LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8

Transcriptie

1 LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8

2 LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 2 van 8

3 Inleiding In je opleiding is het verplicht dat er gewerkt wordt aan het Loopbaan Burgerschap. De overheid vindt het belangrijk dat je een betrokken burger wordt die maatschappelijk bewust is en zijn verantwoordelijkheid daar in neemt. Het project 2 heeft als onderwerp het politie-juridische dimensie We doen dat met de methode Nieuw Schokland. De docent behandelt met jullie de theorie over de verschillende onderwerpen en je gaat als huiswerk vragen beantwoorden. De licentie heb je al in je bezit en via studiemeter.nl kom je op de site van Schokland 3.0. Van de docent krijg je opdrachten en/of toetsen op die je moet maken. In het overzicht hieronder zie je waar je aan gaat werken Thema s Dimensie Indeling Thema 1 Democratie en rechtstaat Politiek-juridische dimensie 1 uur per week met theorie en verwerkingsvragen Thema 2 Politiek-juridische dimensie Verkiezingen Thema 3 Politiek-juridische dimensie Het bestuur van Nederland Thema 4 Politiek-juridische dimensie De rechtspraak Bezoek Tweede Kamer Politiek-juridische dimensie Kan gepland worden in week 7, 8 of 9 1) Bij AA wordt er niet gewerkt met een leermenu tijdens periode 8. Medicijnbereiding (AAP) en FPZ krijg je wel in deze periode. Bepaal met de docent aan welke onderwerpen je gaat werken. Wat wil je herhalen en wat wil de docent gaan inzetten. 2) Bij DA wordt er gewerkt met een leermenu. Let op: de leerlijnen lopen in deze periode wel gewoon door. Dus je krijgt hiernaast gewoon vakken als Nederlands, Engels, Rekenen en Anatomie. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 3 van 8

4 LB planning Week Onderwerp Hoofdstukken Nieuw Schokland Week 1 Week 2 Democratie en de rechtstaat Democratie en de rechtstaat Thema 1 Hoofdstuk 1 en 2 Blz. 82 t/m 91 Thema 1 Hoofdstuk 3 blz. 92 t/m 96 Week 3 Verkiezingen Thema 2 Hoofdstuk 1 en 2 blz. 97 t/m 105 Werkboek opdracht Verwerkingsvragen blz. 93 en 94 blz. 95 Verwerkingsvragen blz. 102 en 103 blz.105 t/m 108 en 110, 111en 112 Week 4 Verkiezingen Thema 2 Hoofdstuk 3 blz. 106 t/m 109 Week 5 Week 6 Het bestuur van Nederland Het bestuur van Nederland Thema 3 Hoofdstuk 1 en 2 Thema 3 Hoofdstuk 3 Week 7 De rechtstaat Thema 4 Hoofdstuk 1 en 2 Week 8 De rechtstaat Thema 4 hoofdstuk 3 Week 9 Bezoek Tweede Kamer Week 10 Evaluatie blz. 114 en 115 blz. 119 t/m t/m 127 blz. 130 t/m 132 blz. 136,137 blz. 139 t/m 142 Verwerkingsvragen blz. 147 t/m 149 LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 4 van 8

5 Inleiding. De docent geeft uitleg over het werken met de boeken en studiemeter.nl. Tijdens deze lessen behandelt de docent de theorie, dit kan via een hoorcollege of door het nabespreken van de gemaakte vragen. Als huiswerk voor LB ga je kennisvragen en/of verwerkingsvragen beantwoorden. Tijdens de nabespreking gaat de docent in op de ene keer de kennisvragen en de andere keer een verwerkingsvraag. Zijn er vragen die je perse besproken wilt hebben geef dit dan aan het begin van de les aan. Week 1 en week 2. Democratie en rechtstaat Nederland is een rechtsstaat. Een rechtsstaat heeft een aantal kenmerken. In een rechtsstaat is de macht van de overheid begrensd door de wet, bestaat er een scheiding van machten en hebben burgers grondrechten. We gaan in op de kenmerken van de rechtsstaat, we gaan kijken hoe de macht in een rechtsstaat zijn verdeeld, deze verdeling wordt de trias politica genoemd. Als laatste onderdeel gaan we in op de grondrechten van de burgers, grondrechten zijn rechten van burgers die hen beschermen tegen de macht van de overheid of tegen de macht van andere groepen burgers. Grondrechten zijn te onderscheiden in klassieke en sociale grondrechten. Om een samenleving te kunnen besturen moeten er keuzes worden gemaakt. Daarbij moeten meningen zorgvuldig worden afgewogen. Het maken van keuzes over het besturen van een samenleving noem je politiek. In Nederland kan iedereen inspraak hebben in politieke besluiten. Inspraak kan op verschillende manieren, je kunt bijvoorbeeld stemmen tijdens verkiezingen, actievoeren of de media inschakelen. In Nederland hebben veel mensen inspraak in de politiek. Dit komt doordat Nederland een democratie is. Democratie is een manier om een land te besturen. We gaan in op de kenmerken van een democratie. Rn op de kenmerken vaneen dictatuur. Week 3 en week 4. Verkiezingen In Nederland worden regelmatig verkiezingen gehouden. Tijdens verkiezingen kies je volksvertegenwoordigers. Je stemt op de persoon die jou mag vertegenwoordigen in de politiek. We gaan ons verdiepen in de politieke partijen en de politieke stromingen die er in Nederland zijn. We gaan kijken welke visies politieke stromingen hebben op de samenleving. Iedere Nederlander van 18 jaar of ouder heeft kiesrecht. Kiesrecht betekent dat je jouw ideeën en wensen over de samenleving duidelijk kunt maken door te LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 5 van 8

