Keuzenota Verordening inzake Drank- en Horecawet

Vergelijkbare documenten
Discussienota nieuwe Drank- en Horecawet

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013

Geconsolideerde tekst van de regeling Nr. RB

GEMEENTE LANDERD. Onderwerp : conceptvoorstel paracommerciële verordening. Afdeling : Bestuur en Management Ondersteuning, K. Veld

2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Drank- en Horecaverordening Koggenland i ļ win in mil ni i ii wumi mi HII in m D

gelezen het voorstel van de burgemeester van de gemeenten Wierden

gelet op de artikelen 147 van de gemeentewet, artikel 4 en artikel 25a van de Drank- en Horecawet; b e s l u i t :

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

Wijziging Apv i.v.m. bijzondere bepalingen voor paracommerciële rechtspersonen gemeente Alkmaar

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

Raadsvoorstel: Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gorinchem Korte samenvatting van de inhoud en voorstel

Schenktijden alcohol in paracommerciële horecabedrijven Kenmerk

Loes Peters 3417

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Pagina 1 van 6 Versie 2 Registratienr.: 2013I01516 Agendapunt 9. Afdeling: Concernzaken Leiderdorp, b e s l u i t:

Drank- en Horecaverordening Heerhugowaard

Uw kenmerk: Ons kenmerk:

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4 en 25a van de Drank- en Horecawet;

Stiens, 20 november Raadsvergadering: 12 december 2013 Voorstelnummer: 2013/73

Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gemeente Vlagtwedde 2014

Toelichting. Algemeen

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 22 oktober 2013 Agendapunt: 13

WIJZIGINGSVERORDENING AFDELING 8A: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

Raadscommissievoorstel

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 12 november 2013 Corr. nr.:

NOTA PARACOMMERCIEEL BELEID. Gemeente Aalsmeer

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (Drank- en horecaverordening gemeente Dalfsen) (geldig vanaf )

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: Regels paracommercie op grond van de Drank- en Horecawet 2013

Deze stukken vormen de basis voor het vaststellen van de regelgeving op gebied van Dranken horeca in onze gemeente.

Als onderdeel van Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heusden (APV)

Drank- en Horeca verordening van de werkgroep Implementatie Drank- en Horecawet Noord-Holland Noord.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nummer ,

Ons kenmerk: Montfoort: oktober 2013 Onderwerp: Nieuwe Drank- en Horecawet Verzonden: Bijlagen: 2

- de gemeenteraad voor 1 januari 2014 een Drank- en Horecaverordening moet hebben vastgesteld.

Verordening paracommercie gemeente Amstelveen

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 15 april2014;

GEMEENTEBLAD. Nr Drank- en Horecaverordening maart Officiële uitgave van gemeente Lisse. Artikel 1 Begripsbepalingen

Underwerp Vaststelling Drank- en Horecaverordening gemeenten Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen 2014

Informatiebijeenkomst Drank- en Horecawet

Raadsvoorstel. Aan de raad, Drs. H.M.W. ter Heegde Instemmen met en vaststellen van de Verordening Drank- en Horecawet Gooise Meren 2017

Gemeente Hoogezand-Sappemeer Drank- en Horecaverordening

Reg. nr.: Z /INT

gemeente Eindhoven Bijlage 3: Toelichting Drank- en horecaverordening Eindhoven

artikel 147 Gemeentewet en de artikelen 4, eerste tot en met derde lid en 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet;

1.1 Uitgangspunten Uitgangspunten bij het opstellen van deze verordening zijn (in willekeurige volgorde):

Voorstel model Drank- en Horecaverordening Regio Achterhoek (versie 4 d.d. 23 januari 2013)

HORECANOTA GEMEENTE GEERTRUIDENBERG

Gevraagd besluit De raad van de gemeente Molenwaard besluit de Drank- en Horecaverordening 2014 Gemeente Molenwaard vast te stellen.

Algemene Plaatselijke Verordening (afdeling 8A Drank en Horeca)

Voorstel van het College De Drank- en horecaverordening Tytsjerksteradiel 2014 vaststellen.

terrassen na. uur op zondag tot en met donderdag en na uur op vrijdag en zaterdag.

Raadsvergadering d.d.: 16 december 2013 Agenda nr: 12 Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Paracommercie Valkenburg aan de Geul 2014

Toelichting Drank- en Horecaverordening gemeente Wormerland

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

HORECACONVENANT IN DE GEMEENTE OLDEBROEK

Drank- en horecaverordening gemeente Barendrecht

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: Koen Schuiling. Handhaving J.M. Streunding (0223)

GEMEENTE ONDERBANKEN

BELEIDSREGELS PARACOMMERCIELE RECHTSPERSONEN EX ARTIKEL 4 VAN DE DRANK- EN HORECAWET

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/97

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Verordening + toelichting

Drank- en Horecawet 2013 Modelverordening gemeenten Rijk van Nijmegen

Verordening Paracommercie gemeente Sluis

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET

Bijlage 6 Notitie paracommercie drank- en horeca-inrichtingen

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE EDAM-VOLENDAM 2014

Agenda informatieavond Drank en Horecawet, 13 juni 2013, uur. -Burgemeester. -Ellen Zegers / Mark goossens. -Start interactief gedeelte

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013;

GEMEENTE Raadsvoorstel Nummer:

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

Drank- en Horecaverordening Het Hogeland 2019

Bijlage 6: Achtergrond en zienswijzen drank- en horecaverordening

Drank- en horecaverordening Teylingen

Gemeente Appingedam. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. ;

Drank- en Horecaverordening Texel

Memo toelichting artikelen bij wijzigingsvoorstel

Uitbreiding definitiebepalingen (artikel 1 lid 8, 9 en 10) In de verordening komen nieuwe begrippen voor. Deze worden gedefinieerd.

Evaluatie verordening Paracommercie

VNG toelichting model-bepalingen Apv i.v.m. wijziging Drank- en Horecawet met aantekeningen voor de Nieuwkoopse situatie.

