Kwaliteitseisen en profielbeschrijving VoorZorgverpleegkundigen - Opleidingstraject - Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) Update - Januari 2018 1
2012 Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Deze publicatie is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Fonds NutsOhra Auteurs Nelleke Maas Marjolein Oudhof Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Churchilllaan 11, 7e etage 3527 GV Utrecht 030-7600405 www.ncj.nl 2
Inhoudsopgave Basiskwaliteitseisen 4 Opleiding en overige eisen 4 Gewenste ervaring 4 Specifieke kwaliteiten 4 Trainingstraject 4 Basisscholing 5 VHT training 5 Doelstelling training 5 Training VHT binnen VoorZorg 5 Opleiding onder supervisie van AIT ZuidZorg 6 Methodiekbeschrijving 6 VoorZorgcolleges Werkbegeleiding op locatie Intervisie Supervisie (op verzoek/ naar behoefte) Profielbeschrijving VoorZorgverpleegkundige 7 Algemene competenties Bijdragen aan beleidsontwikkeling 8 Professionele ontwikkeling 8 Specifieke competenties, gerelateerd aan de basisprincipes van het VoorZorgprogramma 8 Vormgeven aan de therapeutische relatie 9 Reflectie op eigen handelen 9 3
1. Basiskwaliteitseisen Verpleegkundigen die willen worden opgeleid tot VoorZorgverpleegkundige voldoen aan de volgende basiseisen: Opleiding en overige eisen HBO verpleegkundige niveau 5 of A verpleegkundige met aanvullende MGZ opleiding Bereidheid tot het behalen van het AIT-certificaat video-hometrainer BIG geregistreerd In bezit van rijbewijs en auto Algemene computervaardigheden Gewenste ervaring Minimaal 2 jaar ervaring als jeugdverpleegkundige, bij voorkeur in de jgz 0-4 jaar Ervaring met gezondheidseducatie en opvoedingsondersteuning aan (a.s.) ouders Ervaring met huisbezoeken aan gezinnen in achterstandssituaties met uiteenlopende achtergronden en problematiek Gedegen kennis van de sociale kaart Specifieke kwaliteiten Affiniteit met hoog risico (a.s.) ouders en kinderen Ervaring met geven van opvoedingsondersteuning Bereidheid om incidenteel op onregelmatige tijden te werken Creativiteit en improvisatievermogen Geduld, kunnen werken met kleine stapjes Ervaring en/of affiniteit met empowerment van het gezin zelf Kunnen anticiperen op onvoorziene situaties Een goede schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid t.a.v. het opstellen van uiteenlopende rapportages en verslagen met een in- en/of externe bestemming Vaardigheid in het toepassen van verschillende gesprekstechnieken vanwege het moeten communiceren op verschillende niveaus, met verschillende culturen in een kort tijdsbestek 2. Trainingstraject De training wordt gecoördineerd en verzorgd door de NSPOH (ism het NCJ). Bij aanvang van de training wordt een persoonlijk portfolio aangelegd waarin diverse documenten bewaard worden die nodig zijn voor certificering. Het portfolio bestaat uit twee delen, een deel waarop de persoonlijke leerdoelen worden geformuleerd en een deel waarop de activiteiten, waaraan de verpleegkundige deelneemt, bijgehouden worden. De verpleegkundige start met het invullen van een zelfbeoordelingslijst voorafgaand aan de training. Gedurende de trainingsperiode wordt het persoonlijk (digitaal) portfolio door de verpleegkundige aangemaakt en bewaard op basis van een format in Onderwijs Online (Digitale leeromgeving van de NSPOH). Alle documenten zijn op Onderwijs Online en op het besloten gedeelte van de VoorZorgwebsite te vinden ( www.voorzorg.info ) 4
