addendum Werkplan 2013 bkkc inzake inzet impulsgelden



Vergelijkbare documenten
Op weg naar een weerbaar cultuursysteem

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie

Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

Verbinding tussen talenten in het kunstvakonderwijs en het culturele veld vergroot de kans op het slagen van talent.

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

PEILING MET ALTERNATIEVEN

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

6) Cultuur en erfgoed

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur stadsdeel Oost 2017 (2016, Z ) gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d.

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Relatie met het coalitieakkoord/collegewerkprogramma/eerder aangenomen moties en gedane toezeggingen:

Cultureel Perspectief in Rijswijk

Onderwerp: evaluatie Stuurgroep Toerisme en Recreatie en planvorming 2009

Naar een passend en toekomstbestendig Poppodium Volt

SAMENWERKING CULTUUR OOST-NEDERLAND

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur Stadsdeel Oost 2019, gemeente Amsterdam

Stel je eens. I- VSBfonds - Historie Casus A: Adviezen bij fondsenwerving. I- Specifiek bij VSBfonds II- Algemeen

Er van uitgaande... CULTUURPROFIEL ZUID-NEDERLAND. Deel II Ambities en prioriteiten. Ten behoeve van Cultuurnota

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Heeft u besloten om het erfgoed object waaraan u bent verbonden te verduurzamen, bijvoorbeeld middels duurzame energieopwekking of -besparing?

De kunst van samen vernieuwen

Plan gemeente Utrecht en Provincie Utrecht

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Discussiestuk ten behoeve van vaststelling nadere criteria bewonersinitiatieven

Provinciale Staten van Noord-Holland

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Werkwijze en criteria activiteiten en evenementen Zwollefonds

FONDSENWERVING EN FINANCIERING

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

Aanvraagformulier Culturele Projecten 2018-I

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan november 2015

Inleiding. ADVIES C10, oktober Inhoudsopgave

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag Minimumbedrag 0

De motor van de lerende organisatie

Voorstel voor de Raad

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

NOTA VAN UITGANGSPUNTEN. Op weg naar nieuw beleid amateurkunsteducatie. voor de periode

Investeer in cultuur, juist nu!

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

Platformtaak volgens gemeente

Leergang Leiderschap voor Professionals

SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Ontwerpvoorstel aan de raad

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

PS2009MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

BRABANTSTAD MAAKT HET. Een innovatieve culturele regio als geen ander. Concept-Regioprofiel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

REGELING PROJECTSUBSIDIES KUNST EN CULTUUR

Reglement Stadsmarketingfonds

Stellingen Provinciale Staten

FONDSENWERVING EN FINANCIERING

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. Datum 23 oktober 2014 Betreft uitwerking brief talentontwikkeling

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

1. Aanpak beoordeling Regionale en Innovatieve Projecten door RGA

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Convenant Vereniging Toeristisch Platform Apeldoorn en Gemeente Apeldoorn

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Nieuwe kans op extra instroom

nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda

Visie muziekonderwijs en beeldende vorming Terneuzen

Profielschets van gemeentesecretaris/algemeen directeur bij de gemeente Schiedam

Raadsstuk. Onderwerp: Vaststellen verordening : Stimuleringslening Duurzame Stedelijke Vernieuwing Haarlem BBVnr: 2016/397219

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur

Contouren Tweejarige subsidies en Projectsubsidies Innovatie Amsterdams Fonds voor de Kunst, in het kader van het Kunstenplan

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Oplegvel Collegebesluit

Algemene beleidsregels eenmalige subsidies kunst en cultuur

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

FORMAT TUSSENRAPPORTAGE CULTUURARRANGEMENT DEEL A: VERANTWOORDING GEMEENTE: Dalfsen JAAR: 2014

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis

Subsidieregeling toeristische evenementen

Iedereen doet mee Geleerde lessen

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Provinciale Staten van Noord-Holland

Auditrapportage Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Goed project maar geen geld? Fonds1818 helpt!