Gemeente Zeist wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Zeist 2011

Nummer : : Drank- en Horecaverordening Eemsmond

Elektronisch gemeenteblad

Aan de raad. No. 11. Wissenkerke, 4 november 2013

Bestuursreglement bargebruik

Zienswijzenverslag. Ingekomen zienswijzen. Datum kenmerk

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening paracommercie. 6 januari Officiële uitgave van gemeente Schijndel.

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013

Bijlage 1 Concept Drank- en Horecaverordening Eemsmond

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE LANDSMEER 2014

Handhaving Verordening Drank- en Horecawet

Verbeterplan Naleving Drank- en Horecawet door Sportkantines. Pijlers: Beleid en Regelgeving & Handhaving

g e m e e n t e M O N T F O O R T

Drachten, Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door 9 maart 2016 BO/BM Bestuursondersteuning

Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014

Proces De gewijzigde drank- en horecawet kent een verplichtend en facultatief deel.

Transcriptie:

Keuzenota Verordening inzake Drank- en Horecawet

1. Inleiding 1.1 De nieuwe Drank- en Horecawet De Drank- en Horecawet is gewijzigd. Gemeenten hadden onder de Drank- en Horecawet (DHW) al de mogelijkheid om in een gemeentelijke verordening regels te stellen aan het verstrekken van alcoholhoudende dranken. De nieuwe DHW, die op 1 januari 2013 in werking is getreden, geeft hiervoor extra mogelijkheden. Met ruimere verordenende bevoegdheden zijn gemeenten in staat om: een aanpak van de problematiek die aansluit bij de lokale behoeften en past bij de lokale gewoonten; vanuit een regierol voor het lokaal veiligheidsbeleid te zorgen voor een goede integrale aanpak met de partners. De wet verplicht gemeenten binnen een jaar na inwerkintreding van de nieuwe DHW in een gemeentelijke verordening regels te stellen aan paracommerciële drankverstrekkers. Daarnaast biedt de nieuwe DHW mogelijkheden om prijsacties en happy hours te reguleren en toegangsleeftijden te koppelen aan sluitingstijden. De gemeenteraad stelt de Drank- en Horecaverordening vast, of kan de bepalingen opnemen als onderdeel van de gemeentelijke APV. 1.2 Definities In artikel 1 van de Drank- en Horecawet is de definitie vastgelegd van hetgeen onder een paracommerciële rechtspersoon moet worden verstaan. Paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Ook de definitie van een horecabedrijf is hier vastgelegd. Horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; 2

2. Toelichting 2.1 Verplichting vanuit de Drank- en Horecawet De gewijzigde Drank- en Horecawet legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren. De regels met betrekking tot de paracommerciële horecabedrijven dienen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. In de meeste modelverordeningen is dit artikel aangeduid als artikel 2:34a. Daarnaast bevat de Drank- en Horecawet onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich hebben te houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (zie art. 2:34b van de modelverordeningen). De overige artikelen opgenomen in de modelverordeningen, die voortvloeien uit de nieuwe DHW, zijn facultatief. 2.2 Verschillende modelverordeningen Er zijn in totaal 5 modelverordeningen opgesteld. Allereerst door de VNG. Gevolgd door het Nederlands Instituut voor alcoholbeleid (STAP) en het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM). Vervolgens is vanuit Zuidoost- Brabant door de projectgroep Laat je niet flessen een model opgesteld, waarvoor de modelverordeningen van de VNG en het STAP beiden zijn geanalyseerd. De modelverordening van VNG is vervolgens door Laat je niet flessen ingevuld op een aantal elementen, gebaseerd op de modelverordening van STAP. Dit voortkomend uit de inventarisatie onder gemeenten, waaruit is gebleken dat de meeste gemeenten gebruik gaan maken van de modelverordening van de VNG. Met deze verordening van Laat je niet flessen als basis zijn de Kempengemeenten vervolgens bij elkaar gekomen en hebben zij de verordening van Zuidoost- Brabant fijn geslepen tot een verordening voor de Kempengemeenten. In de verordening zijn twee belangrijke beslispunten betreffende het schenken van alcohol bij paracommerciële inrichtingen opgenomen. Deze twee artikelen (2:34a en 2:34b) staan in deze keuzenotitie centraal. Daarnaast dient de keuze gemaakt te worden of de gemeente extra regels opneemt ten behoeve van happy hours en prijsacties van detailhandel. In bijlagen a en b bij deze notitie zijn alle artikelen 2:34a en 2:34b, zoals opgenomen in de verschillende modelverordeningen, helder in een overzicht gezet. Eerst zijn de artikel 2:34a van de VNG, STAP, Laat je niet flessen en - de ambtelijk opgestelde - verordening van de Kempengemeenten op een rij gezet. Vervolgens is ditzelfde gedaan met artikel 2:34b. Tot slot zijn beide artikelen uit de modellen van BEM geplaatst, omdat BEM beide artikelen verweven heeft in één of meerdere aan elkaar gekoppelde artikelen. 2.3 Algemeen beleidskader gemeenschapshuizen 2011 Teneinde een weloverwogen keuze te maken inzake de verordeningen, dient gewezen te worden op het Algemeen beleidskader gemeenschapshuizen 2011. In het algemeen beleidskader gemeenschapshuizen 2011 zijn ook artikelen opgenomen omtrent paracommerciële activiteiten. Deze artikelen zijn van aldus belang in het kader van deze keuzenota. Artikel 24 Gemeenschapshuizen mogen geen gebruiksmogelijkheden bieden aan activiteiten van commerciële of persoonlijke aard, tenzij dit met instemming van de plaatselijke horeca geschiedt en/of via de lokale horeca geen passend alternatief onderkomen voorhanden is. Van elk stichtingsbestuur wordt daarom verlangd dat een convenant met de lokale horeca wordt gesloten over welke commerciële activiteiten mogen plaatsvinden in het gemeenschapshuis. Hierbij wordt de lokale al jaren gebruikelijke invulling in acht genomen. Artikel 25 Om oneerlijke (gesubsidieerde) concurrentie met de plaatselijke horeca te voorkomen worden door de beherende instellingen consumptieprijzen gehanteerd die gelijk zijn aan het niveau van de plaatselijke horeca. Artikel 26 Afwijkingen van punt 25 worden niet toegestaan. Handelen in strijd met deze afspraak/ deze beleidslijn kan leiden tot een sanctie in vorm van een correctie op de hoogte van de verleende subsidiebijdrage. 3

