Generaties Een samenleving bestaat uit verschillende mensen van verschillende generaties. Een gegeven wat zich in meer of mindere mate afspiegelt op de werkvloer. Enerzijds maakt dat de veelzijdigheid van een instelling of een bedrijf. Iedere generatie neemt immers zijn eigen unieke talenten en invalshoeken mee. Zolang deze verschillen in evenwicht zijn, kan dat het werk interessanter maken en zorgen dat we van elkaar leren. Maar het leidt soms ook tot spanningen. Spanningen op het gebied van bijvoorbeeld solidariteit. Hoeveel moet iemand inleveren voor jongere of juist voor oudere werknemers? Wat vraagt het van het aanpassingsvermogen? In de praktijk lopen mensen regelmatig tegen dilemma s aan die het gevolg zijn van generatieverschillen. Hoeveel rekening houdt u in de praktijk met uw collega s als het gaat om een generatiekloof?. Een jonge medewerker beklaagt zich bij mij over een oudere collega die niet meer past in het team. Hij weigert te mailen, laat staan andere social media te gebruiken en is niet flexibel met werktijden en taakverdeling. A. Ik vraag hem of hij kan bedenken wat deze collega wel goed kan, zodat we hem daar meer voor kunnen inzetten. B. Ik snap dat hij daar moeite mee heeft en zoek met hem naar mogelijkheden om minder met hem te hoeven samen werken. C. Ik vind het onacceptabel en zeg dat wij die collega moet leren om te gaan met de digitale verworvenheden.. De collega s van 50+ hoeven bepaalde diensten niet meer te draaien. De jongeren willen dat afschaffen. A. Ik vind het terecht dat dit ter discussie staat. We zijn immers allemaal gelijk. B. Onzin om hier over te praten, we worden immers allemaal een keer 50 en hebben er dan profijt van. C. Logisch jongeren voelen de belasting, terwijl zij ook de druk van een jong gezin hebben. Misschien moeten we eens praten over de leeftijdsopbouw van het team.. De ondernemingsraad vraagt aan de directeur om op de agenda het punt levensfasebewust personeelsbeleid op te nemen. A. Moeten wij nu ook al met die hype meedoen? B. Goed om rekening te gaan houden met de levensfase waarin je zit. C. Laat de OR eerst maar eens aangeven wat zij daar precies mee willen. 4. Door het ouderschapsverlof van een aantal collega s krijgen we het werkrooster niet meer rond. We moeten nu mensen van buitenaf aan trekken. A. Die mensen hebben daar nu eenmaal recht op, dus dat kan niet anders. B. Kunnen we niet bespreken of zij minder gebruik willen maken van de regeling? C. Het wordt tijd dat we mensen van andere generaties aannemen om deze problemen te voorkomen. 5. Een collega vraagt zorgverlof om voor haar zieke moeder te zorgen. Ze verwacht dat deze binnenkort overlijdt. A. Als we haar dat toestaan dan kan ik misschien ook eens een keer een beroep doen op extra verlof als ik dat nodig heb. B. Natuurlijk moeten we dit als team toestaan, dan lopen we allemaal maar een stapje harder. 4 juli-009 Met Waarden Helen
C. Ik ben niet van plan haar werk erbij te doen; ik heb mijn handen al meer dan vol. 6. De overtuiging heerst dat mensen van de dagopleiding als beginneling binnenkomen en veel begeleiding nodig hebben. A. Door het werken en opleiden meer te combineren bereid je mensen toch veel beter voor op de dagelijkse praktijk. B. De theorie kunnen ze wel vertellen, maar in de praktijk weten ze niet wat ze moeten doen. C. Met een goede coaching heb je er binnen korte tijd fantastische collega s aan. 7. Alleen de werknemers met jonge kinderen mogen in de schoolvakantie vrij, de anderen moeten daar buiten op vakantie. A. Dit pik ik niet langer en ik eis van de ondernemingsraad dat ze hierop nieuw beleid afdwingen. B. Voor mij als alleenstaande is dit geen enkel probleem. Ik wil toch niet in die drukke en dure tijd op vakantie. C. Er moeten wel uitzonderingen mogelijk zijn, want soms kan daar een goede reden voor zijn. 8. De vakbond bezint zich op een andere lastenverdeling. Bij een ledenpanel leggen ze de vraag voor of en wat men veranderd zou willen zien. A. Ik vind dat het hele stelsel op de schop moet. Je kunt niet van jongeren blijven vragen zoveel bij te dragen aan de kosten voor ouderen. B. Waarom een andere lastenverdeling? Ik profiteer later toch ook van de voordelen van dit op solidariteit gebaseerde stelsel? C. Terecht om nog eens kritisch naar de verdeling van middelen te kijken. Solidariteit is wel belangrijk, maar ouderen zijn tegenwoordig behoorlijk draagkrachtig, dus laat ze maar een steentje bijdragen. 