LEREN, LOOPBAAN en BURGERSCHAP Augustus 2011 1
Inhoudsopgave Inleiding 3 Leren en Loopbaan 4 Leerjaar 1 5 Workshops LLB 6 Op stage Opdracht 1: Beroepshouding 7 Opdracht 2: Bedrijfscultuur 8 Opdracht 3: Wie is hier de baas?? 9 Opdracht 4: Organogram Opdracht 5: Werkoverleg Opdracht 6: Klachten op je stage 10 Opdracht 7: ARBO Opdracht 8: Ergonomie Opdracht 9: Papierenwinkel 11 Opdracht 10: Verzin een Feedback op de stage opdrachten 12 Resultatenoverzicht LLB stageopdrachten Feedbackformulier LLB Stage opdrachten 13 Stageopdrachten 14 LLB in jaar 2 (en 3) 15 Hoe wordt er gewerkt 16 Workshop geven 17 Verzilvering workshop geven 18 Verzilvering workshop bezoeken (2x) 19 Blok LLB 20 Verzilvering Presentatie 21 Verzilvering Recensie 22 Overzicht LLB producten 2011-2012 23 LLB Bewijs 24 2
Inleiding Leren, Loopbaan en burgerschap (LLB) is een onderdeel van je opleiding dat zich richt op jou als mens in de maatschappij. Jij als (wereld) burger, als werknemer, als kiesgerechtigde, als consument, als deelnemer aan culturele en recreatieve activiteiten, als student, etc. Kortom LLB richt zich op alle rollen die er van je gevraagd worden in de maatschappij met alle daarbij horende mogelijkheden, rechten en plichten. Gedurende je opleiding besteden we specifiek aandacht aan LLB. Tijdens de coachuren in leerjaar 1 ga je aan de slag met opdrachten die betrekking hebben op Leren en Loopbaan; tijdens de stageperiode van leerjaar 1 t/m 3 werk je aan LLB opdrachten; in leerjaar 2 en 3 volg je lessen LLB, voor de afronding van Burgerschap. Hierna vind je de volgende onderwerpen terug: Leren en Loopbaan Waar gaat dat over? Wat kan je verwachten? Wanneer komt het aan de orde? Burgerschap Waar gaat het over? Wat kan je verwachten? Wanneer komt het aan de orde? Leerjaar 1 Per periode wordt aangegeven welke inhouden/opdrachten aan de orde komen. Workshops LLB Wat voor workshops ga je volgen? Op stage Uitwerking van tien stage opdrachten, die je gedurende de opleiding in de praktijk gaat uitwerken Lessen LLB Hoe werkt de werkplaats? Wat komt er aan de orde? Hoe kun je Burgerschap afronden? LLB Bewijs Hier wordt op een rijtje gezet wat je voor LLB moet doen om te examineren. Agnes Klinkert Mieke Morssinkhof Ben Feiertag Marjolijn Brouwer Leeuwarden, 18 juli 2011 3
Leren en loopbaan Tijdens de coachuren zal het leren en je loopbaan centraal staan. Wie ben jij en hoe leer je, wat heb jij nodig om te worden wat je worden wilt, wat vraagt het gekozen beroep van je etc. Je persoonlijke ontwikkeling staat daarbij centraal. In leerjaar 1 werk je, tijdens de coachuren, aan opdrachten die je meer zicht geven op deze vragen en de resultaten van deze opdrachten bewaar je in je portfolio. Hier wordt een basis gelegd waarop je, in de jaren die daarop volgen, je verder gaat ontwikkelen. Aan het einde van je opleiding is het laatste onderdeel van je examen een panelgesprek, waarbij je leren en je loopbaan centraal staan. Burgerschap Burgerschap wordt onderverdeeld in vier domeinen nl: De politiek juridische dimensie heeft betrekking de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. De economische dimensie heeft betrekking op twee deelterreinen. 1. De bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. 2. De bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor eigen vitaliteit als burger en werknemer. Tijdens je stagvoorbereiding in het eerste jaar ga je aan de slag met het economische domein. Voorafgaande aan de stageperiode word je voorbereid op je rol als werknemer in een bedrijf. Tijdens de stage periode krijg je opdrachten mee die je daar kunt uitvoeren. 4