Door te bepalen dat de consumptieprijzen gelijk moeten zijn aan de prijzen die gehanteerd worden in de lokale horeca en met deze ondernemers een convenant te sluiten over welke activiteiten wel/ niet in het gemeenschapshuis mogen plaatsvinden en hoe vaak, worden de belangrijkste voorwaarden ingevuld voor een goede verstandhouding tussen lokale horeca en gemeenschapshuis, die in plaats van elkaar te beconcurreren, elkaar waar mogelijk aanvullen. 4

3. Probleemanalyse 3.1 Doelstelling van keuzenota De doelstelling van deze keuzenota is om vanuit deze verschillende modelverordeningen, rekening houdend met de wettelijke verplichting vanuit de nieuwe DHW en de samenwerking binnen de Kempen, een keuze te maken voor een verordening afgestemd op de gemeente Bladel. Hierbij is de ambtelijk opgestelde - modelverordening van de Kempengemeenten (zie bijlage e) met de daarin opgenomen vier artikelen als uitgangspunt genomen. De overige modelverordeningen zijn in geheel bijgevoegd in bijlage f. 3.2 Beslispunten De keuzes in de diverse modelverordeningen liggen op het vlak van onderscheid naar type/ aard van de paracommerciële instelling. Daarnaast zijn de sluitingstijden een keuzemogelijkheid. Voorts is de vraag is de vraag in hoeverre het verstrekken van alcoholhoudende drank bij bijeenkomsten in paracommerciële instellingen aan banden dient te worden gelegd. Voor alle bovengenoemde keuzemogelijkheden kan de burgemeester ontheffing verlenen. Ook het opnemen van deze ontheffingsmogelijkheid is een keuze. Tot slot kunnen facultatief enkele artikelen worden opgenomen. Ook deze keuzes worden hier voorgelegd. Deze keuzenota heeft bezien het bovenstaande een aantal beslispunten in zich, die hieronder puntsgewijs worden gesteld en daaronder nader worden toegelicht. a. Is het wenselijk om bij de tijden voor het schenken van alcohol onderscheid te maken in typen/ aard van paracommercie en daar verschillende sluitingstijden aan te verbinden? Collegestandpunt: Het college stelt zich op het standpunt dat het onwenselijk is om onderscheid te maken in typen/ aard van paracommercie. Hiermee hangt vervolgens samen dat er geen verschillende sluitingstijden wenselijk zijn. De sluitingstijden van de paracommercie dienen gekoppeld te worden aan de horeca. Daarnaast dient het schenken van alcohol te worden gekoppeld aan de activiteit (tot één uur na de activiteit) met een eindtijd van 01:00 uur door de week en 02:00 uur in het weekend. Toelichting: Volgens artikel 4, derde lid, van de DHW moeten er in elk geval regels worden gesteld voor onder meer schenktijden ter voorkoming van oneerlijke concurrentie. In de verordening kan daarbij onderscheid gemaakt worden naar de aard van de rechtspersoon. In alternatief 1 van artikel 2:34a van de VNG (bijlage a) is dit onderscheid niet gemaakt. In artikel 2:34a van het STAP kan dit onderscheid wel gemaakt worden. In de modelverordeningen van Laat je niet flessen en de Kempengemeenten wordt gekozen voor alternatief 2 van het model van artikel 2:34a van de VNG. Deze maken derhalve duidelijk onderscheid in typen paracommercie. In het tweede alternatief is wat de schenktijden betreft onderscheid gemaakt tussen 3 categorieën: 1. sportclubs; 2. studentenverenigingen, studentensportverenigingen en dorpshuizen; 3. overige paracommerciële rechtspersonen. In de modelverordeningen van BEM is in optie I gekozen om geen onderscheid naar aard te maken en in optie II om wel een onderscheid naar aard te maken. b. In hoeverre dient het verstrekken van alcoholhoudende drank bij bijeenkomsten bij paracommerciele rechtspersonen ingeperkt te worden? Collegestandpunt: Het college stelt zich op het standpunt dat hiervoor verwezen dient te worden naar het in 2011 vastgestelde Algemeen beleidskader gemeenschapshuizen 2011, waarin heldere regels opgenomen zijn hieromtrent. Deze regels dienen te worden vastgelegd in de verordening. Toelichting: Artikel 4 van de Drank- en Horecawet bevat onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Door dit artikel wordt voorkomen dat (veelal gesubsidieerde) paracommerciële instellingen op onaanvaardbare wijze concurreren met de reguliere horeca. Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op: bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover die bijeenkom- 5

