Jaarverslag 2012 Stichting Brabantse Milieufederatie te Tilburg

Vergelijkbare documenten
Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012

Notitie. Datum: 28 november 2016 Onderwerp: Begroting PCOB 2017

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. (Concept) Rapport inzake jaarrekening 2014

Nederlandse Ornithologische Unie Jaarrekening 2016 Concept dd 14 januari 2017 tbv goedkeuring door bestuur.

STICHTING DUTCH DENTAL CARE FOUNDATION

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

NIEUWE JAARVERSLAGREGELS RJ650

Financiëel verslag 2013

Stichting Welzijn Ouderen Hengelo Deldenerstraat AC Hengelo (O) JAARVERSLAG 2014

Rapport: Uitgebracht aan: Stichting Andeweg Mediterranean Training for the Deaf-Nederland. Voorburg. Inzake het jaarbericht over 2014

Exploitatie overzicht jaar 2013

Rapport: Uitgebracht aan: Stichting Andeweg Mediterranean Training for the Deaf-Nederland. Voorburg. Inzake het jaarbericht over 2015

Rapport: Uitgebracht aan: Stichting Andeweg Mediterranean Training for the Deaf-Nederland. Voorburg. Inzake het jaarbericht over 2012

Jaarrekening Stichting Wierde Breda

Jaarrekening 2013 Stichting LIM FOUNDATION

Stichting Koppie-Au. Voorwoord

Inhoudsopgave. 3. Toekomstparagraaf 8 Samenvatting beleidsplan 2015 Begroting 2015

DOCTORS FOR MOZAMBIQUE STICHTING JAARREKENING 2013

Financieel overzicht Stichting Stedelijk Museum Fonds. Versie

Jaarrekening 2014 Stichting LIM FOUNDATION

JAARREKENING 2017 NEDERLANDS KANKERFONDS VOOR DIEREN

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Jaarrekening 2011 Stichting LIM FOUNDATION

Stichting CHAVAH. Jaarrekening. Stichting CHAVAH

Stichting House of Animals

Samenvatting jaarrekening

Jaarverslag mei 2012 april 2013

Stichting Een School in Togo. Jaarcijfers 2013

Financieel jaarverslag Stichting Leergeld Emmen e.o. te Emmen

ProstaatKankerStichting.nl Postbus AK BUSSUM JAARREKENING 2012

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

JAARREKENING * Algemene Toelichting blz. 1. * Balans per blz. 2. * Staat van Baten en Lasten over 2013 blz. 3

FINANCIEEL JAARVERSLAG NVBT OVER 2014

Projecten en Procedures Reservering projecten en procedures Extra reservering proj. en proced Subtotaal

ANBI-data per

STICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM

Financieel jaarverslag Stichting Leergeld Emmen e.o. te Emmen

Balans en resultatenrekening 2013 Impuls

FINANCIEEL JAARVERSLAG van STICHTING BLAUWE MAAN. Steunpunt slachtoffers seksueel misbruik. Tilburg

Stichting Leergeld Tilburg Postbus AD TILBURG. Betreft: Financieel verslag 2013

4. Financieel jaarverslag 2018

Tussentijdse rapportage 2015 Realisatie januari tot en met september Outlook Algemeen Bestuur

Financieel jaarverslag Stichting Maatschappij en Veiligheid

DOCTORS FOR MOZAMBIQUE STICHTING JAARREKENING 2014

2015 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid

EXPLOITATIE BEGROTING

Stichting Vrienden van Cello JAARREKENING. Pagina 1

Stichting Jacob Spin. Zuidvliet 113B 3141 SX Maassluis. Publicatierapport 2014

Financieel overzicht Stichting Stedelijk Museum Fonds. Versie 31 maart 2016

De Algemene Vergadering wordt gevraagd in te stemmen met de Begroting 2016 van NOC*NSF

SAMENVATTING JAARREKENING

Financieel Jaarverslag 2015

Financieel Jaarverslag van het. Koninklijk Wiskundig Genootschap

PUBLICATIE VERSLAG JAARREKENING 2013

STICHTING VRIENDEN VAN DE OASE DEN HAAG RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012/2013

jongeren zorg en beveiliging in Joods Nederland STEUNT Beknopt jaarverslag 66e actiejaar

Jaarrekening & Verslag van voorlichtingsactiviteiten in Nederland 2015

Beleidsplan

Jaarverslaggeving Stichting Steun Thuis in West

DIANI CHILDREN S VILLAGE

STICHTING VRIENDEN VAN DE NIJKAMPHOEVE DEN HAAG

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. Rapport inzake jaarrekening 2016

Jaarrekening Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap. te Maastricht

STICHTING NATIONALE BOOMFEESTDAG JAARREKENING 2014/2015

Jaarverslag Millenniumplatform

Beleidsplan Stichting Kidron

jaarverslag DE KUNST VAN BRABANT 2017

1.2 Doel van de stichting.

Stichting Nationaal Fonds tegen Kanker. Jaarrekening 2015

Jaarrekening. Stichting College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden (CHBB) Jaarrekening CHBB 2014 versie 1

Materiële vaste activa Gebouwen Muziekinstrumenten Vervoermiddelen

STICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM JAARREKENING 2015

De Nederlandse Vegetariërsbond Minahassastraat RS AMSTERDAM JAARVERSLAG RAPPORT Inzake jaarverslag

JAARVERSLAG 2016 STICHTING STREEKFONDS ACHTERHOEK

Jaarverslaggeving 2011 van. Stichting Marianne Center. te Hardenberg. Inhoudsopgave. Pagina. Accountantsverklaring. Samenstellingsverklaring 1

Jaarrekening Inhoudsopgave. Staat van baten en lasten. Waarderingsgrondslagen

Jaarverslag Stichting OpenDoor

STICHTING VRIENDEN VAN DE NIJKAMPHOEVE DEN HAAG RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012

STICHTING PALLIETER CAPELLE AAN DEN IJSSEL JAARVERSLAGGEVING 2018

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Jaarrekening Bridgeman Foundation statutaire vestigingsplaats

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

STICHTING HISTORISCH MUSEUM EDE

Stichting Animals Today

Statutaire naam 1 Doelstelling 1 Samenstelling bestuur 1 Verslag activiteiten 1 Begroting

Stichting Wijzijnéén voor anderen gevestigd te Utrecht

PUBLICATIEJAARREKENING NOC*NSF

Jaarverslag 2012 Stichting Fairchance.nu

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

J A A R R E K E N I N G Stichting People's Trust Nederland

Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal p/a Postbus RD Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Jaarrekening Stichting Gehandicapten Platform. 's-hertogenbosch

Stichting Geloof en Handel Bunschoten. Jaarrekening 2016

Stichting Hospice en Vrijwillige Terminale Thuiszorg Midden Holland. Gouda. Jaarrekening 2014

FINANCIEEL VERSLAG 2014

Stichting Voedselbank Hoogezand e.o. Jaarrekening 2013

Agenda van de Kempen in vogelvlucht

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

1. Inleiding Samenvatting: Begroting Financiële tussenstand Toelichting op Financiële Tussenstand...

Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal (SPKS)

Transcriptie:

Jaarverslag 2012 Stichting Brabantse Milieufederatie te Tilburg 1

Contactgegevens Stichting Brabantse Milieufederatie Spoorlaan 434b 5038 CH Tilburg Telefoon: (013) 535 62 25 Fax: (013) 535 35 03 E-mail: bmf@brabantsemilieufederatie.nl Website: www.brabantsemilieufederatie.nl Facebook.com/BrabantseMilieufederatie Twitter: @brabmf www.linkedin.com/company/brabantse-milieufederatie/ 2

Inhoudsopgave 1. Algemene toelichting... 6 2. Bestuursverslag 2012 (Algemeen)... 7 2.1 Organisatie... 7 2.1.1 Nieuwe structuur sinds 2011... 7 2.1.2 Raad van Toezicht / Bestuur... 7 2.1.3 Bezoldiging directie en Raad van Toezicht... 9 2.1.4 BMF Bureau... 9 2.1.5 Personeel... 10 2.1.6 Het effect van de bezuinigingen op werkorganisatie en takenpakket BMF... 10 2.1.7 Automatisering en digitalisering... 10 2.1.8 Fondsenwerving... 11 3. Financieel jaarverslag 2012... 12 3.1 Analyse resultaat ten opzichte van begroting 2012... 12 3.2 Resultaatbestemming exploitatieresultaat... 15 3.3 Beleggingsbeleid BMF... 15 3.4 Risicoparagraaf... 15 3.5 Totaal overzicht... 16 4. Inhoudelijk verslag team Landelijk gebied... 17 4.1 Verantwoording reguliere activiteiten team Landelijk Gebied... 17 4.1.1 Biodiversiteit... 17 4.1.2 Klimaat... 21 4.1.3 Nutriëntenkringlopen... 23 4.1.4 Algemeen... 25 5. Reconstructie & revitalisering... 26 6. Inhoudelijk verslag team Stedelijk gebied en Duurzaamheid... 27 6.1 Verantwoording reguliere activiteiten team Stedelijk gebied en Duurzaamheid... 27 6.1.1 Biodiversiteit... 27 6.1.2 Klimaat... 29 6.1.3 Nutriëntenkringlopen... 33 6.1.4 Algemeen... 33 7. Ondersteuning achterban, communicatie en politiek... 34 7.1 Verantwoording uren ondersteuning achterban, communicatie en politiek... 34 7.2 Inleiding achterban... 34 7.3 Vraagbaak en groepenwerk... 34 7.4 Interactieve website / toolbox / nieuwe media... 35 7.5 BMF-brede communicatie en bijeenkomsten... 35 7.6 Provinciale politiek... 36 7.7 BMF 40 jaar... 36 8. Projecten... 38 8.1 Algemeen... 38 8.2 Projecten Landelijk gebied... 38 8.3 Projecten Stedelijk gebied en Duurzaamheid... 38 8.4 Achterban... 38 9. Samenvatting... 39 10. Beleid 2013... 40 11. Verkorte begroting 2013... 42 12. Verantwoordingsverklaring... 44 13. Nationale Postcode Loterij... 47 14. Jaarrekening... 50 14.1 Balans per 31 december 2012... 50 14.2 Staat van Baten en Lasten over 2012... 52 14.3 Kasstroomoverzicht 2012... 53 14.4 Waarderingsgrondslagen... 54 3

14.5 Toelichting op de balans per 31 december 2012... 55 14.6 Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012... 60 14.7 Overige gegevens... 65 15. Controleverklaring... 68 16. Bijlagen... 72 16.1 Bijlage 1 Staat van vaste activa... 72 16.2 Bijlage 2 Ontvangen projectsubsidies Stichting De Natuur- en Milieufederaties 2012... 75 16.3 Bijlage 3 Gerealiseerde projectopbrengsten en -kosten 2012... 76 16.4 Bijlage 4 Verslag werkzaamheden BMF reconstructie 2012 (reconstructie en PLG).... 77 16.5 Bijlage 5 Bij de BMF aangesloten Natuur- en Milieugroepen, eind 2012... 80 4

Jaarverslag 2012 5

1. Algemene toelichting Inleiding De Brabantse Milieufederatie (BMF) heeft in 2012 hard gewerkt aan het behouden en beschermen van het Brabantse buitengebied, schoon en voldoende water en een gezonde leefomgeving voor alle Brabanders. Door onze inzet, maar zeker ook om de gestelde doelen d.m.v. draagvlak en bewustwording te bereiken, is de BMF zeer regelmatig in het nieuws geweest. Door onze constructieve en soms kritische opstelling proactief toe te passen, hebben we de positie van de natuur- en milieubeweging in Noord-Brabant verder gestalte gegeven en verstevigd. Doel De activiteiten van de Stichting Brabantse Milieufederatie omvatten: de beoordeling, beïnvloeding of begeleiding van het handelen of nalaten van handelen op het gebied van milieuzorg en het milieubeheer, dit alles in de breedste zin van het woord. het initiëren en gaande houden van activiteiten van particulieren en organisaties die zowel vrijwillig als professioneel op dit terrein werkzaam zijn. De federatie heeft tot doel het bevorderen van een duurzame ontwikkeling tussen de mens en zijn omgeving, met daarbij een speciale zorg voor de natuur, het landschap en het milieu in de provincie Noord-Brabant. De stichting streeft dit doel na, onafhankelijk van enige politieke, levensbeschouwelijke of maatschappelijke overtuiging. Stichtingsvermogen Het vermogen van de Stichting wordt gevormd door: het stichtingskapitaal; het Casimir fonds; subsidies, donaties, schenkingen, erfstellingen en legaten; contributies; alle andere verkrijgingen en baten. Administratie De financiële administratie en de salarisadministratie zijn uitbesteed aan Accon Avm te 's-hertogenbosch. Dit kantoor verzorgt tevens de financiële tussenrapportages en het opstellen van de jaarrekening. Accountantscontrole De accountantscontrole wordt uitgevoerd door PWC Accountants N.V. De controleverklaring is in de jaarrekening opgenomen. Jaarverslag 2012 In 2012 is ook hard gewerkt om projecten te initiëren en in gang te zetten. Daarmee zijn goede resultaten behaald; doelen zijn gerealiseerd, onderzoeken tijdig opgeleverd e.d. Samen met de andere 11 provinciale milieufederaties werd door de BMF ook in 2012 met succes verder gewerkt aan projecten die de goedkeuring dragen van het CBF en waarvoor de genoemde organisaties gelden gebruiken afkomstig van de Nationale Postcode Loterij. Het beschikbare budget is ook daadwerkelijk aan de goede doelen besteed. 6

2. Bestuursverslag 2012 (Algemeen) 2.1 Organisatie 2.1.1 Nieuwe structuur sinds 2011 In 2012 is gewerkt conform de nieuwe structuur. Deze nieuwe organisatiestructuur bestaat uit een Raad van Toezicht, een directeur/bestuurder, de Raad van Aangeslotenen en het BMF-bureau. Raad van Aangeslotenen Raad van Toezicht Directeur / bestuurder BMF-bureau De Raad van Aangeslotenen is de vertegenwoordiging van de 102 aangesloten groepen. Zij hebben een adviesrecht naar de Raad van Toezicht. Deze Raad van Toezicht is het hoogste bestuursorgaan. Zij stuurt de directeur/bestuurder aan, die vervolgens het BMF bureau aanstuurt. De directeur zorgt voor de dagelijkse leiding. In 2011 zijn de BMF statuten hierop aangepast. De reglementen voor de Raad van Toezicht en directie zijn eind 2011 gereed gekomen. De reglementen voor de Raad van Aangeslotenen zijn per eind april 2012 gereed. Hiermee is de bestuurlijk gewenste opzet gerealiseerd en CBF-proof gemaakt. 2.1.2 Raad van Toezicht / Bestuur Op 1 juli 2011 is het toenmalige bestuur omgezet naar een Raad van Toezicht. In deze raad hebben de volgende leden zitting: de heer J.H. Ockels (voorzitter); de heer H. Baptist (secretaris); de heer G. van den Oetelaar (vicevoorzitter); mevrouw B. Verstappen. Het is een tijdelijke Raad van Toezicht, die zich ten doel gesteld heeft begin 2013 een nieuwe Raad van Toezicht te formeren. De leden van de Raad van Toezicht hadden de volgende andere (neven)functies: Jan Hendrik Ockels Interim manager Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Commissarissen en Directeuren Oprichter Slow Energy Foundation Managementcoach Bestuurder stichting Stop, beheer middelen voormalig VNP 7

Henk Baptist Hoofdfunctie: zelfstandig ondernemer, Ecologisch Adviesbureau Bestuurslid Netwerk Groene Bureaus Lid gebiedscommissie Brabantse Delta Lid Adviesgroep Zuidwestelijke Delta Bestuurslid Anti Big Pig Bestuurslid Sirene Ger van den Oetelaar Voorzitter plaatselijke groep Provinciale Leader Meierij (PG Meierij) Voorzitter Stichting De Brabantse Boerderij Voorzitter en oprichter Stichting Streekrekening Het Groene Woud Voorzitter afdeling Noord-Brabant van Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij (KNHM) Aangewezen regionaal bestuurder en bestuurlijk trekker vanuit Het Groene Woud LNV-pilot "Deltaplan Landschap" Penningmeester Streekraad Het Groene Woud en de Meierij Lid Provinciale Omgevingscommissie Bestuurslid en oprichter Natuurwerkgroep Liempde Secretaris en oprichter Stichting Ilse Masé Penningmeester en oprichter Stichting Brabantse Bronnen Penningmeester en oprichter Stichting Kartuizerklooster Sinte Sophia van Constantinopel Lid en oprichter Woudwerkgroep Stichting Het Groene Woud in Uitvoering Lid en medeoprichter Stichting Beleefbare Cultuurhistorie in Het Groene Woud" Op dit moment werkzaam bij Stichting ARK, een organisatie die zich bezig houdt met natuurontwikkeling. Birgit Verstappen Geen nevenfuncties Eigen bedrijf, Broze: spiritualiteit in bedrijf, www.broze.nl Nol Verdaasdonk (directeur, bestuurder BMF) Lid algemeen bestuur waterschap Brabantse Delta De Raad van Toezicht kwam vier keer bij elkaar. Een belangrijke activiteit was het formeren van een nieuwe permanente Raad van Toezicht. Daartoe zijn profielen van gewenste leden opgesteld, zijn sollicitatiegesprekken gevoerd etc. Dat heeft geleid tot een nieuwe Raad van Toezicht begin 2013. In deze nieuwe Raad van Toezicht hebben zitting: Jan Hendrik Ockels uit Helvoirt. Jan Hendrik blijft voorzitter van de Raad van Toezicht. Jan Hendrik is zelfstandig ondernemer op het gebied van business coaching, toezicht en maatschappelijke relevantie. Ernst Thoolen uit Nuenen. Zijn taakgebied is financiën en hij is back-up voor de voorzitter. Ernst heeft ruime ervaring met het werven van fondsen voor herstel van cultuurhistorische landschappen, monumenten en het opwekken van duurzame energie. Mieke Hendrikx uit Diessen. Haar taakgebied is de achterban. Mieke is vele jaren actief geweest in de gemeentepolitiek, als raadslid en als wethouder. Daarnaast was en is zij als vrijwilliger actief, o.a. in de Vereniging Natuur en Milieu Hilvarenbeek. 8