Leerjaar Tijdens de coachuren werk je aan opdrachten. Hieronder staat uitgewerkt welke producten je per periode in je portfolio hebt zitten. PERIODE 1 MIJN OPLEIDING en IK PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT Zelfportret (schrift en beeld) en CV (NL en coaching) Levenslijn Overzicht van kwaliteiten en vaardigheden Basis van een portfolio PERIODE 2 LEREN LEREN PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT Leerstijlen test en conclusie Beschrijving van je kernkwadrant Reflecteren en feedback Vervolg op portfolio PERIODE 3 STAGEVOORBEREIDING PRODUCT DATUM PARAAF DOCENT Stageactieplan Jouw leerdoelen Samenwerken, jouw rol Sterkte zwakte analyse 5
Overkoepelende reflectie aan de hand van leerkaarten Leren, Loopbaan en Burgerschap Workshops LLB In de vertraagde weken geven de ouderejaars workshops over een matschappelijk onderwerp aan de eerstejaars. Deze workshops moet je verplicht volgen. Na deelname aan 2 workshops ontvang je een bewijs. Dit bewijs en een ingevuld formulier VERZILVEREN WORKSHOP BEZOEKEN bewaar je in je portfolio. Op stage Tijdens je opleiding ga je meerdere malen stage lopen bij verschillende bedrijven. Deze bedrijven geven je de mogelijkheid in de praktijk te leren voor je gekozen beroep. Hoe dat in z n werk gaat en wat je moet doen wordt beschreven in de D Map onder het hoofdstuk BeroepsPraktijkVorming (BPV). Voor LLB moet je eveneens een aantal opdrachten uitwerken tijdens de BPV periode. Er zijn tien beschreven waarvan je tijdens een BPV periode van 10 weken minimaal 2 moet maken. Deze stage opdrachten hebben allemaal te maken met Burgerschap op de terreinen Sociaal maatschappelijk Economisch Politiek Juridisch De opdrachten gaan over regelgeving, procedures en afspraken binnen jouw stagebedrijf. Maar ook over samenwerken, de bedrijfscultuur en jouw beroepshouding. Doel van het maken van deze opdrachten is om je te verdiepen in jouw rol als werknemer in een arbeidsorganisatie. Tijdens elke stage kies je 2 opdrachten uit. (stage in leerjaar 1 t/m 3) Je opdrachten laat je door zowel je praktijkbegeleider als je coach beoordelen. Als je 6 opdrachten gemaakt hebt en deze zijn positief beoordeeld ontvang je van je coach een verzilvering voor de gemaakte opdrachten. 6
Opdracht 1: BEROEPSHOUDING Beroepshouding Een goede beroepshouding is essentieel in het vak en zul je moeten oefenen tijdens je BPV. Tot de beroepshouding rekenen we o.a.: 1. Je aan de regels houden: op tijd komen, de procedures en voorschriften volgen, op de veiligheid letten, doen wat je opgedragen wordt, geen dingen doen die verboden zijn, bij je hebben wat je bij je hoort te hebben, je netjes afmelden als je verhinderd bent 2. Je aan afspraken houden: op tijd zijn voor gesprekken, doen wat er afgesproken is, je werk op tijd inleveren, op tijd waarschuwen als er iets mis dreigt te gaan, je aan de planning houden 3. Goed samenwerken: overleggen, open staan voor anderen, taken op je nemen en ze dan ook uitvoeren, je team niet in de steek laten, niet de kantjes eraf lopen, anderen helpen als ze problemen hebben 4. Open staan voor kritiek: jezelf willen verbeteren, luisteren naar wat anderen over jou en je werk te vertellen hebben, naar je eigen manier van werken kijken 5. Voldoende zelfstandig kunnen werken, maar ook weten wanneer je hulp moet vragen: je eigen weg zoeken, zelf kijken waar je iets vinden kunt, zelf proberen, maar niet te lang blijven doormodderen 6. Initiatief tonen: zelf kijken wat er gedaan moet worden, niet alleen afwachten, zelf op zoek gaan naar informatie, verbetervoorstellen doen, vragen of je nog iets doen kunt OPDRACHT: Stel: je bent de directeur van jouw stageplek. Wat zou je van je werknemers verwachten? Waar moeten ze aan voldoen? Wat vind jij een professionele beroepshouding? Bespreek dit met je stagebegeleider. 7
