Material en physical management verder uitgewerkt: Material management/productielogistiek Fysieke distributie/distributielogistiek



Vergelijkbare documenten
Administratieve organisatie (AO)

Logistiek. Logistiek in vogelvlucht

H2 Management: Logistiek samenvatting

Inkoop. Aspecten van inkoop 1. Technisch aspect 2. Logistiek aspect 3. Commercieel aspect

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Inleiding Logistiek, Inleiding 13 april 2007

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

Voorraadbeheer 4.1 Soorten voorraden

1 en 2 Inleiding Logistiek. Walther. Ploos van Amstel (w.ploos.van.amstel@hva.nl) Hessel Visser (hesselvisser@chello.nl )

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Hoofdstuk 1 Voorraad. Hoofdstuk 2 Wat is logistiek?

De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).

UIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)

Informatie de sleutel tot Excellente Service Logistiek! Zijn we er klaar voor?

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein D: markt (module 3) havo 5

Inleiding Logistiek, Hoofdstuk 7 13 april 2007

UIT grafische elasticiteiten

Samenvatting Economie Module 2

Bark Verpakkingen. Outsourcing Concept

Deze case hoort bij het boek Logistiek van Walther Ploos van Amstel (Pearson Education, 2008).

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

Samenvattingen h2. Jordi Morsink. Logistiek Recht Inkoop Algemene economie Administratie organisatie

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Material handling dag 2015 Kennis sessie 11:15 12:05 Aangeboden door Van Looy group Henk Smits Logistiek consultant

Inleiding Logistiek, Hoofdstuk 2 13 april 2007

Eco samenvatting; hs 2 + 5

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE

Commerciële distributiebeslissingen

Corina den Besten Arnold Monshouwer

Transport, doe het slim

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Gebruik onderstaande informatie om vraag 11 tot en met 13 te beantwoorden:

UIT elasticiteiten

Basisboek Logistiek & de toegevoegde waarde van LO-Game bij het leerproces. H1 Klant stuurt de logistiek aan ( Marktgestuurde logistiek )

Samenvatting Economie Vervoer

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

3 Wat wil de klant: marketing en logistiek

Logistiek in ketens Keuzes betreffende transport Keuzes betreffende het distributiecentrum Keuzes betreffende de distributiekanalen

Het einde van de opruiming

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan.

Let op!! Niet iedere handeling die rechtsgevolgen heeft, is ook een rechtshandeling. Indeling rechtshandelingen: Meerzijdig.

6,2. Informatiestroom. Vervoerstroom. Op tijd en in de juiste conditie. Profielwerkstuk door een scholier 1730 woorden 23 januari 2008

Vakken in de H2. Recht Logistiek Algemene Economie Administratieve organisatie Inkoop

Cursusprogramma. rogramma LO-Game Introductie en kennismaking met Logistiek voor MBO

ESLog Supply Chain Management Blok 8

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Johnston, R., Clarc, G. & Shulver, M. (2012). Service Operations Management. Essex: Pearson. ISBN: Case: Zeelando (100 punten)

Reverse factoring is Win-Win en Win.

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1

Examen AA ICAIS-2 / BIV2

2. Bepaal de verwachte prestaties van de leveranciers per segment. 4. Waarom je onderhandelt is belangrijker dan hoe je onderhandelt.

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Hoe krijg ik in vredesnaam mijn voorraad omlaag?

Toenemende Virtualisering/informatisering. Voor wie verstandig handelt!

Inkoop in Strategisch Perspectief

Mobility....sleutel tot actueel voorraadbeheer en meer efficiency. Whitepaper

Introductie. Beschrijving van je onderneming

Fabrikant. Groothandel. Detailhandel. Consument

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P

Innoveren maakt het verschil

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

Samenvatting. Beginselen van Productie. en Logistiek Management

Bestellen Omdat er nog vaak vragen zijn over de levertijd en bestelprocedure, zullen we deze hier uiteenzetten:

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER

Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken

Blok H2 Leverancier. Management Inkoop. Verplichte literatuur

MANAGEMENT 15. MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development

Een groot Assortiment kost geld?!

erbeterdezaak.nl Processen managen Een inleiding erbeterdezaak.nl

Magazijn-& Logistiek Management (hbo-nl-niveau)

Logistiek modellen H3 Logistiek raamwerk bij productielogistiek:

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie.

