Deze randvoorwaarden zijn volgens de VNG nodig om de transformatie in het sociaal domein te doen slagen.

Vergelijkbare documenten
Managementrapportage Werk en Inkomen

Managementrapportage werk en inkomen 2017

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 5

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

2. Globale analyse 2015

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. van Bergen. No. B Dronten, 28 april maatregelen ter voorkoming voorlopig tekort BUIG

Financiering Participatiewet

Publicatie datum: Factsheet Miljoenennota 2018

Klankbordgroep Werk en Inkomen Cliëntenraad Werk en Inkomen Wassenaar, Cliëntenraad Sociale Zaken Voorschoten, Participatieraad Leidschendam-Voorburg

Factsheet Miljoenennota 2017

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Brief BUIG oktober 2015

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Onderwerp: Dienstverleningsovereenkomst en begroting Werkplein Fivelingo 2018

Bestuursrapportage 2015

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voorstel aan college en raad

Actieplan Sociaal Domein. Raadsbijeenkomst 11 oktober 2017

Workshop. Werk & Inkomen

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015

Voorstel van het college inzake Instemming aanvraag vangnetuitkering 2018

Presentatie voor bijeenkomst Miljoenennota toegelicht

RAADSINFORMATIEBRIEF 12R R.00167

Begrotingswijziging Avres 2016

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Transitieplan. 12 september 2013

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Bodegraven-Reeuwijk

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Woerden

september 2018 onderzoeksopzet beheersing bijstandsvolume

Rekenmodel Participatiebudget geactualiseerd

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016 met zaaknummer AST/2016/021459;

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Montfoort

Advies aan de gemeenteraad

Op 1 januari 2015 is het nieuwe verdeelmodel voor de gebundelde uitkering (BUIG-middelen) in werking getreden.

Jaarrapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

Financiële effecten van de Participatiewet

Notitie/Raadsvoorstel Vangnetuitkering Participatiewet 2016 gemeente Leerdam

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

BSW/ RIS Aan: de Gemeenteraad. J. Apperloo. BUIG-ontwikkeling. Spui DJ Den Haag Den Haag.

Maximaal meedoen. Bestuursrapportage Programma Maximaal meedoen (bedragen in ) OVERZICHT FINANCIEEL ECONOMISCHE EFFECTEN MAXIMAAL MEEDOEN

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Stand van zaken resultaat BUIG-budget 2016 Gemeente Boekel

DORDRECHT. de gemeenteraad

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

BAWI/U Lbr. 08/170

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Behandeld door S. Megens Datum 2 september 2016 Doorkiesnummer Ons kenmerk

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Datum : Status : Monitoring Sociaal Domein Krimpen aan den IJssel 1 e kwartaal 2015

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder F.J.P.M. Cuijpers. Onderwerp : aanvullend re-integratiebudget Voorstelnummer : 16.

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Geachte heer Van der Meij,

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Robert Capel Tom de Haas Martin Heekelaar Implementatiedag 12 december, Utrecht

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Notitie vangnetregeling 2016

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Verdeling van de bijstandsmiddelen over gemeenten doorontwikkeling verdeelmodel 2018

Regionale arbeidsmarktprognose

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.:

Transcriptie:

Analyse BUIG Leidschendam-Voorburg 1. Inleiding Op dit moment is er landelijk veel discussie over de gebundelde uitkering Participatiewet (BUIG) het budget waarmee de bijstandsuitkeringen wordt betaald. Veel gemeenten zijn het niet eens met het nieuwe objectieve verdeelmodel. Ook Leidschendam-Voorburg ondervindt de nadelen van dit nieuwe verdeelmodel. We zien dat het budget de afgelopen jaren steeds verder is teruggelopen. Hierdoor is er een tekort ontstaan op het BUIG budget. Dit geeft reden om een grondige analyse te doen op de ontwikkeling van het BUIG budget, de bestandsontwikkeling en het achterhalen van specifieke oorzaken van het oplopend tekort. Op basis hiervan hebben we de huidige maatregelen die we in het kader van het plan van aanpak arbeidsmarktoffensief sinds 2015 uitvoeren onder de loep genomen en gaan we deze optimaliseren op basis van nieuwe inzichten. 2. Landelijke ontwikkelingen In een bericht van Divosa op 18 april jl. is bekendgemaakt dat in 2016 8 op de 10 gemeenten een tekort had op het BUIG budget. En maar liefst 6 op de 10 gemeenten had een tekort groter dan 5%. Landelijk gezien was het tekort 332 miljoen. Daarmee is er al drie jaar op rij een tekort op het bijstandsbudget. Dit blijkt uit voorlopige gegevens van het ministerie van SZW. Ook de VNG is momenteel druk aan het zetten richting het kabinet. Op 26 april jl. heeft de VNG het kabinet gevraagd om actie te nemen op een vijftal punten ten aanzien van de financiële situatie in het sociaal domein: 1. De macrobudgetten moeten aansluiten bij de taken van de gemeenten, waarbij de nu nog bestaande onzekerheden én de nu al bestaande tekorten moeten worden gecompenseerd. Het tekort op de BUIG bijvoorbeeld, is in 2016 al 332 miljoen. 2. De gemeentelijke 3D-budgetten moeten meegroeien met de zorg- en participatiebudgetten op de rijksbegroting om onbedoelde kortingen te voorkomen. 3. Voor de komende vier jaar moet een verlichtingsbudget beschikbaar komen waar gemeenten met grote tekorten (onder voorwaarden) een beroep op kunnen doen. 4. De verdeelmodellen moeten op korte termijn herijkt worden op basis van betrouwbare berekeningen en exacte omschrijvingen van de onderdelen waarop het verdeelmodel betrekking heeft. 5. Het verdeelmodel BUIG moet verder geoptimaliseerd worden, een hernieuwde kijk op het verdeelmodel is wellicht alsnog noodzakelijk. Deze randvoorwaarden zijn volgens de VNG nodig om de transformatie in het sociaal domein te doen slagen. 3. Toelichting verdeelmodel Het objectief verdeelmodel op basis waarvan het macrobudget BUIG over de gemeenten wordt verdeeld is sinds 2015 van toepassing. Concreet wordt een zwaarder gewicht en dus meer geld gekoppeld aan kenmerken van huishoudens (zoals leefvorm, leeftijd, wel of geen koopwoning, niet-westerse achtergrond en opleiding) maar ook aan kenmerken van een wijk, gemeente en regio. Deze kenmerken bieden, volgens de experts, de meest zuivere benadering, gegeven de specifieke omstandigheden van die gemeente, zoals de samenstelling van de bevolking en de lokale arbeidsmarkt. Regio's met een zwakke arbeidsmarkt zoals Zeeland, Groningen en Limburg profiteren dus meer van deze verandering dan Leidschendam-Voorburg. Op die manier ontstaan er voor- en nadeelgemeenten. Vooral gemeenten in de provincie Zuid-Holland ondervinden nadelige gevolgen van het landelijke verdeelmodel. Dit komt onder meer doordat het model nadelig uitpakt voor voormalige groeikernen en gemeenten die naast een van de grote steden liggen. We zien dan ook dat diverse gemeenten in het land procedures hebben opgestart richting het Rijk ten aanzien van het nieuwe verdeelmodel, waaronder Den Haag, Utrecht, Landgraaf, Den Bosch en Nijmegen. Ook Leidschendam-Voorburg was betrokken bij het opstellen van een brandbrief in december 2016 aan de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer samen met gemeenten uit de regio, onder regie van Capelle aan den IJssel (zie bijlage 1). SEO en Atlas voor gemeenten hebben in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid onderzoek gedaan naar gemeenten waar grote uitschieters waren t.o.v. het verdeelmodel. Leidschendam- Voorburg is hierin een van de ondervraagde gemeenten geweest. Het rapport Van budget naar besteding (zie 1

