Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7 Samenvatting door H. 1327 woorden 6 oktober 2015 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis 7.1 De Franse filosoof en jurist Charles de Montesquieu vond dat de overheid 3 taken had: Wetten maken. Wetten uitvoeren. Controleren of de uitvoering deugd. Trias politica: Scheiding van de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht binnen een staat, om machtmisbruik te voorkomen. Regering: Staatshoofd en ministers. Ministerpresident: Hoofd van de regering, voorzitter van de ministerraad. Wordt ook wel de premier genoemd. De belangrijkste taak van de ministerraad is om leiding te geven aan het land en dus toe te zien op de invoering van nieuwe wetten en de uitvoering ervan. Kabinet: Ministers en staatssecretarissen. Elke 4 jaar zijn er verkiezingen, waarbij alle Nederlanders boven de 18 de leden van de 2e kamer kiezen. Coalitie: Samenwerkingsverband tussen verschillende politieke partijen die de regering willen vormen. Oppositie: Politieke partijen die zich opstellen tegenover de partijen die aan de macht zijn. Hoe wordt een wet ingesteld!!!! In de meeste gevallen doet het kabinet voorstellen voor nieuwe wetten. Als de 1e versie van een wet klaar is, wordt er eerst advies aan de Raad van State gevraagd. die controleert of wetten goed in elkaar zitten en of ze niet tegen de grondwet of andere wetten en verdragen ingaan. Daarna gaat het naar de 2e kamer, die met een meerderheid het voorstel goed moet keuren. Dit noem je het recht van amendement. Nu moet de 1e kamer het ook goedkeuren. Dan gaat het wetsvoorstel naar de koning. Die zet met de verantwoordelijke ministers een handtekening en dan is het officieel een wet. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-87253 Pagina 1 van 5
Ook de 2e kamer heeft het recht om een wetvoorstel in te dienen. (recht van initiatief) Wanneer de 2e kamer vermoedt dat er iets grondig mis is gegaan, kan zij een eigen onderzoek beginnen. Nadat de onderzoekscommissie onderzoek heeft gedaan, stelt zij een rapport op. De kamer debatteert vervolgens eerst met de commissie en later met het kabinet over de conclusies die hieruit kunnen worden getrokken. Nog verder gaat het recht van enquête. Hierbij is iedereen op basis van de wet verplicht om medewerking te verlenen. De regering is verplicht om het parlement te informeren. Als dit niet gebeurd of wanneer zij ontevreden zijn over het beleid van een minister of staatssecretaris, kunnen zij kabinetsleden mondeling ter verantwoording roepen. Dit is het recht van interpellatie. Als een meerderheid geen vertrouwen meer heeft in een minister of zelfs het hele kabinet, kan zij d.m.v. motie van afkeuring of wantrouwen de minister of het kabinet laten vallen. 7.2 Ons land is verdeeld in verschillende provincies, die vervolgens weer zijn opgedeeld in gemeenten. Regering, provincie en gemeente hebben allemaal hun eigen taken. De regering wil de gemeenten meer vrijheid geven maar dat brengt wel kennis en inzet van wetten en regels. Kleinere gemeenten worden samengevoegd om het soms wat makkelijker te maken, dit noem je herindeling. Een belangrijke taak van de gemeente is om te zorgen voor voldoende woonruimte voor haar burgers. en ook voor veilige verkeerssituaties en het onderwijs in de gemeente. Gemeenteraad: De door burgers gekozen volksvertegenwoordiging in de gemeente. Elke 4 jaar verkiezingen. College van burgemeester en wethouders (B&W): Dagelijks bestuur van de gemeente. Elke wethouder heeft zijn eigen taakgebied, zoals onderwijs of huisvesting. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en daarom ook het hoofd van de brandweer en de politie. Een goede relatie met de provincie is voor een burgemeester belangrijk, omdat heel veel regels die een gemeente moet uitvoeren, door de provincie worden opgesteld. De provincie bepaalt in hoofdlijnen waar huizen, landbouw, natuurgebieden of wegen mogen komen. Ook zorgt de provincie samen met de waterschappen ervoor voor dat rivieren en plassen bevaarbaar blijven en gezond zwemwater is. Provinciale Staten: De door burgers gekozen volksvertegenwoordiging in de provincie. Zij bedenken de hoofdlijnen van het beleid en controleren de voortgang. Gedeputeerde Staten: Dagelijks bestuur van de provincie, bestaande uit de Commissaris van de Koning en gedeputeerden. Een belangrijke taak van de Provinciale staatsleden is het kiezen van de 75 vertegenwoordigers van de 1e kamer. 1e https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-87253 Pagina 2 van 5
