FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Vergelijkbare documenten
FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

Tariefbepaling waterschapsbelasting

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Jan van der Laan

A L G E M E E N B E S T U U R

TARIEVENNOTA november 2018

KOSTENTOEDELINGSONDERZOEK Inleiding

Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: De uitkomsten van de tussentijdse controle 2016 zijn uitgebracht door Ernst & Young.

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Externe betrokkenen: Onderhoud aan Rijksmonument, vergunningsplicht.

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis

FAZ: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

FAZ: Ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Erica Mosch

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: Accountantsverslag controle jaarrekening en controleverklaring

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

: Nieuw belastingstelsel

DB: Nee BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

Aanwezig: de heren Ten Brink (voorzitter), Küpers (secretaris-directeur), Batelaan, Douwstra en Sinnema en de dames Heeringa en Hidding (verslag).

Samenwerking/fusie. Waterschap Vallei & Eem en. Waterschap Veluwe. Steenbokstraat 10 Postbus AC Apeldoorn [T] (055) [F] (055) 527

Commissie Financiën en Algemene Zaken

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:

FAZ: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering VASTSTELLING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN DELFLAND 2016

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Zuiderzeeland 2012

HoogheemTaadschap van Delfland

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Algemeen Bestuur. Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 15 november 2017

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Rombout Jongejans

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

Opdrachtgever: Erica Mosch. Voldoen aan de afnameverplichting.

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

B2014/u186 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder W. Stegeman M.J.L.A. Langeslag- Linssen Opsteller/indiener

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Deelnemers samenwerkingsverband. Milieutoezicht en Wegen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Opdrachtgever: Martin Timmer

AB: Ja Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

Memo van het College van B&W

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Mede-deelnemers in RioNoord

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 5 september het college van Dijkgraaf en Heemraden,

Opdrachtgever: Erica Mosch

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Kostentoedelingsonderzoek Een onderzoek naar de kostentoedeling bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Formulier ten behoeve van het indienen van vragen als bedoeld in artikel 4.27 van het Reglement van Orde VV en commissies Delfland

VVSW: Ja Extra gezamenlijke commissie op FAZ: Ja. commissie op Opdrachtgever: Klaas de Veen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Klaas de Veen

Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Zuiderzeeland 2014

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Onderwerp: Aanpassing Inspraakverordening in verband met elektronische bekendmakingen Nummer: Bestuursstukken\1495. AB: Ja

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 19 augustus 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 8 september 2011 SMO / Financiën. 23 augustus 2011 J.

Toelichting op de wijziging van de Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard

3 december n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M..

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

A L G E M E E N B E S T U U R

Commissie Financiën en Algemene Zaken

Onderwerp: Kostentoedelingsverordening. Algemeen Bestuur

1 e kwartaalrapportage 2015 NZV

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Beoogd samenwerkingspartners

Vergaderdatum 30 maart 2016 Arrest Hoge Raad in voorbeeldprocedure classificatie natuur aanvullende dotatie aan de voorziening Agendapunt

Voorstel aan algemeen bestuur

ALGEMENE VERGADERING. 27 oktober 2011 CCBO

Reparatie Waterschapswet

: 12 december : wethouder B. Bonnema

Bijlage bij bestuursvoorstel aanpassen kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2009

gemeente roerdalen 2 Verordening rioolheffing 2016.

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Transcriptie:

Onderwerp: Meerjarenraming (MJR) 2020-2023 Nummer: Bestuursstukken\2883 Agendapunt: 6 DB: Ja 28-5-2019 BPP: Ja 12-6-2019 FAZ: Ja 12-6-2019 VVSW: Ja 12-6-2019 AB: Ja 26-6-2019 Opsteller: Jan Schiphuis, 0598-693886 Personeelszaken, Financiën en Bedrijfsvoering Opdrachtgever: Klaas de Veen Portefeuillehouder: Jan Batelaan Ondersteuning van de afdeling: Technisch Juridisch Financieel Staf Communicatie ICT / Beveiliging Externe betrokkenen: N.v.t. Reden: N.v.t. Samenvatting: Deze meerjarenraming geeft de beleidsmatige en financiële kaders weer voor 2020, met een doorkijk naar 2023. De lasten stijgen gemiddeld met 1,6%. Door inzet van de algemene reserve kan de stijging van de taak watersysteembeheer in deze meerjarenperiode stabiel op 3% gehandhaafd worden. In de voorgaande jaren was dit 2%. De stijging van 2% naar 3% is onder meer het gevolg van de wegens extra landelijke opgaven bijgestelde personele begroting, eveneens is de ambitie van het coalitieakkoord vertaald. Een negatieve uitschieter is echter de extra kosten die het NBK met zich meebrengt. De taak zuiveringsbeheer geeft in 2020 een lichte stijging en vervolgens jaarlijks een lichte daling. Duurzaamheidsparagraaf: Nee Begrotingsaspecten: Nee AB Voorstel: Instemmen met de meerjarenraming 2020-2023. Bijlagen: Ja MJR 2020-2023. Ter inzage (bestuursnet): Nee Onderwerp(en): 1

Besluit/opmerkingen bestuur: Paraaf secretaris-directeur: 2

Inleiding Hierbij bieden wij u de meerjarenraming (MJR) 2020-2023 aan. Over de hele meerjarenperiode stijgen de lasten gemiddeld met 1,6% per jaar. Dit is nagenoeg gelijk aan de verwachte inflatie van de komende jaren. Ontwikkelingen Diverse ontwikkelingen hebben het beeld van deze MJR beïnvloed. Een aantal worden hier nader toegelicht. Bijdrage NBK Omdat de gestelde doelstellingen uit het oorspronkelijke bedrijfsplan 2016 niet gehaald worden, worden er momenteel diverse maatregelen ter verbetering genomen. De gevolgen voor het begrotingsjaar 2020 en verder van het NBK worden nog onderzocht en moeten nog worden behandeld in het bestuur van het NBK. Onze voorlopige grove indicatie is dat onze bijdrage in 2020 met 500.000,- zal stijgen. Bij de begroting 2020 wordt het definitieve effect op onze bijdrage meegenomen. Een deel van de hogere kosten is tijdelijk en zal in de loop van deze meerjarenperiode afnemen. Dividendopbrengst Nederlandse Waterschapsbank (NWB) Ingaande 2020 wordt rekening gehouden met een jaarlijkse dividenduitkering NWB van 0,7 miljoen, in de begroting 2019 werd nog uitgegaan van 1 miljoen. Maatregelen op de RWZI s ten behoeve van de waterkwaliteit. In het AB van 13 december 2017 is als onderdeel van het 10 puntenplan Nutriënten en Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) besloten maatregelen te gaan voorbereiden op RWZI Gieten en RWZI Assen om met name de fosfaatbelasting te reduceren. Hiervoor is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld van 100.000,- voor de verdere planuitwerking en onderzoeken. Dit zal worden afgerond in 2019. In de investeringsplanning is voor 2020 en 2021 voorlopig 4 miljoen geraamd voor de aanpassingen op de RWZI s Gieten en Assen. In de loop van 2019 zal, na de planuitwerking en onderzoeken, een nauwkeuriger berekening van de uitvoeringskosten worden gemaakt. Tevens zijn ingaande 2021 195.000,- extra exploitatielasten opgenomen als gevolg van deze investering. Ambities Coalitieakkoord De benodigde middelen, totaal 566.000,- in 2020 en daarna licht stijgend, voor de uitvoering van de ambities opgenomen in het coalitieakkoord 2019 2023 zijn in deze meerjarenraming opgenomen. De jaarlijkse raming voor duurzaamheid, inclusief innovatie en energie bedraagt 1.000.000,- en is onderverdeeld in 30% ( 300.000,-) exploitatielasten en 70% ( 700.000,-) investeringen. Duurzaamheidsmaatregelen De effecten van de geplande duurzaamheidsmaatregelen, zoals plaatsing zonnepanelen en uitbreiding van de WKK s, zijn in deze meerjarenraming opgenomen. 3

