Christen-democratie contra conservatisme



Vergelijkbare documenten
Politieke filosofie van de christen-democratie

Eindexamen filosofie vwo I

Wat zegt deze canon nu, zo n veertig momenten in de geschiedenis. van de Nederlandse christendemocratie? Het is een feest der

Ideologieanalyse: Tocqueville als liberaal of conservatief?

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo II

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2

Mantelzorg, waar ligt de grens?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Eindexamen filosofie vwo I

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Vormgeving christelijke identiteit binnen PricoH

Bildung. Decanensymposium 20 september 2017 Daan Roovers

Maarten Luther

Het kruis als voorbeeld

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen

Naar een beleidsplan voor de PG Lemmer

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Samenvatting Economie H 6

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

REFORMATORISCHE WIJSBEGEERTE IN DE ONTWIKKELING VAN DE TIJD DE WAARDERING VAN DE VERLICHTING

Tijd van pruiken en revoluties

Geloven en redeneren. Samenvatting

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation

Eindexamen Filosofie havo I

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

VERKIEZINGEN IN KOEDIJK

ONOPGEEFBAAR VERBONDEN

I N F O R M A T I E B R O C H U R E

Eindexamen filosofie vwo I

Geloven in Scholen met de Bijbel

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING

De Verlichting. De Verlichting

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Wat is Reiki? De bijbel en Reiki zijn het er allebei over eens dat de mens bestaat uit een GEEST een ZIEL en een LICHAAM.

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

Karel Poma: Het is nu aan de jongere generaties!

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

De schepping van de mens Studieblad 6

WAAROM KATHOLIEK ONDERWIJS? Frans Holtkamp

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Over het Murray Rothbard Instituut

RESULTATEN VAN DE ENQUETE 'GELOVEN IN BENNEKOM' - eerste wijk - Inleiding. Resultaten. 1. Kerklidmaatschap en kerkbezoek

Techniekfilosofie in de Dual Nature traditie. Peter kroes

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Gereformeerd onderwijs 2.0

ROMANTIEK. het tijdperk van de. De Verlichting ontspoord

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 2, wie is de mens

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman

Pas op voor eenrichtingsverkeer bij evangelisatie

Studies in Adventistische Geloofsverwoording

Leidingdeel Bijbelstudie Galaten schets 2 Op het scherp van de snede (Galaten 2)

Christelijk Sociaal Denken

Er zijn vele definities of visies van opvoeding. Een hele neutrale visie is van Malschaert en Traas uit het Basisboek opvoeden:

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

. De school uitgangspunten en visie Naam en logo. De naam Rehoboth komt uit de Bijbel (Genesis 26:22).

Humanisme en het Avondland

Geloven in Scholen met de Bijbel

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

1) Jouw leven op Gods manier

PROCESDOEL 5 OEFENING IN ZINGEVEN

Ontmoetingskerk - Laren NH, 25 december 2014 Johannes 1

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

ACADEMISCHE VRIJHEID NU

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Cynisme over de politiek

- Factsheet - Verkenning van de beleving. van het asielzoekersvraagstuk. in Nederland

Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander

2. Als ik nu voor mijn kind(kinderen) een school moest kiezen zou mijn voorkeur weer uitgaan naar een katholieke school

Rapport nr. 633, december2013. Drs. Joris Kregting

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

ROMANTIEK. het tijdperk van de. Sturm und Drang

Meisleiding van het Brein Het Fundamentalisme. Prof. John A. Dick

DE PROFESSIONALITEIT VAN MAATSCHAPPELIJK WERK

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20

Denken met het hart. Christelijke filosofie in de traditie van Augustinus en Calvijn. Bas Hengstmengel. Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS

Opgave 2 Doen wat je denkt

Samenvatting Geschiedenis Module 5

De Linkeroever. werkplaats voor levende spiritualiteit. Vier avonden over de vraag wat dat is, en wat ervoor nodig is om een spiritueel mens te zijn

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)


Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Hoofdstuk 1. xx A. xx 2 xx 3 xx 4 xx 5. Ideologieën en politieke stromingen. xx 0. Introductie 3. Leerkern 3

Transcriptie:

