Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan het apotheekgedeelte van Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse op 30 april 2019 te Poortvliet Utrecht, juli 2019
Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Onderzoeksvragen 4 1.2 Onderzoeksmethode 4 1.3 Toetsingskader 4 2 Resultaten inspectiebezoek 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Ter hand stellen van geneesmiddelen 7 2.3 Kwaliteit en organisatie 9 2.4 Patiëntendossier 10 2.5 Medicatiebewaking 12 2.6 Monitoring van geneesmiddelengebruik 15 2.7 Medicatiebeoordelingen 17 3 Conclusies en te nemen maatregelen 19 3.1 Conclusie 19 3.2 Te nemen maatregelen 19 3.3 Vervolgacties inspectie 19 3.4 Overzicht van de resultaten 20 DEFINITIEF RAPPORT Pagina 3 van 20
1 Inleiding In het kader van haar toezichthoudende taak heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd op 30 april 2019 opnieuw een bezoek gebracht aan XXXXX, apotheekhoudende huisarts in de huisartspraktijk in Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse, Paasdijkstraat 4 te Poortvliet. Bij het bezoek was eveneens aanwezig XXXXX, apothekersassistente, XXXXX, regiomanager Sofa, XXXXX, beleidsmedewerker Sofa en gedeeltelijk XXXXX, huisarts te XXXXX. Het bezoek is op 15 april 2019 telefonisch en schriftelijk aangekondigd. De aanleiding voor dit follow-up bezoek is dat tijdens het eerste inspectiebezoek op 12 december 2018 het apotheekgedeelte niet bij alle getoetste onderwerpen voldeed aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard. Tijdens het bezoek van 30 april 2019 zijn deze onderwerpen opnieuw beoordeeld. Het rapport is definitief vastgesteld nadat de apotheekhoudende huisarts de gelegenheid heeft gekregen om te reageren op feitelijke onjuistheden in de conceptrapportage. 1.1 Onderzoeksvragen Het doel van het inspectiebezoek is: 1 onderzoeken of patiënten blootgesteld worden aan verhoogde risico s door: a ter hand stellen van geneesmiddelen; b kwaliteit en organisatie; c patiëntendossier; d monitoren van geneesmiddelengebruik en e medicatiebeoordelingen. 2 daar waar nodig het elimineren of beheersen van risico s voor de patiënt. 1.2 Onderzoeksmethode De inspectie selecteert apotheekhoudende huisartsen op grond van diverse criteria. Met behulp van het vigerende instrument voor apotheekhoudende huisartsen worden geselecteerde apotheekhoudende huisartsen bezocht. 1.3 Toetsingskader Het instrument is gebaseerd op risico s die door de inspectie zijn geïdentificeerd op grond van calamiteiten, risico analyses, geldende wet- en regelgeving en de professionele standaard van koepelorganisaties en beroepsverenigingen. Hieronder worden de belangrijkste wetten, normen en richtlijnen genoemd. Wetgeving: Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz); Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG); Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO); Geneesmiddelenwet; Opiumwet; SmPC tekst van diverse geneesmiddelen; NHG-standaarden. Pagina 4 van 20
Multidisciplinaire richtlijnen: Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten 2008 en herijking 2015; Veilige principes in de medicatieketen 2012 en addendum 2014; Richtlijn Polyfarmacie bij ouderen 2012. Professionele standaard: Farmaceutische zorgverlening door apotheekhoudende huisartsenpraktijken, norm 2014 (Beroepsnorm 2014); Richtlijn Medicatiebeoordeling 2013; KNMP Voorschrift Basisinstellingen medicatiebewaking AIS 2015. DEFINITIEF RAPPORT Pagina 5 van 20