Omgaan met algemene reserves De algemene reserves worden vooral gebruikt als algemeen weerstandsvermogen. Het hebben van voldoende eigen vermogen stelt ons in staat financiële tegenvallers zoals bijvoorbeeld beschreven in de risicoparagraaf op te kunnen vangen indien ze zich voordoen. In ons Financieel Statuut is opgenomen dat onze algemene reserves een minimum- en een maximumomvang kennen. De minimale omvang is gelijk aan de op geld gewaardeerde risico s van de risicoparagraaf. De maximale omvang is 10% van de omvang per taak. Dit maximum is vastgesteld om te voorkomen dat reserves (maar) blijven groeien. Als de omvang van de algemene reserves hoger is dan het maximum dan wordt dat overschot in vier gelijke delen teruggegeven aan de belastingbetalers door het verlagen van de tarieven. Sinds 2011 hanteren wij als uitgangspunt dat de omvang van onze algemene reserve van de taak watersysteembeheer ingezet wordt tot het minimumniveau én dat het teruggeven van het overschot niet meer in vier gelijke delen hoeft te gebeuren. Door ook de ruimte tussen het minimum en het maximum van de algemene reserves in te zetten was het mogelijk de lastenstijging te verlagen. Bovendien was er zo meer manoeuvreerruimte om de lastenstijging per jaar af te vlakken. De algemene reserves hebben zo (ook) een egalisatiefunctie gekregen en is bestaand beleid geworden. Lastenontwikkeling Een van de uitgangspunten van het coalitieakkoord 2019 2023 Door water verbonden is een stabiele, lage lastenontwikkeling te realiseren. Het uitgangspunt blijft een stabiele lage lastenontwikkeling, met een verdedigbare lastenstijging voor de begroting als geheel en per taak. Hiervoor worden de algemene reserves, voor zover die boven het minimaal benodigde weerstandsvermogen uitkomen, ter egalisatie van lastenstijgingen ingezet. Lastenontwikkeling in procenten (met inzet reserves) 2020 2021 2022 2023 Totaal 1,9% 1,6% 1,2% 1,6% Per taak - Watersysteembeheer 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% - Zuiveringsbeheer 0,8% 0,0% -0,8 % -0,2% Het coalitieakkoord streeft onder andere een geleidelijke lastenontwikkeling na. We streven ernaar de stijging te beperken tot het inflatieniveau. De lastenstijging de komende jaren is, voor de totale begroting, naar verwachting gemiddeld 1,6%. Dit percentage ligt een fractie boven de verwachte inflatie van 1,5% de komende jaren. De afgelopen jaren is de lastenstijging voor watersysteembeheer constant gehouden op 2% met inzet van de algemene reserve. Ingaande deze MJR is 2% niet meer mogelijk en komen we uit op 3% voor 4