Vincent Snels uit Vught. Zijn taakgebied is communicatie. Vincent is directeur van Minos & Twisk BV en heeft ervaring met projectmanagement voor duurzame woongebieden. In zijn vrije tijd is hij voorzitter van de Stichting Schone Paden. Henk Teusink uit Cuijk. Zijn taakgebied is personeelsmanagement. Henk heeft diverse functies op het gebied van P & O vervuld en in zijn vrije tijd verschillende voorzittersfuncties, waaronder van de Milieuvereniging Land van Cuijk. Kasper Gort uit Huijbergen. Kasper is directeur eigenaar van Buitengemeen Erfgoed en van Buitengemeen Conferenties. Hij heeft veel ervaring met procesbegeleiding bij veranderingsprocessen. 2.1.3 Bezoldiging directie en Raad van Toezicht Directeur/bestuurder is de heer Nol Verdaasdonk. Hij heeft de dagelijkse leiding over de organisatie. Hij is sinds 1 oktober 2011 officieel in dienst getreden, daarvoor was hij middels een detacheringsovereenkomst sinds 1 januari 2010 interim-directeur. Het bruto jaarsalaris is conform Provinciale schaal 13. Brutoloon 63.863 Vakantiegeld 3.383 Eindejaarsuitkering 2.729 Totaal jaarinkomen 69.975 Sociale lasten 9.163 Pensioenpremies 9.813 Totale loonkosten 2012 88.951 Jaarlijks heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht een evaluatiegesprek met de directeur. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op 9 april 2013. In 2012 zijn er geen onkostenvergoedingen betaald aan RvT-leden. Zij ontvangen geen bezoldiging. Aan de RvT-leden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. 2.1.4 BMF Bureau Intern is de organisatiestructuur voortgezet met twee teams, Landelijk gebied enerzijds en Stedelijk gebied anderzijds met daarnaast het cluster Bedrijfsvoering. Directeur Landelijk gebied Stedelijk gebied Bedrijfsvoering Omdat het personeelsaantal terugliep, is medio 2012 besloten toe te werken naar 1 team in 2013. Voor de rapportage in dit verslag is nog wel uitgegaan van twee teams. 9

2.1.5 Personeel In totaal werkten ultimo 2012 naast de directeur 8 beleidsmedewerkers, 1 communicatie medewerkster en 2 inhoudelijke vrijwilligers. 4 medewerkers en 3 vrijwilligers werken in de bedrijfsvoering. Nagenoeg iedereen werkt parttime. De capaciteit bedraagt 10,97 FTE ultimo 2012, gemiddelde over 2012 was 12,69 FTE. De vrijwilligers ontvingen per maand de maximale toegestane vrijwilligersvergoeding. Een vijftal stagiaires is in 2012 begeleid. Zij hebben opdrachten uitgevoerd op het gebied van Voedsel, Communicatie, Schoon water en Juridische zaken. Gedurende 2012 bedroeg het ziekteverzuimpercentage 13,68% (2011: 8,59%, 2010: 10,57%) Indien we langdurige zieken en zwangerschapsverlof hierin corrigeren, bedroeg het ziekteverzuimpercentage 2,14% (2011: 2,75%, 2010: 2,26%). De norm bedraagt 2,5%. We hebben in 2012 te maken gehad met 2 langdurig zieken. Eind november 2012 was daarvan 1 persoon 2 jaar ziek thuis. In 2012 bedroeg het declarabiliteitspercentage voor de gehele organisatie 66,71%. (2011: 64,74%, 2010: 59,67%). De stijging ten opzichte van 2011 is voornamelijk veroorzaakt door striktere urenbewaking op productieve taken; verhoudingsgewijs meer beleidsmedewerkers. Voor het jaar 2013 is het begrote percentage: 62,0%. 2.1.6 Het effect van de bezuinigingen op werkorganisatie en takenpakket BMF De BMF heeft de afgelopen jaren geanticipeerd op de verwachte terugloop door alleen nog maar met tijdelijke arbeidscontracten te werken. Dit betekent dat een gedeelte van de bezuinigingen zijn opgevangen door tijdelijke contracten niet te verlengen. Echter ook van medewerkers met een vast contract hebben wij mede door het teruglopende budget in een aantal gevallen afscheid moeten nemen. Dit proces gaat in 2013 helaas onverminderd door. We zien een teruggang van de gemiddelde personeelsbezetting van bijna 3 fte in 2012 ten opzichte van 2011. In 2014 staat de BMF wederom een teruggang van 15% te wachten op het reguliere budget, waardoor het aantal fte met 1 tot 1,5 fte nog verder zal teruglopen. Op deze terugloop wordt gedurende 2013 reeds geanticipeerd. 2011 gemiddeld 15,6 2012 gemiddeld 12,7 2013 gemiddeld 10,7 (begroot) Deze ontwikkeling baart ons zorgen o.a. vanwege de continuïteit van de organisatie. Aan ons de uitdaging hier een passende oplossing voor te vinden. Dit neemt niet weg dat we ons, mede als gevolg van teruglopende budgetten, maar ook vanwege het politiek en maatschappelijk klimaat, zorgen maken over flexibiliteit, vernieuwing en slagkracht van onze organisatie. 2.1.7 Automatisering en digitalisering Door de toegenomen complexiteit van geautomatiseerde systemen en de langdurige ziekte van de eigen systeembeheerder waren we genoodzaakt tot het zoeken van alternatieven. Per januari 2011 zijn we overgegaan naar volledig extern beheer van de automatiseringsomgeving door Aucuba BV uit Breda. Dit bevalt ons goed. Het biedt ons kwaliteit en flexibiliteit, terwijl de kosten aanzienlijk lager uitvallen dan voorheen met een eigen medewerker. Ook is de professionalisering en efficiency van de medewerkers sterk verbeterd door het gebruik van iphones en meer inzet op ipads. Zo zet het secretariaat alle verslagen en vergaderstukken voortaan klaar via de Dropbox op de ipad van de directeur, waardoor er geen papieren vergadermappen meer samengesteld hoeven te worden. 10

De BMF streeft naar een verdere digitalisering van de informatiestromen. Dit is geen doel op zich, maar daar waar een efficiency- en effectiviteitsslag behaald kan worden, zal de BMF proberen hierbij een voordeel te pakken. Zo zal het CRM pakket Spits (gemaakt en onderhouden door 2 voormalige stagiaires) naar een web versie worden gebracht. Dat maakt het mogelijk om ook een bijeenkomstenmodule erin te integreren, waarbij belangstellenden zichzelf kunnen aanmelden. Ook betalen voor een bijeenkomst via ideal is erin opgenomen. Daarnaast is het mogelijk om automatisch aan en af te melden voor de nieuwsbrief. 2.1.8 Fondsenwerving In 2012 waren zo'n 102 groepen aangesloten bij de BMF. Zij betalen een jaarlijkse contributie van 40 per jaar. Daarnaast hebben diverse donateurs (ongeveer 50) 2.405 bijgedragen. De BMF maakt kosten voor fondsenwerving (toegerekend op basis van bestede uren 3.656). Het percentage kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van de baten uit eigen fondsenwerving bedraagt in 2012 34,4%. (In 2011: 20,2%, 2010: 8,1%). De CBF norm bedraagt maximaal 25% over het gemiddelde van 3 jaar, dit gemiddelde percentage over de afgelopen 3 jaar bedraagt 19,2%. De toename in 2012 is te wijten aan extra uren die ingezet zijn om nieuwe fondsen te werven. Begin 2013 heeft de verhoogde inzet al zijn vruchten afgeworpen doordat de ABN-Amro een gedeelte van haar overbodige kantoormeubilair heeft geschonken aan de BMF (dit heeft een waarde van 6.718). Intern wordt de BMF-gedragscode gevolgd. Deze gedragscode is gebaseerd op de CBF-code. De Raad van Toezicht heeft de bedoeling om de financieringsmogelijkheden uit te breiden naar meerdere fondsen, subsidiegevers en sponsoren. Ook worden projectvoorstellen bij nieuwe partijen neergelegd ter financiering. Voorbeelden hiervan zijn: Triodos Foundation, Streekrekening Het Groene Woud, Woningbouwcorporaties. 11

3. Financieel jaarverslag 2012 Over het boekjaar 2012 sluit de resultatenrekening van de BMF flink positief. Hieronder staat de vergelijking van de gerealiseerde baten en lasten ten opzichte van de begrote baten en lasten. Vanwege inzichtelijkheid is gekozen om een vergelijk te maken tussen kostensoorten in plaats van kosten per doelstelling. 3.1 Analyse resultaat ten opzichte van begroting 2012 x 1.000 Omschrijving Werkelijk Begroting Voordelig Nadelig 2012 2012 Baten Baten uit eigen fondsenwerving 11 6 5 0 Baten uit acties derden 182 140 42 0 Subsidies van overheden 758 784 0 26 Overige projectbijdragen 160 139 21 0 Overige baten 12 15 0 3 Totaal 1.123 1.084 68 29 Lasten Personeelskosten 761 795 34 0 Huisvestingskosten 35 33 0 2 Bureaukosten 69 66 0 3 Organisatiekosten 81 93 12 0 Afschrijvingskosten 4 5 1 0 Financieringskosten 1 1 0 0 Lasten voorgaande jaren 8 5 0 3 Directe projectkosten 120 84 0 36 Totaal 1.079 1.082 47 44 Resultaat 44 2 115 73 Het batige resultaat is als volgt te verklaren: Hogere baten dan begroot 68 Lagere lasten dan begroot 47 Lagere baten dan begroot 29 Hogere lasten dan begroot 44 115 73 Saldo batig ten opzichte van de begroting 42 12

De BMF is in 2012 ruim boven het begrote resultaat uitgekomen. In plaats van de begrote 2.070 is het werkelijke resultaat 44.191. Hierna worden de andere belangrijkste afwijkingen toegelicht. Baten uit fondsenwerving In 2012 is 5.000 meer ontvangen dan begroot. Zowel de contributie opbrengsten als de ontvangen donaties zijn iets hoger dan begroot. De overige baten uit fondsenwerving waren niet begroot, echter in 2012 zijn diverse bijdragen ontvangen. Baten uit acties derden Ten opzichte van de begroting is in 2012 42.000 meer gerealiseerd. Ten eerste zijn de vrij besteedbare gelden hoger vastgesteld per milieufederatie. Daarnaast hebben er meer samenwerkingsprojecten plaatsgevonden gedurende het jaar dan begroot. Subsidies overheden en anderen In totaal is er 26.000 minder gerealiseerd dan begroot. De reguliere subsidie en de subsidie t.b.v. de reconstructie zijn volledig conform begroting gerealiseerd. De inhoudelijke verantwoording vindt u in de volgende hoofdstukken. Op overige projecten is minder gerealiseerd dan begroot. In de begroting was een aantal projecten opgenomen waarvan in 2012 bleek dat hiervoor geen volledige subsidie verkregen kon worden; vandaar dat deze niet zijn uitgevoerd. Overige projectbijdragen In totaal is er 21.000 meer gerealiseerd dan begroot. Gedurende 2012 is er een aantal nieuwe financiers benaderd en gevonden voor diverse nieuwe projecten welke ook in 2012 zijn gestart. Deze projecten waren niet in de begroting opgenomen. Personeelskosten De totale personeelskosten zijn flink minder dan de begrote kosten ( 34.000 lager), echter op de verschillende onderliggende posten zijn wel grotere verschillen te melden. Zo is de post salariskosten eigen personeel hoger uitgevallen (+/+ 27.000) vanwege incidentele loonstijgingen en achtergestelde salarisbetalingen. Er is voor gekozen om meer eigen personeel in te zetten voor de projecten en geen gebruik te maken van (duurdere) inhuur. Daarom is de post inhuur op nul gebleven, terwijl 25.000 was begroot. Er is 12.000 meer aan loonkostensubsidies ontvangen door een uitkering in verband met zwangerschapsverlof. De post deskundigheidsbevordering laat een flinke onderschrijding zien (-/- 7.000). Dit is veroorzaakt door minder opleidingen en coaching. Er is zo n 5.500 minder uitgegeven aan reis- en verblijfskosten, met name de direct toe te rekenen reiskosten aan projecten zijn lager uitgevallen. In voorgaande jaren waren deze hoger in verband met een aantal Europese projecten. Vanwege de begeleiding van twee langdurig zieken is de post aan Arbodiensten met 3.500 hoger uitgevallen. Door de vrijval van pensioenverplichtingen uit voorgaande jaren en een vrijval van de reservering afkoop personeel is nog eens 22.500 vrijgekomen. Huisvestingskosten We zijn gehuisvest in het pand van Natuurmuseum Brabant en maken nu gebruik van hetzelfde schoonmaakbedrijf. Dit bedrijf maakt gebruik van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt, zodat we nu ook een schoonmaakbedrijf hebben met een sociale missie. Er is nagenoeg geen verschil met de begroting voor deze post. Per 1 januari 2013 is een tweetal ruimten teruggegeven aan het Natuurmuseum: een vergaderruimte en een archiefruimte. Alle medewerkers zijn nu voortaan gehuisvest op de eerste verdieping. Daarmee bereiken we lagere vaste kosten bij een krimpende bezetting. 13

Bureaukosten De uitgaven aan deze post zijn nagenoeg gelijk aan de begrote kosten ( 2.000 hoger). De onderliggende posten laten wel verschillen zien. De meest opvallende: er is voor gekozen om vooralsnog geen nieuwe website op te zetten, maar wel flink aan de gang te gaan met social media als Facebook, Linked-in en Twitter. Voor deze media zijn geen investeringen nodig. (zie ook hoofdstuk 7 Communicatie); de drukkosten ten behoeve van projecten is met 12.000 flink hoger uitgevallen. Dit betrof het boek Natuur dichtbij ten behoeve van het project Ave Natura. Deze extra kosten worden deels gedekt uit het project en deels door verkopen. Kostenbesparing blijft ook in 2013 een belangrijk item. De landelijke Natuur en Milieufederaties hebben in 2012 een traject opgestart om de diverse kostenposten tussen de verschillende milieufederaties in beeld te brengen en daar waar mogelijk goedkoper gezamenlijk in te gaan kopen. In 2013 willen we daarmee aan de slag. Prioriteit zal liggen bij bijvoorbeeld mobiele en vaste telefonie en printers. Organisatiekosten De organisatiekosten zijn met 12.000 lager uitgevallen door besparingen op: accountantskosten (-/- 3.000 door nieuwe afspraken); verminderde vergader- en bestuurskosten (-/- 5.600); minder uitgaven aan proces- en legeskosten (-/- 7.000) de kosten voor het jubileum zijn duidelijk lager uitgevallen (-/- 7.000) door gebruik te maken van gratis ruimten waar mogelijk en sponsoring. Er is wel een post hoger uitgevallen: kosten CBF keurmerk (+/+ 3.000). Het CBF heeft de BMF herkeurd met een positieve uitslag. De BMF voldoet aan hogere criteria en is nu van een kansspelbegunstigde organisatie gestegen naar een fondsenwervende organisatie. 14