9. Een collega is erg onzeker en wil daarom steeds met een oudere, ervaren collega ingeroosterd worden. A. Ik zeg hem dat het tijd wordt dat hij zelf verantwoordelijkheid neemt en als oudste dienst gaat doen. B. Met hem bespreek ik hoe hij dit denkt te gaan veranderen en hoe lang hij denkt dat dit nog duurt. C. Ik zeg hem dat hij nog maanden de kans krijgt om zich zelf te ontplooien als hij dan nog niet als oudste dienst kan doen, dan moet hij hier weg. 0. Die collega is begin vijftig en loopt er nu al de kantjes vanaf en die moet dan nog langer doorwerken? A. Ik bespreek met mijn collega s dat ik het eigenlijk niet zo zie zitten nog langer met haar opgescheept te zitten. Ik vraag of we niet gezamenlijk een aanpak kunnen bedenken om hier iets aan te doen. B. Ik stap op de collega in kwestie af en bespreek welke problemen ik voorzie. C. In het eerstvolgende werkoverleg staat op de agenda hoe om te gaan met werknemers die toewerken naar hun pensioenleeftijd.. Als OR-lid merk ik dat onze instelling screent op jonge vrouw zijn, want ze willen niet weer dat gedoe van zwangerschaps- en ouderschapsverlof. 4 juli-009 Met Waarden Helen
A. Ik bespreek met de directie hoe de opbouw van het medewerkersbestand nu is om een indruk te krijgen of wij onevenredig veel met deze problematiek geconfronteerd worden. B. Dit is pure discriminatie. Ik wil dat de ondernemingsraad eist van de directie dit criterium los te laten. Merk ik dat de screening blijft, dan stap ik naar de pers. C. Ik spreek met de directie af dat zij eerst kijken wie het meest geschikt is en dat we dan daarna zullen kijken of het een jonge vrouw betreft.. De ondernemingsraad wil praten over mogelijkheden ouderen te ontzien om het langer doorwerken voor hen mogelijk te maken. A. Binnen de ondernemingsraad zijn er grote meningsverschillen. Moeten we hier wel aan willen beginnen? B. Zij oriënteren zich bij de vakbond wat er elders al voor mogelijkheden ontwikkeld zijn. C. Ze komen tot de conclusie dat ontzien niet haalbaar is met dit personeelsbestand.. Het vrijwilligerswerk draait grotendeels op mensen met (vervroegd) pensioen, terwijl die generatie ook al zo hard gewerkt heeft aan de wederopbouw. Het wordt tijd dat jongeren zich maatschappelijk actiever opstellen. A. Dat is veel te eenzijdig gedacht. Er zijn zoveel jongeren die zeer actief zijn met maatschappelijke taken. B. Dat kunnen we van jongeren, die vaak ook gezinstaken hebben, niet verwachten. Laten we liever de ouderen meer ruimte geven voor dat werk. C. Om de sociale solidariteit op peil te houden zijn er nu al de maatschappelijke stages op de middelbare scholen, dus het komt wel goed. 4. De vakbond moet meer aandacht vragen voor ouderen om op een goede manier langer door te kunnen werken. A. Nu moet je bij voorkeur nog geen 0 zijn en een schat aan ervaring hebben. Laat de vakbond zich sterk maken dat de oudere werknemers zich mogen richten op het overdragen van kennis op die jonge generatie. B. Nu staan veel ouderen langs de zij-lijn, dat kan niet langer zo blijven gezien de vergrijzing die doorzet. C. Laat de vakbond bij de overheid duidelijk maken dat vrijwilligerswerk doen ook een belangrijke taak is in onze maatschappij. Geef actieve vrijwilligers een aanvullende uitkering als zij vervroegd willen stoppen met werken. 5. Mijn zoon vertelt dat hij een prima zorgverzekering heeft afgesloten, want al die overbodige troep heeft hij weggelaten. A. Ik zeg dat ik vind dat hij alleen maar aan jezelf denkt. Daardoor gaat de solidariteit tussen mensen die wel wat mankeren en gezonde mensen verloren. B. Ik vraag hem: Vind jij dan dat mensen die de pech hebben niet gezond te zijn dan maar meer moeten betalen? C. Ik zeg dat hij dat prima voor elkaar heeft. 6. De vakbond moet in de CAO ruimte regelen voor maatschappelijke activiteiten, zoals meedoen aan politieke partijen en vrijwilligerswerk. A. Ik zou mij niet hierdoor laten leiden. Je doet wat bij je past en op je weg komt en niet omdat de CAO dat verplicht. 4 juli-009 Met Waarden Helen
B. Dat is een goede manier om mensen te stimuleren zich maatschappelijk in te zetten. C. Dan moet de vakbond eerst maar eens werken aan een betere bekendheid van hun activiteiten op de werkvloer. 7. De vakbond gaat zich bewust richten op de nieuwe social media door leden meer te bereiken via email, de website en twitter. A. Ik heb niets met deze nieuwe media. Ik kom uit de generatie van gewoon de zaken op papier ontvangen. Nu moet ik opeens van alles digitaal. Tel ik als oudere werknemer opeens niet meer mee? B. Terecht, zo bereik je een jonge doelgroep. Misschien helpt het ook wel in het aantrekken van nieuwe jonge leden. C. Heel goed om op die manier je bereik te vergroten. Vergeet daarbij alleen niet dat er nog een hele generatie is die zich niet op de digitale snelweg begeeft. Anders raak je het contact met dat deel van je achterban kwijt. 