22 Christen-democratie contra conservatisme Prof. dr. H.E.S. Woldring Verdraagt de christen-democratie ich met het conservatisme? Dr. A. Kinneging, oprichter van de Edmund Burke Stichting die het conservatisme wil bevorderen, is onlangs lid van het CDA geworden. In het meinummer van dit tijdschrift, dat geheel gewijd was aan de verhouding tussen beide stromingen, verdedigde Kinneging de stelling dat het christendom en de christendemocratie door en door conservatief ijn'. Een belangrijk punt daarbij was dat conservatieven en christenen een pessimistisch mensbeeld delen. Prof. dr. H.E.S. Woldring dient Kinneging van repliek. Volgens hem definieert Kinneging conservatisme in een enge reactionaire betekenis en dan nog op o'n abstracte manier dat hij onder de noemer ten onrechte allerlei heel verschillende wereldbeschouwingen kan scharen. De door Kinneging geponeerde identificatie van christendom en christen-democratie met conservatisme is onhoudbaar: "Dat Kinneging het christelijk mensbeeld pessimistisch noemt, is volstrekt misplaatst". Woldring betoogt dat het verkeerd is de christen-democratie bij de reactionair-conservatieve traditie in te lijven, omdat ij kenmerken bevat 'van een dynamisch- conservatieve stijl van denken en handelen'. De tegenbeweging die volgde op de Verlichting en de Franse revolutie wordt doorgaans het conservatisme genoemd, met als boegbeeld de Engelse staatsman Edmund Burke. De Verlichtingsdenkers beschouwden ichelf als progressief, omdat volgens hen de vooruitgang van de mensheid alleen kon worden bevorderd door middel van empirische wetenschappen en rationele oordeelsvorming. Historisch gegroeide politieke en maatschappelijke instellingen beschouwden ij grotendeels als ballast die moest worden afgeschaft en het aanvaarden van overgeleverde waarden en normen interpreteerden ij als bijgeloof. Aanhangers van het conservatisme bekritiseerden dat progressieve denken als anti-historisch. Zij verdedigden juist het belang van de historische continuïteit van politieke en maatschappelijke instellingen en de overdracht van waarden en normen als constituerend voor het heden en de toekomst. De aanhangers van het conservatisme waren ich er echter terdege van bewust dat ij leefden in een tijd van ingrijpende politieke en maatschappelijke veranderingen. Zij erkenden dat mede vanwege de Franse revolutie een samenleving was ontstaan, die gekenmerkt werd door een toenemende differentiatie van klassen en groepen, wereldbeschouwingen en politieke ideeën. Zij waren niet slechts georiënteerd op het verleden, maar ij erkenden dat in het heden een spanningsvolle relatie bestond tussen verleden

CDV I NR 10 loktober 2002 23 'Omdat Kinneging geen onderscheid maakt tussen het conservatieve denken en traditionalisme, maar die twee vermengt, heeft ijn opvatting van het conservatisme een reactionaire inslag'. en toekomst en dat ook hun reflectie op actuele politieke en maatschappelijke vraagstukken door die spanning werd gekenmerkt - een dynamisch-conservatieve manier van denken en handelen. Juist vanwege de erkenning van die spanning moet het conservatieve denken worden onderscheiden van het traditionalisme, dat (wars van vernieuwingen) slechts wilde vasthouden aan het verleden. Aanhangers van dat traditionalisme ijn de Franse katholieke denkers, joseph de Maistre (1754-1821) en Louis de BonaId (1754-1840), die ich niet alleen keerden tegen de veranderingen die cic Franse revolutie had voortgebracht, maar die terugverlangden naar de late middeleeuwen met een hiërarchie van standen en een dominante positie van de katholieke kerk. Hun traditionalistische denkstijl wordt ook wel getypeerd als contrarevolutionair of reactionair. Omdat Kinneging geen onderscheid maakt tussen het conservatieve denken en traditionalisme, maar die twee vermengt, heeft ijn opvatting van het conservatisme een reactionaire inslag. c Conservatisme: denkstijl of wereldbeschouwing? Kinneging heeft elders uitvoeriger de stelling verdedigd dat het conservatisme een omvattende wereldbeschouwing is-. Het is echter de vraag wat hij daarmee precies bedoelt. Ik heb de stellige indruk dat hij die term gebruikt in de betekenis die Wilhelm Dilthey (1833-1911) daaraan gegeven heeft. Dilthey heeft het verschijnsel wereldbeschouwing systematisch bestudeerd en betoogt dat elke WeltansclJauung eenelfde structuur heeft, uit drie bestanddelen opgebouwd: 1) een 'Weltbild' dat op grond van empirische waarnemingen bestaat uit een 'Vorstellungswelt' die begrippen en oordelen bevat waarmee de samenhang en het ween van de werkelijkheid wordt begrepen; 2) dat' Weltbild' ligt ten grondslag aan de in die mensen toeschrijven aan de verschijnselen in de werkelijkheid; 3) uit die in-interpretatie van de werkelijkheid ontstaan nastrevenswaardige levensidealen die een WeltansclJauung haar praktische toespitsing geven en die inspireren tot handelen en vormgeving van de samenleving.' Het is goed te weten dat Dilthey met ijn analyse van de structuur van de Weltanschauung wilde komen tot een 'filosofie van de filosofie': een filosofie die verschillende wereldbeschouwingen omvat en die de exclusieve waarheidsclaims van wereldbeschouwingen te boven komt. Vandaar dat ijn 'filosofie van de filosofie' een abstract-conceptueel schema bevat, dat alle wereldbeschouwingen kan omvatten. Kinneging beschouwt het conservatisme als wereldbeschouwing, omdat het naast het liberalisme en het socialisme een eigen antwoord bevat op de uitdaging van de Verlichting en de Franse revolutie. Als wereldbeschouwing wordt het conservatisme volgens hem gekenmerkt door een pessimistisch mensbeeld. Dat pessimisme heeft betrekking op het menselijke kenvermogen en op het vermogen van de mens ijn leven en de samenleving in te richten. Wat het menselijk kenvermogen betreft, bekritiseert het conservatisme de Verlichtingsideeën van

