Inhoudsopgave schoolgids 2014-2015

Vergelijkbare documenten
2. Waar staat de school voor?

4. De zorg voor kinderen.

3. De organisatie van het onderwijs

Inhoudsopgave schoolgids

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Beleid leerlinggebonden financiering

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan Inhoud van het beleidsplan Beginsituatie De gewenste situatie 5

Inhoudsopgave schoolgids

1. De school: algemene gegevens

Aannamebeleid passend onderwijs St. Jozefschool Lichtenvoorde

1. SCHOOL EN IDENTITEIT. Beste ouders/verzorgers,

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan Inhoud van het beleidsplan Beginsituatie De gewenste situatie 5

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs.

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

1 Hier staan wij voor

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

6. Ondersteuning voor de leerlingen

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Schoolgids Roncallischool Zeddam

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Notitie zorgplicht voor de scholen

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

4. De zorg. 4.1 De gewone zorg en het leerlingvolgsysteem

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep.

Beleid najaarskinderen in groep ½

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Kanjerprotocol hoe gaan we om met elkaar

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

JAARPROGRAMMA GROEP 7

Schoolprofiel. Algemene Schoolbeschrijving

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Onze kernwaarden waar wij vanuit gaan zijn en waar we elkaar ook op willen aanspreken zijn: A andacht R espect K waliteit

SCHOOLGIDS Roncallischool Zeddam

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

Protocol doubleren en versnellen

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Jeugdgezondheidszorg op de basisschool

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Zorgplicht voor de scholen

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Gepersonaliseerd Onderwijs! Ondersteuningsprofiel Locatie Norg

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

3 De visie van de Prinses Julianaschool

Technisch lezen Methode: Lijn 3 - Alle letters kennen. - Van deze letters woorden kunnen maken. - Correct en vlot kunnen lezen van. woorden.

Zorg voor onze kinderen

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

Huidige stand van zaken op de J.P.Coen

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode

Begeleiding op basis van meten en observatie

SAMENWERKINGSVERBAND AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

o.a. Carnaval, cito groep 1 en 2, protocol (meer)begaafdheid

Inhoudsopgave: Even voorstellen 5. Waar staan we voor 7. Ons onderwijs 7. Boeiend onderwijs: 8. Kwaliteit bewaken 8

Zorgplicht voor de scholen

Schoolondersteuningsprofiel

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Schoolondersteuningsprofiel

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

aanmeldformulier obs de Bongerd

Aanmelding en toelating Fioretti College Hillegom m.i.v. schooljaar

Visie op ouderbetrokkenheid

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

10 Aanmelding en zorgplicht basisschool

2 Factoren die een rol spelen bij het aannemen van leerlingen:

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Protocol doubleren en versnellen

Protocol Leerlingenzorg

club vrijdag VANAF 9 april 10 WEKEN SAMEN SPORTEN op VRIJDAG VAN UUR SPORTPLAZA AsC NIEUWLAND

Annie MG Schmidtschool. Passend Onderwijs en zorgplicht voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Seashell School Nederlands onderwijs

De Schakel in het kort.

Beleid VPCO - Plusklas

Transcriptie:

Inhoudsopgave schoolgids 2014-2015 Voorwoord 2 Hoofdstuk 1 De school: algemene gegevens 3 Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat 6 Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 9 Hoofdstuk 4 De zorg voor de kinderen 13 Hoofdstuk 5 Jaaractiviteiten voor de kinderen 19 Hoofdstuk 6 De externe contacten 20 Hoofdstuk 7 Schoolbestuur 23 Hoofdstuk 8 Team Roncallischool 24 Hoofdstuk 9 De betrokkenheid van de ouders binnen de school 26 Hoofdstuk 10 Resultaten van het onderwijs 30 Hoofdstuk 11 Regeling school- en vakantietijden 32 Hoofdstuk 12 Praktische zaken 35 Hoofdstuk 13 Namen en adressen 38 Bijlage Schoolondersteuningsprofiel 41 1

Voorwoord Hierbij bieden wij u de schoolgids van de Roncallischool voor het schooljaar 2014-2015 aan. Deze gids is geschreven om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in onze school en is bedoeld voor de ouder(s)/verzorger(s) van onze (toekomstige) leerlingen. De schoolgids is ook digitaal te lezen via onze website www.roncalli.nl Een goed en regelmatig contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en school vinden we erg belangrijk. In deze gids wordt aangegeven dat een leer- en leefklimaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen en een goede relatie, voor ons de ideale basis is voor een optimale ontwikkeling van het kind. Een goede vertrouwensrelatie tussen het kind en de leerkracht, tussen de kinderen onderling en ook tussen school en ouder(s)/verzorger(s) geeft het kind (weer) zelfvertrouwen en zelfwaardering en leidt tot positieve, succesvolle leerervaringen. Een school met een eigen gezicht en een goede sfeer is voor uw kind erg belangrijk. Als kinderen met plezier naar school gaan ontwikkelen ze zich beter en gaat het leren gemakkelijker. Kinderen moeten zich op school veilig en thuis voelen. Wederzijds respect van de leerkracht voor de kinderen en omgekeerd is van groot belang. De leerkracht daagt kinderen uit te leren, ondersteunt ze op het moment dat ze daar behoefte aan hebben en stelt grenzen waar dit nodig is. De Roncallischool blijft zich richten op een grote betrokkenheid van kinderen en ouder(s)/verzorger(s) bij de school, zorg voor kinderen en kwalitatief goed onderwijs. We begeleiden de kinderen op onze school op hun weg naar zelfstandigheid. In deze schoolgids leggen we uit wat we daar mee bedoelen en hoe we dat in de praktijk vormgeven. De gids is niet alleen bestemd voor ouders waarvan de kinderen onze school al bezoeken. Ook ouders die overwegen om hun kinderen aan te melden, vinden er veel informatie over visie, werkwijze en praktische zaken. Zoals wat te doen als uw kind ziek is, de schooltijden, extra verlof en bijvoorbeeld vakanties. Wij hopen dat deze nieuwe schoolgids met plezier wordt gelezen. Mocht u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties hebben dan horen wij dat graag. Suggesties tot verbetering van de schoolgids zijn altijd welkom. U kunt hierover contact opnemen met de directie van de school. Wij wensen iedereen een leuk, leerzaam en succesvol schooljaar 2014-2015. Team Roncallischool. 2