Het resultaat over de afgelopen jaren laat het volgende beeld zien: 3.2 Resultaatbestemming exploitatieresultaat Het resultaat is als volgt toegevoegd/onttrokken aan de reserves en fondsen: Toevoeging continuïteitsreserve 44.420 Onttrekking reserve financiering activa -2.193 Toevoeging bestemmingsfonds juridische procedures 15.000 Onttrekking bestemmingsfonds juridische procedures -13.036 Totaal 44.191 Hierdoor is ultimo 2012 de hoogte van de continuïteitsreserve 134.346 positief. De reserve financiering activa bedrijfsvoering is 4.525 positief, waardoor de totale reserves 138.916 positief bedragen. In fondsen is nog een bedrag van in totaal 13.361 beschikbaar. Vanaf 2009 is een bestemmingsfonds gevormd t.b.v. juridische procedures. In de contracten met de TBO's is vastgesteld dat van de jaarlijkse bijdrage per organisatie een bedrag van 5.000 wordt toegevoegd aan het fonds juridische procedures. De BMF voegt vanuit de vrij besteedbare gelden van de Nationale Postcodeloterij tevens een bedrag van 5.000 toe. De jaarlijkse kosten inzake juridische procedures worden uit dit fonds onttrokken. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat provinciale subsidies niet worden gebruikt voor juridische procedures. De hoogte van dit fonds bedraagt ultimo 2012 10.186 positief. Het totale Eigen Vermogen (totaal reserves en fondsen) van de BMF bedraagt ultimo 2012 152.277 positief. 3.3 Beleggingsbeleid BMF Ontvangen middelen worden niet aangewend voor belegging in effecten, zoals aandelen en obligaties. Wel zullen in 2013 de aanwezige liquide middelen worden verspreid over meerdere banken. 3.4 Risicoparagraaf Er wordt een terugloop van projectsubsidies verwacht vanaf 2013 en een toegezegde korting op de reguliere subsidie van de provincie Noord-Brabant zal per 2014 geëffectueerd worden. Bovenstaande en andere toekomstige veranderingen zijn meegenomen in het meerjarenbeleidsplan en bijbehorende meerjarenbegroting. 15

Gedurende 2012 is vooruitlopend hierop geanticipeerd door: het aannemen van personeel op basis van arbeidsovereenkomsten met bepaalde tijd; het drukken van vaste kosten, zoals bijvoorbeeld huur, schoonmaak en documentatie en/of vakliteratuur; het werven van baten bij andere externe financiers dan de provincie Noord-Brabant, zoals lokale overheden, bedrijfsleven, woningbouwcorporaties. 3.5 Totaal overzicht De besteding aan de diverse doelstellingen is als volgt: De provinciale milieufederaties hanteren voor het inzichtelijk maken van de kosten beheer en administratie een uniforme systematiek die gebaseerd is op de aanbeveling Toepassing van Richtlijn 650 van de Verenigde Fondsenwervende Instellingen (VFI). De kosten beheer en administratie worden naar verhouding toegerekend aan de doelstellingen. Voor de specificatie wordt u verwezen naar de toelichting in de jaarrekening. Het percentage wat besteed is aan beheer en administratie ten opzichte van de totale lasten (voor toerekening beheer en administratie) bedraagt in 2012 30,8% (2011: 35,0%, 2010: 43,6). Met de provinciale milieufederaties is een norm van 25% afgestemd. De BMF heeft de afgelopen jaren reeds een stevige daling ingezet om deze norm te halen. Dit beleid wordt ook de komende jaren voortgezet. 16

4. Inhoudelijk verslag team Landelijk gebied Het inhoudelijk verslag Landelijk gebied maakt onderscheid in activiteiten vanuit de reguliere subsidie van de provincie Noord-Brabant en extern gefinancierde projecten. De verantwoording van deze activiteiten en projecten volgt de 3 BMF speerpunten biodiversiteit, klimaat en kringlopen. 4.1 Verantwoording reguliere activiteiten team Landelijk Gebied Deze paragraaf start met een overzicht van alle geplande en werkelijk gemaakte reguliere uren voor team Landelijk Gebied. Speerpunt Onderwerp Begrote Werkelijke Verschil uren uren Biodiversiteit Verbindingen landelijk en stedelijk 200 193,50-6,50 gebied Natuurcompensatie 100 54-46 Ruimtelijke kwaliteit 100 97-3 Verkenning fondsvorming en middelen 50 9-41 zoeken Toekomst van de intensieve 150 251,50 +101,50 veehouderij Provinciale deel EHS 100 128,50 +28,50 Klimaat Klimaatbestendigheid watersysteem 300 277-23 Projectontwikkeling Klimaat 100 3-97 Waterkwaliteit 0 30,50 +30,50 Centrum Metropolitaan voedsel 200 230,50 +30,50 Kringlopen Benutting organische reststoffen 200 195-5 Verbeteren kwaliteit van organische 200 121,50-78,50 reststromen Projectontwikkeling 0 91 +91 Nutriëntenkringlopen Provinciale Green Deal 100 6-94 Stad en Platteland 100 75-25 Algemeen Actualiteiten/netwerken 189 291 +102 Totaal 2089 2054-35 4.1.1 Biodiversiteit 4.1.1.1 Verbindingen landelijk en stedelijk gebied Plan: inzet voor realisatie van ecologische verbindingen en soortenbeleid, landelijk en stedelijk. Speciale aandacht voor cultuurhistorische kenmerken en grensoverschrijdende natuur. Te verwachten resultaten in 2012: afstemming van grensoverschrijdend natuurbeleid en -uitvoering; stimuleren biodiversiteit in witte gebieden door groene verbindingen (bijvoorbeeld door middel van het behoud van zandpaden); waarborgen inbreng van natuur in gebiedsprocessen (indien additionele middelen ter beschikking komen). Realisatie: Grensoverschrijdende afstemming voor De Kempen heeft plaatsgevonden met landschapsambassadeurs in De Kempen en de inbreng bij plannen Leenderbos-Groote Heide 17

(Beverbeek in België) via contacten met Agentschap Natuur en Bos. Tevens met de terreinbeheerders in de grensstreek van Natuurmonumenten (Suilen) en Staatsbosbeheer (belangenbehartiger Van der Laan). Met Agentschap Natuur en Bos (een Belgische instantie) is diverse malen contact geweest en er is informatie uitgewisseld over de beoordeling van vergunningaanvragen. Het Kraanvogelproject is een impuls voor de samenwerking met de Belgen in de grensstreek van Zuidoost-Brabant. Zandpaden Kempen Oirschot. Het plan wordt door gemeente Oirschot verder uitgewerkt. Inbreng o.a. via landschapsambassadeurs van De Kempen, deel via awg Kempen (tot juli) en de bemoeienis met Landinrichting De Hilver. Uren besteed aan Mooi Brabant waren gericht op die verbindingen. In De Peel zijn uren aan biodiversiteit in witte gebieden besteed als inbreng voor het programma Netwerken met energie. (BMF is niet in proces met Netwerken met energie gestapt). Het betrof tevens inzet van compensatiefonds voor realisatie van de dooradering. Er is een globale opzet voor een regionaal fonds waarin compensatie, toeslagen, etc. kunnen worden ondergebracht om regionale doelstellingen (dooradering, landschapskwaliteit) te kunnen gaan realiseren. Er zijn geen extra middelen ter beschikking gekomen voor inbreng van natuur in gebiedsprocessen. Uren: Geen significant verschil tussen planning en realisatie. 4.1.1.2 Natuurcompensatie Plan: samen met overheden en terreinbeherende organisaties (TBO s) een beeld vormen van organisatie en uitvoer van natuurcompensatie. Te verwachten resultaten in 2012: inventarisatie natuurcompensatieverplichtingen in de provincie en voorstel voor de aanpak en uitvoering ervan. Realisatie: In de Peelregio is een redelijk beeld van de nog te realiseren verplichtingen. De wens vanuit de voormalige reconstructie is dat die verplichtingen in een regionaal fonds terecht komen. Dit heeft geleid tot het aanwijzen en deels inrichten van compensatiegebieden. Er is t.g.v. het niet besluiten van het verdwijnen van het BZOB-bos door Helmond al wel compensatie in uitvoering geregeld in een bestemmingsplan. Door 9 situaties in Deurne tegen het licht te houden, is er pas na 1 jaar en 2 maanden (maart 2013) duidelijkheid gekomen van de provincie over aantastingen van de EHS c.q. boswet en zijn aanschrijvingen m.b.t. handhaving en compensatie de deur uitgegaan in 3 gevallen. Compensatie moet binnen 5 jaar ergens in Nederland uitgevoerd worden. De andere gevallen worden afgehandeld door de gemeente als bevoegd gezag.. Zowel gemeenten als provincie alsmede BMF en Ron Lodewijks zijn tot het inzicht gekomen dat deze omgang met aantastingen en compensatie niet werkt. De tijdsinvestering van de betrokken ambtenaren en het aantal schijven waarover e.e.a. loopt (tot College GS, B&W) is enorm. De BMF heeft de optie van een regionaal fonds, waarin geld en verplichtingen worden ondergebracht als een mogelijke adequatere oplossing, naar voren gebracht. Handhaving vraagt een enorm lang ambtelijk tijdstraject. Tevens blijkt dat cultuurhistorisch waardevolle laanbeplantingen, wanneer deze niet planologisch zijn beschermd, gekapt kunnen worden maar bij een omvang van meer dan 10 are wel onder de Boswet vallen en dus als bos gecompenseerd moeten worden. Dit voorbeeld bevat veel leermomenten voor zowel overheden als BMF. Het geeft munitie om nader te beraden (met overheden erbij als het kan) hoe zaken adequater geregeld kunnen gaan worden. In totaal waren met deze systematische aanpak 54 uren gemoeid. 18

Uren: De onderschrijding is als volgt te verklaren. De BMF heeft uren aan compensatie besteed i.v.m. het plan Erica in Oirschot. Hiervoor is circa 11 ha compensatie uitgevoerd dan wel gepland. De betreffende uren (circa 30 u) voor planbeoordeling, overleg met gemeente en tbo s, en controle zijn toegeschreven aan tboplanologie, maar hadden evenzeer bij natuurcompensatie geboekt kunnen worden. Verder zijn er uren besteed aan de afwikkeling van Landinrichting De Hilver (handhaving, compensatie van aantast ingen) en adviezen aan lokale groepen die te maken kregen met kleine aantastingen van de ecologische hoofdstructuur. De tijdsinvestering voor deze bedroeg circa 2 dagen. 4.1.1.3 Ruimtelijke kwaliteit Plan: planmatigere aanpak bewaken en verder ontwikkelen ruimtelijke kwaliteit. Verbetering van bestemmingsplannen en beter samenwerking met gemeenten. Te verwachten resultaten in 2012: er zullen maximaal 5 bestemmingsplannen worden getoetst; er zal afstemming plaatsvinden met ruimtelijke en gebiedsprocessen en gebiedsprojecten; er is methodiek ontwikkeld waarmee gemeenten kennis en ervaring van de BMF kunnen inhuren om ruimtelijke kwaliteit te bewaken; de helpdeskfunctie voor lokale groepen is (verder) ontwikkeld en geautomatiseerd; er is een uitgebreide cursus bewaken ruimtelijke kwaliteit en lokale belangenbehartiging verzorgd voor achterban, dorpsraden en burgers in het buitengebied. Realisatie: Ook in 2012 zijn meerdere bestemmingsplannen getoetst. Er zijn beroepen ingesteld op aspecten plan-mer, passende beoordeling en water. De BMF rapporteert per kwartaal over de voortgang naar de TBO s. Om onze onafhankelijkheid te kunnen blijven garanderen, is besloten om niet de methodiek voor de gemeenten te ontwikkelen. De helpdeskfunctie is via Milieuhulp.nl naar een hoger niveau gebracht. Milieuhulp.nl was voorheen een website van De Natuur en Milieufederaties, maar is in 2012 overgedragen aan Milieudefensie. Twee checklists zijn geactualiseerd: voor bestemmingsplannen en boomteelt. Deze staan op de website en zijn via nieuwsbrieven gecommuniceerd. Regelmatig worden jurisprudentieverslagen naar achterbangroepen gestuurd, die met de onderhavige problematiek bezig zijn. Er is een cursus georganiseerd over Ruimtelijke Ordening en grondwaterbescherming. Deze was met 50 deelnemers erg goed bezocht. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 4.1.1.4 Verkenning fondsvorming en middelen zoeken Plan: verkennen mogelijkheden procedurefonds vanuit middelen van particulieren en instellingen. Te verwachten resultaten in 2012: verkenning mogelijkheden voor fonds waarmee juridische procedures kunnen worden ondersteund. Realisatie: Er hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden om de mogelijkheden te verkennen. Door langdurige ziekte van de betreffende medewerker is hieraan nog geen vervolg gegeven. In 2013 pakt de BMF dit weer op door o.a. ook de inzet van een deskundigenpool te bezien. 19

4.1.1.5 Toekomst van de intensieve veehouderij Plan: inbrengen van het duurzaamheidsperspectief in de discussie rondom intensieve veehouderij. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF heeft een bijdrage geleverd aan het vervolg van de Commissie van Doorn. De BMF levert in dit kader een bijdrage aan de door GS op 4 november 2011 gepresenteerde Transitie van het Brabantse Stadteland ; de BMF heeft samen met het Proefstation voor de Varkenshouderij een project rondom maatschappelijk verantwoorde varkenshouderij ontwikkeld. Realisatie: De BMF is actief betrokken geweest bij de uitwerking van de adviezen van de Commissie van Doorn over de toekomst van de intensieve veehouderij en bij de uitwerking van het nieuwe koersdocument van de Provincie. We hebben deelgenomen aan en de belangen van natuur en milieu ingebracht in de volgende werkgroepen: dialoog tussen boer en burger. Projectgroep vanuit de Provincie en HAS om spanningen op het platteland te verminderen; opzetten van duurzaamheidsmeetlat voor de veehouderij; regiogroep Peelhorst ; formulering en presentatie van onderzoek naar sturingsmogelijkheden dieraantallen veehouderij. Verder heeft de BMF een actieve bijdrage geleverd aan beleidsdiscussies, o.a. via: conferenties en discussiebijeenkomsten zoals Peelhorst conferentie; voorbereiding/organisatie van BMF-symposium over toekomst veehouderij in februari 2013; voorbereiding/standpuntbepaling discussie over toekomst veehouderij Sint Michielsgestel. Er hebben enkele gesprekken plaatsgevonden om samen met ZLTO en Proefstation voor de Varkenshouderij te komen tot een project rondom maatschappelijk verantwoorde varkenshouderij. Dit heeft niet tot een concreet project geleid. Daarvoor waren de te benutten kaders en beschikbare instrumenten in 2012 nog te onzeker. Uren: In 2012 heeft de provincie Noord-Brabant de aanzet gemaakt voor het Brabant Brede overleg over de toekomst van de veehouderij. Ter voorbereiding hierop heeft de BMF het symposium Pootafdrukken in het Zand georganiseerd. Het symposium is goed ontvangen en heeft mede gefunctioneerd als een prelude voor de Ruwenberg conferentie in maart. Dit heeft een flinke overschrijding van de geplande ureninzet tot gevolg gehad. 4.1.1.6 Provinciale deel EHS Plan: initiatief nemen om TBO s, LTO, Agrarische Natuurverenigingen en overheden bij elkaar te brengen voor de realisatie van de provinciaal georganiseerde en gefinancierde EHS. Te verwachten resultaten in 2012: plan van aanpak realisatie provinciale deel EHS. Realisatie: Realisatie provinciaal deel EHS is samengevoegd met het traject Herijking EHS vanwege de voorziene overschrijding van de uren. Er zijn meer vergaderingen geweest dan oorspronkelijk gepland. Het initiatief is van de Provincie met alle partijen. Het heeft recent geresulteerd in 23 miljoen extra (van de 100 miljoen eenmalig uit het lente-akkoord) voor realiseren van de EHS in Brabant. Uren: Zoals gesteld; het aantal vergaderingen en afstemmingen was aanmerkelijk hoger dan verwacht. Vandaar de afwijking. 20