Als alle onderdelen van de training zijn gevolgd, inclusief de VHT-training die met een AIT-certificaat is afgerond, volgt certificering als VoorZorgverpleegkundige. De VoorZorgverpleegkundige kan zich op dat moment inschrijven voor de geaccrediteerde training VoorZorg in het kwaliteitsregister van V&V. Elke 5 jaar vindt hercertificering plaats. Hiervoor wordt een digitaal portfolio aangelegd dat door de VoorZorgverpleegkundige zelf wordt bewaard. Kwaliteitseisen voor hercertificering worden beschreven in het document Hercertificeringsproces VoorZorg. Basisscholing De totale training bestaat uit de volgende onderdelen: Drie dagen (6 dagdelen) basistraining Een dag (2 dagdelen) zwangerschapstraining Een dag (2 dagdelen) babytraining Een dag (2 dagdelen) peutertraining De basistraining en zwangerschapstraining zullen achter elkaar gepland worden. Vanaf het moment dat de basistraining en de zwangerschapsmodule zijn afgerond, kan de verpleegkundige dan in de praktijk aan de slag als VoorZorgverpleegkundige. VHT training Gelijktijdig bij de start van de zwangerschapstraining wordt een start gemaakt met de training VHT binnen VoorZorg. Het werken met videofeedback vormt een integraal onderdeel binnen het programma VoorZorg. Doelstelling training Na afloop van de training zijn verpleegkundigen in staat om met behulp van videofeedback: Elementen uit geslaagde communicatie met de moeder te bespreken Een positieve ouder-kind interactie te stimuleren Het zelfvertrouwen van de moeder te vergroten Een responsieve en sensitieve houding van moeder naar kind te helpen ontwikkelen De methodiek VHT binnen VoorZorg (zie hierna) toe te passen Praktisch De benodigde apparatuur te hanteren Opnames te bewerken en te monteren Training VHT binnen VoorZorg Training door opleider AIT Traject van 11 sessies Eindpresentatie (11de sessie) Certificaat VHT binnen VoorZorg Uitvoering VHT binnen VoorZorg Kwaliteitseisen na certificering: o 2 x per jaar Werk Ontwikkelings Kring (WOK) o Supervisie op locatie: minimaal 2x per jaar o Hercertificering 1 x per 3 jaar 5
Wat betreft de kwaliteitseis 2x per jaar een WOK moet hiervan 1x een specifieke WOK gericht op VoorZorg worden gevolgd. Dit geldt voor verpleegkundigen die daarnaast K-VHT binnen de reguliere JGZ uitvoeren. Wat betreft Supervisie op locatie minimaal 2 per jaar dient hiervan minimaal 1x zijn toegespitst op VHT binnen VoorZorg. Dit geldt voor verpleegkundigen die daarnaast K-VHT binnen de reguliere JGZ uitvoeren. Hercertificering dient plaats te vinden 1 x per 3 jaar op basis van presentaties tijdens de WOK s. Opleiding onder supervisie van AIT ZuidZorg Bij voorkeur wordt de opleiding van alle VoorZorgverpleegkundigen verzorgd door een vaste opleider onder coördinatie van AIT ZuidZorg. Het is prettig als er verschillende organisaties in één groep vertegenwoordigd zijn, je hoort zo meer van elkaars werkwijze, ervaringen etc. Trainingen en/of opleiding door AIT vinden bij voorkeur plaats bij het NCJ in Utrecht. Dit ligt voor de instellingen het meest centraal. Op een aantal plaatsen wordt de scholing van de VoorZorgverpleegkundigen verzorgd door een eigen interne opleider. De vaste AIT-VoorZorgopleider (ZuidZorg) zal met deze interne opleiders contact leggen om de specifieke toepassing van VHT binnen VoorZorg af te stemmen. Supervisies na de opleiding worden door de organisaties zelf geregeld, hetzij door een eigen AIT-opleider/supervisor, hetzij door een AIT-opleider/supervisor die zij hiervoor apart inhuren. Methodiekbeschrijving Er is een beschrijving van de methodiek VHT binnen VoorZorg ontwikkeld (Maas, 2007). Deze bevat een schema voor basiscommunicatie met de opnamemomenten en de mogelijke thema s. Een en ander is beschreven in een folder voor de verpleegkundigen en staat op het besloten deel van www.voorzorg.info. Verpleegkundigen zijn in het bezit van dit schema basiscommunicatie en de folder VHT binnen VoorZorg. Een uitvoerige methodiekbeschrijving is bovendien te vinden in het