2 Resultaten inspectiebezoek 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk leest u hoe het apotheekgedeelte van Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse scoort op de verschillende thema s en onderwerpen. De inspectie beoordeelt de apotheekhoudende praktijk op de thema s: ter hand stellen van geneesmiddelen, kwaliteit en organisatie, patiëntendossier, monitoren van geneesmiddelengebruik en medicatiebeoordelingen. Binnen elk thema worden verschillende onderwerpen getoetst. De score op de onderwerpen wordt weergegeven in,, of. Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse levert zorg aan patiënten in Poortvliet en Scherpenisse. Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse is op werkdagen van 08.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 17.00 uur geopend. Het apotheekgedeelte is geopend op werkdagen van 16.00 tot 17.00 uur. Tevens beschikt de praktijk over een medicatiekluis waar patiënten 24 uur per dag geneesmiddelen kunnen afhalen. Voor patiënten in Scherpenisse is een uitdeelpost aanwezig voor het afhalen van medicatie, namelijk op maandag, woensdag en vrijdag tussen 17.30 en 18.00 uur. Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse levert geen farmaceutische zorg aan patiënten die wonen of verblijven in een WLZ-instelling. In de huisartspraktijk wordt gewerkt met XXXXX. Het apotheekgedeelte van Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse levert aan circa XXXXX zelfstandig wonende patiënten geneesmiddelen in medicatierollen. Tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten worden patiënten wat betreft medische en farmaceutische zorg verwezen naar de huisartsenpost en dienstdoende apotheek in Bergen op Zoom. Pagina 6 van 20
2.2 Ter hand stellen van geneesmiddelen 2.2.1 Ter hand stellen van externe recepten a. Een onafhankelijke assistente controleert bij externe recepten aantoonbaar voor terhandstelling op de juistheid van het etiket: naam patiënt, geneesmiddel, dosering en gebruik. (Beroepsnorm 2014 4.2.1.1/4.2.1.3.) b. Een onafhankelijke assistente controleert externe recepten aantoonbaar voor terhandstelling op het plakken van het juiste etiket op de juiste verpakking. (Beroepsnorm 2014 4.2.1.1/4.2.1.3.) c. De apotheekhoudende huisarts voert een aantoonbare eindcontrole uit op de externe recepten, die omvat of het juiste geneesmiddel in de juiste dosering en met de juiste aanwijzingen of waarschuwingen ter hand is gesteld. (Beroepsnorm 2014 5.1) d. De apotheekhoudende huisarts controleert aantoonbaar de externe recepten uiterlijk op de dag van de terhandstelling, ook op zaterdag en zondag. (Beroepsnorm 2014 5.1) e. De apotheekhoudende huisarts zorgt bij bezorgrecepten dat het eerste uitgifte (EU-)gesprek aantoonbaar wordt uitgevoerd. (Beroepsnorm 2014 4.2.2) Toelichting: a. en b.. Deze onderwerpen voldeden in december 2018 aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard en zijn daarom niet opnieuw beoordeeld. c. Sinds het vorige inspectiebezoek is de werkwijze aangepast. Een extern recept wordt na aanschrijven en klaarmaken gecontroleerd door een tweede assistente, waarna de huisarts rond het middaguur of einde van de dag een eindcontrole doet. Beiden paraferen in het vakje C van de zogenoemde parafenstempel. De bovenste paraaf staat voor de controle door een tweede assistente, de onderste paraaf is van de controlerende huisarts. d. Zie de toelichting bij 2.2.1.c. e. Sinds het vorige inspectiebezoek is afgesproken dat een eerste uitgifte alleen nog kan worden opgehaald in de praktijk en niet in de uitdeelpost of de afhaalautomaat. DEFINITIEF RAPPORT Pagina 7 van 20
2.2.2 Ter hand stellen van recepten in geïndividualiseerde distributievorm (GDV) a. Een onafhankelijke medewerker controleert een nieuw aangemaakt profiel in de distributie- of instellingenmodule aantoonbaar op dezelfde dag. (Beroepsnorm 2014 4.2.6) b. Een onafhankelijke medewerker controleert doorgevoerde wijzigingen in een profiel in de distributie- of instellingenmodule aantoonbaar op dezelfde dag. (Beroepsnorm 2014 4.2.6) c. De apotheekhoudende huisarts voert na het aanmaken van een nieuw profiel in de distributie- of instellingenmodule op dezelfde dag een aantoonbare eindcontrole uit. (Beroepsnorm 2014 4.2.6 en 5.1) d. De apotheekhoudende huisarts voert na het doorvoeren van wijzigingen in het profiel van de patiënt in de distributie- of instellingenmodule