Opdrachten bij hoofdstuk 6. Opdracht 1 (oefenen, verwoorden en motiveren)



Vergelijkbare documenten
Voel jij wat ik bedoel? 17/5/2008

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Respectvol reageren op gevoelens

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Instructie: Lees eventueel opnieuw paragraaf 9.2. Maak daarna onderstaande opdrachten.

Als de opdracht is gemaakt, kun je, door middel van het aanklikken van onderstaande knop, nog een aantal voorbeelden lezen.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Lucy heeft een ballon

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Inhoud. Inleiding... 6 Test: ben jij hooggevoelig? Tips van meisjes en jongens... 16

Module 1. Bewustwording.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Woede heeft een slechte reputatie. We staan er wantrouwig tegenover omdat woede vaak geassocieerd wordt met geweld en agressie. Toch heeft woede ook

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

C. 3 Wat wil ik Wat is je ambitie/drive; jouw motivatie en interesse

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Voorbereiding assessment

Onderhandelen en afspraken maken

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Inleiding. onder je nagels vandaan halen. De kloof met je omgeving

Sectorwerkstuk

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

Als je de opdracht gemaakt hebt kun je het antwoord controleren door op onderstaande knop je klikken.

Verbindingsactietraining

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Affirmaties, welke passen bij mij?

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Onzichtbare koffer WERKBLAD 1. De onzichtbare koffer van. Overtuigingen over zichzelf: Overtuigingen over anderen: Overtuigingen over de wereld:

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Rollenspel Dag van de Verpleging

Rapportage Werksoorten. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Niemand hoeft verlegen te zijn

Rode Draad: Wat is Maatschappijleer?

Werk aan je winkel. Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren. Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Studiekeuzedag CMD voorbereidingswerkboek

Smoesjes. TipsforTrouble HOME TROUBLE MEER WETEN < > EXTRA PITTIG

Sporten Hoe begin je en hoe houd je het vol?

Gratis online training. Show up & Shine! Voel je weer licht, vol plezier, energiek en in balans.

Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

EQ als grootste voorspeller van succes MAAR ER LIGT EEN VALKUIL OP DE LOER, DIE JE AAN KUNT PAKKEN

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ter inspiratie: Opschuddertje Nee denken en niet zeggen. Nee zeggen is te leren!

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Training. Interactieve vaardigheden

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Speel het spel. stimulansen

De eigen grenzen bewaken

Je antwoorden bij opdracht a. kun je vergelijken met andere voorbeelden door op onderstaande knop te klikken.

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Hoe goed kun jij mensen lezen?

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Aan de slag met Twitter

Allereerst zijn we benieuwd naar jouw reactie en willen we graag dat je de volgende vragen beantwoordt:

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

HET KOMPAS DOEL BENODIGDHEDEN: WERKINSTRUCTIE: OPDRACHT IN DE KLAS:

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Wil jij minderen met social media?

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Effectmeting onder leerlingen en leraren

Eerst je eigen toekomst bedenken, voordat je samen een toekomst bedenkt. Aantrekkelijk voelen Pak je echte wens

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

LESBRIEF BIJ ALLES WAT IK VOEL HET GROTE EMOTIEBOEK

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word

2.1 FaVoriete leestips

1 DETOX Challenge - home Relax Academy 2018

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

2010 Marco Honkoop NLP coaching & training

11 Omgaan met verbale agressie

Transcriptie:

Opdrachten bij hoofdstuk 6 Opdracht 1 (oefenen, verwoorden en motiveren) Het doel van de opdracht is een verdere bekwaming in het onderscheid maken tussen een emotie en een stemming. Na afloop van deze oefening ben je in staat om dit onderscheid zonder fouten te maken. Lees eventueel opnieuw paragraaf 6.2 (De functie van emoties). In deze paragraaf wordt het onderscheid tussen emoties en stemmingen beschreven. Maak vervolgens onderstaande opdracht. a. Noem twee emoties die jij vaak ervaart en vervolgens twee stemmingen. b. Motiveer waarom je de eerste twee als een emotie hebt omschreven. Gebruik bij je motivatie de criteria die in het boek staan: lengte en bekendheid van de oorzaak. Doe dit vervolgens ook bij de twee stemmingen. c. Bespreek je antwoorden en motivaties met je medestudenten en eventueel de docent. Controleer of je argumenten kloppen en stel deze eventueel bij als dat niet zo is. Opdracht 2 (oefenen en motiveren) Het doel van de opdracht is een verdere bekwaming in het onderscheid maken tussen positieve en negatieve emoties en primaire en secundaire of sociale emoties. Lees eventueel opnieuw paragraaf 6.1 (Inleiding) en 6.2 (De functie van emoties). In deze paragrafen wordt respectievelijk het onderscheid tussen positieve en negatieve emoties besproken en tussen primaire en secundaire emoties. Maak vervolgens onderstaande opdracht. a. Hieronder staat op alfabetische volgorde een lijst van twintig emoties. Lees deze lijst en probeer je bij elke emotie voor te stellen hoe jij deze ervaart. Afkeer Apathie Dankbaarheid Extase Interesse Jaloezie Leedvermaak Minachting Triomf Verbazing Verdriet Verlegenheid Verrassing Verveling Vreugde Vrolijkheid Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 1