24 n o '" rationaliteit en wetenschap op grond waarvan een moreel betere mensheid tot stand ou komen. Tegenover dat aanmatigende Verlichtingsdenken stelt het conservatisme dat het menselijk kenvermogen beperkt is en derhalve intellectuele en morele tradities nodig heeft. Wat betreft het vermogen van de mens ijn leven en de samenleving in te richten, stelt het conservatisme dat de mens moreel onvolmaakt is en dat hij een inherente geneigdheid heeft tot het kwaad. Het kwaad heeft niet alleen betrekking op menselijke handelingen (moord, diefstal of vernedering), maar vooral op de verworteling ervan in het menselijk innerlijk: de mens is van nature niet geneigd het goede voor ichelf en anderen te oeken. Niet dat de mens gedoemd is slechts het kwade te doen, maar hij heeft volgens het conservatisme de onuitroeibare geneigdheid ertoe. Dee noopt tot een innerlijke strijd en gewetensvorming en tot het ontwikkelen van deugden en morele vorming om icht te houden op het moreel goede. Ter stimulering hiervan ijn de staat, wetten en andere instituties nodig. Omdat de christelijke traditie doordesemd is van de genoemde inichten, bestaat er volgens Kinneging een natuurlijke affiniteit tussen het christendom en het conservatisme. Bovendien laten katholieke, protestantse en andere conservatieve denkers ich in meerdere of mindere mate inspireren door de filosofie van de Grieken en de Romeinen. Ondanks weenlijke verschillen tussen het christendom en die voorchristelijke filosofische theorieën, belicht Kinneging vooral de overeenkomsten, met name dat alle conservatieven de innerlijke strijd erkennen tegen het kwaad en de noodaak van op tradities gebaseerde instituties. Hier wordt duidelijk hoe eer het Kinneging gaat om overeenkomsten in abstract-conceptuele in, omdat er met betrekking tot de normatieve visie op mens en samenleving belangrijke inhoudelijke verschillen en elfs tegenstellingen bestaan tussen die voorchristelijke filosofie en christelijke denkers en tussen die denkers onderling. Niet alleen hier abstraheert Kinneging bij het construeren van de conservatieve 'wereldbeschouwing' van veel weenlijke verschillen. Op grond daarvan concludeer ik dat Kinneging's analyse van het conservatisme de door Dilthey genoemde drie bestanddelen van de structuur van een Weltanschuungbevat. 1) Het Weltbildvan het conservatisme wordt gevormd door de empirische waarnemingen van op tradities berustende instituties die constituerend ijn voor het functioneren van de mens, de staat en de samenleving. 2) Op grond van dat Weltbild waarderen conservatieven de afbraak van instituties en tradities negatief. Zij erkennen de onvolmaaktheid van de mens, ijn innerlijke strijd tussen goed en kwaad en de noodaak van morele vorming. 3) Conservatieven streven naar bepaalde levensidealen: handelen dat gebaseerd is op de overdracht van waarden en normen door middel van politieke en maatschappelijke instellingen. Juist vanwege de overeenkomst met Dilthey kom ik tot de kern van mijn kritiek op Kinneging's opvatting van het conservatisme als wereldbeschouwing. Zoals