Opdracht 2: BEDRIJFSCULTUUR Bedrijfscultuur is de manier waarop het er in een bedrijf dagelijks aan toe gaat. Meestal wordt de cultuur van een bedrijf individueel doorgegeven door je rechtstreekse baas en door je collega s. Dat gebeurt zowel bewust als onbewust. Je kunt de bedrijfscultuur op jouw stageplek ontdekken door je het volgende af te vragen: Welke 10 woorden zou je gebruiken om het bedrijf te omschrijven. Wat vindt jouw stage bedrijf belangrijk in de omgang met elkaar. Welk gedrag wordt gewaardeerd en beloond. Welke persoonlijkheden voelen zich goed in het bedrijf. De bedrijfscultuur kun je ook aflezen aan de volgende signalen: Uitstraling bedrijf: De huisstijl van een bedrijf kan veel verraden. Toont de advertentie/website lachende jonge mensen en is de lay-out uitbundig dan mag je ervan uitgaan dat de bedrijfscultuur ook wel een beetje zo is. Let ook op bedrijfsbrochures en websites. Decor: De uitstraling van de plaats waar je moet werken verschaft ook informatie: is het een saai gebouw of juist kleurrijk ingericht. Is het rommelig of juist netjes? Omgangsvormen: Gaat men formeel of vriendschappelijk met elkaar om. Mag je iedereen bij de voornaam noemen of zeg je mijnheer, mevrouw. Wordt er gelachen of stil gewerkt? Hiërarchische verhoudingen: zijn er veel tussenschakels tussen jou en de baas of heb je contact met je baas. Zit je leidinggevende tussen het personeel of moet je een afspraak maken om met hem/haar in contact te komen? Ondernemerschap: worden jouw ideeën en suggesties gewaardeerd of moet je je stil houden? OPDRACHT: Beschrijf aan de hand van bovengenoemde punten de bedrijfscultuur op jouw stageplek. 8
Opdracht 3: WIE IS HIER DE BAAS?? Wie is de baas op jouw stageplek en hoe heeft hij/zij dat voor elkaar gekregen? Wat maakt nu dat de onderneming winst maakt of goed loopt? Ook jij zult in je beroep ondernemerschap nodig hebben. OPDRACHT: Interview je baas met deze vraag als uitgangspunt. Maak van te voren een lijstje met minimaal 10 vragen, met daarop in ieder geval vragen over wat voor persoon moet je zijn om ondernemer te zijn? Wat doet hij/zij om de onderneming gezond te houden? Opdracht 4: ORGANOGRAM Jouw stagebedrijf is op een bepaalde manier georganiseerd. Op die manier probeert men te bereiken dat er optimaal wordt samengewerkt. OPDRACHT: Geef in een organogram aan hoe jouw stagebedrijf is georganiseerd. Zoek op internet informatie op over het organogram zodat je weet wat er van je verwacht wordt bij deze opdracht. Geef aan waar jouw plek in de organisatie is. Opdracht 5: WERKOVERLEG In elk bedrijf vindt werkoverleg plaats. Dit overleg draagt bij aan de manier van (samen)werken. Er worden taken verdeeld, werkwijzen besproken en afspraken gemaakt. Goed overleg wordt voorbereid en volgens vaste regels gevoerd. Bovendien moet er van het overleg een verslag worden gemaakt. OPDRACHT: Maak notulen van een werkoverleg. Bereid een volgend werkoverleg voor. 9
Doe de servicegerichtheidstest op www.123test.nl Opdracht 6: KLACHTEN OP JE STAGE Beschrijf of je je herkent in deze test. Ben jij in staat om klachten goed af te handelen of vind je dat lastig? Heb je tijdens je stage te maken gehad met een klacht van een klant of collega? Beschrijf de klacht en hoe je die hebt opgelost. Beschrijf hoe in jouw bedrijf de afhandeling van klachten is geregeld. Opdracht 7: ARBO Slechte werkomstandigheden zijn vaak de oorzaak van ziekte of letsel bij werknemers. Op elke werkplek moeten daarom veiligheidsmaatregelen genomen worden. Werkgevers en werknemers zijn hier samen verantwoordelijk voor. Ook zijn er regels vastgelegd hoe je op een werkplek met het milieu omgaat OPDRACHT: Maak een rondgang op jouw werkplek en informeer naar de volgende zaken: Welke veiligheidsmaatregelen