Ontspanning Tevredenheid Wanhoop Wantrouwen b. Probeer vervolgens de emoties in te delen in positieve en negatieve emoties. Lukt dat altijd? Bespreek je antwoorden met je medestudenten en eventueel de docent. Stel daarbij de volgende vragen: heeft iedereen dezelfde emoties op het oog die moeilijk zijn in te delen? Welke verklaringen zou je daarvoor kunnen bedenken? c. In paragraaf 6.2 wordt het onderscheid tussen primaire en secundaire emoties behandeld. Probeer bovenstaande lijst op dit onderscheid in te delen. Bespreek ook deze resultaten met je medestudenten en stel dezelfde vragen als bij b genoemd werden. Opdracht 3 (oefenen, verwerken en verwoorden) Het doel van de opdracht is het oefenen in het benoemen en onderscheiden van de vier aspecten die een rol spelen bij een emotie. Door het maken van de opdracht zul je deze aspecten de lichaamsaspecten, de gedragsaspecten (expressiviteit en emotioneel handelen), de gevoelsaspecten en de situatie die de emotie uitlokt beter leren onderscheiden en herkennen. Lees eventueel opnieuw de paragrafen 6.3 tot en met 6.6. Kies twee emoties die je zelf wel eens ervaart, bijvoorbeeld agressiviteit, jaloezie, verlegenheid, apathie of een andere emotie. Beantwoord daarna de volgende vragen. a. Benoem bij elke emotie de vier aspecten die, volgens het boek, een rol spelen. Het handigste is om te beginnen met de situatie. Werk de vraag als volgt af: in welke situatie treedt deze emotie bij mij op? Met welke (veranderingen van) lichaamsaspecten gaat deze emotie bij mij gepaard? Met welke gedragsaspecten (expressiviteit en emotioneel handelen)? En met welke gevoelsaspecten? Doe dit bij beide door jou gekozen emoties. b. Lukt het je om alle vier aspecten bij de twee emoties te benoemen? Welke conclusies trek je, of welke vragen heb je, als je dat niet of onbevredigend lukt? c. Onderscheiden de twee emoties zich op alle aspecten? Welke conclusies trek je daaruit? Het belang van deze opdracht is vooral gelegen in het zelf oefenen. Als je dat gedaan hebt kun je door op onderstaande knop te klikken je antwoorden vergelijken met twee voorbeelden. Voorbeelden bij opdracht 3 Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 2