Criteria sponsoringsaanvraag

Algemene beleidsregels eenmalige subsidies kunst en cultuur

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

RAADSVOORSTEL. TITEL Toekomstgerichte media-agenda

Transcriptie:

Motor voor vernieuwing addendum Werkplan 2013 bkkc inzake inzet impulsgelden Aanleiding Bij de behandeling van de voorjaarsnota 2012 hebben Provinciale Staten besloten om 6 miljoen in te zetten voor de versterking van de infrastructuur professionele kunsten voor de periode 2013-2016 (verder impulsgelden genoemd). In haar vergadering van 1 februari 2013 heeft de Commissie Cultuur & Samenleving (Cie CS) besloten om de middelen voor 2013 vrij te geven. Over vrijgave van de middelen voor 2014-2016 neemt de Cie CS voor het zomerreces een beslissing. Die beslissing zal afhangen van de mate van verknoping die de ingezette middelen voor 2013 hebben met de provinciale visie op cultuur in Brabant die beschreven wordt in de Cultuuragenda van Brabant. In hun besluitvorming van 1 februari j.l. hebben de Staten zich gebaseerd op een notitie waarin o.a. een bestedingsvoorstel is gedaan voor de inzet van de impulsgelden. In deze notitie zijn adviezen van de Adviescommissie Kunsten, bkkc en de C10 meegenomen. Impulsgelden & Verdeelsubsidies Naast de impulsgelden zijn er ook nog de gelden beschikbaar binnen de verdeelsubsidieregeling van het bkkc. In het door de Provincie goedgekeurde werkplan van bkkc voor 2013 is hierover vastgelegd dat de inzet van de voorheen voor verdeelsubsidies beschikbare middelen zal worden afgestemd op de inzet van de impulsgelden. Budget 2013 In nauw onderling overleg hebben bkkc en Provincie is besloten de aan bkkc verstrekte activiteitensubsidie te verhogen met de beschikbare middelen ( 1,25 miljoen impulsgelden en 0,9 miljoen verdeelsubsidiegelden, samen 2,15 miljoen). Hierdoor kan gewerkt worden met een bestaande bestedingssystematiek die: beantwoordt aan de door de Provincie geformuleerde doelstellingen; de middelen op zo kort mogelijke termijn effectief in het veld kan laten landen en tijdig inzicht geeft in de effecten ervan; zich verzekerd weet van een zo breed mogelijk draagvlak in de culturele sector. Er is gekozen voor een route waarbij de subsidie aan bkkc beschikbaar worden gesteld op basis van een addendum op het werkplan 2013, waarin bkkc de inzet van middelen operationaliseert. Doel Centrale doelstelling van de inzet van de impulsgelden is vernieuwing van de positionering van de culturele sector in het maatschappelijke krachtenveld, in de overtuiging dat een dergelijke vernieuwing uiteindelijk bijdraagt aan artistieke vernieuwing en een nieuwe context creëert voor het gesprek over de financiering van cultuur. Daarmee worden noodzakelijke stappen gezet in het proces dat uiteindelijk borging in de Cultuur Agenda van Brabant mogelijk moet maken. De systematiek stuurt op een vraaggerichte in plaats van een aanbodgerichte oriëntatie. Dat vraagt om ondernemerschap en leidt tot het verminderen van de financiële afhankelijkheid van de overheid; nieuwe allianties binnen maar ook buiten het culturele veld. Daardoor wordt kennis ontsloten en gedeeld en worden risico s en rendementen gespreid; grotere zichtbaarheid van het culturele veld en zo vergroting van het maatschappelijke draagvlak. Voor 2013 zetten we daarbij vooral in op het versterken van ondernemerschap, het delen van kennis en het aangaan van allianties. Nieuwe instrumenten 2013 is een proeftuin: een jaar om te experimenteren. Om innovatie in het culturele veld mogelijk te maken is het nodig dat de overheid ook kritisch naar haar eigen opereren kijkt. Vernieuwing heeft een regelvrije ambiance nodig. Het doel mag dan bekend zijn, de precieze uitkomst is dat Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 1 van 6