CDV I NR 10 loktober 2002 25 Dilthey de structuur van Weltanschauungen heeft geanalyseerd met behulp van een abstract-conceptueel schema teneinde de waarheidsclaims van Weltanschauungen te kunnen relativeren en in een 'filosofie van de filosofie' onder te kunnen brengen, o heeft Kinneging een conservatisme beschreven teneinde de grote verscheidenheid van conservatieve denkers met verschillende wereldbeschouwingen abstract-conceptueel te kunnen vatten. Een inhoudelijkcoherente wereldbeschouwing van het conservatisme heeft Kinneging daarmee echter niet gegeven. > " o " > 'Dat Kinneging het christelijk mensbeeld pessimistisch noemt, is volstrekt misplaatst' Christen-democratie en conservatisme Hoe verhoudt ich de christen-democratie tot het conservatisme in de in van Kinneging? Volgens hem ijn het christelijk mensbeeld, de christelijke visie op de maatschappij en de staat door en door conservatief. Hij memoreert dat het denken van protestantse politieke leiders als Groen van Prinsterer en Kuyper geworteld was in het negentiende-eeuwse conservatisme. Ook het katholiek-politieke denken spoort met wat hij noemt 'het Europese conservatieve, contrarevolutionaire denken'. Kinneging vergist ich echter indien hij ou denken dat een historische verwantschap tussen het conservatieve denken in de negentiende eeuwen het politieke denken van de grondleggers van de Nederlandse christendemocratie determinerend ou doorwerken in de verdere ontwikkeling van de christen-democratie. Groen van Prinsterer was door het conservatisme van Burke beïnvloed, maar Kuyper oversteeg het conservatisme met revolutionair elan. Het katholiek-politieke denken is door het conservatisme beïnvloed, maar traditionalisten als Bonaid en Maistre ijn voor dat denken nooit representatief geweest. De katholieke sociale leer is eker niet te typeren als contrarevolutionair. Bovendien hebben de grondleggers van de Nederlandse christen-democratie nooit een conservatisme als levensbeschouwing aangehangen. Dat Kinneging het christelijk mensbeeld pessimistisch noemt, is volstrekt misplaatst. Waar de Heidelbergse Catechismus (ondag 3) de vraag stelt of 'wij onbekwaam ijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad', volgt het antwoord: tenij wij door de Geest van God worden wedergeboren. Niet dat de gebrokenheid van het leven wordt opgeheven, maar de werkame kracht van de Geest van God maakt een vernieuwing van het leven mogelijk. Niet de menselijke gebrokenheid heeft het laatste woord, maar de oproep tot vernieuwing. In vrijwel gelijke bewoordingen spreekt de Catechismus van de katholieke kerk (par. 410,2847) over de Geest van God die mensen helpt het kwaad te overwinnen. Pessimistisch mensbeeld exitl Het gaat in het evangelie trouwens niet om een pessimistisch of optimistisch mensbeeld, maar om de taken waartoe een mens geroepen is. Daarom wil het CDA 'ich laten leiden door het Goede Nieuws van God aan de mensen' en wil het 'de mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor ichelf en voor hun naaste' (Program van uitgangspunten, hoofdstuk 1). Met behulp van kern-

26 'Kinneging's stelling dat de christen-democratie 'door en door conservatief ou ijn, is eenijdig en als odanig onjuist' woorden als publieke rechtvaardigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap heeft het CDA bijgedragen aan staat en samenleving en het wil dat blijven doen 'om verantwoord voort te bouwen op dat erfgoed'. Het CDA koppelt dat besef van historische continuïteit aan 'het oeken naar de betekenis van het evangelie voor het politieke handelen' dat gericht is op de toekomst; die gerichtheid op de toekomst duidt op een progressiviteit met historisch besef. Mijn conclusie is dat de christen-democratie kenmerken bevat van een dynamisch-conservatieve stijl van denken en handelen. Kinneging's stelling dat de christen-democratie 'door en door conservatief ou ijn, is eenijdig en als odanig onjuist. De Nederlandse christen-democratie is duidelijk te onderscheiden van het abstract-conceptueel schema van Kinnegings conservatisme als wereldbeschouwing. Prof dr. H.E.5. Woldring is hoogleraar politieke filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en voor het CDA lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Noten 1. Zie A. Kinneging, 'Christendom = conservatisme', Christen Democratische Verkenningen, mei 2002, pp. 39-44. 2. Zie Andreas A.M. Kinneging, 'Het conservatisme: kritiek van de Verlichting en de moderniteit'. In: Philosophia Reformata, vol. 65,2 (2000), pp. 126-153. 3. Wilhelm Dilthey, Weltanscha U ungslehre. Abhandlungen ZUl' Philosophie der Philosophie. In: Gesammelte Schriften, Bd. VIII (LeipigIBerlin: Teubner, 1931), pp. 78, 82-84.