sten ook een zakelijk karakter hebben dat direct verband houdt met de activiteiten van de rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling. Bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting). Ook komt het nog al eens voor dat theaters en schouwburgen hun accommodatie verhuren voor congressen. Als daarbij alcohol wordt geschonken kan er oneerlijke mededinging ontstaan met de reguliere horeca. Of dat het geval is hangt sterk af van de plaatselijke situatie; als de lokale horeca daarvoor geen passende faciliteiten te bieden heeft, zal er geen sprake zijn van oneerlijke mededinging en is er dus geen reden om beperkingen op te leggen. Zoals eerder vermeld is er alleen aanleiding om beperkingen op te leggen aan deze soorten bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. Hiervoor zijn twee alternatieven opgenomen in de VNG modelverordening. Alternatief 1 is geschikt voor gemeenten waar het vanwege de lokale omstandigheden duidelijk is waar wel en waar niet sprake is van oneerlijke mededinging. Het artikel is dan de meest simpele oplossing. Alternatief 2 geeft expliciet aan wat wel en niet is toegestaan qua aantal van dit soort bijeenkomsten per jaar. Bij een groter aantal treedt oneerlijke mededinging op, is het uitgangspunt. Vanwege dat uitgangspunt is het niet nodig om het openlijk aanprijzen van de toegestane bijeenkomsten te verbieden. Desgewenst kan dat wel worden toegevoegd. Vanwege de controleerbaarheid is met het tweede lid een (zo licht mogelijke) meldplicht opgenomen. Als er geen melding hoeft te worden gedaan is het voor een gemeente, als zij constateert dat er een dergelijke bijeenkomst wordt gehouden, immers niet goed na te gaan of er dat jaar al meer van zulke bijeenkomsten zijn geweest en zo ja, hoeveel. Als de instelling een bijeenkomst niet meldt overtreedt zij in ieder geval het bepaalde in het tweede lid. c. Is het wenselijk om voor de artikelen 2:34a en/of 2:34b een ontheffingsmogelijkheid op te nemen? Collegestandpunt: Het college acht het opnemen van een ontheffing voor artikel 2:34b niet wenselijk, aangezien de voorgestelde regeling reeds voldoende ruimte biedt. Het opnemen van een ontheffing voor artikel 2:34a wordt wel wenselijk geacht om ruimte te bieden om in incidentele gevallen af te wijken van schenktijden van alcohol en sluitingstijden. Toelichting: Op grond van artikel 4, vierde lid, van de DHW heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor ten hoogste 12 aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van de hier door de raad gestelde regels voor schenktijden en voor de verschillende soorten bijeenkomsten. Het gaat om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Uit deze bewoordingen van de wet blijkt dat hier zeer terughoudend mee moet worden omgegaan. Te denken valt aan kampioenschappen en dergelijke grotendeels onvoorziene gebeurtenissen, maar het kan ook gaan om feestelijkheden die wel te voorzien zijn, zoals carnaval en Koninginnedag. Omdat de burgemeester deze bevoegdheid rechtstreeks aan de wet ontleent, kan de raad hier verder geen beperkingen aan stellen. De burgemeester kan hiervoor zelf uiteraard wel beleidsregels opstellen (artikel 4:81 van de Awb). Het kan praktisch zijn als de burgemeester in zijn eventuele beleidsregel neerlegt dat het aantal ontheffingen dat er per jaar verleend kan worden aan een maximum is gebonden. Zoals eerder vermeld is er alleen aanleiding om beperkingen op te leggen aan deze soorten bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. d. Is het wenselijk om een verbod op happy hours (zie bijlage c) op te nemen in de verordening? Collegestandpunt: Het college acht het wenselijk deze regeling in de verordening op te nemen ter bevordering van alcoholmatiging. Toelichting: De regeling op grond van artikel 4 van de DHW, uitgewerkt in de artikelen 2:34a en 2:34b van de model-apv, is - zoals vermeld - verplicht. Dat geldt niet voor dit artikel. Dit is een facultatief artikel dat niet opgenomen hoeft te worden. Voor dit artikel geldt uiteraard ook dat het alleen opgenomen dient te worden als deze regeling noodzakelijk is. Dit artikel (alsmede het volgende artikel) heeft niet als doel het tegengaan van oneerlijke mededinging, maar het tegengaan van onverantwoorde 6

verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Om excessen te voorkomen (voor 23.00 uur gratis drinken, 2 voor de prijs van 1, etc) kan dit artikel ingezet worden. Consequentie van het toepassen is dat het ook gehandhaafd dient te worden. De gemeente zal met de handhavers een werkwijze daarvoor moeten ontwikkelen. Deze werkwijze hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar vraagt wel om capaciteit. De conclusie uit verschillende onderzoeken naar het effect van prijs op consumptie is helder: hoe lager de prijs hoe hoger de consumptie. Doel van het artikel is de volksgezondheid te beschermen en de openbare orde te bewaken. Met de nieuwe verordenende bevoegdheid krijgen gemeenten voor het eerst de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op prijsacties in alle horecalokaliteiten. Dit betreft zowel de commerciële als de paracommerciële horeca-inrichtingen. e. Is het wenselijk om een verbod op prijsacties bij detailhandel (zie bijlage d) op te nemen in de verordening? Collegestandpunt: Het college acht het wenselijk deze regeling in de verordening op te nemen ter bevordering van alcoholmatiging. Toelichting: Dit is eveneens een facultatief artikel en hoeft dus niet opgenomen te worden. Hiervoor geldt hetzelfde uitgangspunt als het artikel omtrent happy hours. Het doel is het voorkomen van meer alcoholgebruik en daarmee ook alcoholgerelateerde schade als gevolg van lagere prijzen. Het doel van het artikel is aldus om de volksgezondheid te beschermen en de openbare orde te bewaken. Het artikel is gericht op een verbod van extreme prijsacties die leiden tot het dumpen van alcohol, bijvoorbeeld op piekmomenten (in examenfeesttijd en rond Oud en Nieuw) en vaak onder de kostprijs. 7

4. Vervolg Aan de hand van de keuzes die de raad maakt wordt de verordening opgesteld die in de raadsvergadering van juni aan de raad ter vaststelling wordt aangeboden. 8

Bijlage A Artikel 2:34a modelverordeningen VNG Alternatief 1 Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met uur voor aanvang en eindigende met uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Alternatief 2 Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag tot en met vrijdag na uur en tot uur; b. zaterdag na uur en tot uur; en c. zondag na uur en tot uur. 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot uur na beëindiging van deze activiteiten. 3. Paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals studentenverenigingen, studentensportverenigingen [en dorpshuizen], verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na uur en tot uur. 4. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met uur voor aanvang en eindigende met uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. STAP Artikel 2:34a Schenktijden paracommerciële inrichtingen Het is verboden in paracommerciële inrichtingen alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de in onderstaand schema opgenomen schenktijden: Maandag tot en met donderdag 17.00 uur tot 23.00 uur Vrijdag, zaterdag en zondag 15.00 uur tot 21.00 uur Artikel 2:34a Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen In afwijking van het bepaalde in artikel 7 hanteren de in onderstaand schema opgenomen typen paracommerciële inrichtingen de hierna opgenomen schenktijden: Inrichtingen die in beheer zijn bij een rechtspersoon met een xxx doelstelling Dagen uur tot uur Inrichtingen die in beheer zijn bij een rechtspersoon met een xxx doelstelling die zich bovendien richt op doelgroep yyy Dagen uur tot uur Laat je niet flessen Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen (alternatief 2 uit VNGverordening m.u.v. lid 3) 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag tot en met vrijdag na 17:00 uur en tot 23:00 uur; b. zaterdag na 15:00 uur en tot 21:00 uur; en c. zondag na 12:00 uur en tot 21:00 uur. 9

