Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart 2008



Vergelijkbare documenten
Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart Nederlandstalige cluster "kinderen en jongeren: algemeen"

Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart 2008

TIJD VOOR FAMILIEPARTICIPATIE IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart 2009

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

ADVIES INZAKE HET ONTWERP VAN SAMENWERKINGSAKKOORD MET BETREKKING TOT JONGEREN MET EEN PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEK DIE EEN DELICT HEBBEN GEPLEEGD

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO

De Sociale plattegrond

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

Reconversie in de psychiatrie. 1. Situering

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Tussen de partijen SEL Zorgregio Gent vzw, Baudelokaai 8 te 9000 Gent vertegenwoordigd door dr. P. Verdonck, voorzitter en ...

INTEGRALE JEUGDHULP NIEUWSBRIEF 05 15/09/2015

Gezamenlijke forumvergadering 07/06/2018 Den Bell (auditorium)

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Convenant GDT Genk en GDT Hasselt van de vzw LISTEL 1

Dubbele Diagnose: Mentale handicap en Psychische problematiek

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijk gezondheidsaanbod

Intersectoraal Provinciaal Zorgcircuit zorgprogramma

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

En hoe nu verder? Kiezen in een context van langdurige zorg

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

WELKOM. Aanbod GGZ voor kinderen en jongeren - regio Dendermonde

Advies in het kader van generiek model voor Multidisciplinair Overleg (MDO) in de thuissituatie

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren.

DE CONSULENTENWERKING IN VLAANDEREN & BRUSSEL

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

Resultaten bevraging van de Logo s. Suggesties voor een betere lokale samenwerking

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie

Cliëntoverleg binnen de thuiszorg

Huishoudelijk Reglement van de Stuurgroep. Green Deal. <001> <Gedeelde Mobiliteit>

Provincieraadsbesluit

DE VOORZITTER, getekend. Prof. Dr. J. PEERS BRUSSEL, 16/05/2002

Voorstelnota Steunpunt GOK begeleiding en onderzoek Brusselse proefprojecten Brede School. 25 augustus 2006

2. Identificatiegegevens van de patiënt. Handtekening van de patiënt* De patiënt verklaart akkoord te zijn met de organisatie van dit overleg

MULTIDISCIPLINAIR CRISISOVERLEG & CRISISTRAJECTBEGELEIDING LIESBET BENOIT W13

Vacature coördinator Rungproject

Mobiele teams in Zuid-West- Vlaanderen stand van zaken

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Ontwikkeling van Familiebeleid in Geestelijke Gezondheidszorg Wat? Waarom? Hoe?

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Contactpersoon Telefoon Greet Van Humbeeck

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Persoonsgerichte bewindvoerders als vriend en vertrouwenspersoon in het herstel van de cliënt

Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart Nederlandstalige cluster "volwassenen: algemeen"

STUDIEDAG IN SAMENSPRAAK PROJECT DIENST ONDERSTEUNINGSPLAN DIENSTEN GEZINSZORG PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

Dementievriendelijke gemeente/stad. Ilse Masselis Expertisecentrum dementie Sophia

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Thuiszorgoverleg Mechelen vzw Huishoudelijk reglement

Project Vreemdgaan

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

NETWERKPUNT. Voorstelling Art. 107 regio Mechelen 9 oktober 2015

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015

Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

Het gebruik van de BelRAI in de eerstelijnszorg : na 5 jaar projectwerking blijft VELO ernstig bezorgd!

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

Zorgregio s uw toekomst?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Advies inzake pilootprojecten voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten met een dubbeldiagnose : psychose en verslaving

Afstemming GGZ en Welzijn. OPZ GEEL 5 december 2013

Verdere informatie is te vinden in de statuten van de vzw, zoals gepubliceerd in het staatsblad van 22/03/2007.

ADVIES van de permanente werkgroep "psychiatrie" van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoomeningen :

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

CONTEXT VAN DEZE ALGEMENE VERGADERING 23 NOVEMBER 2017, dr. Günther D hanis

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon

Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg. Rapport 31 maart Nederlandstalige cluster "volwassenen: algemeen"

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

4. JAARPLAN BEGROTING INDICATOREN 2012 Dienst Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg JAARPLAN 2012

OMZENDBRIEF AAN ALLE PSYCHIATRISCHE EN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN. T.a.v. de ALGEMEEN DIRECTEUR. Geachte,

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Mechelen PrOS-project

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Kwaliteitshandboek HET EEPOS

Project DeelSEL; Verslaving

De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 kunnen als volgt worden omschreven:

Veranderforum eerstelijnszones

GEMEENTE LENDELEDE VERSLAG ZITTING RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 14 FEBRUARI 2019

Contactpersoon Team Vergunningen en Erkenningen Telefoon 02/ Bijlagen 1

Transcriptie:

Transversaal Overleg Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg Vlaanderen www.transversaaloverleg.be Procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg Rapport 31 maart 2008 Nederlandstalige cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" 1/21 TO/2008/002 PopovGGZ vzw, Drongenplein 26, 9031 Drongen info@transversaaloverleg.be 09 / 216 65 50

0. Inhoudsopgave 1. Inleiding: algemene context van het transversaal overleg 3 1.1 Voorgeschiedenis 3 1.2 Therapeutische projecten 3 1.3 Transversaal overleg 3 1.4 Derde pijler van het transversaal overleg: procesevaluatie door de OGGZ 4 1.5 Rapport 4 2. Organisatie procesevaluatie door de OGGZ 5 2.1 Nederlandstalige OGGZ 5 2.2 Franstalige OGGZ 5 2.3 Afstemming tussen Nederlandstalige en Franstalige OGGZ 5 3. Procesevaluatie en begeleiding: cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" 6 3.1 Omschrijving van de cluster 6 3.2 Transversale overlegmomenten: praktisch 11 3.2.1 Eerste clustervergadering 11 3.2.2 Tweede clustervergadering 11 3.3 Transversale overlegmomenten: inhoudelijk 12 3.3.1 Algemene positieve bevindingen TP 13 3.3.2 Algemene knelpunten TP 13 3.3.3 Aanmeldingen 13 3.3.4 Inclusieoverleg 14 3.3.5 Opvolgoverleg 15 3.3.6 Financiering 16 3.3.7 TP-administratie 16 3.3.8 Patiëntenregistratie KCE 17 3.3.9 Participatie familie- en patiëntenverenigingen 17 4. Conclusies 18 5. Toekomstperspectieven 20 6. Bijlagen 21 2/21