herken jij in jouw stagebedrijf? Hoe gaat het bedrijf om met brand/overval/bommelding? Welke milieukenmerken en logo s kom je tegen in jou stagebedrijf? Wat zijn de functies van deze kenmerken en logo s? Welke verplichtingen heb jij binnen je stagebedrijf met betrekking tot de veiligheid? Vergelijk de huisregels van het bedrijf met betrekking tot veiligheid van personeel. Vergelijk deze met de eisen die de Arbo-wet stelt Wat kan jouw leidinggevende je vertellen over de Arbowet? Opdracht 8: ERGONOMIE Ergonomie is de studie die probeert de beste houdingen voor mensen in werksituaties te vinden. Deze studie levert informatie op over de mogelijkheden om het menselijk lichaam zo goed mogelijk in te zetten bij het uitvoeren van werkzaamheden. Denk aan: werkhoudingen, tillen, dragen van lasten, herhaalde bewegingen, werkplekinrichting, veiligheid, gezondheid. OPDRACHT: Onderzoek jouw arbeidsomstandigheden en beschrijf die Onderzoek wat jouw bedrijf weet van ergonomie en of er iets mee gedaan wordt Onderzoek het verschil tussen theorie en praktijk en beschrijf het verschil 10
Opdracht 9: PAPIERWINKEL In elk bedrijf of instelling wordt er met contracten en andere papieren gewerkt. Denk aan offertes of nota s. Hiermee wordt een overeenkomst die meestal eerst mondeling is gesloten, vastgelegd. Het nut hiervan is dat als er later onenigheid is, je terug kunt vallen op de ondertekende overeenkomst. Op die manier bewijs je ook op school dat je iets af hebt of goed gedaan hebt. OPDRACHT: Pak je stagecontract erbij. Leg in eenvoudige woorden uit wat daar precies staat en waar je je aan moet houden. Dat was een makkie. Nu even wat anders. Vraag aan een medewerker naar een contract wat daar gebruikt wordt. Onderzoek of je daar zelfstandig uit komt en anders vraag je tijd van je collega om je dat uit te leggen. Beschrijf wat er in het contract staat en waarom dat er staat. Opdracht 10: VERZIN EEN. Je loopt stage en voert opdrachten en taken uit die deels nieuw voor je zijn en misschien weet je al veel van het werk. Daarnaast is het overal belangrijk om te vernieuwen. Dat zorgt dat een bedrijf gezond blijft. Nieuwe producten of verbeteringen die zorgen dat iets in minder tijd kan gedaan worden. OPDRACHT: Bedenk voor het bedrijf/instelling waar jij werkt een nieuwe dienst of product. Het kan ook zo zijn dat je een verbetering weet aan te brengen in iets wat al bestaat. Er zijn voorbeelden genoeg van verbeteringen in een bedrijf die bedacht zijn door een stagiaire. Leg je product/dienst/verbetering voor aan je stagebegeleider of leidinggevende. Beschrijf in een verslag wat je als verbetering hebt aangedragen. 11
Feedback op de stage opdrachten Op de volgende pagina staat een formulier dat je bij de gemaakte opdracht voegt. Zowel de begeleider op het stage adres als je coach geven feedback op je gemaakte opdracht. De gemaakte opdracht en het feedback formulier stop je in je portfolio. Resultaten overzicht LLB stage opdrachten In het onderstaande schema kun je bijhouden welke opdrachten je voldoende hebt afgerond. BPV periode PRODUCT 1 ste jaar 2 de jaar 3 de jaar 1. Beroepshouding 2. Bedrijfscultuur 3. Wie is hier de baas? 4. Organogram 5. Werkoverleg 6. Klachten op je stage 7. ARBO 8. Ergonomie 9. Papierwinkel 10. Verzin een 12
Feedback formulier LLB stage opdrachten Naam opdracht:. Datum: Feedback van... (Stagebegeleider) Handtekening stagebegeleider. Opmerkingen coach: Handtekening coach 13
STAGEOPDRACHTEN Naam cursist. Datum Opleiding en klas Opdracht Feedback 1. 2. 3. 4. 5. 6. Datum : Handtekening docent: 14
