Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer



Vergelijkbare documenten
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Herhalingsles van het thema Gezondheid. Lesbrief 6. Herhaling

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Herhalingsles van het thema Gezondheid

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Het thema van deze les is Gezondheid. Dit is Les 1 Beginners. Een afspraak maken

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Thema Op zoek naar werk

Lesbrief 6. Gezondheid

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Les 33. Zwangerschap

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Thema In en om het huis.

Les 4. Naar de apotheek.

Lesbrief 4. Naar de apotheek.

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Les 35. Een nieuw paspoort

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Les 1. Bij de huisarts

Les 4. De fysiotherapeut.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school

Thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 21. Herhaling thema

CP16. ziek- en betermelden

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Informatie vragen bij een instelling

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Pluslessen. Lesbrief 38. Het werkoverleg. Wat leert u in deze les? Succes!

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Les 5. In het ziekenhuis.

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD.

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Op zoek naar werk

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis

Thema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema

Lesbrief 6. Herhaling thema.

Thema In en om het huis

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken

Gezond thema: DE HUISARTS

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie

Les 6. Herhaling thema.

Lesbrief 5. In het ziekenhuis.

Transcriptie:

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten. Over het weer. En over ziek zijn. Wat leert u in deze les? Vragen wie de laatste is. Zeggen dat je de laatste bent. Een praatje maken in de wachtkamer Praten over het weer. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DMO Amsterdam

HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. De wachtkamer 1. Meneer Wong gaat naar de huisarts. Hij zit in de wachtkamer. Hoe laat heeft meneer Wong een afspraak? Wong: Vrouw: Goeiemorgen. Wie is de laatste? Ik! Wong: O, dan ben ik na u. Vrouw Wong Vrouw Wong: Vrouw Wong: Vrouw: Wong: Hoe laat hebt u een afspraak? Om negen uur.. O, ja. Ik ben zo al aan de beurt Wat een weer, hè meneer.. Ja, zeg dat wel.. Huu! Die kou en dan ook nog die regen.. daar wordt een mens toch ziek van Ja.. Hè, hè. Dat hoesten. Nu heb ik ook nog koorts ja ja.. Ik denk: nu moet de dokter maar eens komen. Ik bel de assistente, maar nee hoor. De dokter komt niet thuis bij mij. Nee! Ik moet maar op het spreekuur komen, zegt de assistente. Ja Lesbrieven (c) ITTA 2008 2

VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 2. Het gesprek deel 1. a. Lees het gesprek op p. 2. b. Zoek de woorden op in de woordenlijst p. 4. c. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. GOED FOUT 1 Meneer Wong heeft om 11.00 uur een afspraak 2 Meneer Wong is alleen in de wachtkamer. 3 Meneer Wong en de vrouw spreken over het weer. 4 De vrouw is voor haar zieke kind naar de huisarts gegaan. 5 Het is slecht weer. Het regent. Kijk nu naar de antwoorden op de vragen op p. 16 Lesbrieven (c) ITTA 2008 3

DE WOORDEN Opdracht 3. Lees de woorden. Zoek de woorden op in het gesprek. Zet er een streep onder. De woordenlijst Deel 1 Wie is de laatste? Je vraagt: Wie is de laatste? als er andere mensen wachten. Bijvoorbeeld in de wachtkamer van de dokter. Of in een winkel. Voorbeeld: Goedemiddag. Wie is de laatste? Ik! Aan de beurt Als je aan de beurt bent bij de dokter, dan bij je de eerste die geholpen wordt. Dus: als je aan de beurt bent, dan mag jij. Je hoeft dan niet meer te wachten. Voorbeeld: Kom maar, mevrouw Jansen, u bent aan de beurt. De regen Voorbeeld: Het is slecht weer. Er is veel regen. Buiten word je nat. Hoesten Voorbeeld: Uch! Uch! Ik hoest veel, ik ben ziek. De koorts Voorbeeld: Het kind is ziek. Ze is erg warm. Ze heeft koorts. Wat een weer! Wat een weer! zeg je als het slecht weer is. Je kan het ook zeggen als het mooi weer is. Voorbeeld: Wat een weertje is het vandaag! Lesbrieven (c) ITTA 2008 4

HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. De wachtkamer 2. Het gesprek in de wachtkamer gaat verder. Komt de dokter op huisbezoek? Vrouw Wong: Vrouw: Wong Vrouw Wong: Vrouw: Ik ben ziek en de dokter komt niet op huisbezoek. Vindt u dat niet gek? Ja Ja, hè. Hm hm.. Ach meneer, weet u, ik ben bang dat het wat ergs is.. Ach.. het valt toch wel mee.. Ja, dat zegt mijn man ook altijd Huisarts: Mevrouw Van Zon! Vrouw: Wong O, ik ben al aan de beurt! Dag meneer! Dag, het beste! Lesbrieven (c) ITTA 2008 5

Opdracht 5. Het gesprek deel 2. a. Lees het gesprek. b. Zoek de woorden in de woordenlijst op p. 7. c. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. GOED FOUT 1 De vrouw vindt het gek dat de dokter niet thuis komt. 2 Meneer Wong is eerder aan de beurt dan de vrouw. 3 De naam van de vrouw is mevrouw Van der Ploeg. TIP WOORDEN LEREN - Het is belangrijk om woorden te leren, heel veel woorden. - Zeg de woorden hardop voor u zelf. Dat is een goede manier om een nieuw woord niet te vergeten. - Leer elke dag drie woorden. Kijk nu naar de antwoorden op de vragen op p. 16 Lesbrieven (c) ITTA 2008 6

WOORDEN Opdracht 6. Lees de woorden. Zoek de woorden op in het gesprek. Zet er een streep onder. De woordenlijst Deel 2 Vindt u dat niet gek? Voorbeeld: Ik ben nooit ziek. Ik ga nooit naar de dokter. Nooit. Vindt u dat niet gek? Ik ben bang Voorbeeld: Mijn kind is zo ziek. Ik ben zo bang. Het is iets ergs Is het iets ergs, dokter? Nee, mevrouw u bent niet heel erg ziek, hoor. Wees maar niet bang. Het valt wel mee Als iets meevalt, dan is het niet zo erg als je denkt. Voorbeeld: Ik ben heel erg ziek. Ach, nee, dat valt toch wel mee. Opdracht 7. Wat is niet hetzelfde? Streep het woord door dat niet hetzelfde betekent. 1. Erg naar leuk rot 2. Gek normaal raar vreemd 3. Ziek zwak misselijk gezond 4. Lelijk mooi knap aantrekkelijk Kijk nu naar de antwoorden op de vragen op p. 16 Lesbrieven (c) ITTA 2008 7

Opdracht 8. Vul het goede woord in Kies uit: - huisbezoek - iets ergs - de kou - aan de beurt - het valt wel mee - koorts 1. Mevrouw Van Zon is bang dat er is. Maar de huisarts zegt: 2. Het kind heeft 39 graden en moet binnen blijven. 3. De huisarts komt niet op 4. Meneer Wong is niet als eerste maar als tweede. 5. Het is slecht weer. en de regen maakt nog dat je ziek wordt. SCHRIJVEN Opdracht 9. Wat hoort bij ziek zijn? Schrijf vijf woorden op die volgens u bij ziek zijn horen, bijvoorbeeld hoesten, koorts. hoesten ziek Kijk nu naar de antwoorden op de vragen op p. 16 Lesbrieven (c) ITTA 2008 8

DE WOORDEN Opdracht 10. Hier leest u woorden die bij het weer horen. Lees de woorden en probeer ze dan zelf op de volgende pagina in te vullen. Hier leest u woorden die bij de temperatuur horen. Lees de woorden en probeer ze dan zelf op de volgende pagina in te vullen. zacht Lesbrieven (c) ITTA 2008 9