bijlage 2) is eind mei 2017 opgeleverd en biedt concrete aanknopingspunten voor in te zetten maatregelen. In onderdeel 4.6 gaan we hier uitgebreid op in. 4. Analyse BUIG 4.1 Analyse BUIG budget 2015, 2016, 2017 2015 2016 2017 (definitief) Rijkbijdrage 24.388.278 22.885.756 (- 6,16% tov 2015) 22.095.216 (- 3,45% tov 2016) 2015 2016 Prognose 2017 Uitgaven 25.366.423 26.634.455 28.027.000 (zie onderbouwing onderdeel 4.3) Baten 578.331 542.913 407.000 (raming) Vangnetregeling 1.489.354 3.591.453 Resultaat (eigen risico) - 399.814-1.716.432-1.933.331 We constateren een significante daling van de rijksbijdrage en stijging van de uitgaven. N.B. 1. In de tabel is bij de Rijksbijdrage 2016 niet het voorschot BUIG opgenomen i.v.m. verhoogde instroom statushouders. Dit betreft een bedrag van 347.618. Dit voorschot hebben we in 2016 ontvangen en wordt in mindering gebracht op het budget in de periode 2018 tot en met 2025 in gelijke delen verrekend met de gebundelde uitkering. 2. Via de vangnetregeling 2016 kunnen we op basis van deze verwachte inkomsten en uitgaven een tegemoetkoming van 1.489.354 ontvangen. Als we het voorschot en de vangnetregeling verwerken in het resultaat, betekent dit een netto resultaat (eigen risico) van - 1.716.432 op het BUIG budget 2016. 3. Via de vangnetregeling 2017 kunnen we op basis van deze verwachte inkomsten en uitgaven een tegemoetkoming van 3.591.453 ontvangen. Ook kan opnieuw aanspraak worden gemaakt op een voorschot voor i.v.m. de verhoogde instroom statushouders BUIG 2017. We houden momenteel rekening met een bedrag van 300.000. Dit betekent vooralsnog een verwacht netto resultaat (eigen risico) van - 1.933.331 op het BUIG budget 2017 mits we voldoen aan de (striktere) eisen van de vangnetregeling 2017 en uitgaande van de prognose zoals hier geschetst. 4.2 Analyse Participatiebudget 2015, 2016, 2017 2015 2016 2017 (nader voorlopig) Begroting 2.583.578 2.523.236 (- 2,3% tov 2015) 2.419.223 (-4,1% tov 2016) 2015 2016 2017 (tot 31 aug. 2017) Uitgaven 2.579.265 3.220.939 (hierin zitten extra uitgaven tbv arbeidsmarkt offensief) 1.803.728 De Participatiemiddelen integratieuitkering Sociaal Domein zijn onlosmakelijk verbonden met het BUIG budget. Hoe meer mensen met geld uit het voormalig participatiebudget bemiddeld kunnen worden naar werk, hoe minder mensen een beroep doen op een uitkering, bekostigd uit het BUIG budget. We zien in de afgelopen 2 jaar een beperkte afname in het Participatiebudget. Echter als we het afzetten tegen het Participatiebudget van 2012 ( 4.455.261), dan is dit een afname van maar liefst 45,7% tussen 2012 en 2017. Hierdoor hebben we veel minder kunnen inzetten op re-integratie activiteiten of extra inzet consulenten waardoor het aantal mensen in de bijstand is toegenomen en de kosten BUIG zijn opgelopen. We zien dit vooral effect hebben vanaf 2017 omdat we in 2015 en 2016 nog middelen in het kader van de meeneemregeling hebben kunnen inzetten, respectievelijk 400.000 en 200.000. 2