niet en de weg er naartoe dus ook niet. Om goed met deze onzekerheden te kunnen omgaan zijn heldere afspraken nodig over de kaders waarbinnen gewerkt wordt. Over deze afspraken tussen provincie, bkkc en het culturele veld vindt in 2013 constant afstemming plaats. Uitgangspunt daarbij is de inzet van een nieuwe set instrumenten om de beoogde vernieuwing te bewerkstelligen. bkkc heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking om duurzame resultaten en een multiplier van de beschikbare middelen te realiseren: Innovatie Prestatie Contract (IPC model) Organisaties uit verschillende domeinen werken samen om tot nieuwe activiteiten, projecten of diensten te komen. De deelnemende partijen beschrijven zelf de innovatie waaraan ze willen werken, wat moet uitmonden in concreet benoemde resultaten: nieuwe en vernieuwende activiteiten die gedeeld kunnen worden en de deelnemers en het culturele veld zo verder helpen. Er is sprake van cofinanciering door de deelnemende partijen. De impulsgelden zijn een bijdrage om de start van een initiatief mogelijk te maken. Vraaggestuurde projectfinanciering Private partijen (particulieren, bedrijfsleven) leggen de financiële basis voor interessante activiteiten, waardoor niet alleen cofinanciering ontstaat maar ook draagvlak. Maker(s) en de afnemer(s) investeren samen in goede en gerichte promotie en marketing om het project bekend te maken bij potentiële financiers. Crowdfunding kan daarbij een relevant instrument zijn: het maakt ondersteuning voor Brabantse projecten door particulieren en bedrijven uit heel Nederland mogelijk. De financiering is transparant; de bijdragen van publiek, presentatie-instellingen, overige instellingen, fondsen, bedrijven en co-financiers zijn duidelijk herkenbaar en voor iedereen inzichtelijk. Commitment van de een lokt het commitment van de ander uit. Impulsgelden worden in 2013 gebruikt ter aanvulling van de private financiering en gaan het aan private middelen beschikbaar gekomen bedrag nooit te boven. Tegenprestaties Er zal altijd gekeken worden of (een deel van) de investeringen terug kunnen vloeien ten behoeve van toekomstige trajecten. Dit kan middels royalty-afspraken of andere arrangementen waarbij rendementen gedeeld worden, door het terugbetalen van bij wijze van lening beschikbaar gestelde bedragen (microkredieten, studieleningen en, wellicht, bedrijfsmatige kredieten die mogelijk zijn gemaakt door garanties via een mede uit de impulsgelden te financieren borgstellingsfonds) of doordat deelnemers diensten leveren in natura bijvoorbeeld in de vorm van een optreden of bijdrage aan workshops. Deze instrumenten kunnen naast en aanvullend op elkaar worden ingezet. Altijd zal daarbij worden gestreefd naar een op een voor ieder voorstel instrumenteel maatpak waarbij rekening wordt gehouden met wensen en mogelijkheden van deelnemende makers en instellingen. Kamers Om de impulsgelden in te zetten in lijn met het in de Staten-notitie beschreven bestedingsvoorstel is in overleg tussen Provincie, Staten, bkkc en cultureel veld een zestal aandachtsgebieden benoemd: Talentontwikkeling ( 300.000 impulsgelden, 300.000 voorheen verdeelsubsidies) Coproductie ( 350.000 impulsgelden, 150.000 voorheen verdeelsubsidies) Sector Beeldcultuur ( 400.000 impulsgelden) Sector Dans ( 200.000 impulsgelden) Omgevingskwaliteit ( 300.000 voorheen verdeelsubsidies) Collectieve marketing ( 150.000 voorheen verdeelsubsidies) Door extra focus op deze ontwikkelgebieden te leggen kan hier de gewenste vernieuwing plaatsvinden. De aandachtsgebieden kunnen worden beschreven als kamers van een cultuurhuis: iedere kamer heeft zijn eigen functie, maar de kracht van het huis wordt bepaald door de samenhang tussen de kamers; iedere kamer is een afgebakende ruimte, maar de wanden zijn flexibel en er zijn mogelijkheden om doorbraken te realiseren. Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 2 van 6