Duurzaamheid en Responsible Care

European Logistics Association

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN

Jansen Kok van Rozen. ijd

Logistiek management Examennummer: Datum: 17 november 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

In het kader van mijn stage bij Ydo organisatie-adviseurs

NCOI. Disconnected. BPM-context. BPM-lagenmodel. Strategisch Tactisch Operationeel (Hardjono blz 124) Totaalmodel in t Veld

Transcriptie:

Modellenoverzicht H2 Logistiek Logistieke deeltrajecten: Material en physical management verder uitgewerkt: Material management/productielogistiek Fysieke distributie/distributielogistiek Subsystemen Subsystemen 1. Inkoop, aanvoerlogistiek, verwerving 1. Voorraadbeheer gereed product 2. Voorraadbeheer grondstoffen, 2. Problematiek rond en binnen magazijnen en hulpmaterialen, halffabricaten depots 3. Productieplanning en besturing van uitvoering 3. Transport van die plannen 4. Materials handling reverse logistics = hergebruiken van producten in het primaire proces. Gevolg:

Verschil tussen handelsondernemingen en productieondernemingen: Handels- / distributieondernemingen Productieondernemingen Laat een product voor wat het is Wijzigingen in producten maken Form, fit en function ondergaan geen wijzigingen Form, fit en function ondergaan veel wijzigingen Divergente stromen Convergente goederenstroom Uit één enkele grondstof worden veel Producten bestaan uit veel onderdelen eindproducten gemaakt. In het logistieke concept wordt onderscheid gemaakt tussen externe doelstellingen (waarom?) en interne doelstellingen (hoe?). Doel van logistiek:

KOOP = het Klant Order Ontkoppel Punt Dit is het punt dat aangeeft hoever (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst. Er zijn vijf klantorderontkoppelpunten: Handigheidje:

Er zijn meer elementen die verschillend zijn voor en na het KOOP: Soorten voorraden Voorraden = goederen met een stroomsnelheid van nul, tijdgebonden; voorraadhoogte = hoeveelheid stuks die men in voorraad heeft; het voorraadverloop is afhankelijk van de voorraad en/of van het afnamepatroon. Voorraden kunnen ingedeeld worden volgens verschillende gezichtspunten:

Formule van Camp In formule: Waarbij: Q = bestelhoeveelheid per bestelling D = vraag naar product per jaar Cb = kosten per bestelling van een hoeveelheid in Q stuks Cv = voorraadkosten per stuk over een bepaalde periode Bestelmethoden - De belangrijkste aspecten die men hierbij onderscheidt, zijn het bestelmoment en de bestelgrootte: Omzet- en winstbijdrage Succes van inspanningen afmeten aan omzetgegevens. Vaak blijkt dat er grote verschillen kunnen bestaan in de vraagen omzetsnelheid per product: de bekende 80/20-regel = Pareto-analyse. De ABC-analyse is gebaseerd op de Pareto-analyse: A categorie kleine groep belangrijke items, bijvoorbeeld producten

B categorie tussengroep C categorie grote groep items, bijvoorbeeld producten,in eerste instantie niet belangrijk Reserve logistics belangrijk: onderscheidt tussen reserve logistics en green logistics: Cradle-to-cradle = van wieg tot wieg de keten beheersen. Het gaat over het doorbreken van de neerwaartse spiraal die duidt op de afnemende kwaliteit van grondstoffen en producten waarin deze grondstoffen uiteindelijk niet meer bruikbaar zijn en het einde van hun levenscyclus bereiken. Cradle-to-cradle heeft als doel de kwaliteit van grondstoffen en producten te behouden.