4.1.2 Klimaat 4.1.2.1 Klimaatbestendig watersysteem Plan: bijdragen aan het tegengaan van verdroging en wateroverlast en verbetering van de waterkwaliteit. Te verwachten resultaten in 2012: aandacht bij beleidsmakers en het Brabantse publiek voor niet gehaalde KRW normen; aandacht bij beleidsmakers en het Brabantse publiek voor Natura 2000 doelstellingen. Realisatie: De BMF heeft een visie Klimaatbestendig watersysteem opgesteld. Bij het grensoverschrijdend LIFE-project Leenderbos (=Natura 2000) heeft de BMF zich ingezet om gebiedskennis en systeemkennis in te brengen omdat dit project ook een nieuwe vorm van een verdienmodel betreft om EHS in te richten en op die manier het watersysteem klimaatbestendiger in te richten. Ook de brede BMF achterban is in dit proces meegenomen door het organiseren van informatieavonden. Deelname aan een werkgroep water en ruimte om innovatieve maatregelen te bedenken om te werken aan een klimaatbestendig watersysteem. Deltaplan Hoge zandgronden: workshop waterberging in de grond. Behalen van de KRW-normen besproken in de Brabantbrede overleggen van de waterschapbestuurders van Water Natuurlijk en de Geborgde Natuurzetels. In klankbordgroep KRW-Maas de normoverschrijdingen aangekaart. Uren: Nagenoeg gelijk aan de planning. 4.1.2.2 Waterkwaliteit Plan: aandacht voor gebruik van bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit in het algemeen en specifiek voor verduurzaming van de boomteelt. Te verwachten resultaten in 2012: thema bestrijdingsmiddelen staat op agenda Provincie en waterschappen; deelname aan project aanpak bestrijdingsmiddelen in boomteelt. Realisatie: BMF heeft een visie bestrijdingsmiddelen geschreven en deze visie ook in de media verspreid en besproken met de Water Natuurlijk-waterschapbestuurders. Daarnaast is deze visie ook gedeeld met de imkers (food4bees te Oirschot) gezien de link tussen bijensterfte en het gebruik van neonicotinoïden. Maar ook met de Suiker Unie zijn, naar aanleiding van deze visie, gesprekken gevoerd over hun gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de bedrijfsvoering. Met betrekking tot boomteelt heeft de BMF deelgenomen aan de projectgroep van het Schoon Water project. Inzet van de BMF was om voorstellen te doen voor (aanscherping van) maatregelen om emissie van bestrijdingsmiddelen tegen te gaan bij de boomteelt te Zundert. Het BMF voorstel om te werken aan bodemstructuurverbetering door verhoging van organisch stofgehalte is overgenomen, waardoor water met meststoffen en bestrijdingsmiddelen minder snel zullen uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Uren: Het was een fout in de tabel: dit thema was wel in het werkplan opgenomen, maar met 0 uren. De overschrijving is gehaald uit de onderschrijding van de post Watersystemen. 4.1.2.3 Project ontwikkeling Klimaat Te verwachten resultaten in 2012: er is een robuuste werklijn ontwikkeld met betrekking tot het speerpunt Klimaat; er is een nieuw project ontwikkeld dat uitvoering geeft aan deze nieuwe werklijn. 21

Realisatie: De BMF hoofdthema s klimaat, biodiversiteit en nutriëntenkringlopen komen samen in het thema bodem. In de uitwerking zijn deze thema s gekoppeld. Zie 4.1.3.1 en 4.1.3.2. 4.1.2.4 Centrum Metropolitaan voedsel Plan: verkenning naar mogelijkheden voor een regionaal voedselcentrum dat zich richt op verduurzaming van voedselproductiesystemen en voedselketens. Te verwachten resultaten in 2012: het Centrum Metropolitaan duurzaam voedsel functioneert op basis van samenwerking met ZLTO, ANV S, stedelijke regio s, Landschappen van Allure en andere; er is samen met andere maatschappelijke partners een strategie ontwikkeld om vleesconsumptie te verminderen en daarmee de milieubelasting; een Fair and Green Deal met andere maatschappelijke partners op nationaal niveau. In 2012 is een voorstel opgesteld om te komen tot een Duurzaam Voedselcentrum Brabant. Dit voorstel is besproken met een groot aantal partijen zoals diverse personen van de provincie, met het LIB, ZLTO, HAS en WUR. De algemene conclusie was dat er zeker mogelijkheden zijn voor en noodzaak is tot oprichting van een Voedselcentrum. In oktober 2012 heeft de BMF daarom het initiatief genomen om het Duurzaam Voedselcentrum Brabant ook daadwerkelijk op te zetten. De uitdaging voor 2013 is om dit centrum verder vorm te geven. De BMF heeft met het COS en het PON een traject opgezet om te komen tot vermindering van de vleesconsumptie. Met name was het ook de bedoeling om de jeugd te bereiken, omdat deze groep het meest makkelijk te beïnvloeden is. Daartoe is contact gezocht met het BAJK en HAS. In het begin was er bij de deelnemende partijen veel enthousiasme om ermee aan de slag te gaan. Er is een beknopte enquête uitgevoerd over het vleesgebruik bij jongeren. Uiteindelijk is met dit project gestopt omdat er geen zicht was op projectfinanciering. Met het vallen van het Kabinet zijn de Green Deals ter discussie gesteld, niet alleen financieel maar ook inhoudelijk als instrument van samenwerking. Vandaar dat hierin geen verdere energie meer is gestoken. Wel hebben we samen met andere federaties getracht verdere invulling te geven aan het advies van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding door een aanvullend project hiervoor op te zetten en in te dienen bij de Triodos Foundation. Dit traject loopt begin januari 2013 nog door. Verder is er nog aandacht besteed aan de volgende zaken: voor de Kloosterstraat Den Bosch is beperkt inzet gepleegd om een gebiedsontwikkeling op gang te krijgen voor dit gebied waarin Stadslandbouw een hoofdrol gaat spelen. Naar verwachting zal dit traject begin 2013 van start gaan; voor de Nieuwe Warande te Tilburg heeft de BMF enige jaren geleden een concept neergelegd voor regionale voedselvoorziening. Incidenteel zijn we als BMF nog aanwezig bij een voortgangsvergadering; geënthousiasmeerd door het landelijke congres over stadslandbouw in Almere in maart 2012 heeft de BMF, samen met een aantal lokale partijen en geëngageerde personen, begin juni de dag van de Stadslandbouw Tilburg georganiseerd. Met een grote opkomst van 100 belangstellenden heeft Stadslandbouw ook in deze stad nu fundamenten gekregen. Zo wordt nu nagedacht of Stadslandbouw een goede invulling kan geven aan het grote terrein Spoorzone in Tilburg; de BMF heeft netwerkbijeenkomsten bijgewoond over voedsel, zoals Meierijdag over Voedsel en burgerparticipatie, ZLTO congres over Voedsel en WEconomy, en de Voedelteams.be middagbijeenkomst in België; tot slot heeft de BMF invulling gegeven aan de rol als vraagbaak voor burgerparticipatie, o.a. voor: Stadshoeve de Tuin Tilburg Spoorzone Tilburg 22

Goei Eete studenten (zoals HAS, NHTV, Studio T, TUe), en burgervragen opzet van een Food Café lokale groepen en achterban (zoals Tilburg Duurzamer, Bossche Boeren, Natuursuper, Breda Duursaam) Uren: Ten opzichte van de planning zijn 30,5 uren meer aan het voedselcentrum besteed. Deze overschrijding zit o.a. in het frequent afstemmen met diverse partijen over de opzet van voedselcentrum. Daarnaast was de BMF goed vindbaar voor burgers en studenten, niet in de laatste plaats omdat een aantal organisaties zoals bijvoorbeeld Rural Alliances naar de BMF doorverwijzen. 4.1.3 Nutriëntenkringlopen 4.1.3.1 Benutting organische reststromen Plan: ontwikkelen van een aanpak om het organische stofgehalte in de bodem te verbeteren. Te verwachten resultaten in 2012: denktank en netwerk organiseren en samenwerken; tijdens symposium Op het land of in brand is de behoefte naar voren gekomen om een netwerk van mensen te organiseren die belang hebben bij een hoger organisch stofgehalte in de bodem of die profiteren van de additionele voordelen. Realisatie: In 2012 werd al snel duidelijk dat in de opkomende biobased economy nog te weinig vanuit lange termijn duurzaamheid wordt geredeneerd en dat bodem de sluitpost dreigt te worden in zogenaamd groene industriële en energie activiteiten. Tegelijkertijd bleek ook dat het onderwerp bodemvruchtbaarheid bij veel cruciale schakels in de keten nog niet echt in beeld was en hoe een verkeerde benutting van organische reststromen ten koste kan gaan van de vele ecosysteemdiensten die de bodem voor ons verzorgt. Daarom heeft de BMF in 2012 in eerste instantie ingezet op aandacht vragen voor het belang van de bodem, bodemvruchtbaarheid en de link met het gebruik van organische reststoffen, o.a. op de volgende fronten: verbranding van houtig materiaal in het Groene Woud; energie- en grondstoffenfabriek Waterschap de Dommel in Tilburg; mestverwerkingsinstallaties die ook andere organische reststromen verwerken. Uren: Geen significante afwijking. 4.1.3.2 Verbeteren kwaliteit van organische reststromen Plan: ontwikkelen van een aanpak om verontreinigde organische reststromen inzetbaar te maken voor de landbouw. Te verwachten resultaten in 2012: aanpak en projectvoorstel is ontwikkeld, zodat organische reststromen die nu (nog) niet worden benut, vanwege verontreinigingen meer en beter kunnen worden ingezet in de landbouw, zodat bodemfuncties (buffer voor water, mineralen en CO2) en bodembiodiversiteit kunnen worden hersteld. Realisatie: Volgend op de rol die de BMF in 2011 heeft gespeeld om aandacht te vragen voor nutriëntenkringlopen, bodemvruchtbaarheid en organische reststromen, heeft de BMF zich ook ingezet om, via projecten, handelingsperspectief te bieden voor de geconstateerde problematiek. 23

Onder andere zijn hier de volgende projecten uit voortgekomen: samen met ZLTO en BLGG is het project Showcase opbouw organische stof uitgewerkt en in uitvoering genomen; er is door de BMF in februari een workshop georganiseerd over samenwerking tussen alle betrokken partijen. Daarbij is afgesproken dat er een Brabantbreed bodemproject zou worden uitgewerkt (trekkers ZLTO, Waterschap De Dommel en BMF). Dit is in voorbereiding. samen met Suiker Unie en DLV is een start gemaakt met de voorbereiding van een Interreg project over het belang en beheer van bodemleven; bij de Task-force Biodiversiteit is het projectidee maatschappelijke bewustwording voor thema bodem neergelegd. Uren: Verbeteren kwaliteit van organische reststromen en herstel van kringlopen hebben een sterke relatie met de (toekomst van de) veehouderij. Een deel van de uren voor dit onderdeel zijn gebruikt voor de (voorbereiding) van de discussie over de toekomst van de veehouderij. 4.1.3.3 Projectontwikkeling Nutriëntenkringlopen Te verwachten resultaten in 2012: een project ontwikkelen ter ondersteuning van de BMF-werklijn op het gebied van Nutriëntenkringlopen (organische stof). Uren: De BMF hoofdthema s klimaat, biodiversiteit en nutriëntenkringlopen komen samen in het thema bodem. In de uitwerking zijn deze thema s gekoppeld. Zie 4.1.3.1 en 4.1.3.2 4.1.3.4 Provinciale Green Deal Te verwachten resultaten in 2012: aanzet geven tot een plan van aanpak en Provinciale Green Deal over waterhuishouding, inzet biomassa en mestverwerking. Realisatie: Analoog aan de Green Deals op nationaal niveau zou de BMF in 2012 proberen een provinciale Green Deal tot stand te brengen. Ter voorbereiding, om alle stake-holders op dit gebied bijeen te brengen, is door BMF in februari 2012 een workshop georganiseerd. Als resultaat hiervan is het project Brabant Bodem Breed opgepakt (zie 4.1.3.2). Een Green Deal is echter niet separaat van de grond gekomen (mede door kritische beoordeling van dit onderdeel van het werkplan door de provincie). Uren: Gedeeltelijk zijn de uren voor dit onderdeel gebruikt voor de (voorbereiding) van de discussie over de toekomst van de veehouderij. 4.1.3.5 Stad en Platteland Plan: bijdragen aan het bevorderen van wederzijds begrip tussen de agrarische sector en consumenten. Te verwachten resultaten in 2012: inbreng duurzaamheid in de klankbordgroep Milieu en Gezondheid van de GGD; inbreng duurzaamheid in de klankbordgroep van het Landbouw Innovatiebureau; presentaties op congressen en symposia die zich voordoen; er zal in samenwerking met de gemeente Den Bosch en de gemeente Sint Michielsgestel een project stad-platteland worden uitgevoerd (vergelijkbaar aan de Nieuwe Warande in Tilburg). Realisatie: Met de Provinciale Raad voor de Gezondheid alsook LIB zijn diverse gesprekken gevoerd om naast gezondheid ook duurzaamheid als aandachtspunt op te nemen. Door het jaar heen hebben wij diverse bijeenkomsten bijgewoond over dit thema en ook als 24

gastspreker gefungeerd. Er is in 2012 frequent overleg geweest met de gemeenten Den Bosch en Sint Michielsgestel alsook met de agrarische sector in het betreffende gebied. Mede vanwege de grote financiële belangen die hiermee gemoeid zijn, is het een moeizaam traject. Uiteindelijk is er een potentiële projecttrekker gevonden door de inzet van het PON. Het project moet nog starten. Uren: Geen noemenswaardige onderschrijding. 4.1.4 Algemeen 4.1.4.1 Actualiteiten/netwerken Elke medewerker heeft in 2012 een aantal vrij beschikbare uren gekregen om actuele zaken, waarvoor niet expliciet tijd is ingeruimd in het werkplan, op te pakken of bijeenkomsten bij te wonen. Deze actualiteiten en bijeenkomsten kunnen zowel een verdieping vormen op bestaande lijnen in het werkplan, of een verkenning zijn voor een potentieel nieuw op te pakken thema. Uren: Het blijkt dat elke medewerker veel tijd nodig heeft om zijn netwerk op peil te houden en aan opkomende actualiteiten te werken. Voorbeelden daarvan zijn: beoordeling project wildcross in Mill en een project elektrische cross; we krijgen veel aanvragen van studenten en lokale en landelijke dagbladen voor een interview. Met mate werken wij hier aan mee; ondergrondse bestemmingplannen; afspraak bij Raad van Integrale Landbouw en Voedsel; activiteiten rondom burgerparticipatie; afvalverbranding Attero; bijwonen symposia etc. 25

5. Reconstructie & revitalisering Activiteiten in het kader van de reconstructie hebben alleen in de eerste helft van 2012 nog plaatsgevonden. De rapportage hierover is al naar de provincie gestuurd en afgerekend. In bijlage 3 is de volledige rapportage opgenomen. 26

6. Inhoudelijk verslag team Stedelijk gebied en Duurzaamheid Het inhoudelijk verslag Stedelijk gebied en Duurzaamheid maakt onderscheid in activiteiten vanuit de reguliere subsidie van de provincie Noord-Brabant en extern gefinancierde projecten. De verantwoording van deze activiteiten en projecten volgt de drie BMF speerpunten biodiversiteit, klimaat en kringlopen. 6.1 Verantwoording reguliere activiteiten team Stedelijk gebied en Duurzaamheid Deze paragraaf start met een overzicht van alle geplande en werkelijk gemaakte reguliere uren voor team Stedelijk gebied en Duurzaamheid. Speerpunt Onderwerp Begrote Werkelijke Verschil uren uren Biodiversiteit Integrale gebiedsopgaven 364 461 +97 Infrastructuur 634 603-31 Ruimtelijke ordening en 186 193 +7 binnenstedelijke ontwikkeling BrabantStad Klimaat Energie 136 143 +7 Klimaat adaptatie 80 20,50-59,50 Openbaar Vervoer 96 14-82 Duurzame mobiliteit 48 56 +8 Vliegvelden en luchtvaart 184 203,50 +19,50 Gezondheid en leefbaarheid 88 136,50 +48,5 Duurzame bedrijvigheid 40 31,50-8,50 Kringlopen Biobased economy 32 39 +7 Algemeen Actualiteiten/netwerken 200 209,50 +9,50 Totaal 2088 2126,50 +38,5 6.1.1 Biodiversiteit 6.1.1.1 Integrale gebiedsopgaven Plan: gelijkblijvende omvang van het stedelijk gebied, waarbij de inrichting goed wordt afgestemd op de voorwaarden vanuit het fysieke domein. Te verwachten resultaten in 2012: in West-Brabant is de BMF actief betrokken bij en levert input voor de Strategische Agenda West-Brabant, ZeeBrAnt, Deltri, Aviolanda en overleggen met achterban; de BMF levert haar bijdrage in Zuid/Oost-Brabant aan Brainport-Oost. Realisatie: De inspanningen die zijn verricht op het Deltri dossier, zijn een gezamenlijke inspanning geweest van diverse partners. De natuur-, landschaps- en duurzaamheidsbelangen zijn daar door de BMF ingebracht en afgestemd met de partners die samenwerken in het Delta-overleg: Zeeuws Landschap, Brabants Landschap, Zeeuwse Milieufederatie, Zuid Hollandse Milieufederatie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Wereld Natuurfonds en met onze Belgische partners Bond Beter Leefmilieu en natuurpunt.be. Hier is eerst inhoudelijk gesproken over onze inbreng in Deltri en de Zeebrant-visie is hierbij leidend geweest. Ook is daar samengewerkt met de Strategische Agenda West- Brabant om bestuurlijk en strategisch de juiste onderwerpen te benoemen. Het concrete resultaat is dat de BMF en de ZHMF de opdracht van de Deltri-partners hebben gekregen om inhoudelijk de verduurzamingsopgave voor Deltri te trekken. 27