Hoofdstuk 1 De school: algemene gegevens 1.1 Adres en korte geschiedenis. Roncallischool Padevoortseallee 21 7038 AL Zeddam TEL: 0314 651530 EMAIL: info@roncalli.nl WEBSITE: www.roncalli.nl U kunt ons ook vinden op Facebook : Roncallischool Zeddam De Roncallischool is een school voor basisonderwijs voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, met een open, gezellige en ontspannen sfeer. De Roncallischool is genoemd naar Paus Johannes XXIII. Zijn familienaam was Angelo Giuseppe Roncalli. Een man die de oecumene hoog in zijn vaandel had staan en daardoor zeer gewaardeerd werd door zowel katholieken als andersdenkenden. De school is in 2011 rigoureus verbouwd en voldoet aan alle moderne eisen. De school is gelegen in een rustige buurt tussen twee verharde wegen met weinig of geen doorgaand verkeer. De leerlingen van onze school komen uit het dorp Zeddam en de buurtschappen Vethuizen en Lengel. 1.2 Directie. Directeur: Hans Varenhout Kalverweidendijk 32 7091 RN Dinxperlo Tel. : 0315-652922 1.3. Voorlichting, aanmelding, en inschrijving Voorlichting Voor ouders, die met het oog op de schoolkeuze voor hun kind(eren) informatie over onze school willen zijn er een aantal mogelijkheden: Ook kunt u terecht bij de directeur van de school. 'Nieuwe' ouders nodigen wij graag uit voor een bezoek. Dan kunnen wij hen nog meer over de school vertellen en onze school laten zien. Maak gerust een afspraak. In het voorjaar worden ouders via t Montferland Nieuws, aanplakbiljetten en in het Prikbord opgeroepen om de belangstelling voor onze school al vast aan te geven. Op donderdag 29 januari 2015 wordt namelijk de mogelijkheid geboden om op school rond te kijken en vragen te stellen als er onduidelijkheden zijn. Bij deze gelegenheid kunt u ook andere ouders en kinderen ontmoeten die belangstelling hebben voor onze school. Ouders die de wens hebben hun kind in te schrijven op school melden dit bij onze school door een belangstellingsformulier in te vullen en te ondertekenen. Op deze wijze kan de school een goede inschatting maken van het te verwachten aantal leerlingen in groep 1 voor het nieuwe schooljaar en bij de planning van de groepen hiermee rekening houden. 3

Aanmelding Ouders/verzorgers kunnen een leerling aanmelden bij een basisschool met het verzoek om toelating. De aanmelding moet altijd schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind 3 jaar is maar zo mogelijk uiterlijk 10 weken vóór de datum waarop de toelating tot de school wordt gevraagd. Ouders dienen bij de aanmelding aan te geven of zij hun kind ook bij een andere school en zo ja welke school hebben aangemeld. Toelating Vanaf de leeftijd van 4 jaar kan hij/zij daadwerkelijk tot de basisschool worden toegelaten. Kinderen die al eerder een andere basisschool bezochten kunnen ook worden aangemeld op school. De school bepaalt vervolgens of de aangemelde leerling kan worden toegelaten. De toelating is niet afhankelijk van het verlenen van een geldelijke bijdrage door de ouders. Binnen 6 weken na deze aanmelding dient het bevoegd gezag van de school te beslissen over de toelating. Zorgplicht Zodra de leerling op een basisschool schriftelijk is aangemeld gaat voor deze school de zorgplicht in. (zie ook 2.1. De wet passend onderwijs) Dit geldt ook voor SBO- en SO-scholen als de leerling nog niet op een andere (basis)school staat ingeschreven. Dit betekent dat de (basis)school van aanmelding verantwoordelijk is voor de zorg van deze leerling. Mocht de (basis)school niet in staat zijn de leerling op de eigen school voldoende te begeleiden dan is het de plicht van de school om samen met ouders een andere (reguliere) basisschool te zoeken die wel aan de onderwijsbehoefte van de leerling voldoet, aan de hand van de ondersteuningsprofielen. De termijn hiervoor is 6 weken. Dit kan in sommige gevallen één maal verlengd worden met 4 weken. Voor een plaatsing op het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) of SO (Speciaal Onderwijs) is het aan het bevoegd gezag van de school om bij het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aan te vragen. Met deze verklaring heeft de leerling recht op plaatsing op het SBO van het SWV of SO in heel Nederland. Een leerling mag pas geweigerd worden als de school aan de zorgplicht heeft voldaan. Een andere reden kan zijn dat er op de school van aanmelding geen plaatsruimte is of als de ouders weigeren te verklaren de grondslag van het onderwijs van de school te respecteren. Zorgplicht en verhuizing van een kind Bij verhuizingen buiten de regio gelden dezelfde regels van plaatsing. Ouders melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan deze school het kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Verder blijft het kind ingeschreven op een school totdat een andere school bereid is hem of haar in te schrijven. Dus: Zorgplicht gaat in bij schriftelijke aanmelding op de nieuwe school. Inschrijving Zodra een toegelaten leerling ook daadwerkelijk de school gaat bezoeken wordt het als leerling van de school ingeschreven. In verband met nieuwe regelgeving zijn ouders verplicht een kopie in te leveren van het officiële document van de belastingdienst waarop het sofinummer van het kind staat vermeld (een kopie van het paspoort, de identiteitskaart of een uittreksel uit het geboorteregister mag ook.). Ook moet een ouderverklaring worden ingevuld. De school is verplicht dit van de ouders te vragen. De school neemt minimaal een maand voor het eerste schoolbezoek contact op met de ouders van de leerling om over de inschrijving en het eerste schoolbezoek praktische afspraken te maken. 4

Schooltijden / schoolbezoek. In ons land kennen we een leerplicht vanaf 5 jaar. Er is een leerrecht vanaf 4 jaar. Als ouders gebruik maken van het leerrecht, dan is in principe een leerling van 4 jaar welkom op school. Op het moment dat een ouder gebruik maakt van het recht, dan treden de geldende schoolregels in werking. Elke leerling die op onze school staat ingeschreven, dient de schooltijden te volgen, die in deze schoolgids vermeld staan. In overleg met de leerkracht kan bepaald worden, dat voor een bepaalde periode het verstandig is om een 4- of 5- jarige niet alle dagen volledig naar school te laten gaan, omdat het in uitzonderlijke gevallen nog te inspannend is. De keuze om wel of niet met hele dagen te starten kan bij de leerkracht of bij de ouder liggen. De ouder en de leerkracht bespreken dit en de beslissing wordt door de directeur genomen. De duur van de uitzondering wordt vastgelegd. 5

Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat De Roncallischool gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Een belangrijke actuele ontwikkeling is de invoering van de Wet passend onderwijs. (2.1.) Scholen hebben de vrijheid eigen accenten te leggen en ook eigen doelen na te streven en te bepalen op welke manier ze lesgeven. Het is daarom van groot belang dat u als ouder weet, waar onze school voor staat. (2.2.) 2.1. De Wet passend onderwijs De Wet passend onderwijs gaat op 1 augustus 2014 in. Scholen krijgen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen (binnen een samenwerkingsverband) er voor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Passend onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen wordt georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben en op een onderwijsplek zitten die bij hen past. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet op passend onderwijs. Om passend onderwijs te realiseren werken scholen in een regio samen in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio een passend onderwijsaanbod krijgen. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Geen enkele leerling mag thuiszitten. De scholen maken samen afspraken over: de begeleiding die iedere reguliere school biedt; welke kinderen naar het speciaal onderwijs gaan en welke procedure daarvoor geldt; hoe het geld voor extra ondersteuning over de scholen wordt verdeeld; de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften; hoe ouders worden geïnformeerd over wat scholen kunnen bieden. Deze afspraken leggen ze vast in het ondersteuningsplan. Iedere school is wel ergens heel goed in of heeft zich ergens in gespecialiseerd. Wat een school kan en welke extra ondersteuning zij biedt, staat in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Iedere school stelt zo n profiel op. In het schoolondersteuningsprofiel staat wat u van de school kan verwachten. Het schoolondersteuningsprofiel is als bijlage aan deze schoolgids toegevoegd. 2.1.1. Omgaan met verschillen Binnen passend onderwijs wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een goed systeem van leerlingenzorg helpt bij het bieden van zorg op maat. Het volgen van de leerlingen gebeurt systematisch. Er is ook aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Een goede sfeer (pedagogisch klimaat) vinden we een belangrijke voorwaarde voor het kunnen opdoen van leerervaringen, waardoor aan competentie (op je taak berekend zijn), autonomie (zelf keuzes kunnen maken) en aan een goede relatie (zich geaccepteerd en veilig voelen) gewerkt kan worden. Deze aspecten vinden we erg belangrijk, omdat ze essentieel zijn voor het ontwikkelingsproces. 6

Binnen onze groep leerlingen kennen we een grote verscheidenheid, net zoals in onze Nederlandse samenleving. Op respectvolle wijze met elkaar omgaan en elkaar ruimte geven, zijn zaken die we de kinderen ook op school willen bijbrengen. De school heeft beleid om sociale vaardigheden van kinderen te verbeteren en leren om te gaan met conflicten. (de Kanjertraining). In elke groep worden de afspraken van de Kanjertraining gehanteerd. 2.2. De missie en visie van de Roncallischool Missie Roncallischool: Het team is een professioneel, gemotiveerd team dat vertrouwen geeft aan de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s). De Roncallischool biedt de leerlingen een inspirerende leeromgeving aan. De leerlingen worden gestimuleerd om samen te spelen, samen te leren en samen te werken. De Roncallischool herkent en erkent de verschillen tussen leerlingen en medewerkers. Wij bieden de leerlingen zorg op maat aan, die binnen onze expertise en mogelijkheden ligt. Ouders zijn gesprekspartners in het opvoedings- en leerproces. Visie Roncallischool Het bovengenoemde missiestatement is uitgewerkt in richtinggevende uitspraken: De Roncallischool is een katholieke basisschool waar waarden en normen mede de basis vormen van het onderwijs. Drie kernwaarden die wij hanteren en uitdragen in onze visie: Respect Vertrouwen Solidariteit Mensbeeld Roncallischool Ieder kind is uniek. Om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, moet elk kind zich naar eigen vermogen, zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen op zowel sociaal als cognitief gebied. Wederzijds respect is hierbij het uitgangspunt. De Roncallischool wil een school zijn met ruimte en aandacht voor ieder kind, een school met orde en regelmaat. De school wil de kinderen een uitdagende speel- en leeromgeving bieden, waarin de kinderen leren zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam te zijn. Daarnaast leren we de kinderen creatief om te gaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarbij is elk kind verantwoordelijk voor eigen handelen en moet het rekeningen (leren) houden met zijn omgeving. Dit alles laten we niet ten koste gaan van lezen, taal, rekenen en de zaakvakken. Onze school blijft een instituut, waar het leren centraal staat. De leerprestaties worden op onze school nauwlettend geregistreerd en veelvuldig en systematisch geëvalueerd. 2.2.1. De school als leergemeenschap Op Roncallischool worden hoge opbrengsten nagestreefd en stemmen leerkrachten hun onderwijs en onderwijsgedrag af op de diverse behoeften van leerlingen. Elk kind wordt uitgedaagd optimaal te presteren. Daarbij vinden we vaardigheid in taal, lezen en rekenen belangrijk. Opbrengstgericht werken is een belangrijk aandachtspunt in de schoolontwikkeling. In het schooljaar 2014-2015 ligt daarbij het accent op het opbrengstgericht werken en groepsplannen en het beredeneerd aanbod in de groepen 1-2. 2.2.2. De school als leefgemeenschap De school is niet alleen een leergemeenschap. Het is ook een leefgemeenschap en draagt bij aan een brede ontwikkeling. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om: 7

Het bevorderen van de zelfstandigheid. Het leren nemen van verantwoordelijkheid. Het leren samenwerken. Het leren omgaan met emoties. Het leren kiezen. Het aanleren van een kritische houding, ook t.o.v. zichzelf. Het bijbrengen van belangstelling voor mens en natuur. Het anders zijn respecteren. Leerlingen nieuwsgierig maken naar andere culturen. De maatschappelijke verantwoordelijkheid leren kennen. De religieuze c.q. maatschappelijke gevoeligheid stimuleren. Leren vertrouwen te hebben in de toekomst en geloven in eigen kunnen. Sociaal weerbaar zijn/worden. 2.2.3 De school als katholieke gemeenschap De Roncallischool is een katholieke school. Daarmee willen we zeggen, dat we ons identificeren met of laten inspireren door de waarden en normen die in de katholieke traditie en de bijbel te vinden zijn. In onze levensbeschouwelijke vorming wordt rekening gehouden met niet- of andersgelovige leerlingen. Het accent hierbij ligt sterk op algemeen menselijke- en tegelijk evangelische waarden. Bij de levensbeschouwelijke opvoeding is het in eerste instantie aan de ouders of en hoe zij de religieuze gevoeligheid van hun kinderen willen stimuleren. De eerste verantwoordelijkheid voor de geloofsopvoeding ligt dan ook thuis, bij de ouders of verzorgers, maar de school kan en wil daar bij helpen. De vanuit de parochie georganiseerde activiteiten (gezinsvieringen, speciale vieringen, voorbereidingen op de communie, het vormsel, etc.) worden ook op school onder de aandacht gebracht. Dit gebeurt vanuit de parochiële werkgroepen. De ontmoeting met andere culturen en tradities en het leren omgaan met andersdenkenden vinden we van belang. Daarbij willen we uitgaan van het recht van elk mens om trouw te zijn aan zijn of haar eigen traditie of overtuiging. Vanuit onze katholieke identiteit zijn we er van overtuigd, dat we kinderen verdraagzaamheid moeten leren omdat dit de voorwaarde is voor vrede. Met behulp van het onderwijsleerpakket Trefwoord wordt op de Roncallischool aan de levensbeschouwelijke vorming gewerkt. Onze school sponsort Jambur Lower Basic School in Gambia. 2.3 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De zorg voor de kwaliteit van het onderwijs noemen we kwaliteitszorg. Vanzelfsprekend zien wij nog mogelijkheden voor het verbeteren van onze kwaliteit. Deze staan beschreven in het schoolplan voor 2011-2015. Wij werken aan de volgende plannen: Het verbeteren van de opbrengsten voor de vakken spelling, (begrijpend) lezen en rekenen. Werken met groepsplannen, zodat de onderwijsaanpak van de leerkracht nog beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een goed beredeneerd aanbod in groep 1-2 aanbieden. Organiseren van de hulp aan leerlingen met een eigen leerlijn binnen de groep. Het invoeren van nieuwe methoden voor o.a. de vakken rekenen. Een stimulerend pedagogisch klimaat. Ouderbetrokkenheid. Het verder vormgeven van ICT. De bedrijfshulpverlening (BHV) is ieder schooljaar een terugkerend onderdeel in de nascholing. 8

Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school Op Roncallischool wordt gewerkt volgens het jaarklassensysteem, met veel aandacht voor individuele behoeften van kinderen. In de onderbouw wordt gewerkt met gemengde groepen. Er zijn twee groepen 1-2. Hierin zitten kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in een groep. Onderbouw: 2 groepen 1-2, één groep 3 Middenbouw: groepen 4 en 5 Bovenbouw: groepen 6, 7 en 8 Een leerkracht is belast met de taak de leerlingondersteuning te coördineren; dit is de intern begeleider Jeroen Kampshof. Hiervoor heeft de school bewust 4 dagdelen vrij gehouden. 3.2. Groeps- en schoolgrootte. Bij het begin van het schooljaar bestaat de gemiddelde groepsgrootte bij de groepen 1-2 uit 18 leerlingen. In de loop van het schooljaar stromen 4-jarigen in, waardoor er aan het eind van het schooljaar ongeveer 23 leerlingen per groep zijn. De groepsgrootte in de andere groepen varieert van 21 tot 31 leerlingen. Op de teldatum (1 oktober 2014) zal de school bezocht worden door ongeveer 181 leerlingen. 3.3 De activiteiten voor de kinderen Alle leerlingen hebben behoefte aan een sterk onderwijsaanbod, m.n. bij rekenen, lezen en taal. Sommige kinderen vinden daarin al vrij snel zelf hun weg, maar vooral kinderen bij wie leren niet vanzelf gaat, zijn aangewezen op een stimulerende en gestructureerde leeromgeving. Daarom vinden we duidelijke leerlijnen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden belangrijk. 3.3.1 Activiteiten in de onderbouw In de eerste maanden op school leren de kinderen wat het is om de hele dag in een groep te zijn. In de groepen 1 en 2 is veel tijd ingeruimd voor spelen. Kleuters leren veel dingen spelenderwijs. Daarbij is het onder woorden brengen van wat ze doen en beleven van grote betekenis. Luisteren naar en praten met andere kinderen en de leraar is erg belangrijk voor de (taal-)ontwikkeling en het leren rekening houden met anderen. In groep 2 leren de kinderen ook al dingen die nodig zijn in groep 3. Ze oefenen met taal- en rekenspelletjes, ook op de computer. Ze doen schrijfoefeningen. Wel zorgen we er voor dat de kinderen zoveel mogelijk nog kleuter mogen zijn. Ook stimuleren we dat ze zelf initiatieven ontplooien. We proberen elk kind dát aan te bieden wat zijn ontwikkeling weer een stukje verder brengt. Op onze school gebruiken we daarbij vooral thema s uit de methode Schatkist. Daarbij wordt de leeromgeving betekenisvol ingericht, waarbij ruimte is voor eigen initiatief en inbreng van de kinderen. De leerkrachten proberen actief leren te stimuleren, zodat de kinderen een positief zelfbeeld krijgen en er een gevoel van eigenwaarde aan kunnen ontlenen. De leerkracht daagt uit en stuurt aan op een brede ontwikkeling. Er zijn verschillende hulpmiddelen waarmee de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen kan volgen en stimuleren. Met de methode Schatkist beginnen de leerlingen van groep 2, vaak spelenderwijs, met allerlei voorbereidende taal/leesactiviteiten. Ze leren klanken en tekens onderscheiden en herkennen, ze leren (enkele) letters en sommige woorden en kunnen deze soms ook schrijven. Dit zorgt er voor dat de overgang naar groep 3 op taal-leesgebied zo klein mogelijk is. Ook in groep 3 wordt vanuit thema s gewerkt, vanuit de taalleesmethode Veilig Leren Lezen. 9

In groep 3 leren de kinderen aan de hand van een aantal kernwoorden de letters. Met deze letters kunnen ze nieuwe woorden maken. Langzamerhand gaan ze deze letters en woorden leren schrijven. Aan het eind van groep 3 kunnen de meeste kinderen 2- en 3-lettergrepige woorden lezen. 3.3.2 Taal Taalonderwijs is van belang voor het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de plaats die ze in de maatschappij zullen innemen. Daarnaast heeft taal een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten, gesprekken over onderwerpen die kinderen bezig houden en het schrijven van echte teksten. Het onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competentere taalgebruikers worden. Voor het vakgebied Nederlandse taal maken we op Roncallischool onderscheid tussen de volgende vaardigheden: Schriftelijke taalvaardigheid: lezen, schrijven en spelling. Mondelinge taalvaardigheid: spreken, luisteren, woordenschat. Beschouwing van taal. Het lezen wordt apart beschreven. Voor de overige taalonderdelen wordt in de groepen 4 tot en met 8 gewerkt met de taalmethode Taal in Beeld. 3.3.3 Voortgezet lezen Het technisch lezen, voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen staan centraal in groep 3 en vinden een vervolg in groep 4 en de hogere groepen. Ook maken we gebruik van racelezen en duolezen. In de groepen 4 t/m 8 wordt uit de methode Goed gelezen (nieuwe versie) het lezen met begrip aangeboden. Ook maakt de school gebruik van de biblio-bus. 3.3.4 Schrijven Voor het (technisch) leren schrijven is een goede ontwikkeling van de kleine motoriek een voorwaarde. Hieraan wordt in voorbereidende zin in de groepen 1 en 2 gewerkt. Vanaf groep 3 ontwikkelen de kinderen een eigen handschrift aan de hand van de methode Schrijven in de basisschool, waarbij ze de letters eerst los, en later aan elkaar op de juiste wijze leren schrijven. Dit gebeurt met een potlood. In de hogere leerjaren ontwikkelen de leerlingen een eigen handschrift, waarbij we er op letten dat kinderen duidelijk en vlot leren schrijven. 3.3.5 Rekenen Het rekenonderwijs omvat de volgende onderdelen: wiskundig inzicht en handelen, getallen en bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen), en meten en meetkunde (meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur). Op de Roncallischool gebruiken we de rekenmethode Pluspunt, waarbij kinderen ook leren rekenen door het oplossen van probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Verder is er aandacht voor oefenen, memoriseren en automatiseren van de basisvaardigheden. In het schooljaar 2014-2015 gaat het team van de Roncallischool zich oriënteren op een nieuwe actuele rekenmethode. 3.3.6 Wereld- oriënterende vakken In de groepen 1 t/m 4 komt wereldoriëntatie aan bod in thema s en onderwerpen die voor jonge kinderen interessant zijn. In de groepen 5 t/m 8 onderscheiden we de vakken aardrijkskunde, 10

