Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 5.0 dd 19 februari 2015



Vergelijkbare documenten
Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2014)

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015)

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

CO 2 -uitstoot gemeente Delft

BIJLAGE A1. Versie 24 maart 2016 (v1.0)

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Documentatierapport Energieverbruik

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Energie beoordelingsverslag

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017

CO 2 -uitstoot 2011 gemeente Delft

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Sialtech CO2 Voortgangsrapportage U

teruggerekend naar één medewerker.

Energieverbruik door huishoudens,

Eurailscout Inspection & Analysis B.V. CO2 Voortgangsrapportage U

Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

Energie en ruimtelijke ordening

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U

CO 2 -uitstoot rapportage 2009

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2016 Takke Groep

3.C.1 Voortgangrapportage CO (1) Ter Riele

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

3 Energiegebruik huidige situatie

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

Veiligheidsconcept MCM b.v. CO2 Voortgangsrapportage U

Energiemanagement plan

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Informatie avond Streefverbruik. Jan Willems

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond

Documentatierapport Elektriciteits- en aardgasverbruik van particuliere woningen (ENERGIEVERBRUIKTAB)

Carbon footprint 2011

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

BIJLAGE A1. Versie 2 april 2014 v1.0

1. INLEIDING Rapportage

CO2 footprint InTraffic

Monitor CO 2 -uitstoot woningen Rotterdam 2012

Eurailscout Inspection & Analysis B.V. CO2 Voortgangsrapportage U

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Juli Pagina 1 van 13

Memo Energiekosten Leidsche Rijn

Inzicht in de Carbon Footprint van GKB Groep B.V. CO2 Prestatieladder niveau 4 over het jaar 2012 en 2013

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Legrand Nederland B.V.

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Review emissiefactoren 2015

Sialtech CO2 Voortgangsrapportage U

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

1. INLEIDING Rapportage

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

CARBON FOOTPRINT 2014

ENERGIEBEOORDELING P.C.

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Bestuur bewonersvereniging Het Breed p/a F. Witzen Het Hoogt GX AMSTERDAM. 22 maart 2010 stookkosten Eneco. Geachte bestuursleden,

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade CO2 emissie gemeente Kerkrade

Gemeente Delft. Doc./bijlage. Pft^unthr

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum:

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

CO 2 -Prestatieladder

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Juni Pagina 1 van 14

Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V.

V.o.f. transportbedrijf G.L. De Haan

EMISSIE- INVENTARIS mei 2016,

v Q1/Q2

Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn.

Rapportage CO 2 -footprint Theuma

footprint 2018 CO2 footprint 2018 Opgesteld door: RM Vrijgave: MM Paraaf: Datum: Paraaf: 1.0 Versie: Datum: Status: Definitief

CO 2 -uitstootrapportage 2010

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

KLIMAATTRANSPARANTIE

KLIMAATTRANSPARANTIE

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Tweede halfjaar 2013

Uitleg bij de presentatie

CO 2 Prestatieladder. Footprint 2018 (1h) De Enk Groen & Golf B.V. Definitief. Jurgen Fuselier. Opgesteld door De Enk Groen & Golf B.V.

Energie management actieplan 2015

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

2.B.2 Energie meetplan 2018

Factsheet CO2-Prestatieladder

Erdi Holding B.V. Opgemaakt door Frank van der Tang. Periode: 1 januari t/m 30 juni van 10. Datum: 2 december 2015

Noordlease. Opgemaakt door Danielle de Bruin. Periode: 1 januari t/m 31 december van 9

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Maart Pagina 1 van 14

Transcriptie:

Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht Versie 5.0 dd 9 februari 205 Monitoring De laatste jaren is er een toenemende belangstelling naar inzicht in de energieverbruiken en de CO 2-monitoring bij lokale overheden. Zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht zijn er veel initiatieven geweest en nog steeds gaande - om grip te krijgen op de CO 2-monitoring. Denk bijvoorbeeld aan het Green House Gas protocol, als referentiekader voor het berekenen van de CO 2-footprint van organisaties (ISO 2006). Maar ook RVO/RWS Leefomgeving (voorheen AgentschapNL) in samenwerking met CBS publiceren CO 2-uitstoot gegevens op lokaal niveau en de gezamenlijke netbeheerders leveren energieverbruikgegevens van particulieren en zakelijke verbruikers (Energie in Beeld). Als gemeente monitoren we de CO 2-uitstoot van onze stad sinds 990 door: ) de CO 2-uitstoot van alle inwoners en bedrijven in de stad Utrecht te achterhalen op basis van verbruikgegevens elektriciteit, gas en warmtelevering en 2) CO 2-uitstoot van autoverkeer op basis van voertuigkilometers. Bij de verbruikgegevens werkt Utrecht al vanaf het begin samen met REMU, later met Eneco en Stedin. Ook CBS/RVO/RWS Leefomgeving-Klimaatmonitor levert gegevens aan. Door Ecofys (2009) en CE (202) zijn second opinions uitgevoerd op de stedelijke CO 2-bepaling en monitoring. Daarbij werd de werkwijze van de gemeente als correct gekwalificeerd voor het doel waarvoor het bedacht was "inzicht in de CO 2-uitstoot ten behoeve van bepaling 'waar staat de stad Utrecht' en het zichtbaar maken van trends". Beschikbare data en gegevens De gemeente heeft de beschikking over of toegang tot een aantal databestanden met verbruiksgegevens. Soms zijn de bronnen openbaar, soms heeft de gemeente toegang tot die data gekocht, maar mag zij die gegevens niet doorverkopen of aan derden beschikbaar stellen. Onderstaand een overzicht van de bronnen: - Klimaatmonitor van RWS Leefomgeving: Elektriciteit + Gasverbruikgegevens van woningen en in 204 ook (deels) van bedrijven op stadsniveau (en indien mogelijk ook wijkniveau); - Energie in Beeld van Stedin: E + G particulier en zakelijk, tot op niveau PostCode 6, waarbij er, vanwege privacy/concurrentie, tenminste zes afnemers moeten zijn. In het geval dat er minder afnemers zijn, worden de gegevens op een hogere aggregatieniveau (PC5 of PC4) geleverd. - Eneco Warmte en Koude: Warmteverbruiken van NIET-grootverbruikers en grootverbruikers tot op niveau PostCode 6, waarbij er, vanwege privacy/concurrentie, tenminste voldoende afnemers moeten zijn. In het geval dat er onvoldoende afnemers zijn, worden de gegevens op een hogere aggregatieniveau (PC5 of 4) geleverd. - Periodieke rapportage voertuigkilometers + openbaar (bus)vervoer en resulterende CO 2- uitstoot via verkeersmodellen; - Woningaantallen en huishoudens uit 'Utrecht bij de hand' & WistUdata en CBS. Appels, peren en ander fruit Met enige regelmaat zijn er vragen of ontstaat er discussie over de bepaling van de CO 2- uitstoot en monitoring. Externe adviseurs hanteren andere kengetallen of kennen niet de specifiek Utrechtse situatie met andere uitkomsten of conclusies tot gevolg. Dit maakt de vergelijking van alternatieven onduidelijk en soms zelfs onbruikbaar. Onderstaand een opsomming van de complicerende factoren. Er wordt besloten met de kengetallen die Utrecht voor de bepaling van de CO 2-uitstoot hanteert. De eerste complicerende factor is het aantal landelijke gegevensbestanden die naar de gemeente Utrecht vertaald worden. Zo is er op basis van de landelijke emissieregistratie een CO 2-uitstoot voor de stad Utrecht te bepalen. Groot knelpunt is dat de invloed van de NUON centrales en de rijkssnelwegen daarin meegenomen zijn en dat zijn bronnen waar de gemeente geen invloed op heeft en die ook bovenlokaal acteren. Voor het lokaal klimaatbeleid kiezen gemeenten er voor om de CO 2-uitstoot van deze bronnen niet mee te nemen. Door Rijkswaterstaat-Leefomgeving (voormalig onderdeel van AgentschapNL) wordt op basis

