Gemeentelijke rol wijkvoorzieningen/accommodaties



Vergelijkbare documenten
Gemeentelijke rollen en instrumenten bij maatschappelijke voorzieningen

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed.

AANLEIDING BEOOGD EFFECT I Wat is het profiel van het Makelpunt?

Hoe in de toekomst om te gaan met sociaal ondernemers als huurder van gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed?

Ontwikkelpraktijk vraagt paradigmashift. beheren = ondernemen

Sturen op het gebruik van

Integraal Voorzieningbeleid in Oss. Samenwerken vanuit de kracht van Oss

Werkplaats Voorzieningen- en accommodatieplan per kern 15 januari 2015

Betaalbare leefbaarheid Visie (maatschappelijk) vastgoed. Datum en versienummer: 6 maart 2013, versie 3.0

Terugkoppeling enquete typering gemeentelijke vastgoedorganisaties

Ons kenmerk: 2013/280201

RAADSCOMMISSIE. Nummer: Datum vergadering: 24 november Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties

Financiële sturing. Bijeenkomst vastgoedprofessionals 's-hertogenbosch. Amersfoort 14 oktober 2011 Sidney Mac Gillavry

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Nota van uitgangspunten herijken subsidiesystematiek

Wie wordt de bouwheer?

Bedrijfsplan Vitale Kern(en)

Notitie uniforme subsidieregeling voor sociaal-culturele voorzieningen.

Voorlopige uitgangspunten voor de pilots wijk- en buurthuizen en jongerencentra 30 mei 2007

Opzet Simulatiemodel Exploitatie Wijkvoorzieningen

De brede school als maatschappelijke onderneming. Ria van der Hamsvoord Karin Sesink

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Referentiemodellen Onderwijs & Kinderopvang

Benchmark Buurthuizen

Agendanummer: Begrotingswijz.:

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Bespreeknotitie Uitgangspunten buurthuis van de toekomst en voorzieningen in algemeen

12 mei Piet van Mourik. Welke weg slaat de Rekenkamer in?

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: voorbereiding verkoop gemeentelijk onroerend goed

Slimmer met Vastgoed. Workshop: casus stadsdeel Amsterdam Zeeburg april 2011

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Gemeentelijk eigendom

Doordecentralisatie onderwijshuisvesting (on)mogelijkheden en consequenties bedrijfsvoering

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Notitie Subsidieverlening voor professionele organisaties in 2020 Sociale Agenda

Visie op vastgoed. Baerte de Brey 31 mei 2012

Aanvullende beleidsdocumenten. Rijksbeleid Wet maatschappelijke ondersteuning

Zelfredzaamheid en Zelfwerkzaamheid inéén

Kinderopvang in eigen beheer. Resultaten marktonderzoek

Samenwerken aan welzijn

Presentatie Mariëtte Bouwer Ymere Maatschappelijk Vastgoed. 19 april 2012 pagina 1

MFA Lab Rekenen aan exploitatie MFA s. 28 mei 2010 Bob Vijge en Anita Keita

Subsidieregeling Wijkverenigingen, buurtschappen en seniorenverenigingende kracht van samen

onderdelen Wijk, buurt -en dorpshuizen onderwijs Overdekte sportaccommodaties Peuterspeelzalen en kinderopvang

Aan Provinciale Staten

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Koppel notitie subsidie en accommodatiebeleid

Buurthuizen en activiteiten

Ondernemingsplan Ambities blijven overeind door scherpe focus op kerntaken

INFORMATIE AVOND. Herziening Accommodatiebeleid

KRACHT VANUIT DE BASIS

De initiële vraag van USG People ten behoeve van De Speeddates

ORGANISATIE- EN PERSONEELSBELEID

Versterken binnenstad Het aanbieden van een bibliotheekvoorziening

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

PARK LEUDAL-OOST. Terugblik. Gemeente Leudal. Definitiefase. Ondertekening intentieovereenkomst AGENDA

WNS proof samenwerken in de Geitenkamp

AMBITIE & VISIE. Dienstverlening

Zelf je schoolgebouwen onderhouden

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering?