8. De vakbond maakt zich zorgen over de (vergrijzende) leeftijdsopbouw van het personeel in bepaalde sectoren. A. Terecht. Veroudering van het personeelsbestand leidt tot verstarring van kennis en vaardigheden. Bovendien blijken ouderen vaak niet open te staan voor de verfrissende inbreng van de jeugd. Hierdoor roesten gewoonten vast. B. Onzin. Juist de oudere generatie vertegenwoordigt een schat aan kennis en ervaring waar de sector zijn voordeel mee kan doen. Het is zaak deze ouderen op een juiste manier in te zetten, zodat ze de jongeren kunnen begeleiden en helpen vakvolwassen te worden. C. Dat snap ik want de vergrijzing maakt de loonkosten te hoog om een goede concurrent te zijn met de lage lonen landen. Aan ieder antwoord worden punten toegekend. Schrijf uw antwoorden en punten op en tel uw score bij elkaar op. Hieronder kunt u lezen wat deze score betekent voor uw beroepstrots. Vraag: Score: A B C 4 5 6 7 8 9 0 4 juli-009 Met Waarden Helen 4
4 5 6 7 8 Tussen de 7 en punten: U beseft heel goed wat de verschillen zijn tussen de jongere en oudere generatie. U wilt dat daar ook zo veel mogelijk rekening meegehouden wordt. Zelf zult u steeds zoeken naar oplossingen die voor alle generaties acceptabel zijn. Daarmee bevestigt u wel de verschillen en maakt u misschien te weinig gebruik van de mogelijkheden de generaties van elkaar te laten leren. Tussen de en 5 punten: U probeert waar dat kan rekening te houden met de verschillen die er zijn tussen de generaties. Maar u ziet ook dat er omstandigheden zijn dat u soms toch moet stimuleren over de beperkingen heen te stappen. Door de generaties meer samen te laten werken verwacht u dat beide generaties veel van elkaar kunnen leren, zodat de verschillen daardoor ook minder groot worden. Minder dan 5 punten: U hebt niet zoveel met generatieverschillen. Waarom zou u een jonger iemand anders behandelen dan een ouder iemand? Het gaat er bij u meer om dat iedereen zich voldoende inzet en u vindt het onzin zoveel rekening te houden met verschillen in leeftijd en achtergronden. U ziet niet zoveel kans de positieve kanten van de ene generatie stimulerend te laten zijn voor de andere generatie. Uitgebreide uitslag: Tussen de 54 en 4 punten: U beseft heel goed wat de verschillen zijn tussen de jongere en oudere generatie. U wilt dat daar ook zo veel mogelijk rekening meegehouden wordt. Zelf zult u steeds zoeken naar oplossingen die voor alle generaties acceptabel zijn. Daarmee bevestigt u wel de verschillen en maakt u misschien te weinig gebruik van de mogelijkheden de generaties van elkaar te laten leren. U waardeert elk mens in zijn levensfase en probeert ieder tegemoet te komen door rekening te houden met de voorkeuren van hen. Maakt u dan wel voldoende gebruik van de stimulerende kracht die verschillen juist ook kunnen hebben? Wie weet hoe de ouderen kunnen leren met de digitale verworvenheden om te gaan en hoe de jongere generatie kan leren dat rust en tactiek ook zijn waardevolle kanten heeft. Tussen de 4 en 0 punten: U probeert waar dat kan rekening te houden met de verschillen die er zijn tussen de generaties. Maar u ziet ook dat er omstandigheden zijn dat u soms toch moet stimuleren over de beperkingen heen te stappen. Door de generaties meer samen te laten werken verwacht u dat beide generaties veel van elkaar kunnen leren, zodat de verschillen daardoor ook minder groot worden. U heeft er wel plezier in mensen te stimuleren de generatieverschillen als iets positiefs te benaderen en de mensen aanvullend aan elkaar te laten zijn. Waar mogelijk waardeert u de inbreng van iedere generatie en probeert u daar de vruchten van te plukken. Zo benut u de inbreng van alle generaties zo goed als mogelijk. Minder dan 0 punten: 4 juli-009 Met Waarden Helen 5
U hebt niet zoveel met generatieverschillen. Waarom zou u een jonger iemand anders behandelen dan een ouder iemand? Het gaat er bij u meer om dat iedereen zich voldoende inzet en u vindt het onzin zoveel rekening te houden met verschillen in leeftijd en achtergronden. U ziet niet zoveel kans de positieve kanten van de ene generatie stimulerend te laten zijn voor de andere generatie. Al die aandacht voor levensfasebewust personeelsbeleid hoeft voor u niet. Of iemand nu jong of oud is hij moet zich volledig inzetten en gewoon zijn werk goed doen. Natuurlijk zijn er een heleboel punten waarop onderscheid maken niet nodig is. Er kunnen echter omstandigheden zijn dat u meer gebruik zou kunnen maken van positieve kanten van generatieverschillen. 4 juli-009 Met Waarden Helen 6