van onder andere CBS gegevens de elektriciteit- en gasverbruiken van woningen gegeven. Deze gegevens zijn op de website www.klimaatmonitor.databank.nl te vinden. Warmteverbruik (stadsverwarming) is bij CBS niet bekend en wordt dus niet in de data weergegeven. Vanaf 204 levert CBS/Rijkswaterstaat-leefomgeving (niet geheel compleet) ook gas- en elektriciteitverbruikgegevens van bedrijven/zakelijk aan. De gezamenlijke netbeheerders, voor Utrecht Stedin, leveren ook op abonnementsbasis gas- en elektriciteitverbruiken. De tweede complicerende factor in Utrecht is de aanwezigheid van stadsverwarming. Bij uit nationale bronnen gebaseerde gegevens over (voornamelijk) gasverbruik in Utrecht moet de invloed van stadsverwarming voor het deel verwarming (en voor sommige gevallen ook koeling) altijd toegevoegd worden. Wordt daar geen rekening mee gehouden dan resulteert dat in een onwaarschijnlijk laag gemiddeld gasverbruik voor Utrechtse woningen of bedrijven, omdat ongeveer ⅓ van de stad aangesloten is op stadsverwarming. Grote afwijkingen kunnen ontstaan als op basis van het totaal gasverbruik van particulieren uit 'Energie in Beeld' en het aantal huishoudens in de stad uit 'Utrecht bij de hand' het gemiddeld gasverbruik voor woningen wordt berekend en waarbij de stadsverwarming buiten beschouwing is gebleven. Een heel lage en verkeerde CO 2-uitstoot voor verwarming en warmtapwater per woning is het resultaat en dat betekent mogelijk verkeerde conclusies. Een derde complicerende factor is de discussie over omrekening van energiedragers op basis van fossiele energie, denk daarbij aan elektriciteit en warmte, naar CO 2-uitstoot. In Nederland worden verschillende getallen genoemd om van een kwh elektriciteit naar kg CO 2-uitstoot te komen. Te vinden zijn 0,566 kg/kwh, 0,460kg/kWh of 0,49kg/kWh. Utrecht hanteert al jaren een soort 'grootste gemene deler' te weten 0,492kg/kWh. Dit betekent dat de CO 2-uitstoot die veelal ook bepaald is in databestanden van derden een afwijkende uitstoot geeft van wat de gemeente Utrecht hanteert. Voor trendbeschouwing en voor het vergelijken van alternatieven is het verstandig om steeds dezelfde Utrechtse- waarden te hanteren. Een vierde complicerende factor is de verschillende benaming voor 'de particuliere afnemer'. Soms wordt gesproken over huishoudens en woningen wat niet hetzelfde is, Utrecht telde in 20 64.230 huishoudens en 33.738 woningen-, dan weer over particulieren. De gebezigde benaming is afhankelijk van de leverancier van de verbruikgegevens. De elektriciteit- en de gasleverancier kennen slechts het onderscheid particulier en zakelijk, de warmteleverancier praat over NIET-grootverbruiker en grootverbruiker. Een groot deel van die particulieren en NIET-grootverbruikers betreft woningen, maar een op relatie is er niet. Kleine bedrijven kunnen een NIET-grootverbruiker aansluiting hebben en grote wooncomplexen met tientallen woningen hebben vaak één gezamenlijke grootverbruiker aansluiting. Er moet met verstand naar de cijfers en de grootheden van de verschillende bronnen gekeken worden. Tenslotte kan nog genoemd worden dat door voortschrijdend inzicht en betere selectieroutines op de ruwe data bij de leveranciers van verbruikgegevens het aantal verbruikers en de daarbij behorende totaalverbruiken gas, elektriciteit of warmte per moment van raadpleging van de gegevens licht kunnen verschillen. Berekeningswijze van energie naar CO 2 / kengetallen Utrecht hanteert de volgende omrekeningen: kwh elektriciteit = 0,492 kg CO 2 m3 gas =,78 kg CO 2 GJ warmte = 36,2 kg resp. 33,8 kg CO 2 voor ombouw gas -> warmte resp. uitstoot. vrtkm = 0,275 kg resp., kg CO 2 voor licht resp. overig gemotoriseerd snelverkeer. Gemiddelde verbruiken van woningen/particulieren in Nederland en in de stad Utrecht Op basis van landelijke gegevens 2 zijn voor het jaar 20 tot en met 203de gemiddelde elektriciteit-, en gasverbruiken bepaald. Vrtkm = voertuigkilometer 2 op basis van CBS, zie www.klimaatmonitor.databank.nl,. 2

Op basis van diverse andere bronnen zijn voor de jaren 200 tot en met 203 de gemiddelde verbruiken in Utrechtse woningen/bij Utrechtse particuliere verbruikers bepaald. Ten opzichte van landelijke gegevens zijn de verbruiken in Utrecht wat lager. De verbruiken, in het bijzonder gas en warmte, zijn gecorrigeerd naar een gemiddelde temperatuur in het stookseizoen (graaddagen correctie). In het onderstaande overzicht staat een en ander samengevat. 3