Recht Let op!! Niet iedere handeling die rechtsgevolgen heeft, is ook een rechtshandeling. Indeling rechtshandelingen: Eenzijdig Rechtshandeling Meerzijdig Rechtshandelingen kunnen opgedeeld worden in eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen. Gericht Ongericht Overeenkomst Familierechtelijk Andere Eenzijdige rechtshandelingen ontstaan door de wil van één persoon. Bestaat uit gerichte rechtshandelingen (vb. aanvaarden of verwerpen van erfenis) en ongerichte rechtshandelingen (vb. testament opmaken). Eenzijdig (nietwederkerig) Verbintenisscheppend e Goederenrechtelijk Bewijsrechtelijk Wederkerig Onderwerpen recht H2: Overeenkomst Verbintenissen Inhoud overeenkomst o Partijafspraak o Wet o Gewoonterecht o Redelijkheid en billijkheid Algemene voorwaarden Nakoming en niet nakoming van verbintenissen Schadevergoeding Meerzijdige rechtshandelingen twee partijen hebben de wil om beoogde rechtsgevolgen in het leven te roepen. De meest voorkomende rechtshandeling hierbij is het sluiten van een overeenkomst. Dit kan op drie gebieden: - Familierecht huwelijk - Goederenrecht overdracht zaak - Bewijsrecht compromis - Verbintenissenrecht kan eenzijdig (schenking) of wederkerig (koopovereenkomst) zijn.

Ethiek Moreel oordeelsvermogen in acht stappen: 1. Wat is het dilemma? 2. Wat is mijn voorlopige eerste oordeel en wat is daarbij mijn voornaamste bezwaar? 3. Wie zijn de betrokkenen? Wat zijn hun rechten en belangen? 4. Welke opties heb ik? Bedenk zoveel mogelijk (minstens vijf) handelingsalternatieven. 5. Wat zijn de argumenten voor en tegen de verschillende handelingsalternatieven? Welke waarden zijn daarbij in het spel? 6. Wat is mijn conclusie? 7. Hoe kan ik de schade die daarbij ontstaat zoveel mogelijk beperken? 8. Hoe voel ik mij hierbij? Normen en waarden: Dilemma:De term dilemma duidt gewoonlijk een keuze aan uit twee of meer alternatieven, die even onaantrekkelijk zijn. Elke keuze brengt een schade met zich mee Een dilemma is niet meteen een moreel dilemma; het is een moreel dilemma als anderen positief of negatief beïnvloed worden door jouw keuze. Verantwoordelijkheid: Economische verantwoordelijkheid Toetssteen is voortbestaan van de organisatie Juridische verantwoordelijkheid (Nike) Toetssteen is de wet Morele verantwoordelijkheid (Nokia) Toetssteen is je geweten Eventuele criteria: voorzienbaarheid beïnvloedbaarheid handelingsvrijheid Gevolgenethiek - handeling is goed als de gevolgen van een handeling goed zijn. Beginselenethiek - handeling is goed als het begin van een handeling goed is.

Algemene economie De concurrentiepositie bestaat uit: De gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid voor een prijsverandering verschilt van product tot product. De mate waarin de vraag op prijsveranderingen reageert, wordt de prijselasticiteit genoemd: % verandering hoeveelheid / % verandering prijs = elasticiteitscoëfficiënt. Inelastische vraag: de verkochte hoeveelheid verandert minder sterk dan de prijs. Bij prijsverhoging zal de omzet (blijven) toenemen (elasticiteitscoëfficiënt is kleiner dan 1). Elastische vraag: de verkochte hoeveelheid verandert sterker dan de prijs. Bij prijsverhoging zal de omzet teruglopen of bij een prijsverlaging zal de omzet stijgen. (elasticiteitscoëfficiënt is groter dan 1). Het marktmodel Op de markt komen vraag en aanbod bijeen. Deze kun je weergeven in een collectieve vraag- en aanbodcurve. Daaruit komt een evenwichtshoeveelheid en evenwichtsprijs tot stand. Functies: Qv = Ap + B Qa = Ap + B De markt is in evenwicht als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn (zie tabel). Echter, een vraaglijn kan verschuiven.