2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste één uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten, maar niet later dan 01.00 uur. 3. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met één uur voor aanvang en eindigende met één uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon, maar niet later dan 01.00 uur. Kempengemeenten Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag tot en met vrijdag na 17:00 uur en tot 23:00 uur; b. zaterdag na 15:00 uur en tot 21:00 uur; en c. zondag na 12:00 uur en tot 21:00 uur. 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste één uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten, met een maximum eindtijd van 01.00 uur. 3. Paracommerciële rechtspersonen, waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals gemeenschapshuizen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 12.00 uur tot 01.00 uur. 4. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 12.00 uur tot 01.00 uur. 10

Bijlage B Artikel 2:34b modelverordeningen VNG Alternatief 1 Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging. Alternatief 2 Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen verstrekken alcoholhoudende drank tijdens per jaar ten hoogste: a. bijeenkomsten van persoonlijke aard; b. bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. 2. De paracommerciële rechtspersoon doet uiterlijk weken [werkdagen] vóór een bijeenkomst als bedoeld in het eerste lid hiervan melding aan de burgemeester. STAP Artikel 2:34b Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden 1. Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen. 2. Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken. Laat je niet flessen Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken. Kempengemeenten Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging. Bureau Eerlijke Mededinging: optie I Artikel 2:34a en 2:34b Voorschriften en beperkingen Om oneerlijke mededinging te voorkomen worden de volgende voorschriften en beperkingen aan de vergunning voor paracommerciële rechtspersonen verbonden: 1. Het is verboden om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken in of vanuit de inrichting voor gebruik ter plaatse tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard. 2. Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden (waaronder inbegrepen de verhuur van het pand en inventaris) van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen of onder de aandacht te brengen met bijvoorbeeld posters, brochures, publicaties in kranten of tijdschriften, internet of via Social Media kenbaar te maken. 3. Het is alleen toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende één uur voor, tijdens en tot één uur na de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon, mits die hoofdactiviteit behoort tot de statutaire doelstelling van de paracommerciële instelling. 11

4. Het is in ieder geval verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de volgende tijden: maandag tot en met vrijdag van 10:00 tot 23:00 uur, en; zaterdag en zondag van 10:00 tot 19:00 uur. 5. De vergunning geldt slechts voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank. 6. Het is verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken tegen een prijs anders dan een marktconforme prijs. Bureau Eerlijke Mededinging: optie II Artikel 2:34a en 2:34b Onderscheid naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon 1. Paracommerciële rechtspersonen worden in vier categorieën ingedeeld: a. Sportieve en recreatieve rechtspersonen b. Sociaal-culturele rechtspersonen c. Educatieve rechtspersonen d. Rechtspersonen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard 2. Aan de vergunningen voor paracommerciële rechtspersonen worden beperkingen en voorschriften verbonden ten aanzien van de horeca-activiteiten die zij mogen ontplooien. Deze beperkingen en voorschriften kunnen per categorie verschillen. Artikel 2:34a en 2:34b Voorschriften en beperkingen Om oneerlijke mededinging te voorkomen worden de volgende voorschriften en beperkingen aan de vergunning voor paracommerciële rechtspersonen verbonden. 1. Het is verboden om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken in of vanuit de inrichting voor gebruik ter plaatsen tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, tenzij het een van de uitzonderingen genoemd in artikel 4 van deze verordening betreft. 2. Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden (waaronder inbegrepen de verhuur van het pand en inventaris) van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen of onder de aandacht te brengen met bijvoorbeeld posters, brochures, publicaties in kranten of tijdschriften, internet of via social media kenbaar te maken, tenzij het een van de uitzonderingen genoemd in artikel 4 van deze verordening betreft. 3. Het is alleen toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende één uur voor, tijdens en tot één uur na de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon, mits die hoofdactiviteit behoort tot de statutaire doelstelling van de paracommerciële instelling. 4. Het is in ieder geval verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de volgende tijden: maandag tot en met vrijdag van 10:00 tot 23:00 uur, en; zaterdag en zondag van 10:00 tot 19:00 uur. 5. De vergunning geldt slechts voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank. Artikel 2:34a en 2:34b Uitzonderingen; toegestane activiteiten 1. Ten aanzien van sportieve en recreatieve rechtspersonen zijn toegestaan: a. Feestavond voor vrijwilligers (maximaal 1 keer per jaar) b. Afscheidsfeest van het bestuur/een bestuurslid c. Jaarfeest of afsluiting seizoen (maximaal 1 keer per jaar) d. Clubkampioenschap (indien van toepassing) e. Toernooi (maximaal één á twee keer per jaar) f. Nieuwjaarsborrel voor leden g. Overige strikt clubgerelateerde activiteiten voor leden (maximaal drie keer per jaar) 2. Ten aanzien van sociaal-culturele rechtspersonen zijn toegestaan: a. Jaarfeest van en voor verenigingen en stichtingen die structureel gebruik maken van het pand (dus alleen voor leden) b. Vergaderingen van en voor verenigingen en stichtingen die structureel gebruik maken van het pand (dus alleen voor leden) c. Sociaal-culturele evenementen waarbij het evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk voor zover dat publiek komt voor het sociaal-culturele evenement) d. Kerstviering e. Nieuwjaarsborrel voor leden (maximaal één keer per jaar) 12