4.3 Perspectief budgetontwikkeling Voor een meer onderbouwde prognose van de uitgaven BUIG 2017 nemen we twee aspecten mee en gaan we uit van een gemiddelde: 1. Gegevens vanuit verleden: de ontwikkeling van de uitgaven van eerste negen maanden 2017 ten opzichte van eerste negen maanden 2016 (in 2016 bedroegen de kosten in de eerste 9 maanden 76,1% van de totale kosten over 2016). Op basis hiervan zijn de verwachte uitgaven in 2017 28.024.000. 2. Huidige gegevens: de huidige uitgaven 2017, evenredig geëxtrapoleerd naar de rest van 2017 (rekening houdend met de uitkering vakantiegeld in juni). Op basis hiervan zijn verwachte uitgaven in 2017 28.030.000. Op basis van deze twee aspecten doen we een prognose van de verwachte kosten voor 2017 van 28.027.000. Voor een prognose na 2017 kunnen we kwalitatief het volgende aangeven. We zien in het rapport van CPB ( aanhoudend herstel internationale onzekerheden middellange termijnverkenning ) een daling van de werkeloosheid van 6,9% in 2015 naar 5,5% in 2021. Maar dit geldt niet voor alle groepen op de arbeidsmarkt volgens de gegevens van het UWV (zie bijlage 4 voor hele rapportage). Gebrekkige groei van banen schept een probleem aan de onderkant van de arbeidsmarkt en zorgt voor langdurige werkloosheid. Dit is vooral van toepassing op onze klanten. Waar de werkloosheid onder niet-arbeidsbeperkten in 2016 met 1 procentpunt afnam, is deze onder arbeidsbeperkten met 0,4 procentpunt toegenomen. Dit betekent dat we extra moeten inzetten op arbeidsbeperkten. Hiervoor kunnen we in het kader van de banenafspraak gerichte maatregelen treffen. Dit wordt meegenomen in de evaluatie arbeidsmarktoffensief. 4.4 Analyse verdeelmodel Leidschendam-Voorburg Het verdeelmodel is nader bestudeerd. Hierbij is vooral gekeken wat dit voor Leidschendam-Voorburg betekent. Allereerst constateren we dat het objectief verdeelmodel is samengesteld op basis van gegevens die grotendeels door het CBS verzameld en verstrekt zijn. Onduidelijk is echter welke definities per onderwerp gehanteerd worden in de rekentool (het systeem onderliggend aan de verdeling van het BUIG-budget). Het verdeelmodel lijkt regelmatig tussen huishoudens en personen te wisselen, terwijl het de indruk geeft uitsluitend in huishoudens te rekenen. Hierdoor blijkt het lastig de cijfers in het verdeelmodel te vergelijken met die van het CBS, omdat het totaal van een bepaalde categorie bijvoorbeeld kleiner kan zijn dan zowel het totaal van huishoudens als van unieke personen. Een ander voorbeeld is de corporatiewoning: onduidelijk is of het hier om eigenaarschap gaat, of simpelweg om woningen die beschikbaar zijn gesteld voor sociale verhuur. Door dit soort onduidelijke definities is het onvoldoende inzichtelijk hoe de rekentool is samengesteld, dan wel hoe de berekeningen zelf uitgevoerd kunnen worden. Van de 28.959 huishoudens, ontvingen er in Leidschendam-Voorburg op 31 december 2015 1.796 een bijstandsuitkering. Het aantal huishoudens dat in 2017 een bijstandsuitkering zou mogen ontvangen, is in de rekentool voorspeld. Dit aantal valt wat betreft Leidschendam-Voorburg lager uit en houdt in dat het aantal van 1.796 met 285 huishoudens verminderd moet worden om uit te komen met het beschikbare budget. Dit is 1% van het totaal aantal huishoudens en 15,8% van het totaal aantal huishoudens dat een bijstandsuitkering ontvangt. Onderdeel van deze 285 huishoudens zijn 224 alleenstaanden of eenouderhuishoudens. We zien dat er relatief veel ouderen woonachtig zijn in de gemeente met een bijstandsuitkering (50 plus). Ook zijn er relatief veel huishoudens die een bijstandsuitkering ontvangen én een corporatiewoning huren. Om de gevolgen van het verdeelmodel in perspectief te plaatsen, is Leidschendam-Voorburg met een aantal andere gemeenten vergeleken (zowel voor- als nadeelgemeenten). Grote bezwaarmakers tegen het verdeelmodel zijn onder andere Den Haag, Utrecht en Nijmegen. Deze gemeenten hebben dan ook te maken met een groot tekort. Ook hier lijkt het hebben van veel alleenstaanden dan wel eenouderhuishoudens een belangrijke oorzaak. Daarnaast moeten zij 0,2% tot 0,9% uit laten stromen om uit te komen met het beschikbare budget. Er is ook naar kleinere gemeenten gekeken als Gouda, Schiedam en Katwijk, welke een soortgelijk aantal huishoudens in de categorie van 18 jaar tot AOW-leeftijd kennen. Ook deze gemeenten hebben relatief veel alleenstaanden in de bijstand. Opvallend is echter dat deze gemeenten een kleiner nadeel of zelfs een 3