Het IJsselgroep IKC-model. Anders kijken naar uw Integrale Kindcentrum. IJsselgroep. Educatieve Dienstverlening

Bijlage F Voorwaarden en tarieven gebruik van schoolgebouwen door derden

Van kostennaar waardesturing

ons kenmerk BB/U Lbr. 15/030

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019

Sturing en informatiegebruik in het sociaal domein

Hoe maak je een multifunctionele accommodatie succesvol? Sociaal ondernemer: sleutel tot samenwerking

Thijplein KM Rossum Tel

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Van Sociale Staat naar Sociaal Beleid

Vastgoedforum. Vlaamse Overheid 22/06/2015. CONIX RDBM Advisors Veerle Follens

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Echt thuis. Ondernemingsplan

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten; Gelet op het Subsidiebeleid Welzijn en Participatie gemeente Asten ;

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Uitwerking Kadernota Jeugd

Samenvatting Notitie Vrijwillige Inzet met Toekomst

Gewoon leven. Samenvatting Contourennotitie Raamwerk

Voorlopig voorstel maatwerkvoorziening Beschermd Wonen en Opvang

GEMEENTELIJKE ORGANISATIE HERINRICHTEN WORKSHOP 1

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen

HU GERICHT IN BEWEGING

Handreiking Maatschappelijke identiteit

Veranderagenda gemeentelijk vastgoed Hilversum

Visie op de toekomst van Theater De Storm!

De profielschets voor de Raad van Toezicht van Thuisvester wordt bepaald door:

Kaart 5: Voorzieningen Wmo Achtergrondinformatie voor patiënten

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam

Accommodatiebeleid Maatschappelijke Voorzieningen

Zelfstandig Oudewater pakt door!

2. startend buurthuis: een buurthuis dat nog geen vijf jaar bestaat als zelfstandige organisatie.

Hoofdlijnen bedrijfsplan

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

Competenties directeur Nije Gaast

Transcriptie:

Gemeentelijke rol wijkvoorzieningen/accommodaties Vier strategische opties De wijze waarop we maatschappelijke vraagstukken interpreteren en oplossen is niet meer die van dertig jaar terug. Vooral de rol van de overheid is veranderd, en die verandert nog steeds. Bestuurskundigen spreken over de verschuiving van government naar governance. Van de allesbepalende overheid (government) naar beleid dat wordt ontwikkeld in coalities en netwerken (governance). Deze verschuiving, paradigm shift, is natuurlijk ook relevant voor het vraagstuk van maatschappelijke voorzieningen en vastgoed. Hoe willen we een gevarieerd en samenhangend voorzieningenpalet realiseren? Wat betekent dat voor de rollen die partijen willen spelen en de keuzes die ze daarbij maken? Vier strategische opties Om de complexiteit van dit vraagstuk enigszins in te dammen en bespreekbaar te maken, worden in deze notitie vier strategische opties uitgewerkt voor wat betreft de rol van de gemeente en de beleidskeuzen die daarbij horen. De vier opties zijn gebaseerd op een ordening naar twee dimensies. De eerste dimensie betreft de keuze tussen een leidende of voorwaardenscheppende rol; kiest de gemeente voor gerichte sturing of juist voor de losse teugel. De tweede dimensie betreft de keuze tussen een programmerende of accommoderende rol; wil de gemeente sturen op inhoud of juist met vastgoed. Door beide dimensies te combineren ontstaat een matrix met vier kwadranten. Voor elk kwadrant volgt hierna een vrije schets van de positie die de gemeente in het maatschappelijk vastgoed kan innemen.

1 e Kwadrant: Sociale pleinen en MFA s In kwadrant 1 stuurt de gemeente gericht met vastgoed. De gemeente zorgt voor gastvrije plekken op buurt-, wijk- en stadsniveau waarin een groot aantal maatschappelijke diensten en activiteiten en plekje kunnen krijgen. Het ruimtegebruik is op deze plaatsen naar analogie van pleinen in de openbare ruimten gratis. Dat gratis ruimtegebruik geldt op de eerste plaats voor burgers, maar ook voor instellingen die door de gemeente gesubsidieerd worden. Andere maatschappelijke dienstverleners, waaronder bedrijven, die geen subsidie van de gemeente krijgen worden ook gestimuleerd om gebruik te maken van deze sociale pleinen als plek om burgers en (andere) organisaties te ontmoeten. Voor de sociale pleinen gelden vaste spelregels voor (horeca)tarieven, openingstijden en services. Dan weten burgers, bedrijven en instellingen altijd waar ze aan toe zijn. De sociale pleinen zijn een visitekaartje van de gemeentelijke dienstverlening en hebben een duidelijk profiel dat past bij de wijk/verzorgingsgebied. De gemeente is selectief bij het aanwijzen van sociale pleinen. De bezettingsgraad dient immers zo hoog mogelijk te zijn. Dat is niet alleen financieel gewenst maar ook voorwaarde voor de beoogde ontmoetingsfunctie. De sociale pleinen zijn centraal gelegen, goed bereikbaar en sluiten aan bij de look & feel van de mensen voor wie het bedoeld is. Buiten de sociale pleinen stelt de gemeente geen (subsidie voor) huisvesting beschikbaar. Burgers die een eigen buurthuis of andere vastgoedgebonden initiatief willen starten, betalen een marktconforme huur voor hun huisvesting, net zoals alle andere ondernemers in de stad. Als de buurt ermee instemt, is de gemeente wel bereid om een (passende) horecavergunning toe te wijzen. Het gemeentelijk vastgoedbedrijf heeft de sociale pleinen bij voorkeur in eigendom. Het operationele beheer wordt onder duidelijke voorwaarden zelf gedaan of uitbesteed aan derden. Op basis van naamsbekendheid, waardering, bezettingsgraad, bezoekersaantallen e.d. bewaakt de gemeente de kwaliteit van het beheer en stuurt bij wanneer nodig. Scholen uit het primair onderwijs, maar op sommige plaatsen ook uit het voortgezet onderwijs, zijn aangesloten op de sociale pleinen. Scholen die dat niet zijn of niet willen zijn, ontvangen een vast bedrag per leerling en regelen binnen nader vast te stellen grenzen hun huisvesting zelf.