op dezelfde dag een aantoonbare eindcontrole uit. (Beroepsnorm 2014 4.2.6 en 5.1) Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x e. Uitsluitend apothekersassistenten passen GDV-verpakkingen aan voor patiënten die zelfstandig medicatie gebruiken met behulp van een GDV. (Beroepsnorm 2014 4.2.6) f. Een onafhankelijke medewerker controleert aantoonbaar alle handmatige aanpassingen van een GDV-verpakking voor patiënten die zelfstandig medicatie gebruiken met behulp van een GDV. (Beroepsnorm 2014 4.2.6) Toelichting: a. Vlak voor het eerste inspectiebezoek was een nieuwe werkwijze geïntroduceerd. Deze werkwijze, waarbij een nieuw profiel of wijziging door een tweede assistente gecontroleerd wordt, kon nog onvoldoende getoond worden aan de hand van verwerkte GDV-recepten. Tijdens het follow-up bezoek is gezien dat de nieuwe werkwijze daadwerkelijk is geïmplementeerd. b. Zie de toelichting bij 2.2.2.a. c. De apotheekhoudende huisarts controleert niet aantoonbaar nieuw aangemaakte profielen in de distributie- of instellingenmodule op de dag van aanmaak. Tijdens het vorige inspectiebezoek controleerde de huisarts aan de hand van het ingevulde formulier Wijzigingsformulier weekdoos/medicatierol patiënt of een profiel in de distributiemodule juist was aangemaakt of gewijzigd. De huisarts controleerde hierbij niet de digitaal ingevoerde gegevens in het profiel in XXXXX. Pagina 8 van 20
Hierdoor ontbreekt een adequate controle op bijvoorbeeld de ingevoerde toedientijden. Deze werkwijze is sinds het vorige inspectiebezoek niet gewijzigd. d. De apotheekhoudende huisarts controleert niet aantoonbaar de wijzigingen in een profiel in de distributie- of instellingenmodule op de dag van wijziging. Zie de toelichting bij 2.2.2.c. e. en f.. Deze onderwerpen voldeden in december 2018 aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard en zijn daarom niet opnieuw beoordeeld. 2.3 Kwaliteit en organisatie a. Een vervaldatumsysteem is aantoonbaar operationeel. (Beroepsnorm 2014 7.1.2) b. De temperatuurmonitoring van farmaceutische koelkasten is aantoonbaar operationeel. (Beroepsnorm 2014 7.1.2) c. De apotheekhoudende huisarts controleert minimaal jaarlijks of bij belangrijke wijzigingen aantoonbaar de instellingen van het AIS aan de hand van het Voorschrift basisinstellingen AIS. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS en (Beroepsnorm 2014 4.1.1) d. De fysieke voorraad van morfineampullen 1 ml = 10 mg en Oxycodon tabletten 10 mg komen overeen met de administratieve voorraad. (Opiumwet, handreiking administratie opiumwetmiddelen KNMP-IGZ, 2016) Toelichting: a. t/m d.. Deze onderwerpen voldeden in december 2018 aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard en zijn daarom niet opnieuw beoordeeld. DEFINITIEF RAPPORT Pagina 9 van 20
2.4 Patiëntendossier 2.4.1 Actualiteit en beschikbaarheid patiëntendossier van incidentele patiënten a. De apotheekhoudende huisarts beschikt bij incidentele patiënten aantoonbaar over een actueel medicatieoverzicht (schriftelijk/elektronisch document) van de "eigen" apotheek. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) Klik2x Klik2x Klik2x b. De apotheekhoudende huisarts bespreekt bij incidentele patiënten het medicatieoverzicht/medicatiegegevens aantoonbaar met de incidentele patiënt. (Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) c. De apotheekhoudende huisarts neemt relevante medicatiegegevens van incidentele patiënten aantoonbaar op in het AIS voor aanschrijven. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) d. De apotheekhoudende huisarts informeert de eigen apotheek van een incidentele patiënt actief schriftelijk over een terhandstelling door het apotheekgedeelte van de praktijk. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) e. De apotheekhoudende huisarts stelt voor patiënten tijdens ANW-uren een medicatieoverzicht beschikbaar aan de waarnemende apotheker. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) Toelichting: a. De apotheekhoudende huisarts beschikt bij incidentele patiënten niet aantoonbaar over een actueel medicatieoverzicht (schriftelijk/elektronisch document) van de eigen apotheek. Volgens opgave komen in de praktijk weinig incidentele patiënten. Kort voor het vorige inspectiebezoek was de werkwijze gewijzigd. Bij incidentele patiënten wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen waarop zij onder andere hun medicatie invullen en eventuele allergieën. Tevens wordt indien mogelijk een medicatieoverzicht opgevraagd bij de eigen huisarts. Een assistente neemt deze informatie over in XXXXX. Deze werkwijze kon tijdens het bezoek aantoonbaar gemaakt worden. Er wordt geen actueel medicatieoverzicht opgevraagd bij de eigen apotheek van de patiënt. Pagina 10 van 20
b. en c.. Deze onderwerpen voldeden in december 2018 aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard en zijn daarom niet opnieuw beoordeeld. d. Sinds het vorige inspectiebezoek informeert de huisarts de eigen apotheek van een incidentele patiënt over een terhandstelling. e.. Dit onderwerp voldeed in december 2018 aan de vigerende wet- en regelgeving en de professionele standaard en is daarom niet opnieuw beoordeeld. 2.4.2 Actualiteit en beschikbaarheid patiëntendossier nieuwe vaste patiënten die wonen of verblijven in een instelling a. De apotheekhoudende huisarts beschikt bij nieuwe instellingspatiënten aantoonbaar over een actueel medicatieoverzicht (schriftelijk/elektronisch document) van de oude apotheek. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) b. De apotheekhoudende huisarts neemt relevante medicatiegegevens van nieuwe instellingspatiënten aantoonbaar voor aanschrijven op in het AIS. (Beroepsnorm 2014 3.2 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) c. De apotheekhoudende huisarts stelt voor instellingspatiënten tijdens ANW-uren een medicatieoverzicht beschikbaar aan de waarnemende apotheker. (Beroepsnorm 2014 3.1 en Richtlijn overdracht van medicatiegegevens) Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x Klik2x DEFINITIEF RAPPORT Pagina 11 van 20
2.5 Medicatiebewaking 2.5.1 Beoordeling en afhandeling medicatiebewakingsignalen reguliere recepten a. De beoordeling en afhandeling van gegenereerde signalen worden aantoonbaar vastgelegd, zodat deze gemakkelijk digitaal oproepbaar zijn. (Beroepsnorm 2014 4.1.4) b. Het AIS/HIS is zodanig ingesteld dat tenminste interacties, contra-indicaties, over-/onderdoseringen en allergieën op de signaallijst worden geprint ongeacht of dit om een 1 e of 2 e uitgifte gaat. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS en Beroepsnorm 2014 4.1.4) Klik2x Klik2x Klik2x c. De apotheekhoudende huisarts controleert aantoonbaar de signaallijst. (Beroepsnorm 2014 5.1) d. De apotheekhoudende huisarts controleert de signaallijst aantoonbaar op de dag van terhandstelling, ook op zaterdag en zondag. (Beroepsnorm 2014 5.1) e. De apotheekhoudende huisarts onderdrukt medicatiebewakingssignalen voor niet langer dan 2 jaar en op basis van onderbouwde argumenten. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS en Beroepsnorm 2014 4.1.2) Klik2x Klik2x Klik2x Toelichting: a. Tijdens het bezoek is gezien dat XXXXX wordt ingevuld, waardoor de beoordeling en afhandeling van signalen vastligt. b. Het AIS/HIS is niet zodanig ingesteld dat tenminste interacties, contra-indicaties, over-/onderdoseringen en allergieën op de signaallijst worden geprint ongeacht of dit om een 1 e of 2 e uitgifte gaat. Na het vorige inspectiebezoek is de werkwijze veranderd. Het niveau van de signalen die op het dagrapport geprint worden staat na het vorige inspectiebezoek op normaal in plaats van ernstig. Het is onduidelijk of door deze instelling tenminste bij eerste en tweede uitgifte alle interacties, contra-indicaties, over- /onderdoseringen en allergieën op het dagrapport worden geprint. Verder is XXXXX zodanig ingesteld dat signalen na 0 maanden weer getoond worden, waardoor ook bij een tweede uitgifte na 15 dagen eventuele signalen weer op het dagrapport worden afgedrukt. Pagina 12 van 20