1. Inleiding: algemene context van het transversaal overleg 1.1 Voorgeschiedenis Sinds het einde van de vorige eeuw groeit de overtuiging dat bij de organisatie en verdere uitbouw van de geestelijke gezondheidszorg meer en meer vertrokken dient te worden vanuit de cliënt en zijn hulpvraag (vraaggestuurd en doelgroepgericht denken en niet langer de verschillende soorten voorzieningen en diensten als uitgangspunt nemen). Deze evolutie krijgt vorm in de concepten "zorgcircuits" en "netwerken". Een zorgcircuit is het volledige zorgaanbod van een netwerk voor een welbepaalde doelgroep in een duidelijk afgebakende regio en is opgebouwd uit modules, die samen alle noodzakelijke zorgtrajecten vertegenwoordigen met garantie van zorg op maat en continuïteit van zorg. Een netwerk is het geheel van juridisch onafhankelijke diensten en voorzieningen, die met het oog op het realiseren van een volledig zorgprogramma voor een welbepaalde doelgroep in een duidelijk afgebakende regio, een functioneel en juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband vormen. In 1997 vinden we deze begrippen voor het eerst terug in het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) 1. Dit gedachtegoed wordt door de overheid overgenomen. In 2001 kondigen de Ministers Magda Aelvoet en Frank Vandenbroucke in hun Beleidsnota voor Geestelijke Gezondheidszorg "De psyche: mij een zorg" een nieuwe visie op GGZ aan. Hierbij wordt de patiënt als uitgangspunt genomen (participatie en zorgvraag) en een reorganisatie in functie van doelgroepen (zorgaanbod en overleg) aangekondigd. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid keurt in mei 2004 via een amendement op de gemeenschappelijke verklaring van de Ministers bevoegd voor Volksgezondheid (juni 2002) de basisprincipes goed. De uitwerking en implementering van de concepten zorgcircuits en netwerken, in de eerste plaats voor patiënten met een chronische en complexe problematiek, staat hierin centraal. Minister Rudy Demotte werkt dit concept verder uit in zijn "Beleidsnota inzake geestelijke gezondheidszorg" (mei 2005). In deze nota verschijnen de therapeutische projecten en het transversaal overleg op het toneel. Bondig gesteld is het de bedoeling om aan de hand van de therapeutische projecten en het transversaal overleg informatie te verzamelen en voorstellen rond een nieuw systeem van programmatie, erkenning en financiering in de geestelijke gezondheidszorg uit te werken. Binnen deze projecten staan doelgroepen en hun zorgvraag centraal en niet langer voorzieningen. 1.2 Therapeutische projecten Therapeutische projecten zijn door het RIZIV gefinancierde experimenten waarbinnen overleg rond een patiënt uit een bepaalde patiëntendoelgroep georganiseerd en/of gecoördineerd wordt. Doelstelling is om op deze manier informatie te verschaffen over het werken in zorgcircuits en netwerken. Dit moet leiden tot zorg op maat en meer zorgcontinuïteit voor de patiënt door het verbeteren van de samenwerking tussen de betrokken diensten en voorzieningen. Deze experimenten richten zich naar patiënten met een langdurige en complexe problematiek. Diensten en voorzieningen uit de eerste, tweede en derde lijn zijn steeds vertegenwoordigd binnen de therapeutische projecten. Op 22 oktober 2006 verscheen het Koninklijk Besluit dat de therapeutische projecten regelt. Tussen 6 november en 16 december 2006 konden projectvoorstellen worden ingediend bij het RIZIV. Op 5 maart 2007 selecteerde het Verzekeringscomité van het RIZIV 78 projecten. Daarnaast financiert de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu nog 4 bijkomende therapeutische projecten. Op 1 april 2007 konden de therapeutische projecten effectief van start gaan. Ze lopen over een periode van 3 jaar (tot 31 maart 2010). De aanvraagdossiers van de weerhouden projecten zijn nog steeds te raadplegen op de website van het RIZIV (www.riziv.fgov.be). Beknopte infofiches van de Nederlandstalige therapeutische projecten en verdere informatie vindt u op de website van de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Vlaanderen over het transversaal overleg (www.transversaaloverleg.be). 1.3 Transversaal Overleg Via het transversaal overleg wil men lessen trekken uit de therapeutische projecten om van daaruit voorstellen te formuleren over het toekomstig beleid aangaande zorgcircuits en netwerken. Na de opstart van de therapeutische projecten op 1 april 2007 kreeg het transversaal overleg concreet vorm. In mei 2006 werden de fundamenten 1 Advies (2 de deel) van de permanente werkgroep "psychiatrie" NRZV inzake toekomstige organisatie en ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg van 12 juni 1997. 3/21

voor de Gemengde Werkgroep FOD gelegd via een advies van de NRZV van 11 mei 2006 2. Deze werkgroep, met een representatieve samenstelling van alle betrokken actoren uit de sector en het beleid, stuurt het transversaal overleg aan. Een volgend advies van de NRZV (8 februari 2007) 3 tekende de krijtlijnen van het transversaal overleg verder uit. Hier vinden we een eerste aanzet tot de 3 pijlers van het transversaal overleg. Het wetenschappelijk luik door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft de opdracht om vanuit een wetenschappelijke opzet kennis en inzicht te verwerven in de organisatie- en coördinatiemechanismen binnen de therapeutische projecten. Op basis van een multidisciplinair onderzoek moet het KCE beleidsconclusies formuleren aangaande het werken in zorgcircuits en netwerken. De participatie van familie- en patiëntenorganisaties De familie- en patiëntenorganisaties gaan binnen het transversaal overleg op zoek naar werkbare en haalbare vormen van participatie van patiënten en mantelzorgers in de geestelijke gezondheidszorg. De doelstelling is om dit participatieve luik structureel in te bedden in de Belgische context van zorgcircuits en netwerken. De familie- en patiëntenorganisaties werken hiervoor gedeeltelijk samen met de onderzoeksinstellingen Lucas en AIGS (Association Interrégionale de Guidance et de Santé) die hen een wetenschappelijke onderbouw verschaffen. De procesevaluatie door de Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) De OGGZ staan in voor het faciliteren van het overleg tussen de deelnemers van de verschillende therapeutische projecten binnen één patiëntendoelgroep of cluster, om te komen tot bottom-up voorstellen inzake de organisatie, coördinatie en financiering van zorgcircuits en netwerken. Het transversaal overleg wordt gefinancierd door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) en loopt net zoals de therapeutische projecten over een periode van 3 jaar (tot 31 maart 2010). 1.4 Derde pijler van het transversaal overleg: procesevaluatie door de OGGZ De OGGZ hebben binnen het transversaal overleg de taak om de therapeutische projecten samen te brengen. Ze creëren een forum voor het uitwisselen van informatie en het formuleren van mogelijkheden en moeilijkheden met betrekking tot de organisatie, coördinatie en financiering van therapeutische projecten enerzijds en zorgcircuits en netwerken anderzijds. Op die manier ondersteunen ze de therapeutische projecten en helpen ze hen bij het analyseren van de ervaringen en het formuleren van bottom-up beleidsaanbevelingen. De therapeutische projecten worden in het kader van de procesevaluatie door de OGGZ in verschillende groepen of clusters ingedeeld. Het KCE heeft de volgende 7 clusters bepaald: Kinderen en jongeren: algemeen Kinderen en jongeren: forensische psychiatrie Kinderen en jongeren: middelengerelateerde problematieken Volwassenen: algemeen Volwassenen: forensische psychiatrie Volwassenen: middelengerelateerde problematieken Ouderen De procesevaluatie door de OGGZ is verschillend georganiseerd in het Nederlandstalige en het Franstalige landsgedeelte (cfr. infra). 1.5 Rapport In de overeenkomst die de FOD VVVL met de OGGZ heeft afgesloten staat onder meer gestipuleerd dat de Franstalige en Nederlandstalige OGGZ samen jaarlijks 7 rapporten moeten opleveren, één per cluster. In de originele overeenkomst werd de opleverdatum vastgelegd op 31 december, maar later heeft de Gemengde Werkgroep FOD deze datum verschoven naar 31 maart, conform de werkjaren van de therapeutische projecten. De bundel die u nu in handen heeft, is het eerste rapport over de periode van 1 juni 2007 tot en met 31 maart 2008 voor de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie". 2 Deeladvies 1 m.b.t. de samenstelling van de Gemengde Werkgroep FOD in het kader van de werkzaamheden van het begeleidingscomité "therapeutische projecten en transversaal overleg". 3 Deeladvies 2 en 3 "transversaal overleg": naar nieuwe manieren om geestelijke gezondheidszorg te organiseren. 4/21