2 e Kwadrant: Ruimte-regelaar In het 2 e kwadrant bepalen burgers, instellingen en bedrijven zelf waar ze elkaar willen ontmoeten. Dat kan bij de kapper, in de kerk of op de hogeschool zijn. De gemeente ondersteunt deze voorkeur op een aantal manieren. In financiële zin doet zij dat door de verantwoordelijkheid zo veel mogelijk bij de partijen in het veld te leggen. Burgers en verenigingen krijgen voor hun activiteiten beschikking over subsidie of vouchers (vergelijk VVV-bonnen) waarmee ze ruimten kunnen huren die ze zelf het meest geschikt vinden. Dat kan bij de brede school om de hoek, in de voetbalkantine of bij een commerciële zalenverhuurder. De gemeente concentreert zich op het goed laten functioneren van de ruimte-markt. Dat doet ze op eerste plaats met publiekrechtelijke instrumenten door selectief om te gaan met het toewijzen van een publieke bestemming aan een locatie. Daarmee creëert ze gezonde schaarste. Als zij een publieke bestemming toewijst, dan is multifunctionaliteit steeds het uitgangspunt. Onderscheid tussen sport, onderwijs, cultuur e.d. wordt in die gevallen niet meer gehanteerd. Op de tweede plaats verbetert de gemeente het functioneren van de markt voor maatschappelijke ruimte door het stimuleren van een Makelpunt. Zo n makelpunt brengt vragers en aanbieders van maatschappelijk ruimte bij elkaar. Vraag en aanbod kunnen betrekking hebben op ruimte voor incidentele activiteiten als een kinderfeestje of debatavond, of voor activiteiten met een structureel karakter zoals elke dinsdagavond dansen of kantoorruimte voor een vereniging. De gemeente stimuleert dat gebruikers hun ervaringen systematisch terugkoppelen. Op die manier komen de beste aanbieders van ruimte en services boven drijven; hun ondernemerschap wordt beloond. De gemeente stimuleert en faciliteert maar gaat het niet meer regelen. Voor het gastvrij exploiteren van het maatschappelijk vastgoed zijn nieuwe partijen nodig. Partijen die zo n rol op zich willen nemen, bijvoorbeeld ondernemende buurthuizen, kunnen op basis van een ondernemingsplan eenmalig een beroep doen op een Startersfonds. In het 2 e kwadrant heeft de gemeente zo weinig mogelijk vastgoed in eigen bezit. De rol van het vastgoedbedrijf is vooral faciliterende. Het vastgoedbedrijf is een servicebureau dat minder professionele partijen helpt bij het realiseren van hun huisvestingsambities.