geschiedenis, verkeer en natuuronderwijs (reeds vanaf groep 4). We werken met aardrijkskunde met de methode Wijzer door de Wereld, voor geschiedenis met de methode Wijzer door de Tijd. Met natuuronderwijs werken we met de methode Leefwereld. Voor het vakgebied verkeer werken de groepen 3 t/m 8 met de methode Klaar Over. In groep 7 wordt het theoretisch- en praktisch verkeersexamen afgenomen. 3.3.7 Techniek De Roncallischool neemt deel aan het project Technieklokaal. In het Almende College in Ulft (locatie Wesenthorst) is een technieklokaal ingericht voor de hoogste groepen van het basisonderwijs. Er zijn een techniekinstructeur en ondersteuners aangesteld en er zijn uitdagende lessen techniek ontwikkeld. Samen met de groepsleerkracht werken de leerlingen van groep 7 en 8 ongeveer 4 dagdelen in het technieklokaal. De voorbereiding van de opdrachten vindt op school plaats. 3.3.8 ICT De Roncallischool wil haar kinderen voorbereiden op de toekomst door hen verantwoord en doelbewust vertrouwd te maken in het gebruik van nieuwe communicatiemiddelen. Wij willen dit realiseren door de computer onderdeel te laten zijn van onze dagelijkse lespraktijk. Dit houdt in dat computers op Roncallischool dagelijks gebruikt worden door leerlingen van alle groepen. Daarnaast wordt er in de groepen 3 tot en met 8 gewerkt met het digitale schoolbord: het Activboard. Veel toepassingen worden op het Activ-board aangeboden. Ook school-tv- programma s worden via het digitale schoolbord gevolgd. 3.3.9 Cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie Cultuureducatie in het onderwijs wordt vormgegeven via kunstzinnige oriëntatie. De Roncallischool hanteert de kerndoelen als basis voor het programma cultuureducatie. Het leerplan is breed en divers opgebouwd: tekenen, handvaardigheid, muziek, dans/beweging, drama/spel, foto/film, taal/literatuur en cultureel erfgoed. De 8 kunstdisciplines komen aan bod via het Kunstmenu, Projecten en lessen. Voor het schooljaar 2014-2015 is een planning voor het Kunstmenu opgesteld. Daarbij gaat het o.a. om theatervoorstellingen, museumbezoek, bezoek aan historische gebouwen, e.d.. Muziekles wordt door de groepsleerkracht gegeven. In groep 4 wordt onder schooltijd AMV (Algemene Muzikale Vorming) door een medewerker van de muziekschool gegeven. Na het eerste jaar AMV kunnen de kinderen buiten schooltijd op vrijwillige basis de deelname aan AMV voortzetten. In groep 5 worden 25 lessen verzorgd door een medewerker van de Muziekvereniging KnA. In de lessen muziek en in het bewegingsonderwijs is ook aandacht voor dans en beweging. 3.3.10 Bewegingsonderwijs De groepen 1 en 2 spelen dagelijks in de gymzaal of, als het weer dit toelaat, buiten. De kinderen kunnen vrij spelen, of de leerkracht geeft een spelles. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week bewegingsonderwijs. Jaarlijks is er voor alle groepen een atletiekdag, deze wordt op de atletiekbaan in Ulft gehouden. De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven in de gymzaal van de Roncallischool, op de speelplaats of op een sportveld. De meisjes en jongens gymmen in een kort broekje met een T-shirt of in een turnpak. Gymschoenen worden nog lang niet door alle kinderen gedragen. Toch is het erg belangrijk dit wel te doen. Het is hygiënischer: voorkomt voetwratten en bepaalde voetschimmels. Een aantal lessen worden op donderdag door de combinatiefunctionaris van de gemeente Montferland, Kevin Kettering, gegeven. 11

Naast het verzorgen van het bewegingsonderwijs geeft de combinatiefunctionaris advies ten aanzien van het sport- en beweegbeleid op school en legt hij verbindingen tussen scholen en sportverenigingen en waar mogelijk andere lokale partijen. Ook worden onder verantwoordelijkheid van de combinatiefunctionaris stagiaires van de opleiding Sport en Bewegen ingezet. Vanaf schooljaar 2012-2013 is er met een combinatiefunctionaris gewerkt. Voor het schooljaar 2014-2015 maakt de gemeente Montferland dit wederom mogelijk. 3.3.11 Motoriek Binnen de reguliere lessen bewegingsonderwijs komen we tegemoet aan verschillen tussen leerlingen door oefeningen op verschillende niveaus aan te bieden. We blijven de motorische ontwikkeling van de kinderen volgen en zorgen voor extra oefening waar dit nodig is. In de groepen 1,2 en 3 is extra aandacht voor de fijne motoriek en het schrijven. Om deze ontwikkeling te stimuleren wordt een rijke leeromgeving ingericht. Ook wordt deze ontwikkeling goed gevolgd, zodat waar nodig extra oefening geboden kan worden. 3.3.12 Godsdienst/levensbeschouwing Als methode voor het vakgebied godsdienst/levensbeschouwing maken we op onze school gebruik van de methode "Trefwoord". Met name als voorbereiding op Kerst en Pasen wordt Trefwoord gebruikt. De uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. 12

Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school. Wanneer uw kind de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt, kan het groep 1 van onze school bezoeken. Tevoren ontvangt u een uitnodiging van de leerkracht van groep 1-2, waarop staat wanneer uw kind kan komen kennismaken. De leerkracht zal dan tevens met u afspreken wanneer uw kind een aantal dagdelen de desbetreffende groep kan komen bezoeken. Alle ouders worden bij inschrijving uitgenodigd voor een intake gesprek. Voorafgaand aan het intakegesprek wordt ouders gevraagd een formulier in te vullen. Zij geven daarin relevante informatie over (de ontwikkeling van) hun kind. Tijdens het gesprek wordt informatie uitgewisseld met als doel de start op de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen. Van leerlingen die eerder een andere school bezochten wordt de informatie van de vorige school gebruikt om de overgang naar onze school zo soepel mogelijk te laten verlopen. 4.2 leerlingondersteuning 4.2.1 Passend onderwijs De ontwikkelingen in het basisonderwijs verlangen dat het "werken in de klas" meer en meer is afgestemd op de onderwijs-behoeften van de kinderen. Dat is kortgezegd passend onderwijs. De basis van goed onderwijs ligt in de groep en dat betekent dat onderwijs aangepast moet zijn aan de onderwijs- en ontwikkelings- behoeften van kinderen. Leerkrachten worden hierin bijgestaan door de intern begeleider Jeroen Kampshof. De intern begeleider coördineert de leerlingondersteuning. 4.2.2 Leerlingdossiers. Zodra uw kind op onze school komt wordt er een dossier aangelegd, waarin zich persoonsgegevens, onderzoeken, e.d. bevinden. Deze leerlingdossiers zijn strikt vertrouwelijk en worden zorgvuldig opgeborgen. U heeft als ouder het recht om het dossier van uw kind in te zien. Praktisch gezien betekent dit dat u een afspraak moet maken met de directie om het dossier te raadplegen. Het kan zijn dat de school delen van het leerlingendossier van uw kind aan anderen wil laten zien, bijvoorbeeld aan de schoolbegeleidingsdienst. Dat kan alleen als u als ouder daarvoor toestemming hebt gegeven. 4.2.3 Leerlingvolgsysteem. Onze school werkt met het Cito-LOVS (= Cito leerling- en onderwijs-volgsysteem). Dit is een verzameling toetsen, die niet aan een methode zijn gebonden, waarmee we de vorderingen van de leerlingen volgen vanaf de kleuterjaren tot en met groep 8. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Bijvoorbeeld de periode tussen januari en juni. Het zijn landelijk genormeerde toetsen. De toetsen zijn afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met alle kinderen in Nederland die net zoveel onderwijstijd achter de rug hebben. Het voordeel daarvan is dat je een goede maatstaf hebt voor het beoordelen van de vorderingen en goed in de gaten kunt houden of de vorderingen van de leerling (met zijn of haar mogelijkheden) bevredigend te noemen zijn. De resultaten worden met ouders besproken. Er kan naar aanleiding van de resultaten kan een hulpplan worden opgesteld, of het groepsplan worden aangepast. Daarnaast kan het wenselijk zijn dat meer mensen meedenken om tot goede keuzes/oplossingen te komen. De IB-er kan dan worden betrokken bij een bespreking met ouders en leerkracht (zie ook de bijlage ondersteuningsprofiel van de Roncallischool). Naast de cognitieve ontwikkeling volgen wij ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Tijdens oudergesprekken en groepsbesprekingen (met IB-er) is hier voldoende aandacht voor. 13

4.2.4 Extra ondersteuning Ondersteuning kan op verschillende manieren geboden worden. Dit gebeurt in de eerste plaats in de groep, door de eigen leerkracht. Op vaste momenten, wanneer andere leerlingen zelfstandig een taak maken. We geven kinderen verlengde instructie (na de klassikale instructie extra herhaling/in oefening) of pre-teaching (voor-instructie zodat kinderen goed voorbereid de klassikale instructie kunnen volgen). In de klassenorganisatie kan dit op verschillende momenten worden georganiseerd. In de kleuterbouw vindt deze extra instructie vaak plaats in een klein groepje tijdens de inloop. In groep 3 t/m 8 vindt de extra instructie plaats tijdens de taaktijd. In beide organisatievormen werken de andere kinderen zelfstandig aan een taak. Soms sluit het niveau van een kind meer aan op het niveau van een andere jaargroep. In een aantal gevallen krijgen kinderen dan instructie in die jaargroep, voor bijvoorbeeld rekenen. Leerkracht en intern begeleider bespreken samen, vaak in overleg met ouders, wat het beste is voor het kind. Er wordt door de leerkracht een handelingsplan gemaakt. Na een bepaalde tijd ( meestal zo n 6 tot 8 schoolweken) wordt het handelingsplan geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Soms heeft een handelingsplan onvoldoende effect en wordt, in overleg met ouders, externe hulp ingeschakeld. Er kan gekozen worden een leerling te bespreken in het ondersteuningsteam. In dit team heeft een aantal externe deskundige zitting. De samenstelling kan wisselen maar bestaat meestal uit ouders, leerkracht, IB-er, schoolmaatschappelijk werk, verpleegkundige en orthopedagoge. Voorafgaand aan deze bespreking wordt het HGW formulier (handeling gericht werken) ingevuld. Hierin wordt het kind goed beschreven en wordt een hulpvraag geformuleerd. De bespreking in het ondersteuningsteam is oplossingsgericht, d.w.z. steeds zoekend naar nieuwe mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Voor leerlingen die (gedeeltelijk) een eigen leerlijn volgen wordt (doorgaans vanaf groep 6) een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt het (vermoedelijke) uitstroomprofiel van de leerling aangegeven en wordt voor elk nieuw schooljaar de aanpak, methodes en af te nemen toetsen aangegeven. Het ontwikkelingsperspectief dient door de ouders ondertekend te worden. 4.2.5. Toelatingsprocedure Speciaal Onderwijs Als bovenstaande procedure helemaal is doorlopen kan er een goede afweging plaatvinden en advies gevraagd worden aan het Zorgloket. Na bespreking kan er advies volgen voor plaatsing in SO of SBO. De (Permanente Commissie Leerlingenzorg) PCL beoordeelt op grond van tevoren vastgelegde criteria of de leerling wel of niet toelaatbaar geacht wordt voor het Speciaal (Basis-) Onderwijs. De ouders worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij de bespreking. Zij worden op deze manier betrokken bij de afwegingen. 4.2.6. Leerlinggebonden financiering Met ingang van het schooljaar 2014-2015 bestaat er geen mogelijkheid meer een rugzak aan te vragen. Kinderen die extra ondersteuningsbehoeften vallen onder de verantwoording van de basisschool. De basisschool heeft middelen ter beschikking om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. In overleg met ouders wordt zorgvuldig afgestemd en worden mogelijkheden en onmogelijkheden besproken. Samen zijn wij verantwoordelijk voor goed onderwijs aan onze kinderen. 4.2.7. Toetskalender Op de toetskalender vindt u de afnamemomenten van de methode- onafhankelijke toetsen. 14