voordeel genieten wat betreft de budgetverdeling. Duidelijke aanwijzingen voor deze verschillen zijn er niet, behalve de aanname dat deze gemeenten er demografisch gezien beter voor staan dan voorspeld. Zo kent Schiedam in werkelijkheid bijvoorbeeld minder laag opgeleiden, minder thuiswonende meerjarige kinderen en minder jongeren die gebruik maken van een bijstandsuitkering ten opzichte van het verdeelmodel. Tot slot is er nog het verschil tussen Leidschendam-Voorburg en gemeenten in de eigen grootteklasse wat betreft de prijs van de uitkering. Tussen de gemiddelde kosten van een uitkering in dezelfde grootteklasse en de gemiddelde kosten van Leidschendam-Voorburg zit een verschil van 498 per uitkering in het nadeel van Leidschendam-Voorburg. Dit verschil wordt mogelijk veroorzaakt door het grote aantal alleenstaanden, daar de kosten voor deze huishoudens groter zijn dan die voor een meerpersoonshuishouden. Het lijkt dan ook dat dit verschil bijdraagt aan het tekort op de BUIG. Bijlage 5 en 6 geeft de volledige analyse van het verdeelmodel weer. 4.5 Bestandsontwikkeling Onderstaande grafiek laat de bestandsontwikkeling tussen januari 2016 en april 2017 zien. In 2015 en 2016 zijn landelijk respectievelijk 21.000 en 18.000 meer mensen in de bijstand ingestroomd ten opzichte van het jaar ervoor (zie onderste grafiek, bron: CBS). De prognose voor 2017 is een landelijke stijging 1,5 %. Het cliëntenbestand van Leidschendam-Voorburg kent tot dusver een stijging welke overeenkomstig lijkt te zijn met deze trend. 2050 2000 1950 1900 1850 1800 1750 Leidschendam-Voorburg - totaal aantal huishoudens in bijstand 530000 520000 510000 500000 490000 480000 470000 460000 Landelijk - totaal aantal inwoners in bijstand 4