c. Sinds het vorige inspectiebezoek draait een assistente tussen de middag en na sluitingstijd een dagrapport met daarop de bewakingssignalen. De huisarts parafeert voor zijn controle op het dagrapport en op een aftekenlijst. d. Zie de toelichting bij 2.5.1.c. e. De apotheekhoudende huisarts onderdrukt medicatiebewakingssignalen voor langer dan 2 jaar en/of niet op basis van onderbouwde argumenten. XXXXX is zodanig ingesteld dat dat signalen na 0 maanden weer getoond worden, waardoor ook bij een tweede uitgifte na 15 dagen eventuele signalen weer getoond worden. Verder is het niveau van de signalen die op het scherm worden getoond na het vorige inspectiebezoek op normaal gezet; alleen doseringssignalen staan ingesteld op mild. Signalen die niet binnen deze categorie vallen worden voor onbepaalde tijd onderdrukt en zonder onderbouwing. 2.5.2 Beoordeling en afhandeling medicatiebewakingssignalen GDV-recepten a. Bij geneesmiddelen die in GDV ter hand gesteld worden, worden de beoordeling en afhandeling van signalen gegenereerd bij EU of wijziging aantoonbaar vastgelegd, zodat deze gemakkelijk digitaal oproepbaar zijn. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS, (Beroepsnorm 2014 4.1.4)) b. Het AIS is zodanig ingesteld dat tenminste interacties, contraindicaties, over-/onderdoseringen en allergieën van GDVrecepten op de signaallijst worden geprint ongeacht of dit om een 1 e of 2 e uitgifte gaat. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS) Klik2x Klik2x Klik2x c. De apotheekhoudende huisarts controleert aantoonbaar de signaallijst gegenereerd door de distributie- of instellingenmodule. (Beroepsnorm 2014 5.1) d. De apotheekhoudende huisarts controleert binnen 24 uur aantoonbaar de signaallijst waarop signalen van GDVmutaties staan. (Beroepsnorm 2014 5.1) e. De apotheekhoudende huisarts onderdrukt medicatiebewakingssignalen gegenereerd door de distributieof instellingenmodule voor niet langer dan 2 jaar en op basis van onderbouwde argumenten. (KNMP voorschrift basisinstellingen medicatiebewaking AIS en Beroepsnorm 2014 4.1.2) Klik2x Klik2x Klik2x DEFINITIEF RAPPORT Pagina 13 van 20
Toelichting: De onderstaande toelichting heeft betrekking op de medicatiebewaking rondom GDV recepten met XXXXX. a. Zie de toelichting bij 2.5.1.a. b. Het AIS is niet zodanig ingesteld dat tenminste interacties, contra-indicaties, over- /onderdoseringen en allergieën van GDV-recepten op de signaallijst worden geprint ongeacht of dit om een 1 e of 2 e uitgifte gaat. Alleen bij GDV-geneesmiddelen die voor het eerst worden voorgeschreven worden medicatiebewakingssignalen gegenereerd. Bij een tweede of vervolguitgifte voor geneesmiddelen in de distributiemodule komen geen signalen meer als er niets gewijzigd is. Na het vorige inspectiebezoek is het niveau van de signalen die op het dagrapport geprint worden op normaal in plaats van ernstig gezet. Het is onduidelijk of door deze instelling tenminste bij eerste en tweede uitgifte alle interacties, contraindicaties, over-/onderdoseringen en allergieën op het dagrapport worden geprint. c. Zie de toelichting bij 2.5.1.c. d. Zie de toelichting bij 2.5.1.c. e. De apotheekhoudende huisarts onderdrukt medicatiebewakingssignalen gegenereerd door de distributie- of instellingenmodule voor langer dan 2 jaar en/of niet op basis van onderbouwde argumenten. Alleen bij GDV-geneesmiddelen die voor het eerst worden voorgeschreven worden medicatiebewakingssignalen gegenereerd. Bij een tweede of vervolguitgifte voor geneesmiddelen in de distributiemodule komen geen signalen meer als er niets gewijzigd is. Verder is het niveau van de signalen die op het scherm worden getoond na het vorige inspectiebezoek op normaal gezet, voor doseringen op mild. Signalen die niet binnen deze categorie vallen worden voor onbepaalde tijd onderdrukt en zonder onderbouwing. Pagina 14 van 20