Toetsing en toetsinstrumenten schooljaar 2014-2015. Maand Toets Jaargroep Vanaf september In de 1 e week wanneer een lln. instroomt. Menstekening Instroomleerlingen Oktober week 42 Kanvas (kanjervragenlijst) 5 t/m 8 Groepssignalering HB# 1 t/m 8 Nominatie medeleerlingen 5 t/m 8 Zelfbeeldvragenlijst 3 t/m 8 November week 45 Cito Oefentoets 8 Januari/Februari TOETSWEEK week 5/6 Taal voor kleuters 1-2 Rekenen voor kleuters 1-2 Fonemisch bewustzijn 2 Woordenschat 3 t/m 8 Begrijpend lezen 4 t/m 8 Spelling (versie 2012) 3 t/m 8 Spelling werkwoorden 8 Rekenen (versie 2012) 3 t/m 8 DMT(versie 2009) / AVI 3 t/m 8 Schoolvragenlijst 1 t/m 8 April week 17 (21, 22 en 23 april 2015) Centrale Eindtoets 8 week 14 Kanvas (kanjervragenlijst) 5 t/m 8 April / Mei Entreetoets CITO 7 Theoretisch verkeersexam. 7 Praktisch Verkeersexamen 7 Juni TOETSWEEK week 24/25 Taal voor kleuters 1-2 Rekenen voor kleuters 1-2 Woordenschat 3-4-5-6-7 DMT(versie 2009) / AVI 3-4-5-6-7 Rekenen (versie 2012) 3-4-5-6-7 Begrijpend lezen 3-4 Spelling (versie 2012) 3-4-5-6-7 Spelling werkwoorden 7 De herfst-, winter-, voorjaars-, en eindsignalering van groep 3 zijn methode-afhankelijk en niet exact in een toetsweek te plannen. Het onderdeel lezen van groep 3 is daarom ook niet in bovenstaand schema opgenomen. Deze toetsen worden afgenomen na kern 3, 6, 8, resp. 11. # Groepssignalering HB= signalering hoog- / meerbegaafde leerlingen. 15

4.2.8. Doubleren In onze groepen wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de mogelijkheden van het kind zelf alhoewel de leerstofdoelen en de lessen uit de methode nog uitgangpunt zijn van de instructie van de leerkracht. Doubleren kan overwogen worden wanneer dit in het belang van de ontwikkeling van het kind is. Ouders worden hierbij gezien als belangrijke partner in het overleg. Mocht men ondanks zorgvuldig overleg niet tot een eensluidend oordeel komen, dan neemt de directeur, na alle argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welke groep een kind wordt geplaatst. Er kan ook gekozen worden voor het opstellen van een verklaring waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van begeleiding in de volgende groep genoemd worden. 4.2.9. Overgang groep 2 naar 3: plaatsingsbeslissingen. Op de Roncallischool bezoeken de meeste kinderen de school zodra zij vier jaar zijn geworden. Ze komen dan in groep 1, maar zitten in de groep samen met kinderen uit groep 2: we spreken van een gemengde groep 1-2. Door de verschillende instroommomenten in groep 1 blijven niet alle kinderen even lang in groep 1. Snelle leerlingen maken soms al na ruim een half jaar de stap naar groep 2, terwijl andere kinderen meer tijd nodig hebben en ruim een jaar ( soms ruim anderhalf jaar) nodig hebben. Dit speelt bij de overgang van groep 1 naar groep 2, maar ook bij de overgang van groep 2 naar 3. De leerkrachten van de Roncallischool vinden dat niet de leeftijd alleen moet bepalen of kinderen naar een volgende groep gaan. Er moet ook gekeken worden of een kind in zijn ontwikkeling ook zover is, dat hij versneld kan doorstromen. We zijn hierin voorzichtig, omdat rijping en (sociaalemotionele) ontwikkeling ook tijd nodig hebben. De praktijk leert dat kinderen die jarig zijn voor januari in de regel doorstromen van groep 1 naar groep 2. Sommige kinderen hebben dus maar een half jaar in groep 1 gezeten. Voor met name de kinderen die jarig zijn in december komen we voor de keus te staan om een kind snel te laten doorstromen naar de volgende groep (: na 1 ½ tot 2 jaar onderwijs in groep 1-2, of: te besluiten het na 1 ½ - 2 jaar onderwijs nog een jaar in de kleutergroep te plaatsen. Dit dilemma doet zich het meest voor bij de overgang van groep 2 naar 3, maar kan ook reeds spelen bij de overgang van groep 1 naar 2.) Om dat nu zo eerlijk mogelijk te beoordelen, hanteren de leerkrachten van groep 1-2 naast de cito met een observatiesysteem. Hierin wordt bijgehouden of een kind vorderingen maakt op gebied van taal en rekenen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding, en de motorische ontwikkeling. In januari wordt door de leerkrachten aan de hand van het volgsysteem een 'tussenstand' opgemaakt. In mei wordt dan definitief bekeken welke kinderen voor doorstroming naar groep 3 (groep 2) in aanmerking komen. Over zowel de 'tussenstand' als de uiteindelijke beslissing kunt u met de leerkracht van uw kind praten. 4.2.10. Als een kind meer aan kan Ook meer begaafde kinderen hebben extra zorg nodig. Veel van deze kinderen zijn op een aantal gebieden hun leeftijdgenoten vooruit en worden niet voldoende uitgedaagd door de normale stof voor de basisschool. Voor deze kinderen wordt soms alleen voor een bepaald vakgebied- het lesprogramma aangepast. Dat kan door het weglaten van bepaalde oefeningen (het zogenaamde compacten), daarnaast het bieden van andere leerstof of aanvullende opdrachten. In heel speciale gevallen kan het voorkomen dat zo'n leerling een groep overslaat. Het moet dan wel op alle gebieden zijn leeftijd ver vooruit zijn en niet alleen bij lezen, taal en rekenen. Er wordt gekeken naar het individuele kind. Over deze stap moet daarom heel goed overleg tussen ouders en leerkrachten en IB-er plaatsvinden. Vaak wordt de Schoolbegeleidingsdienst hierbij betrokken. De directeur blijft eindverantwoordelijk en neemt de uiteindelijke beslissing of een kind een groep kan overslaan. 16

4.2.11. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het V.O. Na groep 8 van de basisschool vervolgen de leerlingen hun onderwijsloopbaan in het voortgezet onderwijs. De school adviseert ouders over de meest geschikte vorm van onderwijs na de basisschool. Informatie over het voortgezet onderwijs ontvangt u via de school. Hierbij wordt het schooladvies mondeling toegelicht en besproken met de ouders. Het schooladvies is gebaseerd op: De kennis en de ervaring die de basisschool met het kind gedurende acht jaar heeft opgedaan. De resultaten van de Entreetoets en de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO Eventueel een test bij een school- en beroepskeuzebureau. De kosten hiervan worden door de ouders zelf gedragen. Vervolgens melden de ouders hun kind zelf, via school, aan bij het voortgezet onderwijs. De scholen voor voortgezet onderwijs beslissen over toelating en plaatsing. De landelijke Cito- Eindtoets wordt in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst later afgenomen dan gebruikelijk. Niet meer in februari, maar in april. 4.2.12. Pesten Ook op onze school worden kinderen helaas wel eens gepest. Natuurlijk proberen we het pesten te voorkomen door afspraken om een goed leefklimaat op school te bevorderen. Op de Roncallischool werken we met de methodiek van de Kanjertraining. De kanjertraining heeft als doel dat een kind positief over zichzelf en anderen leert denken. De pijlers waarop de kanjertraining is gebouwd, zijn: We vertrouwen elkaar We helpen elkaar Niemand speelt de baas Je bent niet zielig We lachen elkaar niet uit De Kanjertraining is bedoeld voor kinderen die willen leren om beter voor zichzelf op te komen en/of beter met anderen om te gaan. Het kan zijn dat het kind het in de groep of omgeving gewoon slecht getroffen heeft, maar vaak zijn kinderen sociaal onhandig. Dit kan zich op verschillende manieren uiten: ze lachen om alles, spelen de baas, zijn verlegen, stellen zich afhankelijk op of zijn juist agressief en doen alsof het hen allemaal niet raakt. Voor kinderen die vaak een van deze vormen van gedrag laten zien en die dit willen veranderen is de kanjertraining een uitkomst. Duizenden kinderen hebben de training al gevolgd en met succes!! In de Kanjertraining staan vier dierfiguren centraal, die ieder gekoppeld worden aan een kleur petje. 17