01-2016 02-2016 03-2016 04-2016 05-2016 06-2016 07-2016 08-2016 09-2016 10-2016 11-2016 12-2016 01-2017 02-2017 03-2017 04-2017 05-2017 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Leidschendam-Voorburg - percentage inwoners in bijstand t.o.v. landelijk percentage LV Landelijk Wat betreft landelijke cijfers, heeft het CBS nog geen cijfers uit 2017 vrijgegeven. In plaats daarvan zijn de meest recent beschikbaar gestelde cijfers opgenomen in deze analyse. Tot slot moet opgemerkt worden dat de grafiek met betrekking tot het percentage inwoners in de bijstand is gebaseerd op het aantal inwoners dat een bijstandsuitkering ontvangt gedeeld door het totaal aantal inwoners van de gemeente. Hetzelfde is van toepassing op het landelijke percentage. 4.6 Oorzaken tekort Naast de afname van zowel het BUIG budget als het Participatiebudget, zien we dat het tekort op het BUIG budget kan worden verklaard door toename van het bestand. Ten eerste zijn er enkele algemene oorzaken van de stijging van het bestand, die in feite alle gemeenten treffen. Dit zijn: De verhoogde instroom van statushouders in de bijstand. Voor 2016 geldt dat er ongeveer 100 statushouders extra in de bijstand zijn gekomen. Als we dit afzetten tegen 1800 bijstandsklanten eind 2015, dan heeft dit een effect van een stijging van 5,5%. Een groot deel van deze personen zullen niet direct naar een betaalde baan begeleid kunnen worden. Het uitgangspunt is dat zij naast hun inburgering wel al actief begeleid worden richting school, vrijwilligerswerk en re-integratie (werkervaringsplaatsen, stages etc). De doelgroep Participatiewet is uitgebreid (voormalige Wajong, voormalig WSW). Hiervoor zijn diverse begeleidingsmogelijkheden: beschutwerk en inzet op loonwaardebepaling en loonkostensubsidie bij reguliere werkgevers (banenafspraak). Echter, dit vergt veel tijd in de begeleiding en uitstroom naar werk is voor deze doelgroep niet altijd direct van toepassing. Het is lastig te beoordelen hoeveel dit betreft omdat je niet een op een kunt zeggen dat bepaalde jongeren of personen recht hadden gehad op de oude Wajong of WSW regeling. Verhoging van de pensioenleeftijd. Hierop hebben we als gemeente geen invloed. Verkorte duur WW op basis van landelijke wetgeving. Hierdoor stromen ww-ers sneller door naar de bijstand. Aanvullend hierop hebben we het benchmarkonderzoek van Divosa geanalyseerd om aanknopingspunten te vinden die kunnen bijdragen aan de verklaring voor het tekort op de BUIG. Het benchmarkonderzoek biedt hierin vooral een richting om nader onderzoek te doen naar de afwijkingen ten opzichte van andere gemeenten. We zien bijvoorbeeld dat we relatief hoge uitkeringslasten hebben per persoon. Dit impliceert veel alleenstaanden. Dit wordt ook bevestigd in de analyse verdeelmodel (zie onderdeel 4.4). Ook zie we relatief veel doorstroom vanuit de WW naar de bijstand, relatief weinig uitstroom naar onderwijs, relatief weinig terugvorderingen en relatief weinig mensen die parttime werken. Dit zijn enkele voorbeelden. We gaan dit nader onderzoeken en bekijken welke afwijkingen daadwerkelijk invloed hebben op het tekort zodat we effectieve maatregelen kunnen treffen. Hierop komen we terug in onderdeel 5.3. 5