Wij concretiseren de dubbele doelstelling vanuit de Havenvisie 2030 en vertalen die naar het niveau van West-Brabant en de Drechtsteden. Ook aan Brainport heeft de BMF in diverse overleggen haar bijdrage geleverd. Zie ook volgende paragraaf. Uren: Het is vooraf moeilijk in te schatten hoeveel tijd dergelijke gebiedsprocessen vergen. Er is een lichte overschrijding. 6.1.1.2 Infrastructuur Plan: namens de achterban deelnemen aan discussies rondom grote projecten op het gebied van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF is onder andere betrokken bij de Noordoostcorridor, Grenscorridor N69, N279-Noord, Zuid-Willemsvaart en informeert en overlegt met de achterban in deze dossiers; de BMF volgt ook overige ontwikkelingen m.b.t. infrastructuur zoals rijkswegen, rand-, rond- en waterwegen, met name daar waar er sprake is van mogelijk zware ingrepen in het landschap en de natuur en aantasting van biodiversiteit; waar mogelijk zal de BMF haar achterban hier inzetten en professionele ondersteuning bieden. Realisatie: Op de complexe infrastructuurdossiers Noordoostcorridor/Brainport Oost, Gebiedsontwikkeling N69 en N279 Noord heeft de BMF in samenwerking met lokale en regionale organisaties op gebied van natuur-, milieu- en omwonendenbelangen een bijdrage geleverd aan plan- en besluitvorming. Een duidelijk statement van alle organisaties gezamenlijk was het manifest Beter Verbinden dat in de zomer aan GS en PS is aangeboden namens zo n 40 organisaties. Daarnaast is er bijvoorbeeld op regelmatige basis overleg geweest met de achterban in het kader van de Structuurvisie N69 die door PS is vastgesteld. Tot slot is in het kader van de Noordoostcorridor, door middel van een reeks bijeenkomsten per gebied, inbreng afgestemd over de uitwerking van de Structuurvisie Brainport Oost, als start van de ProjectMER fase. Tijdens ambtelijke en bestuurlijke overleggen is door de BMF een inbreng geleverd, mede namens en in samenwerking met onze achterban. Bij deze dossiers is niet alleen de oplossing van verkeersgerelateerde zaken aan de orde, maar gaat het ook over daaraan gekoppelde zaken als inpassingsaangelegenheden en ontwikkelingsopgaven, waaronder die voor natuur, landschap en water. Uren: Er is nagenoeg geen afwijking. 6.1.1.3 Ruimtelijke ordening en binnenstedelijke ontwikkeling BrabantStad Plan: proactieve insteek op het gebied van ruimtelijke ordening en aansluiting zoeken bij de B5 op het gebied van binnenstedelijke ontwikkelingen. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF volgt eventuele ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening, waaronder MIRT, Verordening Ruimte en Structuurvisie; ook neemt de BMF actief deel aan de Provinciale Omgevings Commissie (POC); de BMF zoekt in 2012 nadrukkelijker aansluiting bij de vijf grote steden binnen Brabant en de Strategische Agenda BrabantStad op het gebied van binnenstedelijke ontwikkelingen, zoals bedrijventerreinen en groen in de stad (o.a. groene mallen), maar ook op het gebied van Klimaatadaptatie en Openbaar Vervoer. 28

Realisatie: De BMF vaardigt een vertegenwoordiger af naar de POC. Deze vertegenwoordiging is in de loop van 2012 anders ingevuld. Ger van den Oetelaar is plaatsvervanger geworden en Nol Verdaasdonk is lid geworden van de POC. Op persoonlijke titel als vertegenwoordiger van een belang worden daar belangrijke provinciale voornemens van een advies voorzien. In de loop van 2012 heeft er in de POC een discussie plaatsgevonden over rol en positie. Daar is afgesproken dat de POC meer proactief gaat opereren en ook ongevraagde adviezen gaat geven. Meer agenda zettend, een ontwikkeling die de BMF van harte steunt. Adviezen zijn uitgebracht over diverse infrastructuurprojecten, duurzaamheidsinvesteringen, energietransitie etc. De aanpak met betrekking tot de Groene mallen is overgedragen aan de achterban. Met betrekking tot het begrip grondgebondenheid, heeft er een verdiepingsslag plaatsgevonden, hoe dit begrip verder juridisch te verankeren in provinciale regelgeving. Naast literatuurstudie en contacten met vakbroeders waren er ook verkennende gesprekken met boeren, zodat onze insteek de toets der praktijk zou kunnen doorstaan. Ook het toetsen van bestemmingsplannen, om de invulling en reikwijdte van dit begrip te kunnen doorgronden, hoorde hierbij. De zoektocht naar aansluiting bij de vijf grote steden binnen Brabant naar aanleiding van de Strategische Agenda BrabantStad heeft geen concrete aanknopingspunten voor BMF opgeleverd. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 6.1.2 Klimaat 6.1.2.1 Energie Plan: bevorderen duurzame energie, kritisch volgen en input leveren op niet duurzame vormen van energie. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF volgt ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie en neemt deel aan discussies op verschillende niveaus waar dit van toepassing is; samen met andere partners maakt de BMF zich sterk voor een overkoepelende organisatie voor duurzame energiecoöperaties ter verhoging van rendement en slagingskansen van initiatieven. Op dit gebied probeert de BMF ook het provinciaal beleid te beïnvloeden en de implementatie van de Energienota te volgen; de BMF zal ook in 2012 actief zijn binnen de schaliegasdiscussie en kritisch de ontwikkelingen volgen met betrekking tot opslag van kernafval in de Brabantse bodem; de BMF neemt in 2012 actief deel aan het Brabants Energie Overleg. Realisatie: De BMF heeft input geleverd voor het Energiefonds van de provincie Noord-Brabant door actief het gesprek met de verschillende politieke partijen op te zoeken en met hen mogelijke knelpunten en wensen ter bevordering van lokale duurzame energie te bespreken. Er is een actieve bijdrage geleverd aan discussies in het Groene Woud (biomassa en lokale duurzame energie) en West- Brabant (wind en energie coöperaties). In gesprekken met overheden, politieke partijen en woningbouwcorporaties was met name de rol van overheden ten aanzien van lokale duurzame energie initiatieven een belangrijk thema van gesprek. Tot slot heeft de BMF zich bezig gehouden met wenselijke en onwenselijke gevolgen van geothermie en de planning van nieuwe hoogspanningsleidingen en is er gewerkt aan onze eigen visie op de verschillende deelonderwerpen ten aanzien van duurzame energie. Met verschillende duurzame energienetwerken zijn afspraken geweest voor afstemming en samenwerking. Met name met de met LDE Brabant en SRE is in 2012 concreet uitwerkt tot een rolverdeling en afspraken over samenwerking bij het opzetten van een Brabantbreed netwerk voor 29

lokale duurzame energie-initiatieven. Andere partijen betrekken wij op informerende basis. In 2012 was het relatief rustig op het gebied van Schaliegas. Ontwikkelingen zijn door het jaar heen gemonitord en er is contact gehouden met verschillende actieve achterban groepen. We zien dat de discussie in 2013 weer flink oplaait. Afgesproken is dat Milieudefensie landelijk de acties coördineert. De BMF heeft in 2012 vier bijeenkomsten van het Brabants Energie Overleg bijgewoond, waarbij met name input is geleverd op het gebied van lokale duurzame energie. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 6.1.2.2 Klimaat adaptatie Plan: bijhouden van ontwikkelingen en deelname aan discussies waar zinvol. Verkennen mogelijke aansluiting bij BrabantStad. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF zoekt aansluiting bij en gaat op zoek naar initiatieven en partners die op de thema s bestrijding van hitte eilanden, robuuste stedelijke watersystemen en groen in de stad (stedelijke biodiversiteit en voedsel) met ons willen samenwerken. Realisatie: Allereerst is in 2012 een visie op Stedelijk water en klimaatadaptatie opgesteld. Deze visie is na te lezen op de BMF website www.brabantsemilieufederatie.nl. Via de Molo-bestuurlijke contacten is geprobeerd een verbinding te leggen tussen de BMF en klimaatthema s binnen de B5. Dit heeft niet geleid tot concrete samenwerkingen, waardoor ook het aantal geplande uren voor dit thema lager is uitgevallen dan in het werkplan begroot. Het thema klimaatadaptatie voor stedelijk gebied is, naar aanleiding van de weinige aanknopingspunten voor activiteiten waarmee de BMF verschil kan maken, in 2013 vervallen. Uren: Ten opzichte van de planning zijn 59,50 uren minder aan klimaat adaptatie besteed. 6.1.2.3 Openbaar vervoer Plan: bevorderen van andere, minder belastende vormen van vervoer. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF neemt in 2012 o.a. actief deel aan de volgende overleggen: Platform visievorming Hoogwaardig OV Noordoost Brabant, Reizigers Overleg Brabant, Provinciaal Platform Verkeer en Vervoer. Realisatie: Op gebied van openbaar vervoer heeft de BMF in 2012 geen noemenswaardige activiteiten ontplooid. De capaciteit was in hoofdzaak gereserveerd voor het project HOV Noordoostcorridor, maar door een gewijzigde projectopzet was daar geen behoefte aan. Uren: Ten opzichte van de planning zijn 82 uren minder aan openbaar vervoer besteed. De vrijgekomen capaciteit is ingezet voor de complexe infra-dossiers. 6.1.2.4 Duurzame mobiliteit Plan: verkenning naar Brabantse toepasbaarheid van de ervaringen opgedaan in het Interreg IVc programma Power project Innovative Transport Approach in Cities and metropolitan Areas (ITACA). 30

Te verwachten resultaten in 2012: de BMF werkt aan een visie op duurzame mobiliteit met daarin o.a. aandacht voor sturingsperspectieven en gedragsbeïnvloeding; de BMF zoekt actief naar mogelijkheden om de conclusies van het ITACA-project in Brabant toe te passen en ziet o.a. kansen in aansluiting bij het project Versterkt Stedelijk Netwerk van BrabantStad. Realisatie: De BMF heeft een visiedocument over verduurzaming van mobiliteit opgesteld. Dit document is terug te vinden op de BMF website www.brabantsemilieufederatie.nl. Uit de strategische analyse zijn geen actuele of unieke kansen voor zelfstandige of samenwerkingsactiviteiten naar voren gekomen, waar de BMF ook daadwerkelijk verschil mee kan maken. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 6.1.2.5 Vliegvelden en luchtvaart Plan: behartigen belangen omwonenden op het gebied van gezondheid en geluidhinder en mede bewaken luchtvaart gerelateerde CO2-uitstoot. Te verwachten resultaten in 2012: in 2012 neemt de BMF namens haar achterban actief deel aan discussies en overleggen rondom Eindhoven Airport, Gilze Rijen, Volkel en Woensdrecht. Onder de activiteiten vallen o.a. Overlegorgaan GLOBE, Overleggroepen Alderstafel, Provinciaal overleg omwonenden, 10 geboden voor Eindhoven Airport en overleggen met achterban en worden eventuele herzieningen in de aanwijzing van zoneringen gevolgd; bij de overige luchthavens in Brabant (Seppe en Budel) zal de BMF waar mogelijk haar achterban inzetten en professionele ondersteuning bieden. Realisatie: In de loop van 2012 zijn wij er in geslaagd om tot een oplossing te komen rond de impasse met het Aldersadvies en de doorgroei van de luchthaven. Wij hadden grote bezwaren tegen de manier waarop daarop in de Alderstafel werd aangekeken en samen met onze achterban (BOW) hebben wij een alternatief bedacht. Daarover zijn wij in onderhandeling gegaan met Eindhoven Airport en daaruit is een compromis ontstaan waardoor verdere rechtsgang werd voorkomen. Deze zogenaamde verrijking van het Aldersadvies behelst terugdringen van de overlast voor omwonenden en investeren in ruimtelijke kwaliteit op en rondom de luchthaven en daarbuiten. Ook hebben wij hierbij de resultaten van het advies van de SER Brabant over nieuwe verdienmodellen voor natuur- en landschapsontwikkeling ter harte genomen. De tervisielegging van de concept luchthavenbesluiten voor militaire en civiele vliegvelden werd in 2012 verwacht, maar bleef uit. Voor Seppe en Budel zijn de nieuwe milieucommissies voor het eerst bijeen geweest. Bij Seppe speelt naast een te nemen luchthavenbesluit (ter vervanging van de Aanwijzing en het Omzettingsbesluit van het Rijk) de uitbreiding van luchthavenactiviteit en wijziging van de provinciale VR, waarbij voor het eerst de Provincie als bevoegd gezag optreedt. Verder is de BMF betrokken geweest bij zonering grondgebonden geluid Woensdrecht, ernstige overlast omwonenden Gilze Rijen en de knellende zone bij Volkel. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 6.1.2.6 Gezondheid en leefbaarheid Plan: onder de aandacht brengen van gezondheid en leefbaarheid in de grote steden en ondersteunen van milieubewuste burgers die een duurzame levensstijl promoten. 31

Te verwachten resultaten in 2012: in 2012 adviseert en informeert team Stedelijk overheden op het gebied van fijnstof in het kader van hun milieuprogramma s; daarnaast houdt de BMF voeling met stedelijke thema s op het gebied van gezondheid en leefbaarheid en voorziet achterbangroepen van informatie; de BMF zoekt actief naar openingen voor de aanpak van fijnstof bij de grote steden; de BMF organiseert tenminste één bijeenkomst voor initiatieven op het gebied van duurzame levensstijl. Realisatie: Op het gebied van fijnstof is een aantal verkennende gesprekken gevoerd, onder andere met AiREAS Eindhoven. Echter, gedurende het jaar werd steeds duidelijker dat de BMF wat betreft gezondheid en leefbaarheid veel meer verschil kan maken met het ondersteunen van burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid en dat het thema fijnstof in 2013 geen prioriteit meer zou krijgen. Activiteiten op dit gebied zijn dan ook stilgelegd ten gunste van gesprekken met nieuwe achterban -groepen zoals Transition Towns en andere groeperingen die zich met duurzaamheid bezig houden. Zo zijn in 2012 gesprekken geweest met groepen en personen uit Tilburg, Etten-Leur, Breda en Eindhoven. In november stond voor de derde keer sinds 2010 een bijeenkomst gepland voor Transition Towns (TT) en andere duurzame groeperingen. Normaal komen zo n 30-35 deelnemers naar deze bijeenkomsten, die altijd enthousiast waren over het programma en de ontmoeting. Dit jaar waren er echter te weinig belangstellenden om de activiteit doorgang te laten vinden. De BMF heeft de indruk dat de belangstelling voor Transition Towns in zijn algemeenheid aan het teruglopen is en dat met name de opkomst van lokale duurzame energiecoöperaties daar aan ten grondslag ligt, waarbij de belangstelling in duurzaamheid bij deze groepen vaak breder is dan energie alleen. In 2013 heeft de BMF er dan ook voor gekozen om specifiek te focussen op deze lokale duurzame energiecoöperaties. Uren: Er is meer tijd besteed aan het ondersteunen van vragen van burgers en groepen; iets wat past in het kader van onze verdergaande ondersteuning van burgerparticipatie. 6.1.2.7 Duurzame bedrijvigheid Plan: stimuleren van een goed evenwicht tussen Planet, People en Profit bij bedrijven. Te verwachten resultaten in 2012: de BMF zoekt actief naar uitbreiding van de samenwerkingsverbanden met bedrijven en streeft naar continuering van de samenwerking met HVL en het afsluiten van tenminste één nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Realisatie: In plaats van samenwerkingsverbanden met individuele bedrijven, heeft de BMF in 2012 besloten een duurzaamheidsscan te ontwikkelen voor het gehele MKB. In het kader van deze scan zijn een viertal proefbedrijven bezocht om de scan te testen. Met deze bedrijven is naar aanleiding van de scan gesproken over duurzaamheid en de mogelijkheden tot concrete verbeteringen binnen hun bedrijf. In 2013 zal de MKB-scan verder worden ontwikkeld tot een vermarktbaar product. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 32

6.1.3 Nutriëntenkringlopen 6.1.3.1 Biobased Economy Te verwachten resultaten 2012: de BMF onderzoekt in 2012 hoe zij een bijdrage kan leveren aan het onderwerp biobased economy en de balans tussen voedsel en niet-voedsel toepassingen vanuit een stedelijk perspectief. Realisatie: Resultaat: De BMF heeft gesprekken gevoerd met de Suiker Unie, provincie Noord-Brabant, TNO, en de collega milieufederaties over bio-based economy. Daarnaast is er een document opgesteld met verschillende belangrijke discussiepunten en kritische vragen met betrekking tot biobased economy. Dit document is besproken met verschillende (politieke) partijen. Deze gesprekken zijn de aanzet geweest voor een vervolg in 2013, waarbij bio-based economy vanuit twee perspectieven zal worden benaderd, namelijk organische stof en energie. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 6.1.4 Algemeen 6.1.4.1 Actualiteiten/netwerken Elke medewerker heeft in 2012 een aantal vrij beschikbare uren gekregen om actuele zaken waar niet expliciet tijd voor is ingeruimd in het werkplan, op te pakken of bijeenkomsten bij te wonen. Deze actualiteiten en bijeenkomsten kunnen zowel een verdieping vormen op bestaande lijnen in het werkplan, of een verkenning zijn voor een potentieel nieuw op te pakken thema. Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 33