Talentontwikkeling De Provincie hecht veel waarde aan de ontwikkeling van haar talenten. Talenten zorgen voor een bloeiend cultureel en economisch klimaat en dragen bij aan de (internationale) uitstraling en positionering van Brabant. Investeren in talenten geeft de provincie smoel: het verbetert het woon- en werkklimaat en versterkt het imago van de provincie. De basis: Geen talenten in de top zonder een stevige basislaag. Het doel van programma s en projecten in deze laag is om de kloof tussen het kunstvakonderwijs en de professionele beroepspraktijk te dichten. Dit door talenten zichtbaar te maken op lokale en regionale podia, in combinatie met programma s die, naast vakmanschap, het ondernemerschap stimuleren en de talenten leren meer vraaggericht te werken. De verantwoordelijkheid voor deze programma s ligt bij gezamenlijke Brabantse culturele instellingen op zowel gemeentelijk als provinciaal niveau ondersteund door de gemeenten (B5). De top: Het format voor de ontwikkeling van talenten in de top richt zich op het individu. Het doel is deze zogenaamde toptalenten zo te ontwikkelen dat zij na afloop van een traject in staat zijn zelfstandig en professioneel te opereren in de beroepspraktijk. De Brabantse culturele organisaties bepalen in gezamenlijkheid in welke talenten op welke manier geïnvesteerd gaat worden. Met behulp van de loopbaaninstrumenten van bkkc en de aanwezige kennis in het culturele veld, wordt per talent een individueel, op maat gemaakt ontwikkeltraject uitgestippeld. Startpunt is het talent, niet de organisatie die een rol wil spelen in de ontwikkeling ervan. Per traject worden werkafspraken gemaakt met de relevante partijen en aangewezen coaches. Coproductie Instellingen worden uitgedaagd om in allianties inhoud te geven aan hun gezamenlijke ambities. Uitgangspunt hierbij is dat de driehoek publiek producent presentatie-instelling door deze nieuwe manier van produceren en presenteren de lijn van producenten en presentatie-instellingen met het publiek versterkt, door: meer vraag- in plaats van aanbodgericht te werken; het binden van een publiek centraal te stellen; ruimte te creëren voor ontwikkeling van innovatieve concepten, nieuwe financieringsmodellen en allianties met maatschappelijke domeinen; producenten en presentatie-instellingen samen verantwoordelijk te maken voor een effectieve afstemming tussen vraag en aanbod en voor publieksopbouw. Vanuit de impulsgelden kunnen daarnaast producties van individuele makers, kunstenaars, filmmakers, muzikanten worden ondersteund, mits er een aantoonbaar publiek c.q. maatschappelijk draagvlak is. Sector Beeldcultuur Beeldcultuur in Brabant heeft een (inter)nationale allure. Het domein van de Brabantse beeldcultuur is niet alleen groot, maar ook zeer divers: autonome beeldende kunst, vormgeving, de audiovisuele-sector (AV-sector), maar ook toegepaste architectuur, games, media en design. Het is een sector die bijna van nature samenwerking zoekt met andere maatschappelijke domeinen zoals (vrijetijds)economie, ruimtelijke ordening, erfgoed en onderwijs. Met de impulsgelden voor beeldcultuur wordt geïnvesteerd in bovenlokale productie- en presentatieplekken van waaruit aan talentontwikkeling en innovatie wordt gewerkt. Ze worden daarbij aangesproken op een viertal criteria: zichtbaarheid: makers en instellingen worden uitgedaagd om hun product zo gericht mogelijk aan een zo groot mogelijk publiek te tonen en zo inzichtelijk te maken hoe de samenleving via de Provincie in kunst investeert; cofinanciering: van aanvragers wordt een eigen bijdrage verwacht én een inspanning om alternatieve financieringsbronnen aan te boren en andere (markt)partijen bij hun product te betrekken; innovatie: alleen vernieuwende pilotprojecten worden gesteund die niet tot de tot nu toe reguliere activiteiten van de aanvrager behoren; Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 3 van 6