3. Ten aanzien van educatieve rechtspersonen zijn toegestaan: a. Afstudeerbijeenkomst / diploma-uitreiking b. Lessen/cursussen c. Schoolfeest voor leerlingen (maximaal drie keer per jaar) d. Laatste schooldag(feest) e. Nieuwjaarsborrel (maximaal één keer per jaar) 4. Ten aanzien van rechtspersonen met een levensbeschouwelijke of godsdienstige aard zijn toegestaan: a. Activiteiten en vieringen die direct verband houden met de levensbeschouwelijke of godsdienstige aard van de instelling (daar onder vallen niet bijeenkomsten van persoonlijke aard). 13

Bijlage C Happy hours Artikel 2:34f Verbod happy hours Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd. 14

Bijlage D Verbod prijsacties detailhandel Artikel 2:34g Prijsacties detailhandel Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik anders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd. 15

VERORDENING AFDELING 8A APV BLADEL 2011 GEBASEERD OP MODEL VAN DE KEMPEN

Proces van totstandkoming van de verordening Vanuit de werkgroep 'Beleid en regelgeving', onderdeel van het regionale project 'Laatje niet flessen!' is een modelverordening opgesteld ten behoeve van de wijzigingen in de nieuwe Drank- en Horecawet en vervolgens vastgesteld door de stuurgroep van het project. Geadviseerd wordt door deze projectgroep om de in dit document genoemde bepalingen met betrekking tot de Drank- en Horecawet op te nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening. De stuurgroep Alcohol en jongeren vindt het belangrijk dat dit advies breed regionaal gedragen en opgepakt wordt, om de regelgeving zo optimaal te laten functioneren en ongewenste neveneffecten te voorkomen (zoals regionaal alcoholtoerisme). Zij doet daarom het beroep aan de regiogemeenten in Zuidoost-Brabant om dit advies te volgen. Het uitgangspunt van dit advies is alcoholpreventie onder jongeren. De modelverordeningen van de VNG en het Nederlands Instituut voor alcoholbeleid (STAP) zijn beiden geanalyseerd. De modelverordening van VNG is vervolgens ingevuld op een aantal elementen, gebaseerd op de modelverordening van STAP. Dit voortkomend uit de inventarisatie onder gemeenten, waaruit is gebleken dat de meeste gemeenten gebruik gaan maken van de modelverordening van de VNG. De wijziging van de Drank- en Horecawet legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren, (zie hieromtrent het artikel 2:34a). Daarnaast bevat de Drank- en Horecawet onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (zie artikel 2:34b). De overige artikelen zijn facultatief, maar vanuit de werkgroep 'Laatje niet flessen!' wordt aangeraden om ook deze artikelen op te nemen. In de toelichting is per artikel aangegeven waar het advies op gebaseerd is. Ook is hierin aangegeven wat het wettelijk uitgangspunt per artikel is, welke zijn overgenomen uit de modelverordening van STAP. De Kempengemeenten hebben onderzocht in hoeverre de modelverordeningen van de VNG, het STAP en 'Laatje niet flessen!' het beste gevolgd kunnen worden. De modelverordening van 'Laatje niet flessen!', die de regiogemeenten in Zuidoost-Brabant vertegenwoordigt, hebben wij als uitgangspunt genomen en op kleine onderdelen gewijzigd binnen de Kempen. Er is voor gekozen om drie artikelen uit de verordening van de werkgroep 'Laat je niet flessen!' niet op te nemen. Deze staan aan het einde van dit stuk opgenomen (na de toelichting op de artikelen). Deze artikelen zijn facultatief en hoeven dus niet opgenomen te worden. Of een gemeente behoefte heeft aan het in de APV opnemen van dit artikel is erg afhankelijk van de plaatselijke situatie.

Vanuit de werkgroep 'Beleid en regelgeving' van het regionaal project 'Laatje niet flessen' is het niet mogelijk om hierover een advies af te geven, zo geeft de werkroep zelf aan, omdat er geen algemeen gedeeld probleem op dit terrein is. In de gemeente Bladel is geen evenement of een gebied of een bepaalde soort horecagelegenheden waar zich veel alcoholgerelateerde problemen voordoen. Daarnaast is van belang dat hoewel er wellicht zo nu en dan problemen zijn, er geen specifieke evenementen, inrichtingen en/of gebieden zijn waar deze problemen zich veel voordoen. De wet eist daarentegen dat deze gebieden, inrichtingen en tijdsperioden nadrukkelijk worden vermeld in de verordening.

VERORDENING AFDELING 8A APV BLADEL 2011: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET. De raad van de gemeente Bladel gelet op de artikelen 4, eerste tot en met derde lid, en 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet; besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Biadel 2011: ARTIKEL I Na afdeling 8 van Hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2011 wordt een afdeling ingevoegd, luidend: AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag tot en met vrijdag na 17:00 uur en tot 23:00 uur; b. zaterdag na 15:00 uur en tot 21:00 uur; en c. zondag na 12:00 uur en tot 21:00 uur. 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste één uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten, met een maximum eindtijd van 01.00 uur. 3. Paracommerciële rechtspersonen, waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals gemeenschapshuizen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 12.00 uur tot 01.00 uur. 4. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 12.00 uur tot 01.00 uur.

Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging. Artikel 2:34c Verbod happy hours Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd. Artikel 2:34d Prijsacties detailhandel Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik anders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.