2. Organisatie Procesevaluatie door de OGGZ 2.1 Nederlandstalige OGGZ Om de eenvormigheid en afstemming van het overleg tussen de therapeutische projecten binnen de verschillende clusters te bevorderen, hebben de vijf Nederlandstalige OGGZ 4 beslist om hun taken in het kader van het transversaal overleg samen aan te pakken. Daartoe sloten ze een samenwerkingsovereenkomst die vastlegt dat de middelen en het personeel voor de organisatie van de procesevaluatie door de Nederlandstalige OGGZ gebundeld worden in 1 Nederlandstalig team transversaal overleg. De coördinatie wordt opgenomen door het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen (PopovGGZ vzw). Het team transversaal overleg van de Nederlandstalige OGGZ ziet er als volgt uit: - Kurt Lievens (0,3 VTE projectcoördinator) - Bert Plessers (0,5 VTE medewerker) - Carolien Belmans (0,5 VTE medewerker) - Sofie Claes (1 VTE medewerker) - Vincent Vandenbussche (1 VTE medewerker) Het team transversaal overleg wordt aangestuurd door een stuurgroep transversaal overleg waarin de 5 Nederlandstalige OGGZ vertegenwoordigd zijn. De website www.transversaaloverleg.be van de Nederlandstalige OGGZ is sinds 25 januari 2008 online. Deze website bevat basisinformatie over de therapeutische projecten, het transversaal overleg en de rol van de overlegplatforms. Binnenkort volgt een log-in gedeelte waar per leeftijdsgroep de verslagen, agenda's, FAQ en andere documenten beschikbaar zullen zijn. 2.2 Franstalige OGGZ Aan Franstalige zijde organiseren verschillende OGGZ het overleg binnen de clusters. - Overlegplatform Namen: "kinderen en jongeren: algemeen" en "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" (Laetitia Schul en Bénédicte de Bellefroid); - Overlegplatform Gebied Brussel Hoofdstad: "volwassenen: algemeen" (Sophie Henry) en "volwassenen: forensische psychiatrie" (Youri Caels); - Overlegplatform Centre et Charleroi: "volwassenen: algemeen" 5 (François De Coninck); - Overlegplatform Luik: "volwassenen: middelengerelateerde problematieken" (Frédéric Gustin) en "ouderen" (Stéphanie Rahier). 2.3 Afstemming tussen Nederlandstalige en Franstalige OGGZ De medewerkers aan Nederlandstalige en Franstalige zijde wisselen verslagen en andere documenten uit en nodigen elkaar uit voor de clustervergaderingen. Afstemming, onder meer m.b.t. agenda's van de clustervergaderingen en de inhoudelijke rapportage, gebeurt via de medewerkers van de Gemengde Werkgroep FOD: Patrick Van der Jeugt aan Nederlandstalige zijde en Didier Kampfl aan Franstalige zijde. 4 Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Provincie Antwerpen vzw (OGGPA vzw); Samenwerking van Psychiatrische Initiatieven Limburg vzw (SPIL vzw); Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen vzw (PopovGGZ vzw); Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Vlaams-Brabant (Logistiek VLABO vzw); Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg West-Vlaanderen vzw. 5 De projecten binnen de cluster "volwassenen: algemeen" worden verdeeld over de Overlegplatforms Gebied Brussel Hoofdstad en Centre et Charleroi. 5/21

3. Procesevaluatie en begeleiding: cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" 3.1 Omschrijving van de cluster Aan Nederlandstalige zijde bestaat de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" uit 4 projecten. Per therapeutisch project werd een infofiche opgemaakt met basisgegevens. De actuele versies van de infofiches zijn beschikbaar op de website www.transversaaloverleg.be. Onderstaand overzicht van de infofiches geeft een stand van zaken weer op 28 maart 2008. 6/21

Project nr. 45 Kinderen en jongeren op het scharnier Kinder- en Jeugdpsychiatrie en Bijzondere Jeugdzorg Leeftijdsdoelgroep 0 18 jaar Pathologiedoelgroep Werkingsgebied Ondertekenende partners Geen specifieke pathologiegroep. Het betreft de courante psychiatrische problemen en stoornissen zoals die zich in het werkveld van de kinder- en jeugdpsychiatrie manifesteren, of de kans op het zich ontwikkelen van deze problemen en stoornissen. Wervik, Wevelgem, Menen, Kortrijk, Kuurne, Harelbeke, Zwevegem, Spiere- Helkijn, Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Waregem, Wielsbeke, Oostrozebeke en Dentergem. Dit gebied valt samen met zorgregio Kortrijk (niveau regionale stad), zoals bepaald in het zorgregio-decreet. residentiële GGZ PZ Heilige Familie ambulante GGZ CGG Mandel en Leie eerstelijnsgezondheidszorg GDT Zuid West Vlaanderen Doelstelling andere (gezondheidszorg) andere (buiten gezondheidszorg) / Agentschap Jongerenwelzijn, regio West-Vlaanderen Samenwerking tussen GGZ & BJZ optimaliseren om preventief opnames te vermijden; opvolging van hulpverlening zodat deze niet versnipperd is. Inhoudelijke coördinator(en) Administratief coördinator naam adres telefoon e-mail naam adres Evelyn Loose Groeningepoort 4 8500 Kortrijk 056 / 24 52 11 scharnier@dekorbeel.be SIT telefoon e-mail 7/21

Project nr. 47 Uitbouw van een zorgtraject voor pubers en adolescenten met een forensisch profiel Leeftijdsdoelgroep 13-17 jaar Pathologiedoelgroep Werkingsgebied Jongeren die een als misdrijf omschreven feiten plegen en (mogelijk) jeugdpsychiatrische zorg behoeven. Provincies Antwerpen en Limburg. Ondertekenende partners residentiële GGZ ambulante GGZ PZ Sancta Maria VZW, OPZ Geel, ZNA Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen. CGG/LITP vzw Hasselt, DAGG Hasselt, VGGZ vzw Hasselt eerstelijnsgezondheidszorg Listel vzw Doelstelling Inhoudelijke coördinator(en) andere (gezondheidszorg) andere (buiten gezondheidszorg) naam adres telefoon e-mail / Integrale jeugdhulp Antwerpen en Limburg, Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand De Kempen Campus de Markt, Jeugdrechtbank Hasselt, Jeugdrechtbank Tongeren, Agentschap Jongerenwelzijn regio Antwerpen en Limburg. Via casusbesprekingen van jongeren in het forensisch circuit van de Provincie Antwerpen en Limburg zicht krijgen op hun trajecten; overleg tussen de actoren bevorderen; de lacunes in de zorg, de handelswijzen en regelgeving in kaart brengen; concepten voor betere zorgpaden ontwikkelen. Mara Smekens Psychiatrisch Ziekenhuis Sancta Maria Melverencentrum 111 3800 Sint-Truiden 011/69 06 11 (onthaal) mara.smekens@pzsmaria.be Administratief coördinator naam adres telefoon e-mail Kristel Vandendriessche (LISTEL vzw) A. Rodenbachstraat 29 bus 1 3500 Hasselt 011/81 94 70 GSM 0485/750 713 kristel.vandendriessche@listel.be 8/21

