Verslag bijeenkomst Platform Zorg voor het leven, 23 januari 2015, Veenendaal Inleiding Welke invloed kunnen leden van het Platform Zorg voor het leven hebben op het euthanasiedebat? Rondom die vraag kwamen zo n 25-30 vertegenwoordigers van de Platform-leden bij elkaar. In de inleiding stonden we stil bij de kracht van de frames die er rondom euthanasie bestaan. Iedereen associeert euthanasie met de goede dood, of met de beste vorm van waardig sterven. Dergelijke beelden drukken ervaringen rondom natuurlijk sterven naar de zijlijn. Dat wordt als armoe ervaren. In de inleiding stonden we ook stil bij de ervaring die velen van de deelnemers hadden: als christen word je minder serieus genomen in het debat, zeker als je bij je argumentatie verwijst naar religieuze waarden en/of de Bijbel. Als recent voorbeeld werd een essay van Paul Lieverse in Trouw aangehaald ( Palliatieve zorg. Het zachte alternatief voor euthanasie, 10 januari 2015). De reacties op zijn artikel zijn zowel positief als negatief, maar op de website van Trouw overheersten de negatieve reacties, met name nadat Paul Lieverse was ontmaskerd als christen. Opdracht/werkvorm 1 We startten de ochtend met twee opdrachten: allereerst dachten we samen na over nieuwe begrippen voor de goede dood en waardig sterven. Expliciet werd benoemd dat we daarin zo vrij mogelijk mochten zijn. Met andere woorden: we hoefden ons geen zorgen te maken over de mogelijke effecten van het taalgebruik als dat ook daadwerkelijk in publieke debatten zou worden gebezigd. Dat leverde een aantal sterke suggesties op. Voor de goede dood werden alternatieven benoemd als: - Plofdood - Hulpdood
- Angstdood - Agendadood In plaats van het woord goede zouden onder meer de volgende bijvoeglijke naamwoorden beter op zijn plaats kunnen zijn: - Technische dood - Onnatuurlijke dood - Vroegtijdige dood - Afgedwongen dood - Geregisseerde dood - Kunstmatige dood Voor het begrip waardig sterven kwamen ook alternatieven, zoals: - Onvoltooid sterven - Gekunsteld sterven - Abnormaal sterven Er werd kort stilgestaan bij de vraag hoe de dood die níet door euthanasie wordt veroorzaakt moet worden genoemd. Is natuurlijk sterven of de natuurlijke dood bruikbaar? Andere suggesties waren: - Biologische dood - Menselijke dood - Rustige dood - Ongedwongen sterven Opdracht/werkvorm 2 De oefeningen rondom het taalgebruik en de discussies die deze opriepen, waren bedoeld om ons in de stemming te krijgen voor de tweede werkvorm. Hiervoor werden grote vellen papier op vier tafels gelegd, samen met gekleurde stiften. Rondom iedere tafel zaten zo n 6-8 mensen. Iedereen werd uitgenodigd na te denken over de vraag hoe het standpunt over euthanasie in een korte kreet of korte soundbite kon worden samengevat. Ter stimulans werd voorgehouden: stel we gaan nu naar het Malieveld in Den Haag om méér aandacht te vragen voor de niet-euthanasiedood, wat staat er dan op onze spandoeken? Dat leverde een dusdanige hoeveelheid prachtige vondsten op dat het
te jammer is om daarin te selecteren. Daarom hieronder op pagina 5 en 6 de vier grote vellen in hun geheel. Daaronder pagina 6 en 7 hebben we een kleine selectie opgenomen, met een aantal opvallende citaten. Cruciaal element in deze werkvorm is dat de groepjes mensen om de 6-8 minuten van tafel verwisselen. Deze beweging werd tweemaal uitgevoerd. Daardoor werd de creativiteit verder aangewakkerd en borduurde het ene groepje voort op de gepresenteerde slogans van de voorgangers. Conclusie Op basis van de discussies én de resultaten van beide werkvormen trekken we één duidelijke conclusie: een debat dat uitsluitend over euthanasie gaat, is een debat dat tekort schiet. Om recht te doen aan de thematiek, moet het debat verbreden. Daartoe moeten wij, vanuit het Platform, het initiatief nemen. Er moet zowel een link gemaakt worden met de periode die aan het sterven (euthanasie of niet) vooraf gaat (daarmee wordt de gehele palliatieve fase van het ziekbed bedoeld: de periode vanaf dat duidelijk is dat de ziekte ongeneeslijk