Vul in de lege vakjes de juiste woorden. Lesbrieven (c) ITTA 2008 10

SPREKEN Spreek samen! Zoek een taalvriend. Een taalvriend is iemand die goed Nederlands spreekt. Een vriend. Of misschien iemand van uw werk. Of uw buurman. Doe samen met uw Taalvriend de spreekopdrachten. Opdracht 12. Lees samen met uw taalvriend Doe mee, praat mee Wie is de laatste? Wie is de laatste? A: Ik! A: Ik! Bent u de laatste? Bent u de laatste? A: Ja ik! A: Ja ik! Bent u de laatste? Bent u de laatste? B: Nee, ik! B: Nee, ik! Wie is er aan de beurt? Wie is er aan de beurt? A: Ik! A: Ik! Wie is er aan de beurt? Wie is er aan de beurt? B: Nee, ik! B: Nee, ik! Wie is er aan de beurt? Wie is er aan de beurt? C: Die meneer C: Die meneer Wie is er aan de beurt? Wie is er aan de beurt? Lesbrieven (c) ITTA 2008 11

SPREKEN Spreek samen! Opdracht 13. Lees samen met uw taalvriend: A: O meneer, wat een weer, wat een weer, hè meneer. Al die regen en die kou. Wat een weer, hè meneer B: O, die regen en die kou, wat een weer hè, mevrouw. O, die regen en die kou, wat een weer hè, mevrouw. A: Ja meneer, zeg dat wel, wat een weer. A: Ik hoest, maar de dokter komt niet thuis.. B: Nee.. B: Ik heb koorts, maar de dokter komt niet thuis.. A: Nee A: Ik heb pijn in mijn benen, maar de dokter komt niet thuis.. B: Nee B: Ik ben zo ziek maar de dokter komt niet thuis.. A: Nee Vindt u dat niet gek? B: Ja heel gek! A: O, dat hoesten. Wat erg! B: O, die koorts. Wat erg! A: Ik ben zo ziek..wat erg! A: Ik ben zo bang B: Ach het valt toch wel mee A: Ik ben zo bang dat er iets is B: Ach het valt toch wel mee A: Ik ben zo bang dat er iets ergs is B: Ach het valt toch wel mee A: Dat zegt mijn vrouw nou ook altijd! Lesbrieven (c) ITTA 2008 12

SPREKEN Opdracht 8 Praat nu voor uzelf 1 Maakt u een afspraak met de assistente? 2 Heeft u een afspraak met de huisarts? 3 Bent u ziek?. 4 Hoest u? 5 Heeft u koorts? 6 Komt de dokter bij u thuis?? VRAAG VAN DE LES? Vraag 1. U komt binnen in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Wat vraag je als er veel mensen in de wachtkamer zitten? Vraag 2. Waar praten mensen vaak over als ze een praatje maken in de wachtkamer? Lesbrieven (c) ITTA 2008 13

LEZEN Opdracht 14. Lees. DE INFORMATIE. Luister goed. Naar de huisarts. Bij de huisarts kunt u op een open spreekuur komen. U kunt ook een afspraak maken. De huisarts kan ook bij u thuis komen. Op huisbezoek. Dan moet u s morgens vroeg bellen. Dan komt de huisarts vaak s middags bij u thuis. Maar de huisarts komt niet zo vaak op huisbezoek. Alleen als u echt niet naar het spreekuur kunt komen. De huisarts komt alleen als u heel erg ziek bent. PRAKTIJK Opdracht 15. Kijk in de praktijk. Hoe is het bij uw huisarts? Kijk hoe het is het bij uw huisarts: - Gaat u huisarts op huisbezoek? Ja / Nee - Zitten er altijd veel mensen in de wachtkamer? Ja / Nee - Waar praten de mensen over in de wachtkamer?.. TIP VAN DE LES Tip 1. Luister veel naar gesprekken in het Nederlands. Als u een woord hoort dat u niet kent, vraagt u: Wat is dat? Tip 2. U moet met uw kind naar de dokter. Neem een boekje mee om voor te lezen. Lees uw kindje voor, als u moet wachten in de wachtkamer. Leuk, en het wachten duurt niet zo lang! Lesbrieven (c) ITTA 2008 14