Project nr. 50 Uitbouw van een forensisch zorgtraject voor jongeren en bevorderen van intersectorale samenwerking Leeftijdsdoelgroep 12-18 jaar Pathologiedoelgroep Werkingsgebied Jongeren binnen gerechtelijke hulpverlening met (vermoeden van) psychiatrische problemen. Geen specifieke pathologiegroep; het betreft de courante psychiatrische problemen/stoornissen of de kans op het ontwikkelen ervan. Hof van Beroep Gent (= Oost- en West-Vlaanderen) Ondertekenende partners residentiële GGZ Vertegenwoordiging door Bart Wouters (PC Caritas Melle) ambulante GGZ Vertegenwoordiging door Elly Maes (CGG Waas en Dender) eerstelijnsgezondheidszorg / andere (gezondheidszorg) andere (buiten gezondheidszorg) / Vertegenwoordiging door Leen Samyn (Agentschap Jongerenwelzijn) Doelstelling Inhoudelijke coördinator(en) Administratief coördinator naam adres telefoon e-mail naam adres telefoon e-mail Op casusniveau: opstarten van een experimentele zorgperiode waarin de partners zich verbinden tot een gemeenschappelijk engagement. Op casusoverstijgend niveau: een overleg creëren dat de mogelijkheid tot het realiseren van een voorzieningenoverstijgend zorgtraject voor deze jongeren verkent binnen het werkingsgebied. Cedric Kemseke Groeningepoort 4 8500 Kortrijk 056 / 24 53 65 cedric.kemseke@depatio.be Cedric Kemseke Groeningepoort 4 8500 Kortrijk 056 / 24 53 65 cedric.kemseke@depatio.be 9/21

Project nr. 54 Verbeteren van de zorgcoördinatie van pubers met oppositioneel-opstandige gedragsstoornis Leeftijdsdoelgroep Pathologiedoelgroep Jongeren +12 jaar DSM-IV-R criteria voor oppositioneel-opstandige gedragsstoornis Werkingsgebied Provincie Limburg Ondertekenende partners residentiële GGZ Kinderpsychiatrisch Centrum Genk (KPC) PZ Sancta Maria ambulante GGZ eerstelijnsgezondheidszorg CGG-LITP DAGG VGGZ Outreaching Limburg LISTEL andere (gezondheidszorg) andere (buiten gezondheidszorg) / / Doelstelling Inhoudelijke coördinator(en) Administratief coördinator naam adres telefoon e-mail naam adres telefoon e-mail Veerle Umans KPC Schiepse bos 8 3600 Genk 089 / 32 59 61 veerle.umans@kpc-genk.be GDT Listel A. Rodenbachstraat 29/1 3500 Hasselt 011 / 81 94 70 info@listel.be 10/21

3.2 Transversale overlegmomenten: praktisch Tussen 1 oktober 2007 en 31 maart 2008 zijn er aan Nederlandstalige zijde twee transversale overlegmomenten in het kader van de procesevaluatie OGGZ voor de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" georganiseerd. De TP uit de clusters van de leeftijdsgroep "kinderen en jongeren" vergaderen steeds plenair. Indien aangewezen wordt er per cluster ad hoc vergaderd, maar dit bleek tijdens de eerste twee transversale overlegmomenten niet nodig voor de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie". Ter voorbereiding van de bijeenkomsten is er een vragenlijst rond een aantal topics aan de inhoudelijke coördinatoren bezorgd. De vragenlijsten vindt u als bijlage bij dit rapport. 3.2.1 Eerste clustervergadering De eerste clustervergadering vond plaats op 30 november 2007 van 13 tot 16 uur in De Kriekelaar te Brussel. aanwezig TP naam organisatie TP naam organisatie 45 Evelyn Loose PZ Heilige Familie 50 Cedric Kemseke PZ Heilige Familie Mieke Demeestere PZ Heilige Familie Jan Van Speybroeck CGG Mandel en Leie Jan Van Speybroek CGG Mandel en Leie 54 Tessa Vansimpsen PZ Sancta Maria Cedric Kemseke PZ Heilige Familie Caroline Vanderhallen CGG/LITP 47 Tessa Vansimpsen PZ Sancta Maria Carolien Belmans Overlegplatforms GGZ Mieke Craeymeersch Similes Bert Plessers Overlegplatforms GGZ Do Van Cauwenbergh Similes Patrick Van der Jeugt Gemengde Werkgroep FOD Stéphane De Geest UilenSpiegel Agendapunten: Kennismakingsronde Pilootprojecten zorgcircuits en netwerken: algemene toelichting TO: procesevaluatie TP door de Overlegplatforms GGZ Bespreking positieve bevindingen en hinderpalen Thema: inclusieoverleg Aanpak procesevaluatie transversaal overleg Praktische afspraken en vergaderdata 2008 3.2.2 Tweede clustervergadering De tweede clustervergadering vond plaats op 29 februari 2008 van 13 tot 16 uur in De Kriekelaar te Brussel. aanwezig TP naam organisatie TP naam organisatie 45 Evelyn Loose PZ Heilige Familie 50 Cedric Kemseke PZ Heilige Familie Mieke Demeestere PZ Heilige Familie 54 Claudia Everts KPC 47 Mara Smekens PZ Sancta Maria Bert Plessers Overlegplatforms GGZ Ingrid Lammerant UilenSpiegel Sofie Claes Overlegplatforms GGZ Hilde Vanderlinden Similes Vincent Vandenbussche Overlegplatforms GGZ Bénédicte de Bellefroid Franstalig TO Kurt Lievens Overlegplatforms GGZ Patrick Van der Jeugt Gemengde Werkgroep FOD 11/21