Tot slot halen we uit het onderzoek Van budget naar besteding de volgende aandachtspunten: Handhaving: gemeenten die stevig inzetten op handhaving zouden minder tekort hebben. Er dient gericht gekeken te worden naar het opleggen van maatregelen en hor we handhaving effectiever kunnen doorvoeren. Dit wordt een van de maatregelen die we beleidsmatig gaan oppakken (zie onderdeel 5.3) Parttime- en tijdelijk werk loont. We zetten hier al relatief goed op in. Dit blijkt uit het onderzoek naar de effectiviteit van het werkgeversservicepunt. Echter dit kan verder geïntensiveerd worden. Dit wordt een van de maatregelen die we beleidsmatig gaan oppakken (zie onderdeel 5.3) Oog voor talent. We moeten zorgen voor de juiste medewerkers op de juiste plek en effectieve inzet van externe partijen. Dit aandachtspunt is meegenomen in de operationele maatregelen (zie onderdeel 5.4) waarbij we met een nieuw dienstverleningsmodel werken. Focus op mensen die echt aan het werk kunnen. Dit aandachtspunt wordt meegenomen in de operationele maatregelen (zie onderdeel 5.4) waarbij we met een nieuw dienstverleningsmodel gaan werken. Wij hebben veel alleenstaanden in de uitkering. We gaan deze groep verder analyseren en onderzoeken welke gerichte interventies voor deze doelgroep zinvol zijn. Ook is dit een aandachtspunt bij handhaving. We gaan de omvang van het granieten bestand (mensen met een ontheffing van der arbeidsverplichting) nader analyseren om goed in beeld te krijgen wat de verhouding is t.o.v. totale bestand. Ten aanzien van de meeste punten hebben we hier al acties op ingezet vanuit het plan van aanpak arbeidsmarktoffensief. Met de optimalisatie van het plan hebben we per aandachtspunt gekeken waar we meer de focus op leggen. 4.7 Conclusies analyse BUIG Op basis van deze analyse kunnen we het volgende concluderen: We zien een substantiële afname van het BUIG rijksbijdrage tot 2017, dit is gebaseerd op het nieuwe verdeelmodel. Leidschendam-Voorburg is hierdoor een nadeelgemeente. Vanaf 2018 stabiliseert de rijksbijdrage zich en vanaf 2019 wordt een lichte stijging van de rijksbijdrage voorspelt. We zien een afname van het Participatiebudget. Dit heeft invloed op de toename van de BUIG uitgaven. We zien een toename van het bestand. Deels is dit te wijten aan ontwikkelingen waar we geen invloed op hebben (statushouders, doelgroep Participatiewet uitgebreid, verhoging pensioenleeftijd). We zien uit de gegevens verdeelmodel, de benchmark en het onderzoek Van budget naar besteding ook aanknopingspunten die kunnen verklaren waarom ons bestand is opgelopen en waar we maatregelen op kunnen treffen. Alleenstaanden, 40-50 jarigen en 50 plussers hebben relatief vaak een uitkering in onze gemeente. In samenwerking met het CBS gaan we gerichter onderzoeken welke kenmerken deze groepen hebben (opleidingsniveau, arbeidsverleden, potentie omscholing, ontheffingen) die nuttig zijn om gerichte maatregelen te treffen om deze groepen beter te begeleiden naar werk. 5. Aanpak / Maatregelen 5.1 Procedure Rijk We hebben naast de brandbrief aan de Tweede Kamer van december 2016 onderzocht welke aanvullende juridische mogelijkheden er zijn. Een optie is om bezwaar te maken tegen de beschikking nader voorlopig budget gebundelde uitkering 2017. Deze beschikking komt naar verwachting medio mei 2017 binnen. Er dient uiterlijk 6 weken later een bezwaar te worden ingediend. Over het maken van bezwaar is juridisch advies ingewonnen. We concluderen dat we weinig kans hebben op een succesvolle uitkomst van een bezwaarprocedure omdat we geen bezwaar hebben gemaakt op de eerste beschikking voorlopig budget 2017. Daarbij kunnen we het nieuwe verdeelmodel niet als grond gebruiken in het bezwaarschrift. Dit blijkt namelijk het geval bij uitspraken van bezwaarschriften van andere gemeenten. Tot slot zien we dat er meerdere procedures inmiddels bij de Centrale Raad van Beroep liggen. Nieuwe procedures van gemeenten worden bij rechtbanken aangehouden (voorbeeld is gemeente Dronten), omdat er bij de Centrale Raad van Beroep vergelijkbare zaken aanhangig zijn. Wel kunnen we actief gaan aansluiten bij andere gemeenten in Zuid Holland in een stevige lobby richting Rijk. We gaan de komende periode onderzoeken met welke gemeenten we dit oppakken. 6