Daarbij zijn twee situaties mogelijk: 1. Stabiel evenwicht bij iedere verandering, automatisch stabiel evenwicht. Het aanbod kan zich snel aanpassen. 2. Instabiel evenwicht bij een verandering van de vraag, kan het aanbod niet snel reageren. Structuur, gedrag en resultaat Tegenwoordig wordt binnen ondernemingen er veel gebruik gemaakt van het SGR-model. Dit is namelijk een ideaal middel om een bedrijfstakanalyse te ontwikkelen. Het SGR-model

Administratieve organisatie Processen op verschillende niveaus: Proces administratieve organisatie:

Administratieve organisatie is: Waarbij het waardenketenmodel van Porter een belangrijke rol speelt: Vanuit problemen in het internationale bedrijfsleven is op een gegeven moment in de Verenigde Staten het COSO rapport gepubliceerd. Hierin is een internal control framework gepresenteerd dat verder gaat dan het traditionele management control Bouwstenen administratieve organisatie bestaan uit:

De verbanden met betrekking tot administratieve organisatie bestaan uit: Inkoop Verschillen koopgedrag consumenten en koopgedrag organisaties: Koopgedrag consumenten Koopgedrag organisaties Eigen voorbereiding en uitvoering Voorbereiding en uitvoering wordt opgedragen aan professionele inkopers. Kennis van producten en alternatieve Kennis van producten en alternatieve leveranciers is niet zo groot leveranciers is veel groter Er is sprake van persoonlijke behoeftebevrediging en emotionele motieven aan bedrijfsvoering Koopmotieven en doelstellingen zijn verbonden Impulsaankopen, aankopen worden zelfstandig Inkoop gaat bijna nooit alleen. Werk wordt gedaan gedaan in teamverband Weinig tijd en geen tot weinig overleg Nodige overleg en nodige tijd Meestal sprake van afgeleide vraag Hoe wordt er ingekocht? Wie koopt in?

Opmerkelijk zijn verschillen en overeenkomsten als het gaat om professioneel inkopen in het bedrijfsleven en in overheidsorganisaties: Bedrijfsleven Overheidsorganisaties Overeenkomsten Groot aantal verschillende personen en afdelingen zijn betrokken bij het inkoopproces. Drie hoofdvormen van organiseren komen zowel bij de private als bij de publieke sector voor. In beide sectoren wordt op inkoopgebied samengewerkt met anderen. Verschillen Organisatiedoelstellingen private sector. Organisatiedoelstellingen publieke sector, andere factoren dan Meer flexibiliteit doordat de private sector zich aan minder financieel rendement spelen een rol. wet- en regelgeving hoeft te houden. Minder flexibiliteit door de bijzondere wet- en regelgeving Meer risico s en snellere van de overheid. processen en besluitvorming. Trage processen en besluitvorming Eigen verdeling van budgettering. en een zekere mate van risicomijdend gedrag. Daarnaast veel strikte procedures. Houden aan een strak budgetmechanisme. Relatie tussen inkoop en logistiek Productielogistiek Distributielogistiek

Pro-actief meedenken, nieuwe mogelijkheden aandragen, vraag je af hoe iets nieuws van de leverancier kan leiden tot een betere bediening van een afnemer. Mate waarin specificaties vastliggen Manoevreerruimte besparingsmogelijkheden Naarmate het koopproces verder is gevorderd, wordt de manoeuvreerruimte kleiner.

English Writing a business letter 1. Letterhead - Sender s address, e.g. company name & address or personal address 2. References - Your ref: AB/CD Our ref: JN/KL 3. Date - 1 April 2002 April 1, 2002 4. Inside Address - Company name + address 5. Salutation - Dear.. 6. Subject line - underlined or in capitals 7. Message - introduction/purpose/reference details future action close (1 blank line between paragraphs) 8. Complimentary close - Yours faithfully Yours sincerely 9. Company name 10. Signature 11. Sender s/author s name 12. Sender s position/function 13. Encl: - Enclosures 14. cc - carbon copy