Opdracht 4 (oefenen, toepassen en ervaren ) Het doel van de opdracht is een verdere bekwaming in het gebruik en de toepassing van de begrippen actiebereidheid en stuurvoorrang. Ook zul je ervaren dat een emotie vrijwel altijd stuurvoorrang krijgt. Lees eventueel opnieuw paragraaf 6.4.2. Beantwoord daarna de volgende vragen. a. Noem twee situaties waarbij je met iets bezig was en er iets gebeurde waardoor er een emotie bij je werd opgewekt. Benoem bij beide voorbeelden de (gevoelde) actiebereidheid en stuurvoorrang. b. Kun je soortgelijke situaties bedenken waarbij de opgewekte emotie geen stuurvoorrang kreeg? Wat concludeer je uit de resultaten die je vindt? c. Bespreek je antwoorden met je medestudenten en eventueel de docent. Controleer of iedereen het eens is met je voorbeelden. Is het anderen gelukt om de gevraagde uitzonderingen bij opdracht b te vinden? Kijk of dat nog consequenties heeft voor de conclusie die je zelf getrokken had. Het belang van deze opdracht is vooral gelegen in het zelf oefenen. Als je dat gedaan hebt kun je door op onderstaande knop te klikken je antwoorden vergelijken met twee voorbeelden. Voorbeelden bij opdracht 4 Opdracht 5 (ervaren en meningsvorming) Het doel van de opdracht is het vergroten van je kennis over emotionele intelligentie en het stimuleren van meningsvorming over het nut of onnut van dit begrip. Lees eventueel opnieuw paragraaf 6.7.1 over emotionele intelligentie. Maak vervolgens onderstaande opdrachten. a. Op internet is veel informatie te vinden over emotionele intelligentie. Zo is er een startpagina (http://eq.pagina.nl/), als ook een aantal sites waar je een zelftest in kunt vullen. Voorbeelden zijn: http://www.123test.nl/index.php?c=links/jump.php?id=62 http://www.goodfeeling.nl/default_eq.htm http://www.jobexec.com/comet.php?xqlid=1&qp=7eq&lanver=nl (na registratie). De testen verschillen enorm in uitgebreidheid en aanpak. Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 3

Opdracht: surf naar de startpagina en zoek informatie die je interesseert. Maak vervolgens één of twee van bovengenoemde (of andere) testen. b. Wat vind je van het testen van het EQ? Denk je dat dit zinvol is naast de gewone IQ-test? Denk je dat de informatie die je krijgt nuttig is? Motiveer je antwoord en gebruik daarbij de informatie die je via de startpagina gevonden hebt. c. In paragraaf 6.7.1 wordt ook geschreven dat tegenwoordig in het Nederlandse onderwijs steeds meer aandacht wordt geschonken aan het stimuleren van EIvaardigheden. Ben je het eens met deze ontwikkeling? Neem in je standpuntbepaling mee wat de relatie moet zijn tussen de inbreng van school en de inbreng van ouders en ook wat de relatie moet zijn tussen het leren en trainen van sociaal-emotionele vaardigheden en cognitieve (schoolse) vaardigheden zoals leren lezen, rekenen, enzovoorts. Als je van mening bent dat het onderwijs wel een bijdrage moet leveren, zou je dan kunnen aangeven welke vaardigheden dat zijn bij bijvoorbeeld kinderen uit de onderbouw van de basisschool en jongeren uit de brugklas van het voortgezet onderwijs. Motiveer je antwoorden. d. Bespreek de antwoorden bij b en c met je medestudenten of organiseer er een groepsdiscussie over. Let vooral op de verschillende motivaties bij je medestudenten en stel vast of deze jouw eigen standpunten beïnvloeden. Welke conclusies trek je daaruit? Opdracht 6 (ervaren, uitzoeken en motiveren) Het doel van de opdracht is uit te zoeken welke functies het emotionele gedrag huilen bij mensen kan vervullen. Daarnaast is het de bedoeling dat je uitzoekt of jongens en meisjes verschillend huilgedrag vertonen. Door het maken van de opdracht zul je meer interesse krijgen in dit fenomeen en oog krijgen voor het feit dat iets wat simpel lijkt erg complex kan zijn. Zoals blijkt uit de tekst op pagina 201 kunnen mensen huilen en dieren niet. De reden daarvan is onduidelijk en houdt de mensheid bezig sinds we dat weten. Een voorbeeld daarvan is het beroemde boek De stam van de holebeer (Auel, 1981) te vinden. Dit boek, dat handelt over de (fictieve) geschiedenis van de mensheid, speelt zich af aan het begin van de beschaving (35.000 jaar geleden). Een meisje (de hoofdpersoon: Ayla), onmiskenbaar een voorloopster van de moderne mens, wordt geadopteerd door de Stam (een uitgestorven tak van de mens; qua beschrijving lijken de leden op Neanderthalers). Het meisje kan huilen, de leden van de Stam niet. Zij verbazen zich en vragen zich af wat de functie van dit gedrag is. Beantwoord de volgende vragen. a. Noem zoveel mogelijk functies die het huilen vervult bij mensen. Houd daarbij vooral rekening met het interactieve signaal dat huilen is. Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 4