Omschrijving Nederland Utrecht eenheid 3 bron 200 20 202 203 200 20 202 203 Gemiddeld 3.300 3.250 3.200 3.50 2.750 2.750 2.650 2.650 kwh/woning CBS/Klimaatmonitordatabank elektriciteitverbruik Gemiddeld 2.79 2.759 2.679 2.640 kwh/particulier Energie in Beeld elektriciteitverbruik Gemiddeld gasverbruik.850.450.550.600.250 950 950.000 m 3 /woning CBS/Klimaatmonitordatabank NIET temp. gecorrigeerd Gemiddeld gasverbruik.650.550.500.500.00.050 950 950 m 3 /woning CBS/Klimaatmonitordatabank temp. gecorrigeerd Gemiddeld gasverbruik.298.244.87.62 m 3 /particulier Energie in Beeld SJV standaard jaarverbruik (dwz temp. gecorrigeerd) 4 Gemiddeld 32,09 n.b. n.b. GJ/NIETgrootverbruiker Eneco W&K warmteverbruik Graaddagen stookgrens 5 C 2.430 26%.78 89%.98 03% 2.8 3% Graaddagen5 C % tov gemiddeld KWA A foort weerst. De Bilt gemiddeld.927 gd = 00% PV panelen bekende 70.20 2.425 275.236 693.676 599 977 3.009 6.765 kwpiek CBS/Klimaatmonitordatabank adressen Aantal woningen 7.72.436 7.27.803 7.268.093 7.449.688 32.97 33.44 35.353 45.53 woningen CBS/Klimaatmonitordatabank Aantal woningen 32.366 33.738 35.67 44.542 woningen Utrecht bij de hand & Wiast Udata (Utrecht had op --203 66.387 huishoudens en 322.000 inwoners) Aantal particuliere 97.63 99.280 00.908 04.382 particulieren Energie in Beeld aansluiting elektriciteit Aantal particuliere 78.229 78.699 79.446 8.78 particulieren Energie in Beeld aansluiting gas Aandeel woningen 4,0% 4,% 4, 4,4 24,0 25,0 25,0 28,0 Procenten van CBS/Klimaatmonitordatabank stadsverwarming alle woningen Aantal NIETgrootverbruikers warmte Te onnauw keurig 34.776 n.b. n.b. aansluitingen Eneco W&K Gemiddeld CO2-uitstoot voor verwarmen en apparatuur 5.058 --- 3.840 n.b. n.b. kg CO2/±woning n.b. = vanwege ontbrekende warmteverbruiken nog niet op dit niveau te bepalen Bepaald adhv de meest zinvolle gegevens 3 Huishoudens, woningen, particuliere verbruikers en NIET-grootverbruikers zijn niet hetzelfde. 4 SJV standaard jaarverbruik:de verbruikgegevens zijn gebaseerd op het Standaard Jaarverbruik met als peildatum 3 december van het desbetreffende jaar. Het SJV is het jaarvebruik van een afnemers op een netaansluiting bij gestandaardiseerde condities en op basis van een genormaliseerd jaar met gemiddelde klimaatcondities.

Graaddagen: voor de CO 2-uitstoot bepaling wordt gerekend zonder rekening te houden met graaddagen in de winterperiode. Slechts in een voetnoot zal bij sterk afwijkende koude stookseizoenen hier kort aandacht aan worden besteed. De gehanteerde stookgrens is 5ºC. Niet in de CO 2-uitstoot De CO 2-uitstoot van de stad, circa,6 miljoen ton in 20, betreft het elektriciteit, gas en warmteverbruik in woningen, gebouwen, bedrijven en voorzieningen. Voorts de CO 2-uitstoot van snelverkeer en openbaar vervoer bussen op de wegen binnen en buiten de bebouwde kom, exclusief de rijkswegen. De uitstoot van langzaam verkeer, voor reizen anders dan openbaar vervoer per bus, voor trein en tram en voor bouwmachines en dergelijke is niet bekend en niet meegerekend. De uitstoot van de voormalige NUON centrales is buiten beschouwing gelaten, omdat de uitstoot via de energieverbruikers wordt geteld. Voorts is niet meegenomen in de totale uitstoot van de stad het energieverbruik nodig voor het maken van producten, bouwwerken, vliegreizen van Utrechters en dergelijke.