Agendapunten: Kennismakingsronde Goedkeuring vorig verslag Transversaal overleg: stand van zaken Procesevaluatie TP door de overlegplatforms GGZ Patiënten- en familieorganisaties KCE Gemengde Werkgroep FOD Franstalig transversaal overleg: stand van zaken Patiëntenregistratie TP-reglementering Inclusie- en opvolgoverleg Verdeelsleutels financiering TP-administratie Varia 3.3 Transversale Overlegmomenten: inhoudelijk De bundel die u nu in handen heeft, is het eerste rapport van de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" voor de periode van 1 juni 2007 t.e.m. 31 maart 2008. In deze periode zaten de therapeutische projecten in hun opstartfase. De projecten waren vooral bezig met de praktische en organisatorische aspecten bij de opstart van het project. Dit heeft onvermijdelijk een invloed op de inhoud van de twee clustervergaderingen die in deze periode georganiseerd werden, en derhalve ook op dit rapport. In latere stadia en dus in volgende rapporten zal er meer aandacht zijn voor inhoud, zorgtrajecten en modules en het aanleveren van bottom-up voorstellen. De eerste clustervergadering "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" (30 november 2007) stond vooral in het teken van een kennismaking tussen de projecten en de medewerkers transversaal overleg van de OGGZ én informatieoverdracht betreffende het bredere conceptuele en reglementaire kader rond de therapeutische projecten en het transversaal overleg. Er was eveneens ruimte voor informatie-uitwisseling tussen de TP rond positieve bevindingen, hinderpalen en het inclusieoverleg. Tijdens de tweede clustervergadering "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" (29 februari 2008) was er meer ruimte voor dialoog tussen de projecten, waarbij de projecten konden toelichten hoe ze met verschillende organisatorische en praktische aspecten van de TP-reglementering omgaan en waar zich good practices of knelpunten voordoen. Daarnaast werden de patiëntenregistratie door het KCE en de vraag van de familie- en patiëntenverenigingen tot nauwere samenwerking met een aantal TP behandeld. Beide vergaderingen werden aan de hand van vragenlijsten door de medewerkers transversaal overleg OGGZ voorbereid zodat de informatie over de verschillende projecten beknopt kon worden meegegeven op de vergadering zelf en op die manier als basis kon dienen voor dialoog tussen de projecten. De vragenlijsten vindt u als bijlage bij dit rapport. Hierna volgt een bondig overzicht van de besproken thema's, meer bepaald de bevindingen en ideeën van de projecten uit de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie". Alle informatie die we in het kader van de twee voorbije clustervergaderingen hebben verzameld, dient hierbij als basis. Aangezien één project nog niet opgestart was, hebben slechts drie van de vier projecten uit de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" op de bevraging gereageerd. Bij weergave van exacte cijfergegevens betreft het de cijfers van de bevraging voor de tweede clustervergadering, aangezien deze de meest actuele informatie oplevert. Deze cijfers dateren van 18 februari 2008. We beseffen dat het niet de taak van de OGGZ is om cijfergegevens aan te leveren, maar in het licht van de fase waarin de TP zich bevonden, leek het interessant deze cijfers te verzamelen om de dialoog tussen de projecten te voeden. In dit rapport geven we deze cijfers beknopt mee, omdat de opmerkingen, knelpunten en good practices die we wensen aan te halen in het licht van dit cijfermateriaal begrepen moeten worden. We starten deze inhoudelijke bespreking met algemene positieve bevindingen en knelpunten van het werken in een TP. Vervolgens gaan we dieper in op een aantal specifieke onderwerpen uit de dagelijkse praktijk van de TP. We bekijken wat de bevraging en de vergaderingen geleerd hebben over de werking van de TP, welke knelpunten ze ervaren en hoe ze hier mee omgaan. Tenslotte geven we de bedenkingen weer van de projecten over de patiëntenregistratie en de vraag tot participatie van de familie- en patiëntenverenigingen. 12/21

3.3.1 Algemene positieve bevindingen TP 6 - Betere samenwerking Door de formele samenwerking binnen een TP vinden de verschillende partners elkaar sneller in een overleg. De algemene samenwerking tussen diensten (eerste-, tweede- en derde lijn) loopt vlotter. Bovendien lijkt de drempel om met elkaar contact op te nemen lager te liggen. - Kennismaking Partners die binnen een TP samenwerken, raken meer vertrouwd met elkaars werking. Partners leren elkaar beter kennen, weten welke zorg andere partners aanbieden en raken op de hoogte van elkaars moeilijkheden en beperkingen. Er is meer wederzijds begrip en loyaliteit. - Inhoudelijke meerwaarde van het overleg Inbreng van verschillende partners werkt verrijkend. Door bundeling van kennis en deskundigheid ontstaan nieuwe impulsen waardoor problemen, die soms al jarenlang muurvast zitten, gedeblokkeerd raken. Mensen die niet bekend zijn met de casus, bekijken de situatie vanuit een andere en nieuwe invalshoek. - Meerwaarde voor cliënten en familie Eén TP ervaart de actieve deelname van ouders aan het overleg als een positief gegeven. - Verhoogde betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid Professionelen hebben minder het gevoel dat ze alleen verantwoordelijk zijn voor deze cliënten. Er zijn meerdere partners betrokken bij een casus en beslissingen, feedback en intervisie worden samen genomen. 3.3.2 Algemene knelpunten TP 6 - Organisatie, planning en tijdsinvestering Het is allesbehalve evident om de drukke agenda's van de partners op elkaar af te stemmen en om iedereen op korte termijn rond de tafel te krijgen. - Toestemming cliënt / ouders Volgens één project is het formulier "informed consent" niet altijd werkbaar. Eén project ervaart het betrekken van ouders niet altijd als zinvol. Ouders zien de overlegmomenten vaak als een medium om hun verhaal te doen waardoor er kostbare tijd verloren gaat. - Motiveren van huisartsen en andere (eerstelijns-)hulpverleners Bij één project kwam er nog geen enkele aanmelding vanuit de eerste lijn. Volgens dit project hebben de hulpverleners vanuit de thuisbegeleidingsdiensten een vertrouwensrelatie opgebouwd met hun cliënten. Indien de hulpverleners een samenwerking voorstellen met Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJZ) kan dit volgens hen de relatie ernstig benadelen. - Gebrekkige communicatie vanuit de overheid en het KCE Veel projecten hebben nood aan betere en meer coherente communicatie omtrent de verschillende pijlers van het TO. 3.3.3 Aanmeldingen 7 A. Resultaten bevraging Grafiek 1: aanmeldingen van geïncludeerde cliënten vanuit 25 1 7 7 formele residentiële partners formele ambulante partners Andere Informele residentiële partners 6 Gebaseerd op de antwoorden van twee TP en op de discussie tijdens de eerste clustervergadering. De overige twee TP waren op het ogenblik van de eerste clustervergadering nog niet opgestart. 7 Gebaseerd op de antwoorden van drie TP. Eén TP was op het ogenblik van de tweede clustervergadering nog niet opgestart. 13/21

- Bij één project kan iedereen aanmelden. Bij twee TP kunnen de formele partners en bepaalde externen potentiële cliënten aanmelden. - Aanmeldingen komen vooral via "andere" partners (cfr. grafiek 1). De restcategorie "andere" heeft vooral betrekking op voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg. - Bij alle TP kan er aangemeld worden bij de inhoudelijke coördinator. Bij twee projecten kan dit ook bij de contactpersonen van alle formele partners. - Bij drie projecten worden alle aanmeldingen automatisch op het inclusieoverleg besproken. B. Knelpunten en good practices - Twee projecten maken gebruik van een standaard aanmeldingsformulier. 3.3.4 Inclusieoverleg 8 A. Resultaten bevraging - Op 18 februari 2008 (bevraging tweede clustervergadering) hadden de drie reeds actieve TP uit de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" samen 40 cliënten geïncludeerd (gemiddeld 13 per project). Het aantal inclusies per project schommelt van 1 tot 23. Grafiek 2 plaatst deze cijfers tegenover de inclusies op 14 november 2007 (bevraging eerste clustervergadering). 25 Grafiek 2: aantal inclusies per TP 20 15 10 1ste clustervergadering 2de clustervergadering 5 0 TP A TP B TP C - Vóór 18 februari 2008 werden 13 inclusieoverlegmomenten georganiseerd (gemiddeld 4 per project). Het aantal inclusievergaderingen per project schommelt tussen 1 en 8 (zie grafiek 3). - Eén cliënt is op een inclusieoverleg besproken maar uiteindelijk niet geïncludeerd, omdat hij niet voldeed aan de vooropgestelde criteria van het project. - Twee TP kiezen ervoor om het inclusieoverleg nooit te factureren zodanig dat er een factureerbaar opvolgoverleg in hetzelfde trimester georganiseerd kan worden. Eén project heeft één inclusieoverleg niet gefactureerd omwille van dezelfde reden. - Alle projecten nodigen enkel de formele partners uit op het inclusieoverleg. - Eén cliënt is voor 18 februari 2008 uit een TP geëxcludeerd. Als oorzaak werd vermeld dat er een positieve evolutie is waardoor de cliënt niet langer besproken dient te worden. - Bij alle projecten wordt de cliënt ingelicht voor zijn dossier op het inclusieoverleg besproken wordt. 8 Gebaseerd op de antwoorden van drie TP. Eén TP was op het ogenblik van de tweede clustervergadering nog niet opgestart. 14/21