LLB in jaar 2 (en 3) In leerjaar 2 (niveau 2) en 3 (niveau 3-4) verdiep je in de andere onderwerpen die te maken hebben met Burgerschap. BURGERSCHAP De politiek juridische dimensie heeft betrekking de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. BURGERSCHAP 1. Je oriënteert je op onderwerpen waarop politieke besluiten worden genomen. 2. Je vormt een eigen mening 3. Je onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzes De economische dimensie heeft betrekking op twee deelterreinen. 1. De bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. 2. De bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. BURGERSCHAP De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. 1.1. Je verdiept je in je rol als werknemer. 1.2 Je verdiept je in regels, rechten en plichten van de werknemer. 2.1. Je oriënteert je op de consumentenmarkt en je houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden 2.2. Je onderneemt acties om producten en diensten aan te schaffen 1. Je neemt deel aan diverse sociale verbanden en leeft in de openbare ruimte 2. Je voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van je sociale omgeving BURGERSCHAP De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor eigen vitaliteit als burger en werknemer. 1. Je zoekt informatie over een gezonde leefwijze 2. Je beslist op basis van de ze informatie en handelt erna 3. Je onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen 15
Hoe wordt er gewerkt? Workshop geven Elke ouderejaars cursist moet een LLB-workshop geven aan de eerstejaars cursisten. In leerjaar 2 en 3 krijg je een blok LLB. In deze periode bereid je samen met een medecursist een workshop voorbereiden en geven in de vertraagde week. Tijdens de lessen LLB ga je in de les deze workshop samen met een medecursist voorbereiden en oefenen. De beoordeling van je workshop en het formulier VERZILVEREN WORKSHOP GEVEN bewaar je in je portfolio. De workshop mag je alleen of met een studiegenoot voorbereiden en uitvoeren. De vorm van de workshop staat hierna beschreven. De inhoud van de workshop heeft betrekking op één van de bovengenoemde domeinen. Blok LLB Minimaal 1 x in jaar 2 en/of jaar 3 wordt er een blok LLB aangeboden over een onderwerp dat relatie heeft met één van de domeinen. Je volgt de lessen en maakt de opdrachten. De beoordeling van jou na dit blok en het formulier VERZILVEREN BLOK LLB bewaar je in je portfolio Recensie Ten slotte is het lezen van een boek, het bezoeken van een voorstelling of film, die wat betreft de inhoud een relatie heeft met één van de domeinen, een verplichte activiteit. In één van de vertraagde weken wordt een film toneelstuk en/of excursie aangeboden. Aan de hand van het formulier VERZILVEREN RECENSIE schrijf jij je recensie. Het getekende formulier VERZILVEREN RECENSIE bewaar je in je portfolio. Presentatie Minimaal 2 x tijdens je opleiding houd jij een presentatie. Dit kan een presentatie zijn tijdens de Open dagen, tijdens de introductieweek of een presentatie van je stagebedrijf aan eerstejaarscursisten. De beoordeling van jou na dit blok en het formulier PRESENTEREN bewaar je in je portfolio. 16
Workshop geven Vorm van de workshop De workshop die je gaat geven is interactief. Dat wil zeggen dat je van de deelnemers een actieve houding verwacht. Je hebt je workshop zo ingericht dat jij naast het geven van informatie over het gekozen onderwerk, de deelnemers ook aan het werk zet met het onderwerp. 1. Binnenkomer Bij de start van de workshop is er een binnenkomer. Dat kan zijn: Muziek, beelden, een voorwerp, snoep wat betrekking heeft op de inhoud van de workshop 2. Doel van de workshop en het programma. Kort aangeven wat het eindresultaat is en hoe je dat bereiken wilt. 3. Informatie geven en een verwerkingsopdracht. Informatie met daaraan gekoppeld een opdracht voor de deelnemers geven. De informatie kan de cursist zelf geven of gebruik maken van een ander medium, (beelden, audio etc) De verwerking van deze info wordt gedaan in een actieve werkvorm. Dit onderdeel wordt minimaal twee keer gedaan. Dus twee keer info geven en twee verwerkingsopdrachten aanbieden. 4. De uitzwaaier De afsluiting van de workshop is een uitzwaaier. Je wilt dat de deelnemers met een goed gevoel weggaan en dat de workshop een blijvende indruk achterlaat. Dat kan van alles zijn, als het maar een goede afsluiting is die betrekking heeft op de inhoud van je workshop. Een spel, opzwepende muziek, etc. 17
