvonne Zonderop (oud-chef Het Betoog, de Volkskrant) discussieerden Wim Derksen (Directeur Ruimtelijk Planbureau), Henry Meijdam (voorzitter VROMraad), Paul de Beer (Bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen Universiteit van Amsterdam), Teun Jan Zanen (Partij voor het Noorden) en Wim Korf (DHV, directeur ruimte en mobiliteit) over de reactie van bestuurders van grote steden en provincie op de verwachte bevolkingsdaling. Is de Randstad de economische en culturele motor van Nederland BV bij een afnemende beroepsbevolking? Wat zal er dan met andere regio s gebeuren? In zijn inleiding gaat Wim Derksen in op de gevolgen van demografische krimp voor de Randstad en de regio s. Daarnaast snijdt hij de discussie over de Randstad als mogelijke zelfstandige provincie in de toekomst aan. Derksen nuanceert het beeld van een krimpend Nederland wat in debat één is geschetst. Wat betreft het aantal inwoners wordt in de periode 2005-2025 in grote delen van Nederland krimp verwacht, maar het aantal huishoudens zal slechts in een paar regio s krimpen, zoals in Zeeuws-Vlaanderen, Oost- Groningen en Limburg. In de Randstad is geen sprake van krimp, hier zal lange tijd groei te zien zijn. Er tegenover staat een krimpende periferie. Er wordt door gemeenten als reactie op de krimpgedachte veelal gesuggereerd dat door demografische krimp de ruimtevraag en mobiliteit zal afnemen, dat er voorzieningen in krimpende regio s zullen verdwijnen en dat de regionaal-economische ontwikkeling achterblijft. Derksen stelt dat we moeten oppassen met deze uitspraken, omdat bovenstaande ontwikkelingen wanneer deze zich voordoen slechts voor een beperkt deel door demografische krimp te verklaren zijn. Waarschijnlijk zal alleen de woningmarkt veel invloed van demografische krimp ondervinden. Moet er een nieuwe bestuurslaag komen voor de Randstad? Derksen betwijfelt dit. Op randstedelijk niveau is er maar beperkte samenhang tussen verschillende delen van de Randstad. Woon-werkverkeer, voorzieningengebruik en relaties tussen bedrijven bevinden zich vaak binnen het stadsgewest. Volgens Derksen is de Randstad geen deltametropool en wordt dit ook niet. Juist de diversiteit tussen de steden en stadsgewesten, de concurrentie tussen deze gebieden, is de motor van de economische groeimachine Randstad. De vraag die politici, onderzoekers en journalisten zich moeten stellen luidt als volgt: is het erg dat de Randstad groeit en de periferie krimpt? Moet de overheid hierop ingrijpen? Vaak wordt met de vinger naar de overheid gewezen, maar

overheidsingrijpen is niet zaligmakend. Zo heeft de Westerscheldetunnel in plaats van versterken van de economie in Zeeuws-Vlaanderen gezorgd voor extra leegloop van het gebied. Eén Randstadprovincie vind Derksen geen goed idee. Waar trek je de grens? Daarbij wil oprichten van een nieuw bestuur wil niet zeggen dat dit beter werkt en mensen beter met elkaar gaan luisteren. Naar één Randstad(provincie)? Zonderop vraagt zich na de inleiding van Derksen af of dé Randstad als eenheid eigenlijk wel bestaat. Wat moeten bestuurders doen met de Randstad? Volgens De Beer heeft Derksen gelijk wanneer hij stelt dat de Randstad divers is. Je hebt in de Randstad iedere keer het idee dat je in een andere stad komt en dat heb je in metropolen als Parijs en Londen aanzienlijk minder. We moeten in de Randstad wel oppassen voor te grote concurrentie tussen steden. Deze kan leiden tot verspilling van gemeenschapsgeld en daarom moet er bij grote projecten met landelijke uitstraling wel het nodige door bestuurders worden gecoördineerd. Korf pleit juist voor een organisch ontwikkelingsproces in de Randstad met weinig invloed van bestuurders. Wat we willen met de Randstad wordt door ons allen gemaakt. Meijdam mist enerzijds het metropolitane gevoel in de Randstad. Hoe zorgen we dat de Randstad een conglomeraat met meerwaarde wordt, met nationale betekenis en internationale aantrekkingskracht? Anderzijds is de Randstad geen gebied als Greater London. Daarvoor zijn de bevolkingsvolumes in de Randstad te klein. Meijdam is het niet met Derksen s stelling over concurrentie in de Randstad eens. Ik geloof dat er in de Randstad niet echt sprake is van concurrentie, maar van complementariteit. Steden zijn meer aanvullend op elkaar dan concurrent. Den Haag ontwikkelt zich tot diensteneconomie, Utrecht is het nationale centrum voor de zakelijke dienstverlening, in Amsterdam is er sprake van havenactiviteiten met veel toegevoegde waarde, waar Rotterdam groot is in volumematige havenhandel. Wij zijn geneigd om alles op elkaar te willen laten lijken, terwijl deze stedelijke diversiteit juist een asset is van de regio. Zanen ziet de Randstad vooral als een zeer geconcentreerd bewoond gebied, waar goed voor wordt gezorgd door de