Toelichting op artikelen VERORDENING AFDELING 8A APV BLADEL 2011 Toelichting artikel 2:34a Uitgangspunt De wijziging van de Drank- en Horecawet legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren. Met het reguleren van de schenktijden van de paracommerciële horeca kan worden bewerkstelligd dat het verstrekken van alcoholhoudende drank een nevenactiviteit van de vereniging blijft naast de primaire activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. Deze maatregel past binnen het uitgangspunt van de wijziging van de Drank- en Horecawet om de verantwoordelijkheid voor het lokale alcoholbeleid, en dus ook de schenktijden van paracommerciële inrichtingen, meer een zaak van de gemeenteraad te laten worden dan tot op heden het geval was. Advies Het advies is om artikel 2:34a op te nemen zoals hierboven beschreven. Alternatief 1 van de VNG modelverordening laat veel open en daarmee ontstaat onduidelijkheid. Advies is ook om lid 3 van de VNG modelverordening niet op te nemen, aangezien zich in locaties als dorpshuizen, buurthuizen, gemeenschapshuizen en wijkgebouwen over het algemeen geen ernstige alcoholgerelateerde problemen voordoen. Daarnaast zijn er alleen in Eindhoven studentenverenigingen, en is dit voor de rest van de regio niet van toepassing. Lid 1 Onder lid 1 zijn de tijden op maandag t/m vrijdag van 17:00 uur tot 23:00 uur aangehouden. Bij de tijden van zaterdag (15:00 uur tot 21:00 uur) en zondag (12:00 uur tot 21:00 uur) is rekening gehouden met het feit dat vrijwel alle sportverenigingen hun jeugdwedstrijden op zaterdag hebben. Op zondag spelen de senioren hun wedstrijden, vaak verspreid over de hele ochtend en middag. Lid 2 Hieronder vallen de uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld toernooien, jubilea en vrijwilligersavonden die georganiseerd worden. Deze kunnen buiten de in lid 1 genoemde schenktijden plaatsvinden. In deze gevallen wordt aanbevolen de schenktijden tot één uur na beëindiging van de activiteit vast te stellen, maar niet later dan 01.OOu

Toelichting artikel 2:34b Uitgangspunt Artikel 4 van de Drank- en Horecawet bevat onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Door dit artikel wordt voorkomen dat (veelal gesubsidieerde) paracommerciële instellingen op onaanvaardbare wijze concurreren met de reguliere horeca. Met dit artikel in deze modelverordening wordt aan de verplichting om dit bij gemeentelijke verordening te regelen voldaan. Advies Alle bijeenkomsten die leiden tot oneerlijke mededinging zijn verboden. Wanneer er geen sprake is of kan zijn van oneerlijke mededinging, is de bijeenkomst dus toegestaan. Dit komt er op neer dat bruiloften, feesten en dergelijk bij sportverenigingen, dorpshuizen, musea, schouwburgen en dergelijke in beginsel zijn toegestaan wanneer er geen reguliere horeca in de omgeving aanwezig is die een reëel alternatief biedt. In de gemeente Bladel is er in de kleine kernen vaak sprake van geen reëel alternatief. In de beleidsnota evenementen, horeca en terrassen is hieromtrent het volgende opgenomen: In een MFA worden sociaal-culturele activiteiten georganiseerd die vallen binnen de hoofddoelstelling van de MFA. Naast deze reguliere activiteiten vinden er dikwijls commerciële bijeenkomsten zoals bruiloften, recepties, feesten en koffietafels plaats. Dit heeft diverse oorzaken: In de kleine(re) kernen is een gering aanbod van geschikte alternatieve locaties (lees: reguliere horecabedrijven) beschikbaar; Veel mensen zijn lid (of anderszins betrokken) bij een club of vereniging, die gebruik maakt van het MFA. Voor hen is het vanzelfsprekend dat bekenden de locatie te gebruiken voor privéfeestjes- en aangelegenheden. De gemeente Bladel wil commerciële bijeenkomsten zoals bovengenoemd toestaan in MFA's, mits er geen alternatieve reguliere horecagelegenheden in de betreffende kern aanwezig zijn en er derhalve geen sprake kan zijn van oneerlijke concurrentie. Dit beleid is uitgangspunt voor alle gemeenschapshuizen. Om deze reden is aan artikel 2:34b ten opzichte van de modelverordeningen de zinsnede toegevoegd "wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging". Bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteit van de rechtspersoon betrokken zijn én leiden tot oneerlijke mededinging zijn daarmee verboden. Toelichting artikel 2:34c Uitgangspunt

De conclusie uit verschillende onderzoeken naar het effect van prijs op consumptie is helder: hoe lager de prijs hoe hoger de consumptie. Doel van het artikel is de volksgezondheid te beschermen en de openbare orde te bewaken. Met de nieuwe verordenende bevoegdheid krijgen gemeenten voor het eerst de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op prijsacties in alle horecalocaliteiten. Dit betreft zowel de commerciële als de paracommerciële horecainrichtingen. Tijdens happy hours wordt de consumptie van drank direct en actief gestimuleerd. Advies Dit is een facultatief artikel dat niet opgenomen hoeft te worden, maar dit wordt wel geadviseerd. Om excessen te voorkomen (voor 23.00 uur gratis drinken, 2 voor de prijs van 1 etc) kan dit art. ingezet worden. Consequentie van het toepassen is dat het ook gehandhaafd dient te worden. De gemeente zal met de handhavers een werkwijze daarvoor moeten ontwikkelen. Deze werkwijze hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar vraagt wel om capaciteit. Toelichting artikel 2:34d Uitgangspunt Ook hier geldt hetzelfde uitgangspunt als artikel 2:34f: voorkomen van meer alcoholgebruik en daarmee ook alcoholgerelateerde schade als gevolg van lagere prijzen. Doel van het artikel is de volksgezondheid te beschermen en de openbare orde te bewaken. Het artikel is gericht op een verbod van extreme prijsacties die leiden tot het 'dumpen' van alcohol, bijvoorbeeld op piekmomenten (in examenfeesttijd en rond Oud en Nieuw) en vaak onder de kostprijs. Advies Dit is een facultatief artikel en hoeft dus niet opgenomen te worden. In tegenstelling met de VNG modelverordening wordt hier geadviseerd om het artikel over prijsacties in de detailhandel wél op te nemen om zo excessen met prijsacties aan te kunnen pakken.

NIET OVERGENOMEN ARTIKELEN van de werkgroep LJNF Artikel 2:34e koppeling toegang aan leeftijden 1, Het is verboden personen jonger dan 18 jaar toe te laten in horecalokaliteiten en op terrassen na 23:00 uur. 2. De leeftijd van degene die wenst te worden toegelaten wordt bepaald op de in artikel 20, vierde lid, van de Drank- en Horecawet bedoelde wijze. Artikel 2:34f beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke [of alcoholhoudende] drank te verstrekken: a. in inrichtingen gelegen in de volgende gebieden: 1 T b. in inrichtingen van de volgende aard: 1...; 2...; c. gedurende de volgende tijdsruimten: 1 van... tot en met 2 van... tot en met 2. De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Artikel 2:34g beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, van de Drank- en Horecawet: a. gedurende de volgende tijdsruimten: 1 van... tot en met...; 2 van... tot en met b. in de volgende gebieden: 1...; 2...