5.2 Aanvraag vangnetregeling 2016 en 2017 Het spreekt voor zich dat we voor zowel 2016 als 2017 een aanvraag vangnetuitkering indienen om het tekort op de BUIG deels te kunnen compenseren. De aanvraag vangnetuitkering 2016 is medio 2016 ingediend. Voor de aanvraag 2017 gelden aanvullende criteria: Analyse tekort BUIG 2017 (dit document) Toelichting en verklaring vanuit college over de al ingezette maatregelen in 2017 vanuit de aanpak arbeidsmarktoffensief 2015-2018. De raad moet instemmen met de juistheid van deze verklaring (zie document ingezette maatregelen tekort BUIG 2017 ) Evaluatie en optimalisatie plan arbeidsmarktoffensief 2015-2018 en een doorkijk na 2018 (zie document evaluatie en optimalisatie plan arbeidsmarkt offensief 2017 ) Door deze stukken ter instemming voor te leggen aan de raad, voldoen we aan de voorwaarden vangnetuitkering 2017. 5.3 Beleidsmatige maatregelen Vanuit het plan arbeidsmarktoffensief 2015-2018 hebben we al de nodige maatregelen ingezet om het tekort op de BUIG terug te dringen. Hieruit zijn concrete plannen opgesteld, waaronder de aanpak jeugdwerkgelegenheid, het plan handhaving en intensivering van het werkgeversservicepunt. Er worden al gerichte acties ingezet die bijdragen aan de doelstelling om meer mensen in de bijstand te laten uitstromen en minder mensen te laten instromen. Echter, vanwege de toename van het bestand (grotendeels veroorzaakt door niet beïnvloedbare factoren zie 4.6) concludeerden we dat we het plan arbeidsmarktoffensief onder de loep moesten nemen. We hebben het plan geëvalueerd (zie aparte bijlage). Hierbij hebben we onderzocht wat wel en niet tot succesvol resultaat heeft geleid, waar we de focus meer op moeten leggen en welke aanvullende acties nodig zijn binnen het bestaande budget. De belangrijkste thema s vanuit het plan arbeidsmarktoffensief die we hebben onderzocht zijn: aanpak deeltijdwerk, onderzoek en aanpak ontheffingen arbeidsverplichting, aanpak doorstroom vanuit WW, uitstroom naar onderwijs, plaatsingen naar regulier werk, intensivering aanpak banenafspraak en handhaving. 5.4 Operationele maatregelen Naast beleidsmatige maatregelen, treffen we ook operationele maatregelen treffen. Beide soorten maatregelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is een nieuw dienstverleningsmodel ontwikkeld waardoor er een efficiëntere werkwijze ontstaat in de begeleiding van verschillende doelgroepen (van grote tot kleine afstand tot de arbeidsmarkt). Hierdoor ontstaat er meer gerichte aandacht voor de doelgroep die relatief gemakkelijk en snel bemiddelbaar is naar werk. Ook is meer maatwerk en doorontwikkeling mogelijk voor personen die verder van de arbeidsmarkt af staan. Momenteel wordt uitvoering gegeven aan het plan herstructurering uitvoering Participatie. Deze nieuwe werkwijze levert een betere dienstverlening op aan de klant en een effectievere inzet op de bestaande middelen. Het dienstverleningsmodel biedt ook een basis om een doorlopende ontwikkelroute (beleidsmatig) verder vorm te geven: dagbesteding (WMO), sociale activering, tegenprestatie, vrijwilligerswerk, beschut werk (loonvormend en niet loonvormend), werkervaringsplaatsen, inzet loonkostensubsidie t.b.v. banenafspraak en begeleiding naar regulier werk. In de evaluatie en optimalisatie plan arbeidsmarkt offensief 2017 gaan we hier verder op in. 7