rijksoverheid; De Randstad is een fenomeen, het bestaat en er gaat ontzettend veel geld in zitten. Het rijk zorgt goed voor de verbinding van de Randstad met Europa. Terwijl bij de zweeftrein of Zuiderzeelijn vooral het idee leefde dat de Randstad als centrumgebied baat heeft bij goede verbindingen met de periferie. Het wordt een heel ander verhaal als je de lijn doortrekt naar het gebied Hamburg- Bremen. Noord-Nederland zou naar het idee van de Partij voor het Noorden veel meer een landsdeel moeten zijn met een zekere mate van autonomie. Noord Nederland als een land in het koninkrijk der Nederlanden net zoals Curaçao of Aruba. Door het overstijgen van de verdeeldheid in het Noorden kunnen wij uiteindelijk meer beslissingen zelf nemen. De (Rand)stad in demografische transitie Er staan ons grote demografische veranderingen te wachten. Zonderop vraagt de panelleden welke ontwikkelingen in de Randstad relevant zijn. Volgens Derksen moeten we bij gebruik van het begrip Randstad onderscheid maken tussen steden en randgemeenten. De grootste problemen zijn voor de steden. Met de randgemeenten gaat het beter. De stedelijke bevolking en het aantal huishoudens zal

blijven groeien en dan met name aan de onderkant, zeker als de immigratie blijft aantrekken. Er bestaat een grote kans dat de sociale achterstand in steden, ten opzichte van randgemeenten, alleen maar groter wordt. Gezinnen en geïntegreerde migranten vertrekken op den duur van de steden naar het buitengebied. Wat overblijft zijn meer en meer de nieuwe migranten en de niet-geïntegreerde allochtonen. Deze ontwikkeling heeft alles te maken met het relatief slechte, weinig gedifferentieerde woningbestand dat is ontstaan door vele jaren de nadruk te leggen op sociale woningbouw. Het woningbestand loopt achter en moet snel bijgesteld worden, om zo de middenklasse en anderen met meer welvaart binnen de stad te houden. Inmiddels zijn gemeenten hiermee bezig, maar het is een traag proces. Zonderop vraagt zich af wat we moeten doen voor het behouden van hogere inkomensklassen in de steden. Volgens Meijdam moeten we stad weer laten functioneren als een systeem. Als je kijkt naar de ontwikkeling van steden dan hebben die een functie vervuld in de ontwikkeling van mensen (wooncarrières, werkcarrières). Dit heeft te maken met de diversiteit van steden. In de stad tref je een combinatie aan van voorzieningen, scholingsmogelijkheden, werkgelegenheid, die het mensen mogelijk maakt op te klimmen. Als je kijkt naar opbouw van steden als een ladder dan zijn er in de ladder treden gaan ontbreken. Dat zorgt dat mensen die het vermogen hebben om zich te ontwikkelen op den duur gedwongen worden om uit steden te vertrekken, omdat ze in het buitengebied wel carrière kunnen maken, daar vinden ze wel de woningen die ze zoeken. Dat maakt dat er devitalisering van de stad plaats vindt. Wij moeten, aldus Meijdam, als we met stedelijke vernieuwing verder willen komen nadrukkelijk nagaan: hoe functioneert stedelijk weefsel? Stedelijk beleid moet volgens Meijdam verschuiven van de nadruk op het begrip compacte stad, fysieke ontwikkeling van steden, in de richting van sociale cohesie in de stad, van de stad als sociaal ontwikkelingsmechanisme. De Beer vindt dat het probleem van de stad niet getraumatiseerd moet worden. Zolang de groepen die aan de onderkant zitten maar perspectief hebben om hoger op te klimmen geeft het niet of ze daarvoor de stad moeten verlaten of niet. Het wel of niet hogerop kunnen klimmen is in zijn ogen belangrijker dan het verlaten van de stad. Volgens Meijdam onderschat De Beer daarmee de rol van de stad in het functioneren van het Nederlands economische systeem. Als de vitaliteit van steden afneemt dan hebben we geen stedelijk probleem, maar een probleem op nationale schaal. Zanen vertelt dat de noordelijke bestuurders graag welvarende westerlingen aantrekken. Dit gaat vaak om senioren die komen drentenieren. Hij vindt dit goed voor de ontwikkeling van het noorden, maar geeft aan dat dit wel een extra probleem voor steden schept. Harry Bosch, wethouder van de gemeente Utrecht, zit in het publiek en mengt zich in de discussie: hij vindt het verhaal over de stad te negatief, het ligt veel genuanceerder. In Utrecht valt het voor veel gebieden wel mee met de woningvoorraad en segregatie. De stad Utrecht weet ook hogere inkomensgroepen aan zich te binden. Maar, geeft hij toe; er zijn probleemwijken, zoals Kanaleneiland en Overvecht. Er is een probleem met segregatie en met wonen voor specifieke bevolkingsgroepen in de stad en er zijn concentraties van achterstand waar Utrecht fysiek en sociaal op moet ingrijpen om een meer gemengd woningbestand te realiseren. Maar Utrecht is op het gebied van segregatie wel een ander verhaal dan Rotterdam of Amsterdam.