is) als ook met de effecten van het sterven (euthanasie of niet) op de samenleving. Door te hameren op de noodzaak de discussie te verbreden, hopen we te bereiken dat de discussie verschuift. Nu draait de discussie sterk om wetgeving en procedure. In de verschuiving komt meer aandacht voor de (maatschappelijke en persoonlijke) waarden die rondom het sterven geraakt worden. Mogelijke thema s die hierbij eerder dan nu het geval is aan de orde zullen komen zijn bij voorbeeld de rol van eenzaamheid onder zieken, de mate waarin zij zich tot last voelen of de mate waarin een euthanasiedood invloed heeft op de ervaren waarde van het leven. Het zou een verrijking van het debat zijn als ook voorstanders van euthanasie verleid worden uitspraken te doen over de effecten van euthanasie op de samenleving en over de relatie tussen euthanasie en de daaraan voorafgaande periode. Daarmee zou een zinvolle dialoog kunnen ontstaan. Mogelijk vervolg intern De bijeenkomst op 23 januari mag gezien worden als het startpunt van een nieuw elan voor het Platform. De conclusie die we getrokken hebben uit die dag, namelijk dat het euthanasiedebat ingekaderd moet worden in een breder perspectief, heeft recht op een vervolg. Er zou op termijn een nieuwe bijeenkomst kunnen komen waarbij de partijen die nu ook betrokken waren verder gaan met de conclusie van de eerste bijeenkomst. Met wederom creatieve en inspirerende werkvormen zou gewerkt kunnen worden rondom vragen als: Hoe krijgen we ons standpunt dat euthanasie niet los gezien mag en kan worden van onze samenleving en de tekortkomingen daarin, sterker voor het voetlicht? Hoe kunnen de participerende partijen in het Platform (o.a. NPV, ChristenUnie, SGP, CMF, Schreeuw om leven, RMU en Christenvrouw) concreet invulling geven aan het verspreiden van dat standpunt? Wat ligt in ons bereik, welke middelen zijn voorhanden, welke vorm gaan we vinden en inzetten? Hoe bereiken we de tegenstander op een manier die de dialoog mogelijk maakt op basis van dat brede perspectief van de samenleving?
Het behoeft vast geen uitleg dat wij als Bureau MORBidee een dergelijke bijeenkomst graag verzorgen, vanuit professionele, maar zeker ook vanuit persoonlijke betrokkenheid. If you want to go fast, go alone If you want to go further, go together (Afrikaans gezegde) Mogelijk vervolg extern Er valt te overwegen het gedachtegoed, zoals 23 januari is besproken, te vertalen in een publiciteitscampagne, waarbij de leden van het Platform (in eerste instantie) via social media advertenties verspreiden. Enkele concepten staan op pagina 8 en 9. De campagne sluit aan bij het besef dat het in het debat over het levenseinde van groot belang blijkt om niet zozeer inhoudelijk argumenten, maar ook emoties over te brengen. In de concepten is letterlijk geput uit de prachtige creatieve vondsten die door de deelnemers zijn geponeerd op de vier vellen die tijdens werkvorm 2 zijn gebruikt. De Platform-leden zouden de advertenties vrijelijk kunnen verspreiden via bij voorbeeld Twitter of Facebook. Ook zouden ze op eigen websites kunnen worden gezet. Mocht voor de campagne worden gekozen, dan is het noodzakelijk (rechtenvrije) foto s te vinden, te kopen of te laten maken. Er is nu, ten bate van het concept, geput uit willekeurige foto s die via Google Afbeeldingen zijn gevonden. Aan de advertenties kan uiteraard een afzender de naam en/of het logo van het Platform worden toegevoegd. Hengelo, 26 januari 2015 Mariska Overman en Rob Bruntink Bureau MORBidee is een samenwerkingsverband tussen Mariska Overman en Rob Bruntink. Onze initialen plus het woord 'idee' vormen de naam van ons bureau. Wij zijn een kenniscentrum over het levenseinde. Communicatie in de vorm van teksten, workshops, producten en begeleiding is onze specialiteit. Online zijn wij hier te vinden: www.bureaumorbidee.nl Via mail zijn wij te bereiken op: bureaumorbidee@gmail.com Telefonisch spreek je ons via: 06-55527290 (Rob) of 06-24572714 (Mariska)
De vier vellen:
Een selectie van slogans/ soundbites :