9 Grafiek 3: Aantal inclusievergaderingen per TP 8 7 6 5 4 3 1ste clustervergadering 2de clustervergadering 2 1 0 TP A TP B TP C - Eén project vraagt mondelinge toestemming aan de cliënt om zijn dossier te bespreken. Eén TP doet dit steeds schriftelijk. Eén TP geeft de voorkeur aan schriftelijke toestemming maar indien dit niet lukt, wordt er mondeling toestemming gevraagd. - Drie TP nodigen de (vertegenwoordiger van de) cliënt nooit uit. Volgende redenen worden genoemd: praktisch onhaalbaar; geen zekerheid tot inclusie; tijdsgebrek; inclusie gebeurt anoniem. B. Knelpunten en good practices - De verplichte deelname van alle formele partners aan het inclusieoverleg brengt organisatorische problemen met zich mee. Wat bij toevallige afwezigheden, ziekte, verlof,? - Het is voor de projecten niet evident om de kaap van 30 inclusies op 31 maart 2008 te halen. Bij sommige TP van de leeftijdsgroep "kinderen en jongeren" worden extra inspanningen gedaan om toch de grens van 30 inclusies te halen. Hierbij worden de inclusiecriteria soms iets minder strikt gehanteerd. Er wordt ook werk gemaakt van extra bekendmaking. Andere TP doen dit bewust niet omdat ze zich louter op de moeilijke cliënten willen richten en geen verkeerd signaal aan de overheid willen geven. - Er zijn problemen met het verkrijgen van de toestemming van de cliënt. De ouders moeten in de meeste projecten van de leeftijdsgroep "kinderen en jongeren" toestemming geven voor de bespreking van het dossier op het inclusieoverleg. Voor het vragen van de toestemming van jongeren gebruiken sommige TP een leeftijdsgrens (12 jaar, 14 jaar). Zonder toestemming kan er geen sprake zijn van een effectieve inclusie. Soms wordt de cliënt die geen toestemming geeft, anoniem besproken. - Het beroepsgeheim wordt aangehaald als knelpunt. Sommige projecten van de leeftijdgroep "kinderen en jongeren" passen hier een mouw aan door bv. in het verslag nooit de naam van de cliënt te gebruiken maar wel een code. Enkel de betrokken partners weten over welke cliënt het gaat. Sommige projecten maken gebruik van Medi-bridge. Dit is een beveiligd mail-communicatiesysteem dat in de medische wereld gebruikt wordt om de anonimiteit van patiëntgegevens bij de communicatie te garanderen. - Volgens één project is er onduidelijkheid rond de verslaggeving en rond de verwachtingen van een project. 3.3.5 Opvolgoverleg 9 A. Resultaten bevraging - Twee van de drie projecten organiseerden een opvolgvergadering zonder deze te factureren. Bij het ene project was de reden hiervoor dat de huisarts als formele partner niet opdaagde. Voor het andere project was het niet duidelijk aan wie gefactureerd moest worden en met welke documenten. - Een opvolgoverleg duurt bij alle projecten gemiddeld zo'n 60 minuten. B. Knelpunten en good practices - De verplichte aanwezigheid van drie formele partners op een opvolgoverleg is een drempel. Sommige projecten vangen dit op met een systeem van niet-betrokken hulpverleners, afgevaardigden en plaatsvervangers. Indien een niet-betrokken hulpverlener ingeschakeld wordt, levert dit volgens sommige pro- 9 Gebaseerd op de antwoorden van drie TP. Eén TP was op het ogenblik van de tweede clustervergadering nog niet opgestart. 15/21

jecten problemen op in het kader van het beroepsgeheim (sommige TP werken anoniem, andere niet). Een aantal TP geeft aan bij onvoorziene afwezigheid van een partner bij wijze van noodoplossing achteraf de nodige handtekening te laten plaatsen. Indien men niet voor deze noodoplossing kiest, is het overleg niet factureerbaar en is het moeilijk om de betrokken partners op korte termijn opnieuw samen te krijgen, wat nadelig is voor de cliënt. De strakke regelgeving zet de projecten aan om net buiten de lijntjes te kleuren. Sommige projecten opteren ervoor om de inhoudelijke coördinator te laten tekenen formele partner. Ook dit wordt gezien als een noodoplossing. - De spreiding van de overlegmomenten beantwoordt niet aan de reële noden van de cliënten. Sommige cliënten hebben nood aan een korte periode van intensief overleg (bv. drie keer in één trimester) terwijl het daarna voldoende is om halfjaarlijks een overleg te organiseren. 3.3.6 Financiering 10 A. Resultaten bevraging Financiering overleg (variabel bedrag, max. 22.500, 125 per overleg) - Twee projecten uit de cluster "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" factureren de overlegvergoeding via een GDT (Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging). Het derde TP verzorgt zelf de facturatie. - Eén project heeft nog geen afspraken gemaakt omtrent de verdeling van de vergoeding. Eén project poolt de overlegvergoedingen per semester. Het totale bedrag aan overlegvergoedingen wordt verdeeld over de participerende partners. Elke partner krijgt een bedrag uitbetaald in verhouding tot het aantal overlegmomenten waarbij hij aanwezig was. Het overige project voorziet een vast bedrag voor een aantal actoren: 40 voor huisartsen, 15-25 voor elke andere partner. De consulent Bijzondere Jeugdzorg of sociale dienst Jeugdrechtbank wensen geen overlegvergoeding te ontvangen. - Geen enkel project voorziet een bijdrage voor de cliënt of mantelzorger. Vergoeding vaste kosten ( 24.000) - De vaste vergoeding wordt voornamelijk gebruikt om personeels- en algemene werkingskosten te vergoeden. Twee projecten voorzien een halftijdse werknemer (17u tot 19u). Eén project heeft drie personen (10u, 1,9u en 1,2u) in dienst. - Twee projecten voorzien een deel van dit bedrag als bijdrage voor de GDT die instaat voor de administratieve afhandeling van het project. Vergoeding voor deelname aan informatieverzameling in het kader van TO ( 16.000) - Eén project heeft nog geen beslissingen genomen omtrent de aanwending van deze middelen, omdat deze middelen nog niet overgemaakt werden. - Eén project gebruikt deze vergoeding om deelname aan de clustervergaderingen te vergoeden ( 150 per deelnemer voor aanwezigheid op de TO-clusterbijeenkomsten (half dagdeel)) en financiële ondersteuning van aansturende overlegstructuren. - Eén TP gebruikt deze middelen om de loonkosten van het personeel (i.c. de inhoudelijke coördinator (4u)) van het project te helpen dragen, aangezien deze instaan voor de verplichtingen in het kader van het TO. B. Knelpunten en good practices - Volgens één project betekent het opnemen van deze middelen in de ligdagprijs een uitstel van betaling. Dit is een knelpunt voor de voorziening waarin de coördinator tewerkgesteld is. - Eén project meldt dat de vergoeding voor deelname aan informatieverzameling in het kader van TO nog niet werd overgemaakt. 3.3.7 TP-administratie 10 A. Resultaten bevraging - Bij twee projecten worden alle administratieve verplichtingen opgevolgd door de betrokken GDT en/of de inhoudelijke coördinator. B. Knelpunten en good practices - In het algemeen is de administratieve druk op de projecten te groot. - Voor FOD-projecten heerst er onduidelijkheid over de administratieve verplichtingen. - Twee projecten voorzien zelf standaardformulieren om aan de administratieve verplichtingen tegemoet te komen. Volgende formulieren worden gebruikt door (een aantal) TP: plan tenlasteneming inclusieoverleg 10 Gebaseerd op de antwoorden van 2 TP. 16/21