HOE GAAT HET? Opdracht 16. Kent u de woorden? Kruis aan. De eerste Het is niet zo erg. De wachtkamer Aan de beurt Wie is de laatste? Wat een weer Hoesten De kou Ik vind het gek! Opdracht 17. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over praten in de wachtkamer. U spreekt met iemand die ook in de wachtkamer zit. U spreekt over het weer. U spreekt over ziek zijn. Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Over het weer Goed! Gaat wel Nog niet goed. Over ziek zijn Lesbrieven (c) ITTA 2008 15

ANTWOORDBLAD Opdracht 2. 1. Fout. De afspraak is om 09.00 uur. 2. Fout. Meneer Wong is niet de enige in de wachtkamer 3. Goed. Meneer Wong en de vrouw praten over het weer. 4. Fout. De vrouw is ziek, niet haar kind. 5. Goed. Het is slecht weer. Opdracht 5. 1. Goed. Zij vindt het gek dat de huisarts niet op huisbezoek komt. 2. Fout. De vrouw is als eerste. 3. Fout. De naam van de vrouw is Van Zon.. Opdracht 7. 1. Leuk 2. Normaal 3. Gezond 4. Lelijk Opdracht 8. 1. iets ergs, het valt wel mee 2. koorts 3. huisbezoek 4. aan de beurt 5. de kou Opdracht 9. Woorden die bij ziek zijn horen: Koorts Naar voelen Griep Hoofdpijn Aspirine Verkouden Zakdoek De antwoorden bij de vragen op de les Antwoord op vraag 1. Wie is de laatste? Dat zeg je als er veel mensen zitten te wachten. Antwoord op vraag 2. Ze praten vaak over het weer. Ze praten ook vaak over ziek zijn. Lesbrieven (c) ITTA 2008 16

OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN Deze les over de wachtkamer past in het deel Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs (OGO) van het Inburgeringsexamen. Taalvriend Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Het is handig als u een taalvriend heeft om samen de oefeningen mee te doen Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over het lichaam, de dokter en gezondheid. Kijk eerst naar: Gespierde taal: leer Nederlandse woorden terwijl je beweegt. De thuisdokter: leer wat je zelf kunt doen als je ziek bent. http://www.etv.nl/etv/programma/gespierdetaal http://www.etv.nl/etv/programma/dethuisdokter Wat u in de les over een afspraak maken kunt leren voor het examen: Voorbereiden op een gesprek met de huisarts Een klacht formuleren Meer weten? Kijk voor meer informatie over het inburgeringsexamen op www.hoemoetikinburgeren.nl. Lesbrieven (c) ITTA 2008 17

Opdracht 1 Bekijk een aflevering van De Thuisdokter op ETV.nl, bijvoorbeeld over griep of hoofdpijn (http://www.etv.nl/etv/programma/dethuisdokter). Wat moet u niet doen volgens het programma? Wat moet u wel doen volgens het programma? Wanneer kunt u beter naar de dokter gaan? Opdracht 2 U heeft griep en u wilt naar de dokter. 1. Wat moet u eerst doen? 2. De dokter vraagt wat uw klacht is. Wat zegt u tegen de dokter? Opdracht 3 Oefen het gesprek met de dokter met uw taalvriend. U kunt natuurlijk ook met andere klachten oefenen, bijvoorbeeld hoofdpijn, rugpijn, stress Lesbrieven (c) ITTA 2008 18