7. Ondersteuning achterban, communicatie en politiek 7.1 Verantwoording uren ondersteuning achterban, communicatie en politiek Deze paragraaf start met een overzicht van alle geplande en werkelijk gemaakte reguliere uren voor ondersteuning achterban, communicatie en politiek. Onderwerp Begrote Werkelijke Verschil uren uren Vraagbaak en groepenwerk 300 269,50-30,50 Interactieve website / toolbox / nieuwe 200 199,50-0,50 media BMF-brede communicatie en 350 304,5-45,5 bijeenkomsten Politiek 100 180 +80 BMF 40 jaar 250 412 +162 Totaal 1200 1.365,5 +165,5 7.2 Inleiding achterban Onze achterban is en blijft de basis van de BMF. Zoals gezegd zien we onze achterban daarbij breed: zowel de bij ons aangesloten natuur- en milieugroepen, maar ook de niet georganiseerde burgers of meer losse burgerinitiatieven. In feite hebben we het bij de achterban van de BMF over alle bezorgde Brabanders, georganiseerd of niet. 7.3 Vraagbaak en groepenwerk Plan: vraagbaakfunctie vervullen voor de achterban en het organiseren van cursussen. Realisatie: Onderstaand een opsomming van de activiteiten die in dit kader zijn gedaan. Vraagbaakfunctie: vragen van burgers over behoud leefomgeving in verband met nieuwe bouwplannen. Vragen over bomen en kapverordening. Adviseren nieuwe groen bij statuten en werkzaamheden. Twee nieuwe groepen "geworven" voor aansluiting bij de BMF. Groepen geadviseerd over en/of ondersteund bij beoordeling bestemmingsplannen en RO, in verband met bestemmingsplannen. Groepen geadviseerd over de werking van de Verordening Ruimte. Groepen geadviseerd over de NBw. Groepen geholpen bij indienen zienswijze en beroep BPB's. Doorverwezen naar advocaat. Doorverwezen naar andere groepen of organisaties voor kennis en deskundigheid. Voor secretariaat adressenbestand doorgenomen en geactualiseerd voor werkgebied. Met groepen samengewerkt bij BPB's voor kostenbesparing via toevoeging advocaat. Actieve werving. Checklist BPB 's geactualiseerd i.v.m. VR. Jurisprudentie gedeeld met achterban. Werving voor nieuwe gebiedsteams. Groene Tafeloverleg achterban Breda. Een paar ondersteunende activiteiten voor ZeeBrAnt. Met lokale groepen meegewerkt aan grensoverschrijdend Merkse. Met lokale groepen samengewerkt in handhavingsacties Vernietiging natuur Baarle door projectontwikkelaar (met succes). Inzet gericht op bestuur gemeente en provincie en gemeenteraad. Samenvattingen uitspraken RvS voor de groepen geschreven. 34

Uren: Geringe onderschrijding door langdurige ziekte van betreffende medewerker. 7.4 Interactieve website / toolbox / nieuwe media Plan: BMF-website ontwikkelen tot een kennisbank en informatieportal en meer ervaring opdoen met social media. Realisatie: De website www.brabantsemilieufederatie.nl is het hele jaar een actuele informatiebank geweest voor haar bezoekers. Pagina s die veel werden bezocht zijn de pagina s waarop agenda s en achtergrondinformatie voor bijeenkomsten staan en ook die met de verslagen van bijeenkomsten. Ook blijkt dat er vaak wordt gezocht naar folders van Brabantse ommetjes. Aan de website is de functie toegevoegd, die het mogelijk maakt dat bezoekers formulieren invullen die rechtstreeks naar ons toekomen. Verdere vernieuwing staat nog op het wensenlijstje. Er wordt nauwelijks gereageerd op nieuwsberichten (wel spam). Enkele cijfers: Begin 2012 lag het aantal bezoekers per maand rond de 7.000, waarvan rond de 2.500 uniek. Sinds oktober 2012 ligt het aantal bezoekers boven de 10.000 per maand, waarvan meer dan 3.000 uniek. Eind 2011 heeft de BMF accounts aangemaakt op Facebook (/BrabantseMilieufederatie) en Twitter (brabmf) om hiermee naast bestaande, ook nieuwe doelgroepen te bereiken. Er is nog niet heel actief op ingezet. De inzet betrof vooral berichten uitzenden en reageren op berichten die onze hoofdthema s betreffen en ook over activiteiten die de BMF organiseerde, zoals rond het jubileum en thema-avonden. Het aantal vrienden en volgers groeide langzaam maar toch gestaag. Enkele cijfers: Vrienden op Facebook eind 2011: 80 Vrienden op Facebook eind 2012: 539 (11 februari 2013: 564) Volgers op Twitter eind 2011: 30 Volgers op Twitter eind 2012: 106 (11 februari 2013: 162) Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 7.5 BMF-brede communicatie en bijeenkomsten Plan: opstellen en versturen van nieuwsbrieven, liefst elke maand - in een oplage van 1200 - naar onze achterban en andere geïnteresseerden; het uitbrengen van persberichten, afhankelijk van de actualiteit, naar diverse nieuwsmedia. In de praktijk gebeurt dit gemiddeld 1x per 14 dagen; het opstellen en communiceren van een publieksvriendelijk en toegankelijk verslag van de belangrijkste activiteiten en hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar; het continueren van de achterbanbijeenkomsten en persoonlijk contact met onze achterban; het organiseren van specifieke bijeenkomsten zoals de jaarlijkse Warandelezing. Realisatie: Januari 2012 is het Communicatieplan 2012-2016 verschenen Zacht op de relatie, scherp op de inhoud, met een uitvoeringsplan 2012. Het uitvoeringsplan 2012 betrof: 1. Een gestructureerde aanpak van de inzet van sociale media. 2. Jubileumactiviteiten aangrijpen om netwerk te verbreden. 3. Medewerkers nemen communicatie op als wezenlijk onderdeel van hun werk. In 2012 is hard gewerkt aan de uitvoering van deze 3 punten. Met name op punt 3 is goed gescoord door de BMF-medewerkers en is er een duidelijke stijgende lijn te zien in punt 2. Alleen punt 1 is in 2012 wat achtergebleven. Dit komt met name door de drukte rondom het organiseren van de jubileumbijeenkomsten. 35

Er zijn nog andere lijnen waarlangs de BMF heeft gecommuniceerd met haar doelgroepen: een belangrijk kanaal blijft onze digitale nieuwsbrief, die maandelijks wordt verzonden. Ontvangers bestaan uit burgers, achterbangroepen, bestuurders, politici, maatschappelijke organisaties, partnerorganisaties; kortom een brede doorsnede uit de Brabantse samenleving; diverse persberichten zijn verzonden, met enige regelmaat ook naar de Brabantse huisaanhuisbladen als een onderwerp zich daartoe leende; de jaarlijkse Warandelezing is georganiseerd met Marjan Minnesma van Urgenda als spreker; aan diverse projecten is communicatie-ondersteuning verleend, zoals aan de Nacht van de Nacht, de Big Jump, Water Natuurlijk, Brabantse ommetjes en voedselprojecten. Enkele cijfers: Ontvangers Nieuwsbrief eind 2011: 1250 Ontvangers Nieuwsbrief eind 2012: 1274 Uren: Geen significante afwijkingen in planning en realisatie. 7.6 Provinciale politiek Plan: gemiddeld 2 keer per jaar contact met alle politieke partijen over actuele en strategische Brabantse aangelegenheden, aanwezigheid bij PS vergaderingen bij belangwekkende dossiers. Realisatie: Sinds 2011 zijn de gesprekken met de provinciale politiek geïntensiveerd. Gemiddeld 2 keer per jaar is er contact met alle politieke partijen over actuele en strategische Brabantse aangelegenheden. Individuele beleidsmedewerkers worden gestimuleerd om voor relevante dossiers ook zelf actief contact te zoeken met de politieke partijen, maar ook via de sociale media wordt contact gehouden met individuele Statenleden. Daarnaast probeert de BMF op beleidsmatig gebied in een zo vroeg mogelijk stadium invloed uit te oefenen en input te leveren. Hiervoor worden o.a. de agenda s van diverse relevante commissies van Provinciale Staten gevolgd en, indien nodig, wordt contact opgenomen met fracties of een schriftelijke reactie gestuurd naar de betreffende commissies en Provinciale Staten. De Verordening Ruimte vroeg veel tijd. Ook zijn er diverse Haagse contacten geweest met onder meer bezoeken in de regio. Tot slot is de BMF aanwezig bij vergaderingen van Provinciale Staten zodra er belangwekkende dossiers aan de orde zijn en is er op directieniveau regelmatig contact met leden van Gedeputeerde Staten. Er is met enige regelmaat met alle fracties gesproken. Dat varieert van 1 tot 2 keer per jaar aan de hand van een agenda. De éénmansfracties vielen helaas buiten de boot. Wel is daar incidenteel contact mee. De bespreekpunten volgden uit de agenda van PS; zo werd gesproken over de wegenstructuur rond Eindhoven, het Groenfonds, de Gebiedsplannen, de Streeknetwerken en veel aandacht kreeg de Transitie Veehouderij. Ook de Beekse Bergen hebben veel inzet vereist. Dit zijn slechts een paar voorbeelden. Vooral dit laatste onderwerp en het feit dat het maken van afspraken op zich al veel tijd vergt, heeft wel geleid tot een forse urenoverschrijding 7.7 BMF 40 jaar Plan: achterban bijeenkomsten in 3 regio s en 1 grote bijeenkomst rondom de dag van het jubileum. Realisatie: De jubileumviering op 22 juni in het Natuurmuseum in Tilburg was een sfeervolle bijeenkomst. De gasten liepen rond langs presentaties van studenten van Fontys Hogeschool voor de Kunsten, ontmoetten binnen en buiten andere gasten, luisterden naar enkele gastsprekers en naar de toespraak van onze directeur. Wonen in Brabant was de titel van deze toespraak, met centraal de betrokkenheid van mensen bij hun omgeving en de betrokkenheid van de BMF, toen en nu. 36

9 april 2012 - Lenteviering in zuidoost-brabant Proef de lente bij Wasven in Eindhoven. 23 september 2012 - Herfstviering in west-brabant Jubileummarkt Bijengilde Etten-Leur. 16 december 2012 - Winterviering in noordoost-brabant Energiemarkt in Sint-Anthonis. Uren: Ten opzichte van de planning zijn 162 uren meer aan het 40-jarig jubileum van de BMF besteed. Het vinden van geschikte locaties en het genereren van publiciteit voor de regiobijeenkomsten en het opstellen van een aantrekkelijk interactief programma voor de centrale jubileumviering heeft meer tijd gekost dan van tevoren ingeschat. Ook het betrekken van veel ondernemers bij de bijeenkomst in Sint Anthonis vroeg veel tijd, maar leidde wel tot een mooi geheel. Er is ook veel geïnvesteerd in het betrekken van het onderwijs. Het resultaat van dit laatste onderdeel was echter mager. 37

8. Projecten 8.1 Algemeen De Brabantse Milieufederatie acquireert actief projecten die in lijn liggen met de drie speerpunten van het BMF-beleid: biodiversiteit, nutriëntenkringloop en klimaat/co2. Niet alleen zorgt dit voor een bredere financiële basis, op deze manier wil de BMF op een proactieve manier bijdragen aan het realiseren van een duurzaam Brabant. Voor elk project wordt richting opdrachtgever een uitgebreide projectverantwoording opgesteld. Vandaar dat we hier volstaan met een korte opsomming. Hieronder volgen kort de projecten die met externe financiering in 2012 zijn gerealiseerd. 8.2 Projecten Landelijk gebied In 2012 is gewerkt aan: Ave Natura 2000 (NPL) Big Jump 2012 (Provincie + 3 waterschappen) Kansen en kuilen boven water (Brabant Water) Herijking EHS (Provincie) Kraanvogel in Kempenbroek (Stichting Ark) Nacht van de Nacht 2012 (NPL) Ommetje Nieuwe Warande (gemeente Tilburg) Ommetjes Kempenland (Provincie, SRE en diverse gemeenten) Regionale bijeenkomst KRW (NMO) Voedselonderzoek studenten (Provincie) Wandelen door Het Groene Woud met Frans Beerendonk (Streekrekening Het Groene Woud) Zandpaden in de Kempen (gemeente Oirschot en Bladel) 8.3 Projecten Stedelijk gebied en Duurzaamheid In 2012 is gewerkt aan: Aviolanda (gemeente Woensdrecht) HIER Opgewekt (NPL) Gedragen door de wind (NPL) Klimateams II (gemeente Breda en Eindhoven en SWS) Klimateams III (SWS) Klimateams IV (gemeente Breda) Lesprogramma Duurzame Energie Etten-Leur (School) SISCO (eindafrekening Provincie + Europa) 8.4 Achterban In 2012 is gewerkt aan: Nieuwe Binding (NPL) 38

9. Samenvatting Begrote Werkelijke Verschil Activiteit Uren uren Landelijk gebied 2.089,0 2.054,0-35,0 Stedelijke gebied 2.088,0 2.126,5 38,5 Achterban etc. 1.200,0 1.365,5 165,5 Totaal 5.377,0 5.546,0 169,0 Te zien is dat in het onderdeel Landelijk gebied een lichte onderbesteding is, maar dat dat ruimschoots wordt gecompenseerd door overbestedingen in Stedelijk en Achterban. 39

10. Beleid 2013 Speerpunten 2013 Sinds 2011 werkt de BMF aan de drie inhoudelijke speerpunten biodiversiteit, kringlopen en klimaat en die lijn blijft de BMF volgen richting een duurzame samenleving. Echter, ook de BMF ontkomt niet aan bezuinigingen. De begroting 2013 laat zien hoe groot de opgave is en welke krimp daarmee samenhangt. In het licht van een teruglopende omzet en aangekondigde toekomstige bezuinigingen kan de BMF niet anders dan behoedzaam opereren. Het maakt het ook noodzakelijk om nog scherper dan voorheen te bepalen op welke taken je wilt inzetten. Waar wil en kan de BMF het verschil maken en waarop willen wij gekend worden? De bovengenoemde drie inhoudelijke speerpunten en het extra speerpunt achterban blijven leidend in de keuze van onderwerpen. In het Werkplan 2013 staan de thema s waarop de BMF de komende jaren gekend wil worden. Deze thema s worden voor een aantal jaren vastgepakt en per jaar zal worden bekeken of de accenten verlegd moeten worden. Daarnaast zijn er ook een tweetal belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen die richting geven aan de manier waarop de BMF opereert: burgerparticipatie en circulaire economie. Burgerparticipatie Kenmerkend voor de huidige trend in de maatschappij is een terugtredende overheid. Als reactie daarop, maar ook uit onvrede over de resultaten die met het huidige beleid geboekt worden, is een beweging van burgers op gang gekomen, die weer grip willen krijgen op hun eigen omgeving en ook bereid zijn daar zelf aan te werken. Deze vermaatschappelijking van taken die eerst door de overheid en nu door de samenleving worden opgepakt en uitgevoerd, vragen om nieuwe sturingsmechanismes, waarbij er kansen en mogelijkheden liggen voor maatschappelijke organisaties zoals de BMF. De BMF kent een lange historie van werken met achterban en van burgerparticipatie; traditioneel op het gebied van ruimtelijke kwaliteit/ruimtelijke ordening. Gezien de ontwikkelingen heeft de BMF de ambitie om een nog sterkere focus te leggen op burgerparticipatie in het gehele BMF-werkveld en in het bijzonder op het gebied van voedsel, energie en biodiversiteit. We richten ons hiermee niet alleen op onze huidige achterban, maar zoeken bewust verbreding naar en samenwerking met andere geledingen in Brabant. Daarnaast werkt de Brabantse Milieufederatie al jaren samen met zeer capabele vrijwilligers om de thema s die de BMF na aan het hart liggen te volgen en input te leveren in werkgroepen/ commissies/bijeenkomsten waar een stem voor natuur, milieu en duurzaamheid nodig is. In 2013 zet de BMF actief in op het versterken en uitbreiden van dit lokale netwerk van vrijwilligers. Circulaire en koolstofarme economie De BMF werkt aan een mooi en duurzaam Brabant voor alle Brabanders. Vanuit mondiaal perspectief is er een aantal belangrijke aandachtsgebieden waar de BMF binnen de Brabantse context aan werkt: biodiversiteit, kringlopen en klimaat. Met deze drie speerpunten in gedachten richt de BMF zich in eerste instantie op duurzaam gebruik van de fysieke leefomgeving, een sterk gereguleerd en geïnstitutionaliseerd domein met tal van relevante overlegstructuren zowel vanuit overheid als vanuit burgers, waar de BMF in de loop der jaren een sterke positie heeft verworven. Maar steeds vaker blijkt dat via het spoor van ruimte en leefmilieu alleen, de BMF haar duurzaamheidsdoelstellingen niet kan realiseren. Daarom beweegt de BMF zich steeds nadrukkelijker ook op het gebied van duurzame productie en consumptie (met name via de thema s energie en voedsel), waarbij gekozen wordt voor de insteek van een circulaire economie. Volgens Herman Wijffels, hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de Universiteit Utrecht en pleitbezorger van de circulaire economie, is bij circulaire economie de draagkracht van de planeet het uitgangspunt. Consumenten en producenten moeten hun voetafdruk hierop aanpassen. In een circulaire economie worden alle gebruikte materialen in een product nuttig ingezet in hetzelfde of een ander product zonder kwaliteitsverlies. Wanneer alle restproducten hergebruikt kunnen worden en de producten milieuneutraal zijn, is deze kringloop compleet. 40