6 stemmen bij verkiezingen. We gaan kijken wat het kiesrecht inhoudt, hoe de verkiezingen werken, wat is er voor nodig om te kunnen stemmen en we gaan kijken waarom en waarvoor politieke partijen campagne voeren in aanloop naar de verkiezingen. Aan het einde van een verkiezingsdag worden de stemmen geteld. Op basis van het aantal stemmen dat de verschillende partijen hebben gekregen, worden de plekken in de Tweede Kamer verdeeld. Elke beschikbare plek in het parlement noem je een zetel. Na de Tweede kamer verkiezingen wordt er een nieuwe regering samengesteld. Het samenstellen van een nieuwe regering noem je formatie. We gaan in op het formeren van een nieuwe regering. Verder gaan we kijken hoe men een coalitie kan vormen. Week 5 en week 6. De regering De regering is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Nederland. De regering van Nederland bestaat uit de koning en de ministers. De koning is het staatshoofd van Nederland, maar zijn invloed op de politieke besluiten is klein. We gaan in op wat de regering doet. We gaan kijken waar de rijksoverheid uit bestaat en wie is waar verantwoordelijk voor. De ministers en de staatssecretarissen vormen samen het kabinet. Een kabinet kan een meerderheidskabinet of een minderheidskabinet zijn. We gaan in op de verschillen tussen een meerderheidskabinet en een minderheidskabinet. De Nederlandse democratie wordt een parlementaire democratie genoemd. Het parlement van Nederland bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede kamer. De Eerste en Tweede Kamer samen worden de Staten-Generaal genoemd. We gaan kijken waaruit het parlement bestaat. Het parlement en de regering hebben veel met elkaar te maken. De regering mag alleen regeren als ze het vertrouwen heeft van een meerderheid van het parlement. We gaan kijken wat deze vertrouwensregel inhoudt. We gaan in op de taken en de rechten van het parlement. De Nederlandse overheid bestaat uit meerdere bestuurslagen. De rijksoverheid is de bestuurslaag op landelijk niveau. Daarnaast heeft Nederland nog twee bestuurslagen: de gemeente en de provincie. We gaan kijken hoe een gemeente en provincie bestuurd worden. Er zijn verschillende groepen en organisaties in de samenleving die invloed hebben op de politiek en het beleid van de overheid. Groepen die veel invloed hebben op politiek en beleid zijn adviesorganen, pressiegroepen en massamedia. We gaan naar deze groepen kijken, wie zijn het en welke invloed hebben ze. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 6 van 8

7 Week 7 en week 8. De rechtspraak Zoals we al eerder hebben behandelt is een onderdeel van de rechtsstaat een verdeling van de macht over drie groepen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en rechtelijke macht. De rechtelijke macht is onafhankelijk. De rechtelijke macht in Nederland bestaat uit de rechters en de officieren van justitie. We gaan kijken bij welke instanties recht wordt gesproken. We gaan ook kijken hoe conflicten opgelost kunnen worden zonder tussenkomst van de rechter. In Nederland gelden allerlei regels die ervoor moeten zorgen dat mensen goed met elkaar kunnen samenleven. Soms houden mensen zich niet aan de regels of zijn personen het niet met elkaar eens. Dit kan leiden tot een rechtszaak, na onderzoek doet de rechter een uitspraak en deze baseert hij op rechtsbronnen. We gaan in op welke rechtsbronnen dit zijn. We gaan kijken wat het privaatrecht en het publieksrecht inhoudt. Als een persoon wordt verdacht van een overtreding of misdrijf, kan hij worden gearresteerd door de politie. We gaan kijken wat er verder gebeurt nadat een verdachte is aangehouden, we gaan kijken wat er bij een rechtszitting gebeurt. In het Nederlandse strafrecht gelden aparte regels voor de veroordeling van minderjarigen. Als een minderjarige zich schuldig maakt aan een ernstig vergrijp, wordt de zaak behandelt door een kinderrechter. We gaan kijken welke maatregelen er nog meer genomen kunnen worden bij minderjarigen. Week 9 en week 10 In deze weken worden de lessen ingehaald die niet zijn door gegaan vanwege het bezoek aan de Tweede Kamer. In week 10 gaat de docent met jullie de afgelopen weken evaluren. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 7 van 8

8 LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 8 van 8