document Training VHT in VoorZorg door AIT Thuiszorg. Dit document staat eveneens op het besloten deel van www.voorzorg.info. Bovengenoemde werkwijze geldt als uitgangspunt voor de uitvoering van VHT binnen VoorZorg. Deze methodiekbeschrijving is goedgekeurd door het projectteam VoorZorg. De opleider van AIT hanteert de methodiekbeschrijving in het opleidings-/trainingstraject. Reeds eerder gecertificeerde VHT ers zijn geïnformeerd via de case conferences en de Werk Ontwikkelings Kring (WOK). In het kader van de hierboven beschreven scholing is het sterk aan te bevelen dat de deelnemende JGZ-organisaties, naast het door AIT uitgevoerde traject, de verpleegkundigen bij de start met VHT ook laten scholen in het gebruik van de camera, het toepassen van software voor o.a. het monteren en terugkijken van fragmenten, het gebruik van een laptop en andere technische aspecten. U vindt hierover informatie in de Handleiding kortdurende video-hometraining in gezinnen met jonge kinderen van Marij Eliëns & Bert Prinsen (NCJ/AIT Zuidzorg, 2008, hoofdstuk 2.3, blz. 98 t/m/ 105). Meerdere JGZ-instellingen in den lande hebben zelf gedetailleerde technische handleidingen ontwikkeld, bijvoorbeeld de GGD Gooi & Vechtstreek en Icare JGZ. 6
Op het moment dat een verpleegkundige start als VoorZorgverpleegkundige zal zij vanaf dat moment deelnemen aan de volgende activiteiten: VoorZorgcolleges De VoorZorgcolleges zijn landelijke bijeenkomsten georganiseerd en gecoördineerd door het NCJ en vinden vier keer per jaar plaats. De nadruk bij deze bijeenkomsten ligt op het gebied van deskundigheidsbevordering en het uitwisselen van kennis en ervaringen op landelijk niveau. Werkbegeleiding op locatie Collegiaal overleg in aanwezigheid van de manager waar zowel organisatorische als inhoudelijke zaken besproken worden. Intervisie Intercollegiaal overleg waar vooral casuïstiek besproken wordt. Supervisie (op verzoek/ naar behoefte) Bij supervisie staat het eigen professioneel functioneren in relatie met VoorZorgcliënten op de voorgrond. Supervisie wordt geleid door een supervisor. Dit kan zowel individueel als in kleine groepjes geboden worden en heeft een tijdelijk karakter. Voor een beschrijving van verschillende supervisietrajecten verwijzen wij naar de notities van Struijf en Boet (2011) en Bemelmans (2011). Deze staan op het besloten deel van www.voorzorg.info 3. Profielbeschrijving VoorZorgverpleegkundige Algemene competenties Zorgen voor goede kwaliteit van de uitvoering Het uitvoeren van het VoorZorgprogramma t.a.v. hoog-risico (aanstaande) moeders zoals bedoeld Het hanteren van de begeleiding op de 6 genoemde programmadomeinen van het leven van de moeder (zie onder 3.2) Het maken en bewaken van de voortgang van de afspraken en het motiveren van de (aanstaande) moeder om te komen tot zelfstandige uitvoering van deze afspraken Het cyclisch en planmatig uitvoeren van de huisbezoeken binnen de vastgelegde structuur van het VoorZorgprogramma Het signaleren, adviseren, motiveren, begeleiden en ondernemen van gerichte actie naar moeders met betrekking tot de formele ondersteuningsmogelijkheden van de (gezondheids) zorg in Nederland Onderhouden en afstemmen van interne en externe contacten Onderhouden en afstemmen van contacten met diverse zorggerichte interne disciplines Deelnemen aan een juiste en efficiënte overlegstructuur ter bevordering van integrale aanpak van de zorg Onderhouden en afstemmen van contacten met collega hulp- en zorgverleners Onderhouden van contacten met externe instanties 7