Beoordelingsformulier Praktijkobservatie Workshop geven Beoordelingscriteria VERZILVERING WORKSHOP GEVEN Naam cursist Opleiding/crebo.. Onderwerp.. Datum.. Het onderwerp is uit de (beroeps)opleiding en/of van maatschappelijke aard. * De workshop heeft een goede opbouw (een inleiding, kern en slot).* De cursist heeft in de inleiding ideeën uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden. Heeft informatie verzameld en benoemt voor- en nadelen van verschillende opties. Vertelt aan de hand van steekwoorden en leest niet voor. * Kan spontaan afwijken van voorbereide tekst. De hoeveelheid informatie die wordt gegeven is voldoende. Het ondersteunend materiaal is passend bij de workshop. De hoeveelheid ondersteunend materiaal is voldoende. Het ondersteunende materiaal is duidelijk. De cursist geeft duidelijke opdrachten.* Brengt variatie aan in de soort opdrachten. De toehoorders begrijpen wat ze moeten doen. De cursist geeft de gelegenheid om vragen te stellen.* De cursist beantwoordt vragen vloeiend en spontaan. Is enthousiast. Weet toehoorders te boeien. Bouwt een evaluatiemoment in. Luistert naar en reageert op de feedback van de toehoorders. De duur van de workshop valt binnen de gestelde tijd. Spreekt in een rustig tempo. Spreekt verstaanbaar en heeft een duidelijke uitspraak.* Maakt gebruik van intonatie. Maakt oogcontact met de toehoorders. Beschikt over een goede woordenschat en kan variëren in de formulering. Toont een betrekkelijk grote beheersing van de grammatica (80% correct). Totaal 26 punten Voldoende is 1 punt Totaal: Eindoordeel: voldoende / onvoldoende Opmerkingen: Cesuur: -De kandidaat is voor de toets geslaagd, indien hij minimaal 21 punten heeft gescoord (=80%). -De criteria met een * moeten voldoende zijn. Naam beoordelaar : Handtekening beoordelaar: Deze formulieren moeten volledig ingevuld en ondertekend door de 18
beoordelaar in het taalportfolio worden verzameld. Leren, Loopbaan en Burgerschap VERZILVERING WORKSHOP BEZOEKEN (2 X) Naam cursist.. Datum Opleiding en klas Domein (beschrijf met welke kerntaak de workshop te maken heeft en waarom) Inhoud (naam van de workshop en een beschrijving van de inhoud) 1. 2. 3. Wat heb je hier van geleerd?? 1. 2. 3. Datum : Handtekening docent: 19
BLOK LLB Naam cursist.. Datum. Opleiding en klas. Domein (beschrijf met welke kerntaak de workshop te maken heeft en waarom) Inhoud (naam van de workshop en een beschrijving van de inhoud) Wat heb je hier van geleerd?? Datum : Handtekening docent: 20
VERZILVERING PRESENTATIE Naam cursist.. Datum Opleiding en klas. Inhoud Inleiding Tips/Tops Voldoende informatie Interessante informatie Duidelijke opbouw Conclusie: Samenvatting inhoud Conclusie: Wat heb ik geleerd? Presentatietechnieken Houding Tips/Tops Lichaamstaal Stem gebruik - Volume - Intonatie Oogcontact Non-verbale communicatie - gezichtsuitdrukkingen Enthousiasme/betrokkenheid Bord, PowerPoint, plaatjes, video materiaal mee? Controle vragen Datum en handtekening docent: 21