De circulaire economie geldt als een radicale breuk met het lineaire model waarop de huidige wereldeconomie is gebaseerd. In dit model is de laatste levensfase van een product niet hergebruik, maar vernietiging : op de vuilnishoop of in de verbrandingsoven. Dit lineaire model is onhoudbaar omdat allerlei essentiële grond- en hulpstoffen beperkt voorradig zijn en op dreigen te raken. Bovendien kan de natuur niet ongelimiteerd afval en schadelijke stoffen blijven opnemen. De grenzen van het lineaire productiemodel komen dan ook steeds dichterbij; grondstoffen worden duurder en schoon water en schone lucht worden schaarser, viswateren worden leeggevist etc. Bij een circulaire economie past een integraal ketenmodel waarin stoffelijke kringlopen zoveel mogelijk worden gesloten, het verbruik van fossiele brandstoffen en de emissie van broeikasgassen vergaand wordt verminderd. Op het terrein van duurzame productie en consumptie is, in tegenstelling tot de situatie op het fysieke domein, nog volop discussie hoe dit het beste georganiseerd en gerealiseerd kan worden. Er is relatief weinig sturend beleid en weinig wet- en regelgeving gericht op bescherming van (mondiale) ecologische systemen, regulering van het gebruik en hergebruik van voorraden essentiële grond- en hulpstoffen en ter waarborging van het absorptie en herstellend vermogen van ecologische systemen. Organisaties als de BMF moeten dus een andere werkwijze toepassen als ze invloed willen uitoefenen binnen dit nauwelijks, of in ieder geval minder gereguleerde speelveld. De BMF wil in 2013 samen met onze achterban en betrokken burgers en bedrijven in Brabant concreet aan de slag gaan met het verkennen, promoten en stimuleren van een circulaire, koolstofarme economie in twee gebieden: Brainport Brabant en Zuid Westelijke Delta. Hier is de BMF al op verschillende belangrijke ontwikkelingen goed ingevoerd en is er dus een goede aanleiding om juist deze twee gebieden te kiezen als testcase om de circulaire economiegedachte in praktijk te gaan brengen. De BMF wil de uitdaging aangaan om (samen met relevante partijen in het gebied) een antwoord te vinden op de vraag hoe gezorgd kan worden voor een zodanige economische ontwikkeling dat er werkelijk sprake is van duurzaamheid binnen het systeem, waarbij met name gekeken zal worden hoe de circulaire economie een bijdrage kan leveren aan ruimtelijke kwaliteit, herstel van de fysieke systemen, grond- en oppervlaktewater, lucht, bodem en landschap. Organisatie Naast het verkennen van nieuwe wegen gaat de BMF natuurlijk ook gewoon door met beleidsbeïnvloeding (politiek/lobby en bestuurlijk spoor). Vooral zo veel mogelijk via een proactieve lijn door informatie te verstrekken en standpunten uit te wisselen, tijdig aan te haken bij processen en kritische vragen te stellen. Onze partners in Brabant hebben er recht op tijdig te weten waar de BMF staat in bepaalde concrete kwesties. Ook onveranderd zijn de 3 p s in de werkwijze van de BMF: polderen, projecten en procederen. De BMF volgt daarbij een proactieve strategie in de vorm van tijdig overleg of via concrete projecten. In het uiterste geval leggen wij fundamentele verschillen van inzicht aan een rechter voor. Ten gevolge van de sterke krimp die de BMF doormaakt is er tot slot een belangrijk verschil met vorig jaar wat betreft de interne organisatie. Het bleek niet langer zinvol om met twee teams (landelijk en stedelijk) te blijven werken. Het streven is nu om met 1 team te komen tot integraliteit van de diverse beleidsvelden en daarmee de samenhang en kwaliteit verder te versterken. Voor de verdere uitwerking verwijzen we u naar het Werkplan 2013, dat ook via onze website is in te zien. 41

11. Verkorte begroting 2013 Staat van Baten en Lasten over 2013 Omschrijving Begroting Begroting Realisatie 2013 2012 2011 BATEN Baten uit fondsenwerving 7.000 6.000 14.369 Aandeel in acties van derden 164.216 140.065 163.047 Subsidies overheden en anderen 569.659 784.123 1.019.117 Overige projectbijdragen 167.000 139.232 212.010 Overige baten 15.000 15.000 16.592 Totale baten 922.875 1.084.420 1.425.135 LASTEN Besteed aan doelstellingen Speerpunt Biodiversiteit 322.750 532.407 548.224 Speerpunt Klimaat 157.333 256.989 462.818 Speerpunt Nutriëntenkringloop 136.212 117.626 122.289 Speerpunt Achterban 304.107 174.252 244.568 Totaal 920.402 1.081.274 1.377.899 Kosten eigen fondsenwerving 1.198 1.076 2.905 % van baten eigen fondsenwerving 17% 18% 20% Kosten Beheer & Administratie 0 0 0 Totale lasten 921.600 1.082.350 1.380.804 Resultaat 1.275 2.070 44.331 Resultaatbestemming: Continuïteitsreserve 6.180 8.420 54.325 Bestemmingsreserves 95-1.350-1.266 Bestemmingsfondsen -5.000-5.000-8.728 1.275 2.070 44.331 Het begrote resultaat voor 2013 laat een licht positief bedrag zien van 1.000. Aan de lastenkant is een defensieve opstelling gekozen: er is zoveel mogelijk uitgegaan van maximaal optredende kosten om in 2013 niet voor verrassingen te komen staan wat gestegen kosten betreft. 42

De belangrijkste verschuivingen aan de batenkant zijn: omdat de inkomsten vanuit de reconstructie in de post Subsidies overheden en anderen zijn gestopt, is er een verdere teruggang van 784.123 in 2012 naar 569.659 in 2013; daartegenover verwachten we wel een grotere stijging ten opzichte van 2012 in de posten Overige projectbijdragen en Aandeel in acties van derden. Aan de lastenkant zien we een terugloop voor de uitgaven voor de speerpunten Biodiversiteit en Klimaat, een nagenoeg gelijkblijvende inzet op Kringlopen en een stijging op het speerpunt achterban (om daarmee ook het belang van onze relatie met de achterban aan te duiden). Als we naar de verschillende afzonderlijke kostenposten kijken, dan zien we dat de personeelskosten flink verder omlaag zijn gegaan. De personele kosten bepalen veruit het grootste deel van de uitgaven. Als er minder inkomsten zijn, dan leidt dat meteen tot bezuinigingen op het personeel. We hebben daarom afscheid moeten nemen van een aantal (tijdelijke) medewerkers. Ook alle overige uitgaveposten als bureaukosten, huisvesting en organisatiekosten laten een sterk dalende tendens zien. 43

12. Verantwoordingsverklaring De leden van de Raad van Toezicht en van het Bestuur van de Brabantse Milieufederatie onderschrijven de volgende principes: 1. Binnen de instelling dient de functie toezicht houden (vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk te zijn gescheiden van het besturen dan wel van de uitvoering. 2. De instelling dient continu te werken aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstelling. 3. De instelling streeft naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. In de verantwoordingsverklaring wordt beschreven op welke manier de milieufederatie invulling heeft gegeven aan deze principes. Samengevat zijn de belangrijkste punten uit de verantwoordingsverklaring: Ad 1) op dit moment heeft de Brabantse Milieufederatie een bureau met een directeur/bestuurder t.b.v. de uitvoering van het beleid en een Raad van Toezicht (RvT) t.b.v. de functie toezicht houden. Dit is statutair vastgelegd; in 2011 is een eerste aanzet gemaakt om de functiescheiding nog verder door te voeren in een Raad van Toezicht en een directeur/bestuurder. Daarnaast is, om de belangen van de aangesloten groepen goed te behartigen, een Raad van Aangeslotenen voorgesteld. Deze verandering heeft medio 2012 statutair plaatsgevonden; de Raad van Toezicht is vier keer bijeengekomen. Tijdens elke vergadering komen de belangrijkste thema s en ontwikkelingen aan de orde; op elke vergadering van de RvT staat een inhoudelijk onderwerp op de agenda, waarover een BMF-bureaumedewerker een toelichting komt verzorgen. Daarnaast worden van langlopende projecten voortgangsverslagen besproken. Het bestuur/rvt kan dan bepalen of de ingezette werkwijze nog akkoord is en beoordeelt of de beoogde doelstelling behaald gaat worden; elk jaar organiseert de RvT in samenwerking met het BMF-bureau een gezamenlijke bijeenkomst met de achterban, zodat gezamenlijk met de achterban de koers kan worden uitgezet. Gebleken is dat de aangesloten groepen een degelijk fundament zijn voor de Brabantse Milieufederatie; vanaf 2011 worden de activiteiten gericht op, naast de achterban, een drietal speerpunten, namelijk: biodiversiteit, nutriëntenkringlopen en klimaat. Het bestuur heeft deze speerpunten geaccordeerd. Ad 2) Optimalisering van de effectiviteit van de organisatie vindt op de volgende manier plaats: de directie stelt jaarlijks een werkplan met begroting op, waarin onder meer de gewenste resultaten, begrote kosten en beoogde financiering per project zijn vastgelegd. De RvT toetst dit werkplan met begroting en richtinggevende doelstellingen en stelt het vast; een meerjarenbeleidplan (inclusief meerjarenbegroting) voor de periode 2012 tot en met 2015 is medio 2011 vastgesteld. de financieel adviseur en het hoofd bedrijfsvoering voorzien het bestuur/rvt van financiële kwartaalrapportages, waarin de gerealiseerde cijfers t.o.v. de begroting zichtbaar worden gemaakt. Voorafgaande aan de bestuursvergadering waarin de financiële kwartaalrapportage wordt behandeld, vindt een overleg plaats tussen een lid van de RvT, de directeur, hoofd bedrijfsvoering en financieel adviseur. In dit overleg wordt op gedetailleerd niveau de financiële informatie behandeld, waarna in de bestuursvergadering op hoofdlijnen de rapportages worden behandeld; de financieel adviseur en het hoofd bedrijfsvoering stellen een jaarrekening op conform de Richtlijn 650 Fondswervende instellingen. Een onafhankelijke accountant (PWC) controleert 44

deze en voorziet de jaarrekening van een goedkeurende controle verklaring. De accountant rapporteert rechtstreeks aan de RvT over de jaarlijkse accountantscontrole. De RvT toetst de jaarrekening en stelt deze vast; de directie stelt jaarlijks een projectactiviteitenoverzicht op dat overeenstemt met de jaarrekening. In dit overzicht worden per project vastgelegd: de behaalde resultaten, de gerealiseerde producten, de gerealiseerde uren en kosten. Het overzicht bevat ook per project informatie over gerealiseerde financiering, d.w.z. subsidies en overige bijdragen. De inhoudelijke verslaglegging is opgenomen in het externe jaarverslag, dat door geïnteresseerden kan worden opgevraagd; bij het opstellen van het projectactiviteitenoverzicht wordt de werkwijze van de organisatie geëvalueerd en afspraken gemaakt over mogelijke verbeteringen van de aanpak in de toekomst; daarnaast werkt de Brabantse Milieufederatie aan optimalisering van haar effectiviteit door: structurele samenwerking met plaatselijke groepen, de provinciale milieufederaties, terreinbeheerders en overige partners; het bevorderen van een organisatiecultuur waarin zuinigheid, soberheid, vlijt en duurzaamheid leidende principes zijn naast ambitie en gedrevenheid; benchmarking; uitwisseling van kennis over organisatieveranderingen en verbeteringstrajecten met andere provinciale instellingen; een terughoudend beloningsbeleid zoals mag blijken uit het feit dat de directeur in schaal 13 van de provinciale schalensystematiek valt; bestuurders niet te bezoldigen. Ad 3) de Brabantse Milieufederatie ondersteunt mensen, die zich actief inzetten voor hun eigen leefomgeving. Zij vervult de functie van vraagbaak, aanspreekpunt en coördinator van lokale activiteiten in Brabant. Zij beschikt daarvoor over een breed netwerk en contacten, die bij deze ondersteuning van dienst kunnen zijn; de milieufederatie zal zich blijven richten op beleidsbeïnvloeding via bestuurders en bedrijfsleven, maar wil zich daarnaast ook richten op een goede en efficiënte informatievoorziening aan een breed publiek; d.w.z. alle in natuur, milieu, duurzaamheid en landschap geïnteresseerde mensen; eenieder is vrij om inbreng te leveren en te reageren op onze activiteiten en het te voeren of gevoerde strategische en inhoudelijke beleid. Dat kan op verschillende manieren, maar onze website is daarvoor een goed platform. Meningen, opvattingen of reacties worden zeer op prijs gesteld en worden in de reguliere werkprocessen van beleidsvorming en uitvoering meegenomen. tot slot bestaat er voor belanghebbenden de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de milieufederatie, als zij het bijvoorbeeld niet eens zijn met de uitvoering van activiteiten of constateren dat er sprake is van inconsistentie van beleid. In 2012 zijn er geen klachten ingediend. 45

46

13. Nationale Postcode Loterij Foto Roy Beusker De Natuur en Milieufederaties werken nauw samen met de Nationale Postcode Loterij. De federaties worden sinds 1996 gesteund door de grootste goede doelen loterij van Nederland. In 2012 ontvingen de Natuur en Milieufederaties een bedrag van 2,25 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij voor hun werk voor natuur, milieu en landschap in de provincies. De cheque werd overhandigd tijdens het Goed Geld Gala 2012 in Amsterdam. Op dit bijzondere gala werd de verdeling van de opbrengsten voor goede doelen bekendgemaakt. In totaal verdeelde de Postcode Loterij 284 miljoen euro onder haar goede doelen. De Brabantse Milieufederatie heeft in 2012 dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij onder meer de projecten HIER Opgewekt, Nieuwe Binding, Ave N@tura en Nacht van de Nacht kunnen realiseren. Op de foto van links naar rechts: Nol Verdaasdonk (De Natuur en Milieufederaties), Sigrid van Aken (Managing Director Nationale Postcode Loterij) en Rita Kwakkestein (De Natuur en Milieufederaties). 47

48

Jaarrekening 49

14. Jaarrekening 14.1 Balans per 31 december 2012 Balans ACTIVA 31-12-2012 31-12-2011 Materiële vaste activa Benodigd voor de bedrijfsvoering 4.525 6.718 Direct in gebruik voor de doelstelling 0 0 4.525 6.718 Vlottende activa Vorderingen 66.761 241.406 Overige overlopende activa 24.310 23.565 91.071 264.971 Liquide middelen 386.054 157.796 Totaal 481.650 429.485 50

Per 31 december 2012 PASSIVA 31-12-2012 31-12-2011 Eigen vermogen Reserves Stichtingskapitaal 45 45 Continuïteitsreserve 134.346 89.926 Bestemmingsreserves 4.525 6.718 138.916 96.689 Fondsen Casimir fonds 3.175 3.175 Fonds juridische procedures 10.186 8.222 13.361 11.397 Totaal Eigen Vermogen 152.277 108.086 Langlopende schulden 70.000 80.000 Kortlopende schulden Crediteuren 12.171 20.873 Overige overlopende passiva 247.202 220.526 259.373 241.399 Totaal 481.650 429.485 51