Bijdragen aan beleidsontwikkeling Verstrekken van informatie uit de praktijk van het VoorZorgprogramma die relevant is voor beleidsontwikkeling zowel binnen de eigen organisatie als landelijk Beleidsvoorbereidende activiteiten uitvoeren t.b.v. het VoorZorgprogramma Signaleren van knelpunten, trends en ontwikkelingen en dit delen met de projectleider en/ of manager Actief deelnemen aan werkoverleggen, projecten en werkgroepen, voor zover relevant voor de zorg voor de jeugd en voor VoorZorg Professionele ontwikkeling Volgen van ontwikkelingen van het eigen vakgebied en het bijhouden van relevante vakliteratuur Actief deelnemen aan scholings- en ontwikkelactiviteiten op het gebied van risicovolle opvoedsituaties Ontwikkelen, stimuleren en onderhouden van de competenties voor de eigen professionele ontwikkeling. Specifieke competenties, gerelateerd aan de basisprincipes van het VoorZorgprogramma Toepassen van de theoretische uitgangspunten zoals die verwerkt zijn in de handleidingen. De interventie is gebaseerd op drie theoretische modellen: 1. Hechtingstheorie van John Bowlby 2. Self-efficacy theorie van Albert Bandura 3. Ecologisch model (invloed van sociale context) van Uri Bronfenbrenner De drie theorieën vormen een integraal onderdeel van het programma en komen tot uitdrukking tijdens de huisbezoeken. De verpleegkundige focust zich op de sociale, emotionele en economische context van haar cliënt en spant zich in om op basis van een positieve, responsieve en sensitieve interactie een relatie aan te gaan met haar cliënt. De vijf cliënt gerichte principes vormen het uitgangspunt om te komen tot self-efficacy van de cliënt. Deze principes zijn: De cliënt is de deskundige van haar eigen leven, aandacht voor de sterke kanten van de cliënt, focus op oplossingen, kleine veranderingen zijn genoeg, volg de hartenwens van de cliënt. Gebruik maken van onderzoeksresultaten en ontwikkelingen vanuit de bredere praktijk die leiden tot verbetering van de (VoorZorg)uitvoeringspraktijk. Het continu gebruik maken van ervaringen, feedback, nieuwe ontwikkelingen en inzichten binnen het breder veld van jeugdgezondheidszorg en deze integreren binnen de VoorZorgpraktijk. Aandacht geven aan de zes programmadomeinen, aangepast aan elke individuele cliënt. De VoorZorgverpleegkundige biedt de structuur, bewaakt de inhoud en heeft aandacht voor het proces van de cliënt. De verpleegkundige heeft specifieke vaardigheden met betrekking tot psycho-educatie en heeft kennis van de ontwikkeling van zuigelingen en jonge kinderen, inclusief hechting en omgevingsfactoren. 8
De verpleegkundige maakt daarbij gebruik van de sterke kanten van de cliënt en besteedt aandacht aan de zes programmadomeinen : persoonlijke gezondheid, gezonde omgeving, moederschap, partner, familie en vrienden, levensloop van de moeder, formele hulpbronnen. Hierbij past zij de inhoud uit de handleidingen flexibel toe. Vormgeven aan de therapeutische relatie De therapeutische relatie tussen de verpleegkundige en de cliënt ligt aan de basis van het programma. Een goede kwaliteit van de relatie is een belangrijke voorwaarde om te komen tot verandering. De verpleegkundige gebruikt de relatie van waaruit de cliënt kan komen tot het durven uitbouwen van nieuwe vaardigheden, nieuwe inzichten en om de cliënt open te laten staan voor veranderingen die haar leven positief beïnvloeden. Reflectie op eigen handelen Het is van belang dat de verpleegkundige met haar collega s, haar leidinggevende en/of supervisor regelmatig reflecteert op haar professionele handelen. Door middel van intervisie/ supervisie en feedback heeft de verpleegkundige de gelegenheid om kritisch te kijken naar haar eigen professionele handelen met als doel haar cliënten beter te kunnen ondersteunen. De overgang maken van probleemgericht naar cliënt-/ vraaggericht werken vereist kritische reflectie op het eigen handelen. 9