(1 TP), plan tenlasteneming opvolgoverleg (1 TP), verslag inclusieoverleg (1 TP), verslag opvolgvergadering (1 TP), aanmeldingsformulier (2 TP) en toestemmingsformulier patiënt (2 TP). - Het Limburgse TP maakt gebruik van een webapplicatie voor de TP-administratie. Deze applicatie werd ontwikkeld door GDT Listel. 3.3.8 Patiëntenregistratie KCE Tijdens de eerste clustervergadering "kinderen en jongeren: forensische psychiatrie" (30 november 2007) werd de patiëntenregistratie door de projecten aangehaald. Tijdens de tweede clustervergadering (29 februari 2008) werden de conclusies van de pretesters besproken. Voor de leeftijdsgroep "kinderen en jongeren" namen vier projecten deel aan de pretesting betreffende de webapplicatie patiëntenregistratie. De pretesters (uit alle clusters) formuleerden volgende bedenkingen bij de patiëntenregistratie en de webapplicatie: - De webapplicatie op zich werd als een gebruiksvriendelijk instrument geëvalueerd. - Er waren heel wat technische en praktische problemen tijdens de testfase, onder meer met inloggen, het aanpassen van vroegere (foute) registraties, het hulpvenster en de foutmelding waren te beperkt, etc.. - De totale bevraging is te lang en tijdrovend, mede door overlap tussen de verschillende schalen. Het lijkt niet haalbaar om dit per trimester bij alle cliënten af te nemen. Een dergelijke taak overstijgt het initiële engagement van de TP en de cliënten. - De projecten stellen zich vragen bij de relevantie van bepaalde vragen voor de doelgroep. - De vragen zijn soms te moeilijk. - Er is soms incongruentie tussen feiten en registratie, ondermeer door ontkenningsgedrag bij de cliënt (bv. alcoholprobleem), angst van de cliënt voor de consequenties van zijn antwoorden (bv. plaatsing), een professionele hulpverlener heeft niet altijd alle informatie, etc.. - Voor professionelen kan een dergelijke registratie tot rolvermenging leiden (inhoudelijke TP-coördinator, enquêteur, clinicus). De vragenlijsten kunnen namelijk ook passen binnen een behandeling, indicatiestelling, - Dergelijke zware bevraging kan een invloed hebben op de realiteit van een TP, zelfs in die mate dat het een serieuze bijkomende drempel voor cliënten en professionelen kan vormen. Dit alles leidt volgens de pretesters tot een dalende motivatie en stijgende weerstand bij de projecten, die sowieso al een zware administratieve druk te verwerken krijgen. Bovendien kan dit een extra drempel vormen voor cliënten (afhaken?) en doorverwijzers. De projecten hebben het er moeilijk mee dat wat nu in het kader van de patiëntenregistratie verwacht wordt, het initiële engagement van zowel de TP als de cliënten ruimschoots overstijgt. Bij de ondertekening van de overeenkomsten in het kader van de TP en het TO was het niet duidelijk welke inbreng van de TP binnen het TO verwacht werd. Als dit duidelijk was geweest, had dit waarschijnlijk een rol gespeeld in de beslissing van de TP om al dan niet een kandidatuur in te dienen. 3.3.9 Participatie van familie- en patiëntenverenigingen De familie- en patiëntenorganisaties hebben een overeenkomst afgesloten met de FOD VVVL in verband met de participatie van patiënten en familieleden. Om hun taken te vervullen is afstemming met onder meer de OGGZ en de TP nodig. De patiënten- en familieorganisaties worden aan Nederlandstalige kant steeds uitgenodigd op de bijeenkomsten van het transversaal overleg. Voor de afstemming met de TP willen de patiënten- en familieorganisaties graag een nauwere samenwerking met enkele TP. Verschillende projecten werden via een brief gecontacteerd. Het is de bedoeling dat patiënten en familieleden participeren binnen deze TP. Deze worden opgeleid en opgevolgd vanuit UilenSpiegel vzw en Similes. De familie- en patiëntenverenigingen hebben deze vraag op de tweede clustervergadering toegelicht. Bij de projecten uit de leeftijdsgroep "kinderen en jongeren" kwamen volgende bedenkingen naar voor: - Een aantal projecten plaatsen vraagtekens bij de meerwaarde van deze participatie. Vanuit Similes en Uilenspiegel wordt aangegeven dat deze samenwerking de mogelijkheid biedt aan zowel familie- en patiëntenverenigingen als TP om van elkaar te leren en ervaringen op te doen rond participatie. - Op de vraag of de familie- en patiëntenverenigingen formeel partnerschap van een TP ambiëren, antwoorden Similes en Uilenspiegel dat zij dit wenselijk achten voor een aantal projecten. Wanneer de familie- en patiëntenverenigingen formeel partner binnen een TP zijn, schept dit mogelijkheden om nog extra ervaringen op te doen. Tijdens het verkennend gesprek zal afgetoetst worden wat mogelijk is. 17/21