samenwerking: gezocht wordt naar projecten waarin het kunstenveld samenwerkt met andere maatschappelijke sectoren en die zo zorgen voor een bredere inbedding van de beeldcultuur in Brabant. Sector Dans De focus bij de dans ligt op het voorbereiden van een toekomstige aansluiting bij het landelijke en internationale circuit. Daarbij moet behalve aan de artistieke verantwoording ook en vooral aandacht worden gegeven aan de opbouw van een danspubliek. Ieder niveau van ontwikkeling vraagt om een specifieke aanpak waarin producenten, programmeurs en festivals en podia een verantwoordelijkheid hebben. Een duurzaam en gezond dansklimaat is gebaat bij een zekere dynamiek: pluriformiteit, nieuwe aanwas, doorstroom, ontwikkeling en innovatie. De focus binnen deze sector ligt daarom op doelgerichte talentontwikkeling gekoppeld aan publieksopbouw en met als doel om talenten te laten groeien naar nationaal en internationaal niveau. Omgevingskwaliteit De Provincie Noord-Brabant voert al jaren een helder beleid om de kwaliteit van de woon- en werkomgeving te verbeteren, waarbij cultuur een integraal onderdeel van de ontwikkeling en inrichting van de openbare ruimte is. Buurtcultuurfondsen zetten, ondersteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds, cultuur in als instrument voor sociale innovatie. Kunstenaars spelen op verschillende momenten en op verschillende niveaus in het ontwikkelproces een rol: ze denken mee over de fysieke inrichting van de openbare ruimte; ze stimuleren het gebruik van de ruimte door bewoners en bezoekers; ze versterken de identiteit van een regio en zijn bewoners middels storytelling en het verbeelden van immaterieel erfgoed; ze denken mee over creatieve en innovatieve oplossingen voor ruimtelijke en sociale vraagstukken, zoals (stedelijke en landschappelijke) gebiedsontwikkeling, leegstand of herbestemming van cultuurhistorische complexen. Het budget wordt ingezet om samenwerkingsverbanden en integrale ontwerpen te stimuleren, mits de deelnemende partijen garant staan voor integratie van kunst in de planvorming en voor een uitvoeringsbudget. Het multipliereffect van deze investering is al eerder aanmerkelijk gebleken. Inzet van deze middelen moet leiden tot een toename en vernieuwing van het opdrachtgeverschap vanuit verschillende maatschappelijke sectoren (bijvoorbeeld economie, welzijn, ruimtelijke ordeningen, recreatie en toerisme) en het bevorderen van het ondernemerschap van kunstenaars. Collectieve marketing De Brabantse culturele infrastructuur is in overwegende mate kleinschalig en die kleinschaligheid draagt bij aan de relatief geringe zichtbaarheid, zowel in Brabant zelf als in de rest van het land en over de grens. Door te investeren in collectieve marketing wordt kunst en cultuur in Noord-Brabant beter zichtbaar gemaakt en wordt het draagvlak onder publiek binnen en buiten de provincie vergroot. Collectieve marketing maakt kunst en cultuur zichtbaar en versterkt het imago van de regio. Daardoor wordt de kwaliteit van de leefomgeving beter ervaren en maakt de provincie aantrekkelijker voor recreanten en toeristen. Om collectieve marketing voor de sector zo efficiënt en effectief mogelijk in te kunnen zetten, gebruiken we 2013 als een jaar om tot een gedegen strategie te komen om Brabant cultureel op de kaart te zetten. Daarnaast is er ruimte voor initiatieven uit het veld die relatief snel kunnen worden uitgevoerd. Deze projecten zullen laten zien dat een gezamenlijke aanpak van marketing en publiciteit leidt tot meer exposure en een groter publieksbereik. De impulsgelden maken dat partijen in de sector elkaar gemakkelijker weten te vinden en collectieve marketing een natuurlijke manier van denken wordt voor de Brabantse culturele sector. Operationalisering In zijn werkplan voor 2013 zijn voor bkkc als kenniscentrum een drietal operationele rollen vastgelegd: Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 4 van 6