kamer: Volksvertegenwoordiging van Nederland, gekozen door de leden van de Provinciale Staten. Vormt samen met de 2e kamer de StatenGeneraal of het parlement. Wat de 2e kamer wel moet doen of heeft maar wat de 1e kamer niet hoeft te doen of heeft: Mogen geen wetten indienen. Mogen geen wetten wijzigen. Ministers kunnen niet naar de 1e kamer worden geroepen voor een spoeddebat en ze hebben ook geen wekelijks vragenuurtje. 1e kamer heeft maar 2 dagen bezetting per week en 2e kamer is een fulltime baan. 7.3 Rechtsstaat: In een rechtsstaat moeten niet alleen burgers, maar ook de overheid zich houden aan wetten en regels. Grondwet: Belangrijkste wet, waar andere wetten op zijn gebaseerd. In deze wet staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid. Daarnaast staat in de grondwet hoe Nederland is ingericht en wat de taken zijn van de centrale overheid, de provincies en de gemeenten. De Nederlandse grondwet kent verschillende onderdelen: Wie de macht mag uitoefenen en de manier hoe dat gebeurd. Rol van de koning en van de ministers. Taakverdeling tussen gemeenten en provincies. Hoe andere wetten gemaakt moeten worden en welke taken rechters hebben. Grondrechten: Rechten van burgers tegenover de staat. Voorbeelden van een paar grondwetten: Vrijheid van meningsuiting. Vrijheid van godsdienst. Vrijheid van cultuur en leefgewoontes. Onderwijsvrijheid. Burgerinitiatief: Sinds 2006 kunnen burgers een onderwerp op de agenda van de 2e kamer plaatsen, indien zij hiervoor 40.000 handtekeningen verzamelen. Je hebt ook belangengroepen, permanente organisaties d ie proberen de belangen van hun achterban te verdedigen. Soms vragen politici zelf om de mening van zo een organisatie zoals de ANWB. Referendum: Volksraadpleging waarbij iedere stemgerechtigde om een mening wordt gevraagd. Nationale Ombudsman: Een onafhankelijk persoon die door de 2e kamer is benoemd om klachten over de overheid te behandelen. Als veel klachten over hetzelfde onderwerp gaan kan hij besluiten zelf een onderzoek te starten. 7.4 Politieke stromingen: Groepen mensen met ongeveer dezelfde opvatting over hoe het land bestuurd zou moeten worden. Liberalisme: Mensen die tot deze stroming behoren, vinden vrijheid belangrijk. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-87253 Pagina 3 van 5
Sociaal-Democratische Stroming: Politieke stroming die de ongelijkheid tussen mensen wil verkleinen en daarbij de overheid een grote rol wil geven. Sinds 1983 een aantal grondrechten aangenomen die ook wel sociale grondrechten worden genoemd: Recht op arbeid. Recht op onderwijs. Recht op gezondheidszorg. Confessionelen: (protestantse en roomskatholiek) politieke partijen. Confessionelen wilden het liefst dat werkgevers en werknemers, overheid en onderdanen zouden samenwerken. Je kunt de 2e kamer ook indelen in links en rechts. Linkse partijen willen juist dat de overheid een grote rol speelt bij het beschermen van zwakkeren, of dat nu dieren, vrouwen of armen zijn. Rechtse partijen willen meer overlaten aan het particuliere initiatief. Een politieke stroming is niet hetzelfde als een politieke partij. Een stroming is een groep mensen met ongeveer dezelfde opvatting over hoe het land bestuurd moet worden, partijen proberen de ideeën van een politieke stroming op hun eigen manier naar de praktijk te vertalen. De confessionele stroming bestaat nu uit 3 partijen: CDA SGP CU Sociaaldemocratische partijen: PvdA SP Liberale partijen: VVD D66. Er komen ook nieuwe stromingen zoals het feminisme, emancipatie van de vrouw op alle vrouwen wil bevorderen. Ook populisme is een nieuwe stroming. Populisme: Politieke stroming die zich afkeert van bestaande partijen en zegt dat de stem van het volk te vertegenwoordigen. De persoon van de leider is belangrijk binnen een populistische partij. Zo een partij is bijvoorbeeld de PVV. Het gaat vaak over immigranten en hun nakomelingen. Bij PVV is dat heel erg het antiislamstandpunt. 7.5 Eigenlijk heeft alles waar jongeren zich mee bezig houden, wel iets met politiek te maken, en volgens Rouvoet is het goed als zij zich daar bewust van worden. Regels rond roken en drank, een nieuwe hangplek, eisen aan scooters, alles wordt door de politiek bepaald. Rouvoet s mening is dat je als je christen, je voor een christelijke partij moet kiezen. Dus een partij die besluiten neemt in de richtlijnen van de Bijbel en Christus. Dat betekent dat we niet alles moeten doen wat christelijk is maar dat we moeten streven naar dat we Christus willen volgen. CDA & CU vormden in 2007 samen met de PvdA een coalitie, de SGP deed niet mee. Dat komt door meerdere redenen. Bijvoorbeeld doordat SGP wel vrouwelijke leden hebben maar ziet op grond van de bijbel geen plaats https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-87253 Pagina 4 van 5
voor vrouwelijke ministers of Kamerleden. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-87253 Pagina 5 van 5