de hele periode. Aan het eind van deze periode is dan de minimumomvang van de algemene reserve nagenoeg bereikt. Dit houdt in dat vanaf 2024 de algemene reserve niet meer toereikend is voor verdere stabilisatie van de lastenstijging. Dit betekent een extra éénmalige stijging van ca. 2% boven op de reguliere stijging van 2024. De stijging van 2% naar 3% is onder meer het gevolg van de wegens extra landelijke opgaven bijgestelde personele begroting, eveneens is de ambitie van het coalitieakkoord vertaald. Een negatieve uitschieter is echter de extra kosten die het NBK met zich meebrengt. De verwachting is dat door een vergrote control bij het NBK, dit deels éénmalige kosten zijn. De taak zuiveringsbeheer geeft in 2020 een lichte stijging en vervolgens jaarlijks een lichte daling. De lichte stijging in 2020 is grotendeels het gevolg van de bijstelling van de personele begroting, het Coalitieakkoord en de hogere kosten van het NBK. Hier staat een daling van de kapitaallasten tegenover. Hierbij wordt nog opgemerkt dat de huidige discussie over het verwijderen van medicijnresten, op termijn kan leiden tot een kostenverhoging van de taak zuiveringsbeheer. Tarieven / belastingbetalers Ingaande 2019 geldt de nieuwe kostentoedelingsverordening (KTV). Volgens de Waterschapswet moet dat minimaal eens per vijf jaar gebeuren. In de KTV staat de procentuele verdeling van de kosten van het watersysteem over de belastingcategorieën ingezetenen, gebouwd, ongebouwd en natuur. De verdeling is gebaseerd op een bestuurlijke keuze voor het ingezetenenaandeel en een berekening van de onderlinge waardeverhoudingen voor de overige categorieën. Op basis van een extern uitgevoerd onderzoek naar oppervlaktes en waardes per hectare is de volgende procentuele verdeling berekend: Categorie: Ingezetenen 29% Gebouwd 48,6% Ongebouwd 22% Natuur 0,4% Over het algemeen volgen de tarieven de lastenontwikkeling per taak. De verschillen worden duidelijk bij onze voorbeeldbelastingbetalers. Door veranderingen in de heffingseenheden (aantal ingezetenen, hectares ongebouwd etc.) treden onderling wel verschillen op. Hier speelt mee dat het aantal eenheden (hectares) bij ongebouwd jaarlijks afneemt. Bij de overige belastingcategorieën stijgt het aantal eenheden (WOZ-waarde, aantal ingezetenen). Bij een verlaging van het aantal eenheden, stijgt het tarief per eenheid. In 2020 worden de tarieven ongebouwd beïnvloedt door de uitspraak wegen. De Hoge Raad heeft op 9 november 2018 uitspraak gedaan over de definitiekwestie van wegen voor de watersysteemheffing. De tariefdifferentiatie wegen betekent dat we voor wegen een 100% opslag op het basistarief voor de watersysteemheffing ongebouwd mogen opleggen. Alleen voor de verharde gedeeltes kunnen we de tariefdifferentiatie wegen toepassen. Het kan niet meer voor de aan de weg toebehorende gronden, zoals bermen en sloten. Dat betekent dat wij teveel hectares tot de categorie wegen hebben gerekend. Vanaf de belastingaanslagen 2019 passen wij de nieuwe definitie van het begrip weg toe. Dit betekent een halvering van het aantal hectares. 5

Dit heeft op het tarief ongebouwd een verhogend effect van 2,8%. Hier tegenover staat een verwachte daling van de hectares natuur (volgens inschatting van het NBK). Dit heeft een verlagend effect op het tarief ongebouwd van 1,3%. Dit betekent voor 2020 een verwachte tariefstijging van 4,5%. Dit is 1,5% hoger dan de lastenstijging van de taak watersysteembeheer van 3%. Daarnaast speelt de uitspraak Rijkswater buitendijks waardoor we geen heffing buitendijks meer mogen opleggen. Dit zijn vooral 1.200 hectares natuur. Daarnaast daalt ook het aantal hectares natuur ongebouwd met 1.800. Dit betekent een stijging van het tarief natuur in 2020 van 13,2% ( 0,73 per hectare). Tariefeffecten op voorbeeld belastingbetalers 2020 2021 2022 2023 Gezin met een huurhuis 1,2% 0,7% 0,1% 0,7% Gezin met een eigen woning 1,7% 1,3% 0,9% 1,3% Gezin met een agrarisch bedrijf 4,3% 3,2% 3,0% 3,0% MKB bedrijf 2,2% 1,7% 1,4% 1,7% Industrieel bedrijf 0,9% 0,2% -0,5% 0,1% Natuur 13,2% 2,2% 3,0% 2,9% Voorstel Instemmen met de meerjarenraming 2020-2023. namens het dagelijks bestuur, Harm Küpers secretaris-directeur Geert-Jan ten Brink dijkgraaf 6