adviseur: voor makers, podia en het kunstvakonderwijs stimuleert bkkc talentontwikkeling en ondernemerschap en treedt het op als servicepunt voor zakelijke dienstverlening; provincie en gemeenten adviseert het inzake cultuurbeleid en inrichting van de openbare ruimte; makelaar: bkkc verzorgt collectieve marketing voor de Brabantse culturele sector, brengt vraag en aanbod bij elkaar, creëert in contact met provincie en gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen vraag en ontwikkelt in samenspraak met makers aanbod; financieel expertisecentrum: bkkc adviseert het culturele veld inzake financieringsvraagstukken, het ontwikkelt en onderhoudt financieringsinstrumenten, voert regelingen uit, adviseert over de toepasselijkheid van derde regelingen. Het bkkc speelt deze rollen in nauwe afstemming met de provincie en in samenwerking met alle relevante spelers in het veld uit, waarbij door bkkc ook nadrukkelijk samenwerking wordt gezocht met partijen buiten de culturele sector. Vanuit die rolopvatting geeft bkkc invulling aan het traject om tot bestemming en besteding van de impulsgelden te komen. 2013 wordt dan het jaar van de proeftuin waarin wegen worden verkend om op een slimme manier vorm te geven aan wenselijke ontwikkelingen in een hectische, dynamische omgeving. Nooit eerder was zo duidelijk en zo zeker dat veranderingen in de traditionele manier van subsidiëren noodzakelijk zijn, omdat alleen in een nieuwe financieringscontext kunst en cultuur zich in de samenleving kunnen herpositioneren. Gelden moeten op een transparante manier worden ingezet en verdeeld, maar die transparantie moet niet worden gezocht in van tevoren vastgelegde kaders maar in een communicatiestrategie die inzicht geeft in de afwegingen die Provincie, bkkc en hun partners maken bij de formulering van voorstellen en de beoordeling daarvan. bkkc creëert binnen de eigen organisatie voor iedere kamer van het cultuurhuis een eigen programmagroep. Iedere programmagroep bestaat uit een aantal bkkc-medewerkers, die zich desgewenst laten bijstaan door externe adviseurs: leden van de Adviescommissie Kunsten, externe deskundigen en/of vertegenwoordigers van het veld. De programmagroepen gaan als intendanten invulling geven aan de respectievelijke programma s: ideeën en plannen worden daar voorgelegd, beoordeeld en geselecteerd. Verplichte aandachtspunten zijn daarbij hoe het samenwerkingsverband is georganiseerd, hoe gewerkt wordt aan de zichtbaarheid, welke afspraken gemaakt zijn met de partners over de cofinanciering, wat het innovatieve is aan het voorstel en welk bovenlokaal belang gediend wordt. Vanaf 15 maart wordt het veld uitgenodigd om via een zgn. een open call voorstellen bij bkkc voor te leggen. Voor die open call wordt geen vast format opgelegd, wel moet in het voorstel toegelicht worden hoe de bovengenoemde criteria zijn meegenomen. Deze aandachtspunten zijn terug te vinden op website van het bkkc in de vorm van een FAQ-lijst. Indieners van voorstellen die een eerste toetst door de programmagroepen doorstaan worden uitgenodigd voor een pitch tegenover een commissie van deskundigen (jury), waarin het voorstel wordt toegelicht en besproken. De jury wijst voorstellen af of geleidt ze (met aanwijzingen ten aanzien van uitwerking en/of doorontwikkeling) terug naar de relevante programmagroep(en). Vervolgens bepaalt de programmagroep samen met de indiener hoe ideeën het best kunnen worden uitgewerkt. Daarnaast zullen ze gezamenlijk bepalen voor welk bedrag door bkkc moet worden geïnvesteerd in het project en wat de aard van de te leveren tegenprestaties moet zijn. Indien de programmagroep en de indiener tot overeenstemming komen over het uiteindelijke voorstel sluiten indiener en bkkc een participatie-overeenkomst, die dient te worden goedgekeurd door een commissie, bestaande uit het hoofd Cultuur van de Provincie, de voorzitter van de Adviescommissie Kunsten en de directeur-bestuurder van bkkc. Relevant is daarbij een permanente communicatie met het culturele veld, gemeenten, politiek en andere betrokken partijen. Daarom ontwikkelen we samen met Provincie Noord-Brabant een communicatiestrategie voor zowel de korte als lange termijn met aandacht is voor alle doelgroepen. Basaal daarin zijn: een gezamenlijke boodschap van Provincie en bkkc over de gekozen systematiek en het daaraan gekoppelde traject; open informatiebijeenkomsten voor het veld; voortdurende communicatie over het verloop van het traject middels een nieuwsbrief die inzicht geeft in de toekenningen, maar ook in de pijplijn en de zich ontwikkelende criteria; het daarbij zichtbaar maken van betrokkenheid van partijen buiten het culturele veld. Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 5 van 6