14.2 Staat van Baten en Lasten over 2012 Omschrijving Werkelijk Begroting Werkelijk 2012 2012 2011 BATEN Baten uit eigen fondsenwerving 10.621 6.000 14.369 Baten uit acties derden 182.231 140.065 163.047 Subsidies van overheden 757.724 784.123 1.019.117 Overige projectbijdragen 160.236 139.232 212.010 Overige baten 11.826 15.000 16.592 TOTAAL BATEN 1.122.638 1.084.420 1.425.135 LASTEN Besteed aan doelstellingen Speerpunt Klimaat 292.489 256.989 462.818 Speerpunt Biodiversiteit 518.012 532.407 548.224 Speerpunt Nutriëntenkringloop 82.082 117.626 122.289 Speerpunt Achterban 182.208 174.252 244.568 Totaal besteed aan doelstellingen 1.074.791 1.081.274 1.377.899 Werving baten 3.656 1.076 2.905 Kosten beheer en administratie # 0 0 0 TOTAAL LASTEN 1.078.447 1.082.350 1.380.804 RESULTAAT 44.191 2.070 44.331 Resultaat is toegevoegd/onttrokken aan: Continuïteitsreserve 44.420 8.420 54.325 Bestemmingsreserves -2.193-1.350-1.266 Bestemmingsfondsen 1.964-5.000-8.728 44.191 2.070 44.331 # De provinciale milieufederaties hanteren voor het inzichtelijk maken van deze kosten een uniforme systematiek die gebaseerd is op de aanbeveling Toepassing van Richtlijn 650 voor Kosten Beheer en Administratie van de Verenigde Fondsenwervende Instellingen (VFI). De kosten voor beheer en administratie worden inzichtelijk gemaakt in de toelichting lastenverdeling, maar worden in de Staat van Baten en Lasten volledig toegerekend aan de doelstellingen. 52

14.3 Kasstroomoverzicht 2012 31 december 2012 31 december 2011 Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat 44.191 44.331 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 4.407 6.815 - mutaties voorzieningen 0 0 4.407 6.815 Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden 0 0 - vorderingen 173.900-58.263 - kortlopende schulden (exclusief schulden aan kredietinstellingen) 17.974-54.136 191.874-112.399 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 240.472-61.253 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -2.214-5.549 Desinvesteringen materiële vaste activa 0 0 Overige investeringen in financiële vaste activa 0 0 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.214-5.549 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen 0 0 Aflossing langlopende schulden -10.000-10.000 Overige mutaties eigen vermogen 0 0 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -10.000-10.000 Mutatie Liquide Middelen 228.258-76.802 Liquide Middelen 31-12-2011 31-12-2012 Mutatie ING bank 19.004 1.817-17.187 ING bank spaarrekening 0 8.000 8.000 Triodos Bank 10.121 33.832 23.711 Triodos Internet Rendementrekening 103.498 315.676 212.178 Rabobank Streekrekening 25.000 25.358 358 Kas 173 1.371 1.198 Totaal 157.796 386.054 228.258 53

14.4 Waarderingsgrondslagen Verslaggeving volgens CBF-Keurmerk De jaarrekening 2012 is opgesteld volgens de vernieuwde verslaggevingsrichtlijnen die gesteld worden aan fondsverwervende instellingen (richtlijn 650). Grondslagen voor waardering en activa en passiva. 1. Algemene grondslagen. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde verslaggevingsregels. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. 2. Materiële vaste activa. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. De afschrijvingen zijn berekend volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Grondslagen voor bepaling van het resultaat. 1. Algemeen. Het resultaat wordt bepaald als enerzijds het verschil tussen de opbrengstwaarde van de toegekende subsidiebaten en overige baten en anderzijds de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. 2. Subsidie/overige inkomsten. De subsidies zijn opgenomen overeenkomstig de toegezegde subsidies 2012 door de Provinciale Staten van Noord-Brabant en overige subsidiënten. 54

14.5 Toelichting op de balans per 31 december 2012 Activa 2012 2011 Materiële vaste activa Benodigd voor de bedrijfsvoering Aanschafwaarde per 1 januari 210.713 205.164 Cumulatieve afschrijving t/m vorig boekjaar 203.995 197.180 Boekwaarde per 1 januari 6.718 7.984 Investeringen 2.214 5.549 Desinvesteringen 0 0 Afschrijving 4.407 6.815 Boekwaarde per 31 december 4.525 6.718 Direct in gebruik voor de doelstelling Boekwaarde per 31 december 0 0 Totaal materiële vaste activa 4.525 6.718 Voor een specificatie per investering verwijzen wij u naar bijlage 1. Vorderingen Debiteuren lopende projectsubsidies * 71.736 246.550 Overige debiteuren 0 12.905 Voorziening dubieuze debiteuren -4.975-18.049 Stand per 31 december 66.761 241.406 * specificatie debiteuren lopende projectsubsidies Toegezegde projectsubsidies 194.515 434.879 Nog te realiseren -122.779-188.329 Stand per 31 december 71.736 246.550 Dit kan als volgt verder worden toegelicht: Saldo nog te vorderen projectsubsidies 115.512 251.040 Saldo vooruit gefinancierde projecten -43.776-4.490 71.736 246.550 55

De voorziening dubieuze debiteuren is bepaald door middel van individuele beoordeling. Het verloop van de voorziening in 2012 is als volgt: Stand per 1 januari 18.049 16.687 Afboekingen -13.730-1.945 Dotatie 656 3.307 4.975 18.049 Onder de vorderingen zijn tevens de nog te ontvangen subsidies van de Stichting De Natuuren Milieufederaties verantwoord. In totaal betreft dit een vordering groot 50.478. Voor een specificatie van deze post verwijzen wij u naar bijlage 2. Overige overlopende activa Vooruitbetaalde posten 3.693 18.749 Waarborgsom frankeermachine 429 429 Rente spaarrekening 2.472 2.825 Uitkering ziektewetverzekering 16.016 1.071 Overige overlopende activa 1.700 491 Totaal 24.310 23.565 Liquide middelen ING bank 1.817 19.004 ING bank spaarrekening 8.000 0 Triodos Bank 33.832 10.121 Triodos Internet Rendementrekening 315.676 103.498 Rabobank Streekrekening 25.358 25.000 Kas 1.371 173 Stand per 31 december 386.054 157.796 De liquide middelen zijn ter vrije besteding van de instelling. 56

Toelichting op de balans per 31 december 2012 Passiva 2012 2011 Eigen vermogen Reserves Stichtingskapitaal 45 45 Continuïteitsreserve Stand per 1 januari 89.926 35.601 Resultaatbestemming 44.420 54.325 Stand per 31 december 134.346 89.926 Conform de Algemene Subsidieverordening van de provincie is de maximale hoogte van de continuïteitsreserve bepaald op 10% van de jaarlijkse exploitatie uitgaven met een maximum van 250.000. Reserve financiering activa bedrijfsvoering Stand per 1 januari 6.718 7.984 Resultaatbestemming -2.193-1.266 Stand per 31 december 4.525 6.718 Totaal reserves 138.916 96.689 Fondsen Casimir Fonds Stand per 1 januari 3.175 3.175 Resultaatbestemming 0 0 Stand per 31 december 3.175 3.175 Dit fonds is ontstaan na een schenking van de heer Casimir. Periodiek wordt een prijs uitgereikt aan Brabantse burgers die een positieve bijdrage aan het milieu hebben bijgedragen. De kosten voor deze prijs worden middels de resultaatbestemming onttrokken aan dit fonds. 57

Fonds juridische procedures Stand per 1 januari 8.222 10.816 Resultaatbestemming toevoeging 15.000 15.490 Resultaatbestemming onttrekking -13.036-18.084 Stand per 31 december 10.186 8.222 In de contracten met twee van de TBO's is vastgesteld dat van de jaarlijkse bijdrage per organisatie een bedrag van 5.000 wordt toegevoegd aan het fonds juridische procedures. De BMF voegt vanuit de vrij besteedbare gelden van de Nationale Postcodeloterij tevens een bedrag van 5.000 toe. De jaarlijkse kosten inzake juridische procedures worden uit dit fonds onttrokken. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat provinciale subsidies niet worden gebruikt voor juridische procedures. Totaal fondsen 13.361 11.397 Totaal Eigen vermogen 152.277 108.086 Langlopende schulden Stand per 1 januari 80.000 90.000 Aflossingsverplichting volgend boekjaar -10.000-10.000 70.000 80.000 In 2010 is er een overeenkomst tot stand gekomen met de provincie Noord-Brabant inzake de terugbetaling van de subsidiegelden NUBL-project Aanpak Milieuzorg op Recreatiebedrijven. De terugbetaling zal in 10 jaar, zonder rentetoeslag plaatsvinden. In 2011 is een bedrag van 11.225 betaald. Vanaf 2012 t/m 2020 zal jaarlijks een bedrag van 10.000 worden betaald. Kortlopende schulden Crediteuren 12.171 20.873 Aflossingsverplichting terug te betalen subsidiegelden 10.000 10.000 Reserve afkoopsom personeel 8.200 26.656 Te betalen loonbelasting 47.956 34.637 Te betalen pensioenpremies 25.399 27.229 Te betalen nettoloon 31.688 0 Reservering eindejaarsuitkering 25.393 0 Te betalen accountantskosten 9.000 11.500 Verplichting vakantietoeslag 25.731 31.798 Verplichting vakantiedagen 49.753 61.686 Levensloopregeling 2.295 2.295 Overige overlopende passiva 11.787 14.725 Totaal kortlopende schulden 259.373 241.399 58

Niet uit de balans blijkende verplichtingen - huur gebouwen Het huurcontract is per 1 juli 1993 aangegaan en heeft een onbepaalde looptijd. De huur bedraagt m.i.v. 1 januari 2013, 1.496,88 per maand. - huur kopieerapparaat Het huurcontract loopt tot en met 2014. De huur bedraagt m.i.v. 1 januari 2013, 5.903,25 per kwartaal 59

14.6 Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012 Lastenverdeling per doelstelling Speerpunten Nutriënten- Fondsen- Beheer Totaal Begroting Totaal Klimaat Biodiversiteit kringloop Achterban werving & Adm. 2012 2012 2011 Personeelskosten 134.976 240.368 46.919 98.557 3.197 236.929 760.946 795.000 991.772 Huisvestingskosten 6.165 10.981 2.131 4.512 148 10.779 34.716 33.000 34.009 Bureaukosten 10.587 29.564 3.442 7.373 240 17.413 68.619 66.350 96.683 Organisatiekosten 6.838 8.371 1.027 7.908 71 56.869 81.082 93.500 140.694 Afschrijvingskosten 0 0 0 0 0 4.407 4.407 4.500 6.815 Financieringskosten 0 0 0 0 0 555 555 1.000 713 Lasten voorgaande jaren 2.651 0 0 0 0 5.211 7.862 5.000 20.912 Totaal 161.217 289.284 53.519 118.350 3.656 332.163 958.187 998.350 1.291.598 Verdeling B & A 25,90% 46,48% 8,60% 19,02% 86.043 154.393 28.563 63.164 0-332.163 Directe projectkosten 45.229 74.335 0 694 0 0 120.258 84.000 89.206 Totale kosten 2012 292.489 518.012 82.082 182.208 3.656 0 1.078.445 Verdeling begroting 2012 256.989 532.407 117.626 174.252 1.076 0 1.082.350 Verdeling jaarrekening 2011 462.818 548.224 122.289 244.568 2.905 0 1.380.804 Kostentoerekening De kosten worden aan de doelstellingen toegerekend op basis van de urenregistratie Kengetallen % kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten uit eigen fondsenwerving = 34,4% (2011: 20,2%). De CBF-richtlijnen geven een norm aan van maximaal 25% over gemiddeld 3 jaar. Gemiddeld over de afgelopen 3 jaar is 19,2%. % besteed aan de doelstellingen ten opzichte van totale lasten (voor verdeling Beheer & Administratie) = 68,9% (2011: 64,8%) % kosten Beheer & Administratie (voor verdeling) ten opzichte van totale kosten = 30,8% (2011: 35,0%) 60

Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012 Omschrijving Werkelijk Begroting Werkelijk 2012 2012 2011 BATEN Baten uit eigen fondsenwerving Contributies 4.740 4.000 2.525 Donaties 2.405 2.000 2.863 Overige baten uit fondsenwerving 3.476 0 8.981 Totaal 10.621 6.000 14.369 Baten uit acties derden Stichting De Natuur- en Milieufederaties Vrij besteedbare gelden 120.000 120.000 120.000 Projectbijdragen 62.231 20.065 43.047 Totaal 182.231 140.065 163.047 In 2012 is 97,7% van alle toekenningen in Stichting De Natuuur- en Milieufederaties afkomstig van de Nationale Postcode Loterij. Subsidies overheden Reguliere Subsidie Provincie 512.811 510.755 504.035 Subsidie Reconstructie Provincie 95.000 95.000 318.250 Subsidies overige projecten Provincie 96.237 115.755 150.857 Subsidies projecten overige overheden 53.676 62.613 45.975 Totaal 757.724 784.123 1.019.117 Overige projectbijdragen Bijdrage TBO's 76.327 75.000 74.691 Overige projectbijdragen 83.909 64.232 137.319 Totaal 160.236 139.232 212.010 Overige baten Baten voorgaand jaar 740 0 3.351 Overige opbrengsten 11.086 15.000 13.241 Totaal 11.826 15.000 16.592 61

Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012 Omschrijving Werkelijk Begroting Werkelijk 2012 2012 2011 LASTEN Personeelskosten Salariskosten 587.477 560.000 671.572 Sociale lasten 88.791 80.000 100.786 Pensioenpremies 53.391 58.000 61.386 Ontvangen ziekengelden -27.460-28.500-18.308 Ontvangen loonkostensubsidies -18.868-6.500-28.953 Eindejaarsuitkering 25.393 23.000 25.739 Reis- en verblijfskosten 20.267 33.500 22.522 Reis- en verblijfskosten tbv projecten 7.892 0 18.868 Vergoeding telewerken 2.138 3.000 3.025 Deskundigheidsbevordering 7.807 15.000 5.330 Ziektewetverzekering 17.817 16.500 14.566 Arbodienst 4.492 1.000 2.865 Inhuur personeel 0 25.000 93.081 Vrijval pensioenverplichting voorg.jaren -16.170 0 0 Vrijval reservering afkoop personeel -6.456 0 0 Werving personeel 106 0 0 Overige personeelskosten 14.329 15.000 19.293 Totaal 760.946 795.000 991.772 Gemiddelde personeelsbezetting (in FTE) 12,7 12,7 15,6 De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun inzet geen bezoldiging. Huisvestingskosten Huur 20.372 20.000 19.972 Energiekosten 7.750 7.250 7.143 Schoonmaakkosten 3.950 3.250 3.788 Overige huisvestingskosten 2.644 2.500 3.106 Totaal 34.716 33.000 34.009 62

Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012 Omschrijving Werkelijk Begroting Werkelijk 2012 2012 2011 Bureaukosten Telefoonkosten 12.849 11.000 13.123 Porti 1.360 1.000 2.079 PR-materiaal/website 0 7.000 6.593 Kopieer- en drukwerkkosten 24.974 27.500 26.468 Drukwerk t.b.v. projecten 12.130 0 19.585 Kantoorbenodigdheden 1.380 2.500 2.131 Documentatie en vakliteratuur 872 1.000 1.627 Computermaterialen en onderhoud 2.041 2.500 6.064 Ondersteuning netwerkbeheer 11.170 12.500 17.111 Representatiekosten 1.308 500 940 Contributies en bijdragen 507 500 610 BMF Klimaat Neutraal 0 250 316 Overige kantoorkosten 28 100 36 Totaal 68.619 66.350 96.683 Organisatiekosten Administratiekosten 37.027 34.000 36.634 Accountants- en advieskosten 9.000 12.000 11.500 Accountantskosten t.b.v. projecten 6.635 5.000 7.899 Kosten CBF-keurmerk 3.420 500 690 Bestuurskosten 0 1.000 280 Vergaderkosten 2.094 7.500 4.616 Vergaderkosten t.b.v. projecten 786 0 6.008 Juridische kosten en leges 13.036 20.000 18.084 BMF "Nieuwe koers" 1.571 0 50.078 Dotatie voorziening dubieuze debiteuren 656 0 3.307 Jubileum 40 jaar 5.259 12.000 0 Zakelijke verzekeringen 1.598 1.500 1.598 Totaal 81.082 93.500 140.694 Afschrijvingskosten Afschrijvingskosten inventaris 822 900 3.605 Afschrijvingskosten automatisering 3.585 3.600 3.210 Totaal 4.407 4.500 6.815 63

Toelichting op de Staat van Baten en lasten over 2012 Omschrijving Werkelijk Begroting Werkelijk 2012 2012 2011 Financieringskosten Betalingsverschillen 3 0-3 Bankkosten 552 1.000 716 Totaal 555 1.000 713 Lasten voorgaande jaren Afwikkeling projecten 2.651 0 20.667 Overige lasten voorgaande jaren 5.211 5.000 245 Totaal 7.862 5.000 20.912 64

14.7 Overige gegevens Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt toegevoegd/onttrokken aan de reserves en fondsen: Toevoeging continuïteitsreserve 44.420 Onttrekking reserve financiering activa -2.193 Toevoeging bestemmingsfonds juridische procedures 15.000 Onttrekking bestemmingsfonds juridische procedures -13.036 Totaal 44.191 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum 31 december 2012 geen gebeurtenissen voorgedaan welke in deze jaarrekening zijn te vermelden. 65

66

Controleverklaring 67

15. Controleverklaring 68