2.6 Monitoring van geneesmiddelengebruik 2.6.1 Monitoring op basis van labwaarden a. Bij patiënten >70 jaar die 0,25 mg digoxine gebruiken is de nierfunctiewaarde aanwezig in het patiëntdossier en deze is niet ouder dan 1 jaar. (Beroepsnorm 2014 3.2 en SmPC digoxine 4.2 en 4.4) b. Bij patiënten >70 jaar die 0,25 mg digoxine gebruiken is de kaliumspiegel aanwezig in het patiëntdossier en deze is niet ouder dan 1 jaar. (Beroepsnorm 2014 3.2 en SmPC digoxine 4.2 en 4.4) Toelichting: a. en b.. Deze onderwerpen zijn niet beoordeeld omdat ten tijde van het inspectiebezoek geen patiënten bekend waren die ouder zijn dan 70 jaar en digoxine 0,25 mg gebruiken. 2.6.2 Monitoring bij Non-vitamin K antagonist oral anticoagulants (NOAC s) a. De apotheekhoudende huisarts controleert bij eerste uitgifte van een NOAC de nierfunctiewaarde (egfr). (SmPC tekst apixaban, rivaroxaban en dabigatran) Klik2x Klik2x Klik2x Toelichting: a. De apotheker controleert bij eerste uitgifte van een NOAC niet de nierfunctiewaarde (egfr). Sinds het vorige inspectiebezoek wordt bij een eerste uitgifte van een NOAC de aanwezigheid van een nierfunctiewaarde in het patiëntendossier opgezocht. Een controle van de nierfunctiewaarde ontbreekt. Wanneer geen nierfunctiewaarde in het dossier aanwezig is, wordt een labformulier gemaakt om de nierfunctiewaarde te laten bepalen; de NOAC wordt wel ter hand gesteld. Verder wordt de patiënt aangemeld bij de SHL voor een jaarlijkse bepaling van de nierfunctie. DEFINITIEF RAPPORT Pagina 15 van 20
2.6.3 Aanvullende controle bij risicogeneesmiddelen met een zwangerschap preventie programma (ZPP) a. Voor vrouwen tussen 15 en 55 jaar die isotretinoïne gebruiken is vastgesteld dat een getekende informed consent aanwezig is. (SmPC isotretinoïne, Zwangerschapspreventieprogramma) b. Voor vrouwen die isotretinoïne gebruiken wordt voldaan aan de volgende eisen van het Zwangerschapspreventieprogramma (ZPP), te weten: - maximaal 30 dagen per voorschrift; - voorschrift is maximaal 7 dagen oud bij verwerking door het apotheekgedeelte van de praktijk. (SmPC tekst isotretinoïne, Zwangerschapspreventieprogramma) In het apotheekgedeelte van de praktijk is in de afgelopen 6 maanden geen isotretinoïne ter hand gesteld aan vrouwen tussen 15 en 55 jaar. Toelichting: a. en b.. Deze onderwerpen zijn tijdens het inspectiebezoek niet beoordeeld omdat de afgelopen periode geen isotretinoïne ter hand is gesteld aan vrouwen van 15 tot 55 jaar. 2.6.4 Aanvullende controle bij recepten voor kinderen a. Bij recepten voor kinderen <12 jaar is het gewicht én minimaal één aantoonbare (handmatige) berekening door een apothekersassistente aanwezig. (Beroepsnorm 2014 4.2.1.1 en 4.2.1.2) Pagina 16 van 20
Toelichting: a. Tijdens het vorige inspectiebezoek bleek dat de werkwijze recent was gewijzigd. Bij recepten voor kinderen wordt nog tijdens het voorschrijven/aanschrijven in XXXXX het Kinderformularium geraadpleegd. Alleen op externe recepten werd een berekening vastgelegd. Nu is gezien dat interne recepten voor kinderen geprint worden, waarna de gegevens van de berekening uit het Kinderformularium op de print worden vastgelegd. Bij externe recepten wordt eveneens een handmatige berekening op het recept genoteerd. 