Afbreukrisico s Met de introductie van nieuwe verdelingssystematiek beginnen we een groot experiment. Dit biedt kansen, maar er zijn ook risico s, samen te vatten in een drietal clusters: de nieuwe verdelingssystematiek zal niet door iedereen en overal in het veld met evenveel enthousiasme worden verwelkomd: per saldo is er binnen de gedefinieerde aandachtsgebieden minder geld beschikbaar dan voorgaande jaren en moeten makers en instellingen andere en grotere inspanningen verrichten om aanspraak op dat geld te kunnen maken. Potentieel tast dat mogelijkerwijs het draagvlak voor het bkkc binnen het culturele veld aan. Dat maakt zorgvuldige communicatie essentieel. de nieuwe verdelingssystematiek vraagt van bkkc een aanpassing van de organisatie en leidt voor de medewerkers tot een ingrijpende verandering van inhoud en manier van werken. Deze verandering komen terwijl de effecten van de reorganisatie die noodzakelijk was door de per 1 januari opgelegde budgetkorting van 25% nog niet volledig verwerkt zijn. Dat vraagt om additionele investeringen in personeelszorg en opleiding en open communicatie over de mogelijk noodzakelijk blijkende inzet van (al dan niet tijdelijk) personeel en de financiering daarvan. de opdracht voor het bkkc heeft betrekking op 2013. Om deze opdracht adequaat uit te kunnen voeren, zullen tot nu toe reguliere activiteiten van bkkc heroverwogen moeten worden. Onzeker is of en zo ja op welke wijze de afspraken voor 2013 de komende jaren gecontinueerd kunnen worden. Dat maakt een wederzijds zorgvuldig beheer van de relatie tussen Provincie en bkkc noodzakelijk. Financiering Over de financiële consequenties voor de organisatie van het impulsgelden-traject valt op dit ogenblik weinig met zekerheid te zeggen. Wij begroten de kosten van het traject, exclusief de kosten voor de inzet van het eigen personeel, voor 2013 op circa 100.000. Voor een deel zijn die kosten structureel, voor een deel zijn ze eenmalig en kan overwogen worden ze over meerdere jaren te verdelen zodra zekerheid bestaat over voortzetting van het traject in de komende jaren. Voor het moment brengen we, in de voorgelegde begroting, de kosten volledig ten laste van het lopend boekjaar. Dekking vinden we in de 7% overhead ( 63.000) die we regulier ten laste van het traditionele verdeelsubsidiebudget mogen brengen en in een beperkt aantal kleinere aanpassingen van en verschuivingen binnen de begroting. We brengen vooralsnog geen overheadkosten ten laste van het verdeelsubsidiebudget. Afspraken moeten nog worden gemaakt over de wijze waarop tegenprestaties in de begroting worden verwerkt en daar waar ze niet van direct financiële aard kunnen worden gewaardeerd. Onzeker is op dit moment wat de consequenties van het impulsgelden-traject zijn voor de in het oorspronkelijke werkplan van het bkkc voorziene activiteiten. Deels zijn die activiteiten in gang gezet en zullen de aangegane verplichtingen moeten worden gehonoreerd, mogelijkerwijs door de tijdelijke inzet van additioneel personeel. Deels kunnen die activiteiten wellicht worden ondergebracht in het impulsgelden-traject. Tegelijkertijd moeten we er rekening mee houden dat de werkdruk die het impulsgelden-traject met zich meebrengt op korte termijn de verdiencapaciteit van de organisatie aantast. Addendum werkplan 2013 / 22-03-2013 / Pagina 6 van 6