Toelichting artikel 2:34e Uitgangspunt Deze nieuwe gemeentelijke bevoegdheid wordt ook wel de 'Vroeg op Stap bepaling' genoemd. Met dit artikel kan de gemeente een minimumleeftijd bepalen die vereist is om als bezoeker een horecalokaliteit binnen te treden of een horecaterras te betreden, vanaf een specifiek tijdstip. Dit betreft zowel de commerciële als de paracommerciële horeca-inrichtingen. De grondslag van deze bepaling is artikel 25b van de Drank- en Horecawet. Door jongeren onder een bepaalde leeftijd na een bepaald tijdstip de toegang tot horecalokaliteiten en -terrassen te verbieden worden jongeren gemotiveerd eerder uit te gaan. Daarmee wordt de vooravond, die vaak bekend staat als indrinkmoment, verkort. Uit onderzoek blijkt dat als jongeren met minder alcohol op de horeca betreden, ze aan het eind van de uitgaansnacht ook minder gedronken hebben (Clapp, e.a., 2009) Advies Dit is een facultatief artikel en hoeft dus niet opgenomen te worden. Ook voor dit artikel geldt dat geen algemeen advies vanuit Laatje niet flessen gegeven kan worden. Het hangt erg van de plaatselijke situatie af of het nuttig is om een leeftijd te koppelen aan een uiterste toegangstijd. Mocht dit artikel toch opgenomen worden, dan is het advies om als leeftijd 18 jaar aan te houden en 23:00 uur als einde voor toelating van deze jongeren. Toelichting artikel 2:34f Uitgangspunt Artikel 25a van de Drank- en Horecawet biedt gemeenten de mogelijkheid in een verordening op te nemen welke voorschriften aan een vergunning worden verbonden. De gemeenteraad kan dit artikel gebruiken om te bepalen dat er tijdens een bepaalde periode en in een bepaald gebied een verkoopverbod geldt voor horecabedrijven en slijtersbedrijven. Dit kan worden bepaald voor horecavergunningen en voor slijterijvergunningen. De burgemeester kan een vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Advies Dit artikel is facultatief en hoeft dus niet opgenomen te worden. Of een gemeente behoefte heeft aan het in de APV opnemen van dit artikel is erg afhankelijk van de plaatselijke situatie. Vanuit de werkgroep 'Beleid en regelgeving' van het regionaal project 'Laatje niet flessen' is het niet mogelijk om hierover een advies af te geven, omdat er geen algemeen gedeeld probleem op dit terrein is. Wellicht heeft een gemeente een evenement of een gebied of een bepaalde

soort horecagelegenheden waar zich veel alcoholgerelateerde problemen voordoen. Een dergelijke gemeente kan dit artikel dan gebruiken om hier een verbod voor sterke of zelfs alle alcoholhoudende drank in te stellen in bepaalde tijdsruimtes. In lid 1 moeten de inrichtingen en tijdsperioden nadrukkelijk worden aangegeven in de verordening. Dit omdat de redactie van het betrokken Drank- en Horecawetartikel alleen regeling bij verordening mogelijk maakt en niet krachtens verordening. De burgemeester kan dus geen gebieden aanwijzen. Toelichting artikel 2:34g Uitgangspunt De gemeenteraad kan dit artikel gebruiken om te bepalen dat er tijdens een bepaalde periode en in een bepaald gebied een verkoopverbod geldt voor zowel de detailhandel (bijvoorbeeld slijterijen en supermarkten, maar ook de bierkoerier) als voor horeca-inrichtingen. De raad zal in de verordening een nadere omschrijving moeten geven van de periode of het evenement waarvoor het tijdelijke verbod gaat gelden. Te denken valt aan 'Koninginnedag', 'Carnaval', 'de Voorjaarskermis', 'dagen dat er betaald voetbal wordt gespeeld in Stadion X', etc. Advies Dit artikel is facultatief en hoeft dus niet opgenomen te worden. Of een gemeente behoefte heeft aan het in de APV opnemen van dit artikel is heel erg afhankelijk van de plaatselijke situatie. Vanuit de werkgroep' Laatje niet flessen!' is het niet mogelijk om hierover een advies af te geven, omdat er geen algemeen gedeeld probleem op dit terrein is. Wellicht heeft een gemeente een evenement of een gebied waar zich veel alcoholgerelateerde problemen voordoen waarbij de alcohol verkocht wordt vanuit de detailhandel. Een dergelijke gemeente kan dit artikel dan gebruiken om hier een verbod voor sterke of zelfs alle alcoholhoudende drank in te stellen in bepaalde tijdsruimtes. In lid 1 moeten de gebieden en tijdsperioden nadrukkelijk worden vermeld in de verordening en mogen niet worden aangewezen door de burgemeester. Dit omdat de redactie van het betrokken Drank- en Horecawetartikel alleen regeling bij verordening mogelijk maakt en niet krachtens verordening. De burgemeester kan dus geen gebieden aanwijzen.

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET. De raad van de gemeente gelet op (de) artikel (en) 4, eerste tot en met derde lid, (en 25a, 25b, 25c en 25d) van de Drank- en Horecawet; besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening...: ARTIKEL I Na afdeling 8 van Hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening... wordt een afdeling ingevoegd, luidend: AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET Alternatief 1 Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met... uur voor aanvang en eindigende met... uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Alternatief 2 Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op: a. maandag toten met vrijdag na... uur en tot... uur; b. zaterdag na... uur en tot... uur; en c. zondag na... uur en tot... uur. 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens de laatste... uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot... uur na beëindiging van deze activiteiten. 3. Paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals studentenverenigingen, studentensportverenigingen [en dorpshuizen], verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na... uur en tot... uur. 4. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met... uur voor aanvang en eindigende met... uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Alternatief 1 Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging. Alternatief 2 1