De pestvogel vindt zichzelf heel wat en wil altijd de baas spelen. Andere kinderen zijn in de ogen van de pestvogel allemaal sukkels die maar beter naar hem of haar kunnen luisteren. Bij dit gedrag hoort het zwarte petje. Het aapje doet overal lacherig over en neemt niets of niemand serieus. Hij probeert de lachers op zijn hand te krijgen en vriendjes te worden met de pestvogel om zo niet zelf gepest te worden. Bij het gedrag van het aapje hoort het rode petje. Het konijn is vaak bang en valt liefst zo min mogelijk op. Het komt slecht voor zichzelf op en wordt vaak gepest. Het konijn kruipt vaak weg in een hoekje. Bij het gedrag van het konijn hoort het gele petje. De tijger doet normaal en gedraagt zich als een kanjer. Hij komt voor zichzelf op zonder anderen bang te maken. De tijger geeft zijn mening, komt uit voor zijn gevoel en neemt anderen en zichzelf serieus. Het gedrag van de tijger wordt gekoppeld aan het witje petje. 18

Hoofdstuk 5 Jaaractiviteiten voor de kinderen 5.1 Sinterklaasfeest Elk jaar brengt Sinterklaas met zijn Pieten een bezoek aan onze school. De Sint komt dan bij de groepen 1 t/m 4 komen op bezoek. In de groepen 5 t/m 8 houden de kinderen een Sinterklaasfeest met surprises. De ouderraad werkt samen met het team om er een mooi feest van te maken. 5.2 Kerstfeest Aan de hand van onze catechesemethode bereiden we de kinderen voor op het kerstfeest. Deze periode wordt afgesloten met een Kerstviering en een sfeervol Kerstdiner of een andere sfeervolle activiteit. De ouderraad werkt samen met het team om er een gezellig Kerstfeest van te maken. 5.3 Carnaval In feesten zijn we goed op de Roncallischool. En zeker in carnaval vieren. Ieder jaar is er in groep 8 een Jeugdprinsverkiezing. De vrijdag voor carnaval opent de jeugdprins met zijn gevolg een spetterend carnavalsfeest met een bonte optocht door het dorp, waarna er een activiteitenprogramma plaatsvindt. 5.4 Atletiekdag In de maand september wordt een atletiekdag voor alle kinderen van onze school georganiseerd. De ouderraad werkt samen met het team om er een sportieve dag van te maken. 5.5 Schoolfeest/schoolreisje Eén keer in de twee jaar vindt er een schoolreisje plaats. Het andere jaar wordt er een spelletjesdag of alternatieve dag georganiseerd. In 2015 is er een alternatieve dag of spelletjesdag. De ouderraad werkt samen met het team om er prachtige dag van te maken. 5.6 Jeugd3daagse/afscheidsmusical Ter afsluiting van hun basisschooltijd gaat groep 8 op jeugd3daagse. Er wordt een uitgebreid programma door de leerkrachten opgesteld. In de laatste schoolweek wordt de afscheidsmusical van groep 8 opgevoerd. De ouderraad werkt samen met team om er een onvergetelijke avond van te maken. 5.7 Verkeersexamen In alle groepen wordt verkeersles gegeven. In groep 7 nemen alle leerlingen deel aan het landelijk verkeersexamen, dat zowel theoretisch als praktisch wordt afgenomen. Het praktische examen wordt in het dorp afgenomen met medewerking van een groot aantal ouders van de ouderraad. 19

Hoofdstuk 6 De externe contacten 6.1 Bibliotheek Tussen de school en de bibliotheek van s-heerenberg (middels de bibliobus) is er een intensief contact met als gezamenlijk streven: leesbevordering. Het stimuleren van leesplezier is hierbij van groot belang en dat wordt nagestreefd door de volgende activiteiten. Leesbevorderingactiviteiten, Kinderboekenweek: klassenbezoek aan bibliotheek + speciaal programma Leesprogramma's. Bezoek aan de bibliotheek 6.2 Onderwijsbegeleidingsdienst Onze school maakt gebruik van de diensten van IJsselgroep. Zij adviseert en begeleidt onze school op twee manieren: Begeleiding door een orthopedagoog. Hieronder vallen gesprekken over leerlingen, evt. onderzoeken van leerlingen (altijd in overleg met de ouders). Begeleiding team door een adviseur of trainer. Hierbij moet u denken aan veranderingen binnen het onderwijs bijv. op het gebied van taal/leesonderwijs, zelfstandig werken, adaptief onderwijs. 6.3 Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg van GGD Gelre-IJssel wil samen met u en met de school ervoor zorgen dat kinderen zich zo goed en gezond mogelijk ontwikkelen. Dit doen ze onder andere door onderzoek van de kinderen en door ondersteuning van de ouders. Onderzoek van kinderen Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, onderzoekt de GGD uw kind op verschillende leeftijden: 5 jaar. Onderzoek door de logopedist van taal, spraak, mondgedrag, luisterhouding en stem. Dit is een kort onderzoek dat op school gebeurt. De ouders zijn niet bij het onderzoek aanwezig. U krijgt vooraf een brief met informatie over het onderzoek. U wordt na het onderzoek geïnformeerd over de bevindingen. tussen 5 en 6 jaar. De jeugdarts en dokterassistente nodigen uw kind en u uit voor een uitvoerig onderzoek waarin onder andere lengte, gewicht, gehoor, gezichtsvermogen, motoriek, lichamelijke ontwikkeling en psychosociale ontwikkeling aan bod komen. Het onderzoek gebeurt op school en u ontvangt tevoren een uitnodiging. 9 jaar. Uw kind wordt gevaccineerd tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en bof, mazelen, rode hond (BMR). Meestal worden kinderen hiervoor in groepen op centrale locaties opgeroepen. groep 7. De jeugdverpleegkundige nodigt uw kind en u uit voor een onderzoek waarin lengte en gewicht worden gemeten. Tijdens het onderzoek is veel aandacht voor het gedrag van uw kind, de sociaal-emotionele ontwikkeling en opvoedingsaspecten zoals slapen, eten, pesten, weerbaarheid, regels, enzovoorts. voortgezet onderwijs, klas 2. De jeugdarts en doktersassistente onderzoeken uw kind op lengte, gewicht, houding en gedrag. 20