Een aanwezige in de zaal geeft aan dat bestuurders zich vaak zorgen maken over bevolkingskrimp. Maar is dit terecht? Is er een relatie tussen afname van de bevolking en welvaart? De Beer geeft daarop aan dat krimp zowel de oorzaak als het gevolg kan zijn van ongunstige economische ontwikkelingen. In Groningen trekken mensen al jaren weg naar de Randstad omdat daar de meeste banen zijn. De krimp die dit veroorzaakt kan weer leiden tot afname van het voorzieningenniveau en verdere krimp. De toename van ouderen met veel koopkracht kan een stimulans zijn voor economische ontwikkeling, terwijl een grotere inactieve beroepsbevolking minder productief is. Zanen beziet de emigratie uit Groningen in historisch perspectief. Dit gebeurt al jaren en dit komt omdat er minder banen zijn, dit heeft niet direct met krimp te maken. Meijdam kan zich voorstellen dat bevolkingsafname voor bestuurders een negatief vooruitzicht lijkt. Er is angst voor werkgelegenheidsdaling, afname van het voorzieningenniveau, daling van gemeente-inkomsten. De angst die er is ten opzichte van economische ontwikkeling in slechts bepaalde delen van het land moeten we temperen. Van een positieve economische ontwikkeling in de Randstad profiteert het hele land. Het lijkt onder bestuurders een algemene tendens om te denken dat bevolkingskrimp altijd negatief is, aldus Derksen. Krimp kan juist ook kansen bieden. Bestuurders kunnen hierdoor meer betekenen voor de eigen bewoners door bijvoorbeeld meer kwaliteit te bieden. Derksen waarschuwt bestuurders om niet te gaan concurreren om elk bedrijf of elke inwoner, want dit geeft het risico van verkwanselen van gemeenschapsgeld. Op naar meer ruimtelijke kwaliteit in de Randstad Zonderop vraagt de panelleden naar hun idee bij het begrip kwaliteit. Welke ruimtelijke kwaliteit willen we realiseren in Randstad? En hoe? Korf wil dat er anders gestuurd wordt. Er moet geen Randstadprovincie komen, maar wel krachtigere samenwerkingsprogramma s. Verder moeten we bewust investeren in stadsvernieuwing en de door krimp veroorzaakte afname van voorzieningen in het landelijk gebied compenseren. De Beer gooit het over een andere boeg. We moeten naar zijn idee af van de dwaze doelstellingen met betrekking tot economische groei. Door de demografische ontwikkeling hebben we minder economische groei nodig. We moeten niet de nadruk leggen op groeicijfers, op kwantiteit. Dit leidt de aandacht af van een kwalitatief hoogstaande samenleving. De nadruk op kwantiteit zal ten koste gaan van kwaliteit. Wat voor soort samenleving willen we? Gaan we voor maximale groei van het nationaal inkomen, of voor denken in kwaliteit? Meijdam pleit voor nuance in het krimpdebat. Hij houdt een pleidooi voor bestuurders die het lef hebben om de positie van de gebruiker van de ruimte een centralere plek in de afweging geven dan nu. Daarnaast wil hij het aantal te bouwen woningen relativeren. De woningbehoefte is volgens hem ruimtelijk gezien op een aanvaardbare manier op te lossen. Derksen benadrukt dat we meer aan kwaliteit moeten denken. Hij ziet dit als een fantastische kans voor het rijk. Er dient volgens hem iets te veranderen in de ruimtelijke ordening. De beleidsmakers en bestuurders in de ruimtelijke ordening denken nog op een manier die niet meer klopt met de werkelijkheid. Er is in de ruimtelijke ordening nog niet geaccepteerd dat we buiten stad wonen. Eigenlijk zijn het rijke stinkerds die wegtrekken, laten we die arme allochtonen in de steek en laten we die auto stinken ten koste van luchtkwaliteit. Maar wegtrekken uit de stad is gewoon het gevolg van welvaart en van mobiliteit, dat moet worden geaccepteerd.

Zanen besluit het debat door aan te geven dat hij de discussie over water mist in de ruimtelijke ordening. Water is een groot probleem, waar we in ons hele landschap en landelijk gebied rekening mee moeten gaan houden.