b. Kun je redenen bedenken waarom mensen kunnen huilen en dieren niet? Noem deze redenen. c. Schrijf op hoe vaak je de afgelopen maand gehuild hebt. Keer in je herinnering terug naar de laatste twee keer dat je gehuild hebt. Schrijf op in welke situatie dat was en waar en/of bij wie je je bevond. d. Bespreek de antwoorden bij a en b met je medestudenten en eventueel met de docent. Discussieer met elkaar en probeer overeenstemming te vinden over de functie die huilen kan vervullen. Komen jullie ook tot bevredigende verklaringen waarom dieren niet kunnen huilen? e. Vergelijk naar aanleiding van de antwoorden bij vraag c of hier veel verschillen zijn te vinden. Als dat mogelijk is, is het handig om te kijken of er verschillen zijn in de antwoorden bij jongens en bij meisjes. Zijn daar conclusies uit te trekken? Formuleer deze dan en bespreek ze met elkaar en vraag eventueel de docent om commentaar. Voorbeelden bij opdracht 3 1. Agressiviteit Situatie: In de winter (het is donker buiten) wordt er s avonds om 19.00 uur heel hard op de deur van je huis gebonkt. Als je de deur op een kier zet, lijkt het dat een onbekend iemand jouw huis wil betreden. Lichaamsaspect: Veel functies gaan sneller of intensiever: - Snellere hartslag - Hogere bloeddruk - Snellere ademhaling - Meer transpiratie Langzamer gaat: - (Spijsvertering) Maag- en darmfunctioneren Gedrag: Expressiviteit: - Gebalde vuist - Verbeten gezicht - Jezelf groot maken Emotioneel handelen: - Je huis beschermen door de deur dicht te (willen) duwen. De persoon er eventueel uit te meppen. Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 5

Gevoelsaspect: Dat kan verschillend zijn, bijvoorbeeld: - Schrik: Wat is dat nou? - Angst: je voelt je bedreigd in je veiligheid - Agressie: Dat pik ik niet 2. Verlegenheid Situatie: Je bent (letterlijk en figuurlijk) het middelpunt van een groep mensen die jou onbekend zijn. Lichaamsaspect: Dat lijkt op het vorige voorbeeld met dien verstande dat het allemaal veel minder intensief is, dus: - Snellere hartslag - Hogere bloeddruk - Snellere ademhaling - Toename van transpiratie Gedrag: Expressiviteit: - Blozen - Jezelf klein maken - Gezicht afwenden Emotioneel handelen: - Je wilt deze situatie stoppen door bijvoorbeeld weg te lopen. Als weglopen niet kan, dan volgt gedrag waarbij je zo min mogelijk opvalt. Je lacht bijvoorbeeld als een boer met kiespijn over eventuele grapjes die gemaakt worden. Gevoelsaspect: Dat kan verschillend zijn, bijvoorbeeld: - Je opgelaten voelen - Je zenuwachtig voelen - Schaamtegevoel Terug Voorbeelden bij opdracht 4 1. Onterecht verwijt Situatie: Je werkt als uitzendkracht bij de huishoudelijke dienst in een verpleeghuis of een andere instelling. Je bent onder andere verantwoordelijk voor het netjes opvouwen van de handdoeken en deze op de geëigende plekken in de kasten op te bergen. Terwijl je daarmee bezig bent krijg je een volstrekt onterecht verwijt van een collega die vindt dat je de handdoeken niet netjes genoeg opruimt. Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 6

Emotie: woede en krenking. Actiebereidheid: je wilt dat deze situatie direct stopt en/of dat de collega inbindt en zijn verontschuldigingen maakt. Gedrag: je maakt ruzie met de collega. Je stampvoet en geeft aan dat jij alles juist heel netjes doet. Stuurvoorrang: het gewone werk stopt. Je kunt even niet de handdoeken opvouwen; eerst wil je dat dit onrechte verwijt wordt gecorrigeerd.. 2. Openbaar vervoer Situatie: in de bus of trein, op weg naar je werk of school, lees je een krantje, bijvoorbeeld Metro. Een, in jouw ogen, zeer aantrekkelijk iemand gaat tegenover jou zitten. Emotie: opgewondenheid. Actiebereidheid: je wilt dat deze situatie voortduurt of wordt vervolgd in nog iets leukers. Gedrag: je probeert bijvoorbeeld contact te krijgen met deze persoon door middel van non-verbale communicatie of door een gesprek te beginnen. Stuurvoorrang: waar je mee bezig was stopt. Je kunt niet meer verder lezen in je krant. Terug Psychologie voor de praktijk Uitgeverij Coutinho 2004 7