3 e Kwadrant: Civil society In het 3 e kwadrant is de samenleving aan zet. Hier manifesteert de civil society zich in vergaande vorm. De gemeente is terughoudend in het maken van inhoudelijke keuzen. Ze bepaalt vooral de omvang van de in te zetten publieke middelen. De wijze waarop deze middelen worden besteed (de hoe vraag) is aan de samenleving zelf. Burgers kunnen een beroep doen op professionele dienstverleners maar kunnen er ook voor kiezen om het onderling te regelen. De gemeente stelt haar middelen zodanig te beschikking dat burgers in samenspraak met hun dienstverleners daar naar eigen inzichten gebruik van kunnen maken. Het persoonsgebonden budget (PGB) zoals we dat in de zorg al kennen - en in wezen ook in de kinderopvang (kinderopvangtoeslag) -, wordt geïntroduceerd voor het gehele maatschappelijke domein. Burgers kunnen op die manier zelf bepalen wie de uitvoerders van de gevraagde diensten zijn. Uiteraard vindt er een strenge controle plaats van de beschikbaar gestelde middelen op rechtmatigheid en doelmatigheid. Daar ligt nog een belangrijke rol voor de lokale overheid. Een deel van de maatschappelijke behoeften heeft geen individueel maar collectief karakter; denk aan behoefte aan zaken als sociale samenhang en leefbaarheid. Naast het persoonsgebonden budget bestaat daarom een groepsgebonden budget (GGB). De besteding van het GGB komt in handen van buurt- en wijkraden. In het 3 e kwadrant stuurt de gemeente niet op vastgoed. Afgezien van vastgoed voor eigen, ambtelijk gebruik stoot ze het gemeentelijk vastgoed gaandeweg af. Waar mogelijk zet ze dit vastgoed in om zelforganisatie te stimuleren. Het vastgoed wordt maatschappelijk aanbesteed waarbij niet alleen de prijs maar ook het plan of de aanpak van de aspirant koper wordt meegewogen. Collectieven krijgen bij de verkoop van maatschappelijk vastgoed een streepje voor. Ondertussen bouwt de gemeente aan een (onafhankelijke) serviceorganisatie die bestaande maar vooral nieuwe dienstverleners ondersteunt bij tal van vraagstukken. Huisvestingsvragen horen daarbij. Deze serviceorganisatie onderhoudt een voorzieningenkaart waarop alle dienstverleners die werkzaam zijn in het maatschappelijk domein, zichtbaar zijn. Profit en non-profit. De kaart geeft aan wat ze doen en waar ze zitten. De serviceorganisatie brengt regelmatig deze dienstverleners samen om te onderzoeken hoe zaken slimmer geregeld kunnen worden. Waar liggen kansen, hoe kunnen partijen die verzilveren. De serviceorganisatie is niet alleen faciliterend maar ook katalyserend van aard.

4 e Kwadrant: Regie via (wijk/speciale)programma s In het 4 e kwadrant zet de gemeente in op doordachte programma s gericht op de wijk en/of specifieke inhoud, bijvoorbeeld educatie. Per wijk selecteert de gemeente preferente dienstverleners om de sociale basisvoorzieningen op het gebied van ontplooiing, ontmoeting, ontspanning en (maatschappelijke) opvang in te vullen. De geselecteerde dienstverleners ontvangen een totaalbudget waarover ze zelfstandig kunnen beschikken. De gemeente bepaalt de randvoorwaarden waarbinnen de geselecteerde dienstverleners opereren; daarbij kunnen ook randvoorwaarden voor locatie en gebouw horen. De maatschappelijke dienstverleners zorgen binnen de grenzen van hun budget voor hun eigen huisvesting. De keuze om wel of niet ruimte te delen met andere dienstverleners is een keuze die ze zelf maken. Samenwerken en samenwonen zijn immers middelen, geen doelen. De dienstverleners huren ruimte op basis van marktconforme tarieven zodat geen verkapte subsidie via de huisvesting wordt verleend. De sociale basisvoorzieningen worden per wijk aanbesteed. Zelfstandige buurthuizen kunnen zich als hoofd- of onderaannemer kwalificeren voor de invulling van (een deel van) deze basisvoorzieningen. Als dat lukt ontvangen ze subsidie voor het leveren van bepaalde maatschappelijke diensten. Een deel daarvan kunnen ze aanwenden voor de exploitatie van het buurthuis; net zoals dat geldt voor andere gesubsidieerde dienstverleners. In het 4 e kwadrant past geen eigen gemeentelijk vastgoedbedrijf. De gemeente wil immers via programma s sturen, niet via vastgoed. Een professionele infrastructuur is echter wel noodzakelijk om de maatschappelijke dienstverleners te kunnen ondersteunen op het gebied van huisvesting. Samen met maatschappelijke partners wordt daarom een regionaal opererende voorzieningencoöperatie opgericht, een soort woningcorporatie voor maatschappelijk vastgoed. De coöperatie stuur op een optimale bezetting van het maatschappelijk vastgoed. Op die manier kan ze een hoge kwaliteit voor lage kosten leveren. Ook voor het onderwijs wordt bij de coöperatie ingekocht. Daarin trekken de afdeling Onderwijs van de gemeente en schoolbesturen samen op. Afdeling Onderwijs en schoolbesturen vormen als het ware een inkoopcombinatie; zij bundelen de huisvestingsmiddelen waarover ze kunnen beschikken. Er is geen verplichte winkelnering. Maatschappelijke dienstverleners zijn vrij om met andere vastgoedaanbieders in zee te gaan als blijkt dat deze een beter prijs-kwaliteitverhouding kunnen bieden. Dat stimuleert de Voorzieningencoöperatie om steeds het beste uit zichzelf te halen.