VERZILVERING RECENSIE Beoordelingsformulier Naam cursist Recensie Opleiding/crebo.. Datum. Beoordelingscriteria A* B* Inhoud recensie Er is een titel waaruit je mening over de voorstelling blijkt. 2 In de inleiding wordt beschreven: 4 1. Het thema of probleem dat centraal staat in de voorstelling 2. De titel van de voorstelling 3. De naam van de artiest 4. De datum van de voorstelling In de eerste alinea van de kern staat een korte samenvatting van de voorstelling en 2 hoe deze is opgebouwd. In het tweede deel staan 2 sterke en 2 minder sterke punten van de voorstelling, 4 bijvoorbeeld hoe je je voelde tijdens het optreden; de opbouw; de originaliteit; de stijl etc Bij alle sterke en minder sterke punten zijn argumenten genoemd. 4 In de slotalinea staat een eindoordeel. Is het de moeite waard en voor wie? 2 Onder de recensie staan kort samengevat de zakelijke gegevens: 3 bij een voorstelling: artiest, plaats optreden; data De naam van de recensent staat onder of boven de tekst vermeld. 1 Taalverzorging Taalgebruik is afgestemd op de lezer (formeel). 1 Tekst bevat juiste voegwoorden en verwijswoorden waardoor samenhang ontstaat. 1 Verhaallijn is logisch. 1 Meningen en/of keuzes worden beargumenteerd. 1 Maakt gebruik van eigen bewoordingen. 1 Hanteert juiste woordkeus: past zo nodig vaktaal toe. 1 Voorkomt herhalend woordgebruik. 1 Gebruikt uitdrukkingen goed, bv voorzetsels. 1 Beheerst spelling en grammatica (minimaal 80%). 2 Maakt correct gebruik van leestekens. 1 Gebruikt een passende lay-out: goede bladverdeling, alinea s en witregels. 1 Totaal 34 punten Totaal: A*: maximaal aantal te behalen punten / B*: toegekende aantal punten Eindoordeel: voldoende / onvoldoende Opmerkingen: Cesuur: -De kandidaat is voor de toets geslaagd, indien hij minimaal 27 punten heeft gescoord (=80%). -De criteria met een * moeten voldoende zijn. Naam beoordelaar : Handtekening beoordelaar: Deze formulieren moeten volledig ingevuld en ondertekend door de beoordelaar in het taalportfolio worden verzameld. 22
OVERZICHT LLB PRODUCTEN 2011-2012 Naam cursist:.. Datum:. Opleiding en klas: Overkoepelend beeld Presentatie (2) Recensie Blok LLB Workshop geven Workshop bezoeken (2) Periode 3 Workshop bezoeken (2) Periode 2 Workshop bezoeken (2) Periode 1 BURGERSCHAP De politiek juridische dimensie BURGERSCHAP De economische dimensie 2. Je functioneert als kritische consument BURGERSCHAP De sociaal-maatschappelijke dimensie BURGERSCHAP De dimensie vitaal burgerschap BURGERSCHAP De economische dimensie 1. Stage 1 Opdr:. Stage 1 Opdr:. Stage 2 Opdr:. Stage 2 Opdr:. Stage 3 Opdr:. Stage 3 Opdr:. Je functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie 23
LLB bewijs Voor het behalen van je LLB bewijs moet je het volgende hebben gedaan: Normering niveau 2 Leren en Loopbaan programma tijdens de coaching in het eerste jaar moet voldoende zijn afgerond. Minimaal 4 LLB stage opdrachten zijn voldoende aan het einde van leerjaar 2 Voor burgerschap zit er voor elk domein minimaal 1 bewijs in je portfolio. Dat zijn vier bewijzen waarvan één bewijs dat je een spelactiviteit hebt gegeven. Normering niveau 3-4 Leren en Loopbaan programma tijdens de coaching in het eerste jaar moet voldoende zijn afgerond. Minimaal 6 LLB stage opdrachten zijn voldoende aan het einde van het 3 de jaar. Voor burgerschap zit er voor elk domein minimaal 2 bewijzen in je portfolio. Dat zijn acht bewijzen, waarvan één bewijs dat je een een workshop hebt gegeven. Daarnaast geef je aan het einde van je leertraject een beeld over jouw ontwikkeling op het gebied van LLB de afgelopen jaren. Het geheel van bewijzen, voorzien met data en handtekeningen lever je in bij je coach. Hij of zij controleert de stukken aan de hand van de bovenstaande normering. Wanneer het aan de gestelde norm voldoet, ontvang je het LLB bewijs. Eén exemplaar is voor jezelf en één exemplaar is voor het Examenbureau. 24