4. Conclusies Dit rapport heeft betrekking op de periode van 1 juni 2007 tot 31 maart 2008. Het transversaal overleg kwam evenwel pas echt op gang eind 2007, waardoor tot nu toe slechts twee vergaderingen per cluster werden georganiseerd. De thema's die tijdens deze eerste twee clustervergaderingen werden behandeld, sloten nauw aan bij de opstartfase waarin de therapeutische projecten zich het afgelopen jaar bevonden. Het ging daarbij hoofdzakelijk over praktische en organisatorische aspecten. De problemen en goede praktijken met betrekking tot deze thema's gelden vrij algemeen voor alle projecten. De conclusies zijn in deze fase bijgevolg sterk gelijklopend voor de verschillende leeftijdsdoelgroepen en clusters. We verwachten dat er in rapporten over de volgende periodes meer leeftijds- en clustergebonden conclusies zullen kunnen geformuleerd worden, gezien er dan bij de procesevaluatie in het kader van het transversaal overleg meer aandacht zal zijn voor onder meer de inhoudelijke werking, zorgtrajecten en modules. Voorlopig kunnen de conclusies nog niet gerelateerd worden aan gegevens van andere partners van het transversaal overleg (bv. KCE, patiënten- en familieverenigingen, ), zoals ook de discussies tijdens de clustervergaderingen tot nog toe voornamelijk gebaseerd waren op de ervaringen van de therapeutische projecten en op de door de overlegplatforms zelf verzamelde gegevens. Afstemming met de gegevensverzameling van de andere actoren in het kader van het transversaal overleg lijkt ten zeerste aangewezen, niet alleen met het oog op het optimaal benutten van de verzamelde gegevens, maar ook om de belasting van de therapeutische projecten door verschillende bevragingen te beperken. In de algemene positieve bevindingen valt op dat de meerwaarde van de therapeutische projecten verder reikt dan verbeterde samenwerking in het kader van de projecten zelf. De samenwerking verbetert in het algemeen doordat de verschillende partners elkaar beter leren kennen en vaker een gedeelde verantwoordelijkheid opnemen. Anderzijds merken we dat de samenwerking in het kader van de therapeutische projecten (al dan niet voorlopig) grotendeels een zaak van de formele partners is. Externe partners en belendende sectoren worden in mindere mate betrokken. De strikte regelgeving (inzake de aanwezigheid bij inclusie- en opvolgoverleg, het aantal inclusies, de spreiding van het opvolgoverleg per trimester, ) bezorgt de meeste projecten in het algemeen heel wat kopbrekens en valt soms moeilijk te rijmen met de klinische praktijk en met het belang van de cliënt. De regelgeving moet voldoende flexibel zijn om de vaak erg verschillende samenstelling, opzet en doelstellingen van de therapeutische projecten toe te laten en om tegemoet te kunnen komen aan de vaak zeer diverse noden van de cliënt. Die diversiteit van zowel de projecten als de cliënten maakt het trouwens soms moeilijk om algemene conclusies te trekken. Zorgvernieuwing en zorg op maat hangen noodzakelijkerwijze samen met deregulering en flexibilisering. De strikte reglementering van de therapeutische projecten en de zware administratieve belasting worden vaak als contradictorisch met deze doelstellingen ervaren. De regels geven de therapeutische projecten immers niet altijd de vrijheid om hun overleg en samenwerking naar eigen inzicht en volgens de noden van hun specifieke doelgroep te organiseren. Vaak dreigt de noodzakelijke aandacht voor de procedure die voor het resultaat of voor de inhoud van het project te verdrukken. Bovendien beïnvloedt de regelgeving sterk de praktijk binnen de therapeutische projecten. Verschillende projecten hadden het moeilijk om tegen 31/3/2008 het door het RIZIV vereiste aantal van 30 geïncludeerde patiënten te halen. De redenen hiervoor variëren. Sommige projecten kwamen later dan andere op gang, richten zich op moeilijker te bereiken doelgroepen of betrachten samenwerking met belendende sectoren (waardoor meestal meer tijd nodig is om bekendheid op te bouwen en de aanmeldingen te genereren). De vraag moet gesteld worden of het aansluit bij de oorspronkelijke bedoelingen om deze "minder evidente" projecten uit te sluiten omwille van het niet (tijdig) halen van de beoogde caseload. Projecten met een kleiner aantal patiënten kunnen trouwens omwille van hun specificiteit heel wat zinvolle lessen bieden omtrent het werken in zorgcircuits en netwerken. Het transversaal overleg is een complex verhaal. Bij de therapeutische projecten is er veel onduidelijkheid, onder meer over de rol en opdrachten van de verschillende partners (bv. KCE, overheid, patiënten- en familieverenigingen, OGGZ, RIZIV, FOD VVVL) en overlegorganen (bv. Gemengde Werkgroep FOD, Verzekeringscomité RIZIV, ), die hen op verschillende manieren benaderen. Heldere, geïntegreerde, volledige maar beknopte communicatie blijft in dit verband bijzonder belangrijk. Ook op dit vlak lijkt meer afstemming tussen de verschillende actoren een hoge nood te zijn. 18/21

De maandenlang aangekondigde patiëntenregistratie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft op alle niveaus voor heel wat discussies, ongerustheid en stijgende weerstand gezorgd. De belangrijkste bezwaren van de therapeutische projecten (te lang en te tijdrovend, te veel overlap tussen de verschillende schalen, te hoge frequentie gezien de chronische doelgroep, te hoge belasting van cliënt en hulpverlener, beïnvloeding van de therapeutische relatie, incongruentie met het initiële engagement van het project en van de cliënt, ) zijn genoegzaam bekend en werden via diverse wegen gecommuniceerd. We gaan er van uit dat de betrokken partijen deze bezwaren ondertussen kennen en er in hun beslissingen rekening zullen mee houden. De participatie van patiënten- en familieverenigingen in de therapeutische projecten is tot nu toe erg beperkt. Op het niveau van het Nederlandstalig transversaal overleg worden deze verenigingen naar alle clustervergaderingen van de OGGZ uitgenodigd. Dit gebeurt vanuit de overtuiging dat hun perspectief van belang kan zijn bij alle behandelde thema's en niet enkel wanneer de participatie van patiënten- en familieverenigingen een expliciet agendapunt vormt. Om hun inbreng in de clustervergaderingen en op andere niveaus beter te kunnen relateren aan de praktijk, proberen de patiënten- en familieorganisaties op dit moment hun betrokkenheid bij een aantal therapeutische projecten te verhogen. De mate waarin de individuele cliënt en zijn omgeving bij het inclusie- en opvolgoverleg betrokken wordt, verschilt trouwens sterk van project tot project, maar algemeen gezien gebeurt ook dit slechts in geringe mate. We willen tot slot benadrukken dat de therapeutische projecten onmiskenbaar een substantiële impuls bieden ter bevordering van de samenwerking rond geestelijke gezondheidszorg voor psychiatrische patiënten met een chronische en complexe problematiek. Ondanks de hierboven vernoemde problemen is er bij de therapeutische projecten heel veel enthousiasme en positivisme. De OGGZ ervaren dit ook in hun samenwerking met de projecten en kunnen op hun vlotte medewerking en positieve respons rekenen. 19/21

5. Toekomstperspectieven Het voorbije werkjaar van de procesevaluatie in het kader van het transversaal overleg door de OGGZ Vlaanderen telde twee clustervergaderingen. Zoals blijkt uit dit rapport lag de nadruk hierbij vooral op (1) een kennismaking tussen de verschillende therapeutische projecten onderling en de medewerkers van het team transversaal overleg van de Nederlandstalige OGGZ, en (2) de praktische en organisatorische aspecten van de dagelijkse TP-werking. In het tweede werkjaar (1 april 2008 tot 31 maart 2009) wensen we verder te werken op basis van de goede verstandhouding en positieve samenwerking tussen de projecten onderling en de medewerkers. Het blijft hierbij vooralsnog wachten op een concretisering van de richtlijnen vanuit de Gemengde Werkgroep FOD (template) en op een verdere afsteming met het KCE, de familie- en patiëntenverenigingen en de Franstalige Overlegplatforms. Onder meer volgende thema's zullen hoogstwaarschijnlijk in de loop van het tweede werkjaar aan bod komen: - Beroepsgeheim - Overlegmethodieken en de rol van de inhoudelijke coördinator - Diverse actoren binnen een TP en de rol van de verschillende partners - Doelstellingen en vertrekpunten van het TP en de partners - Specificiteit van de doelgroep patiënten met een chronische en complexe problematiek en hun behoeften - Samenwerking met belendende sectoren - Patiënten- en familieparticipatie - Patiëntenregistratie - Zorgcontinuïteit - Beschrijving van het bestaande aanbod, hiaten en leegtes, zorgmodules - Uitbouw van zorgtrajecten (zorg op maat) We zijn er van overtuigd dat we tijdens de volgende werkjaren van de clustervergaderingen boeiende fora voor informatie-uitwisseling kunnen maken, en dit in samenwerking met de TP en de andere actoren in het kader van het transversaal overleg. Op die manier zal ongetwijfeld nuttige informatie verzameld worden rond het werken in zorgcircuits en netwerken. 20/21