2.7 Medicatiebeoordelingen a. De apotheekhoudende huisarts voert in 2018 medicatiebeoordelingen uit conform de Multi Disciplinaire Richtlijn Polyfarmacie. (MDR Polyfarmacie) Klik2x Klik2x Klik2x b. De apotheekhoudend huisarts selecteert patiënten voor medicatiebeoordelingen op basis van: - leeftijd van 65 jaar of ouder, - vijf of meer chronische geneesmiddelen en - tenminste een van de volgende risicofactoren: wonend in zorginstelling; verminderde nierfunctie (egfr < 50 ml/min/1,73 m 2 ); verminderde cognitie; verhoogd valrisico; signalen van verminderde therapietrouw. (MDR Polyfarmacie Inleiding) c. Bij de medicatiebeoordelingen is de patiënt aantoonbaar betrokken geweest bij de farmacotherapeutische anamnese in een gesprek. (Beroepsnorm 2014 4.3.2) d. Bij de medicatiebeoordelingen is de apotheekhoudende huisarts en een apotheker betrokken geweest bij het opstellen van het behandelplan in een gesprek. (Beroepsnorm 2014 4.3.2) Toelichting indien van toepassing: a. De apotheekhoudende huisarts heeft het afgelopen jaar niet aantoonbaar medicatiebeoordelingen uitgevoerd volgens een groeimodel of heeft deze niet conform de Multi Disciplinaire Richtlijn Polyfarmacie uitgevoerd. Tijdens het eerste inspectiebezoek is gebleken dat in 2018 geen medicatiebeoordelingen zijn uitgevoerd. Er was in 2018 gestart met een samenwerking met een apotheker van de SOFA. De benodigde informatie voor een DEFINITIEF RAPPORT Pagina 17 van 20
eerste medicatiebeoordeling was medio december 2018 bij deze apotheker aangeleverd. Deze werkwijze heeft geen vervolg gekregen. Sinds het vorige inspectiebezoek werkt de huisarts samen met apotheekhoudende huisarts XXXXX, die een aanvullende opleiding voor het doen van medicatiebeoordelingen heeft gevolgd. Op deze wijze heeft de huisarts inmiddels twaalf medicatiebeoordelingen afgerond. Overeenkomstig de MDR Polyfarmacie en de beroepsnorm dient echter een apotheker bij de medicatiebeoordelingen betrokken te worden. b. t/m d.. Deze onderwerpen zijn niet beoordeeld omdat in 2018 geen medicatiebeoordelingen zijn uitgevoerd. 2.8 Overige onderwerpen Tijdens het inspectiebezoek is ook gesproken over de uitdeelpost in Scherpenisse en de verantwoordelijkheid van de huisarts om dit op verantwoorde wijze te regelen, met name wat betreft opslag- en bewaarcondities en toegankelijkheid. Na het vorige bezoek zijn vele verbeteringen doorgevoerd. De nieuwe werkwijzen zijn vastgelegd in werkinstructies. Deze werkinstructies zijn echter niet opgenomen in het aanwezige kwaliteitssysteem. Pagina 18 van 20
3 Conclusies en te nemen maatregelen 3.1 Conclusie Apotheekhoudende huisartspraktijk Medisch Centrum Poortvliet Scherpenisse voldoet nog niet bij alle getoetste onderwerpen aan de geldende wet- en regelgeving en de professionele standaard. Dit geeft een risico op onverantwoorde zorg en gezondheidsschade voor de patiënt. 3.2 Te nemen maatregelen De inspectie verwacht dat de apotheekhoudende huisarts met hulp van de Sofa adequate maatregelen neemt, zodat binnen zes weken voldaan wordt aan de geldende wet- en regelgeving en de professionele standaard en de risico s voor de patiëntveiligheid worden geëlimineerd of beheerst. 3.3 Vervolgacties inspectie De inspectie vertrouwt erop dat de apotheekhoudende huisarts met hulp van de Sofa adequate maatregelen neemt. De apotheekhoudende huisartspraktijk wordt in dit kader niet opnieuw bezocht. DEFINITIEF RAPPORT Pagina 19 van 20
3.4 Overzicht van de resultaten Voldoen Voldoen Niet niet beoordeeld (volledig) 1 Ter hand stellen van externe recepten (5 onderwerpen) 3 2 2 Ter hand stellen van recepten in geïndividualiseerde distributievorm (GDV) (6 onderwerpen) 2 2 2 3 Kwaliteit en organisatie (4 onderwerpen) 4 4 Actualiteit en beschikbaarheid patiëntendossier van incidentele patiënten (5 onderwerpen) 1 1 3 5 Actualiteit en beschikbaarheid patiëntendossier nieuwe vaste patiënten die wonen of verblijven in een instelling (3 onderwerpen) 3 6 Beoordeling en afhandeling medicatiebewakingsignalen reguliere recepten (5 onderwerpen) 3 2 7 Beoordeling en afhandeling medicatiebewakingsignalen GDV-recepten (5 onderwerpen) 3 2 8 Monitoring op basis van labwaarden (2 onderwerpen) 2 9 Monitoring bij Non-vitamin K antagonist oral anticoagulants (NOAC s) (1 onderwerp) 1 10 Aanvullende controle bij risicogeneesmiddelen met een Zwangerschap Preventie Programma (ZPP) (2 onderwerpen) 2 11 Aanvullende controle bij recepten voor kinderen (1 onderwerp) 1 12 Medicatiebeoordelingen (4 onderwerpen) 1 3 Pagina 20 van 20