Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 &2: De Verenigde Staten Samenvatting door D. 1904 woorden 18 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 1965 1.1 en 1.2 1773 Boston: Er kwam een schip binnen met thee van Britse East India Company. Het is de eerste lading die in Noord-Amerika aankomt sinds het Britse parlement een nieuwe thee-wet heeft aangenomen. Die wet heeft veel Amerikanen woedend gemaakt, omdat zij nu invoerrechten moeten betalen. Ze houden zelf de wacht om te voorkomen dat de lading aan land wordt gebracht. Onder krijgsgehuil lopen de indianen naar de haven, daar gaan ze aan boord en versplinteren ze met bijlen alle kisten thee en hooien de lading in het water. Met de Boston Tea Party bereiken de spanningen tussen de Britse regering en haar Amerikaanse onderdanen een nieuw hoogtepunt. Er breken gevechten uit tussen Britse koloniale troepen en Amerikaanse milities. Een jaar later verklaren de Amerikanen zich onafhankelijk. 1776: De Britse kolonies riepen de VS uit met een onafhankelijkheidsverklaring. Tot 1787 vormden de VS alleen een vriendschapsverbond. 1787: De 55 Founding Fathers bedenken een nieuwe grondwet. 1791: De Bill of Rights zijn de eerste 10 amendementen die over de rechten van de Amerikaanse burgers gaat. Pagina 1 van 8
Deelstaten Federale overheid (Trias Politica) - Eigen regering - Buitenlandse politiek - Parlement - Defensie - Rechtspraak - Financiën - Politie - Economische verkeer tussen de deelstaten - Onderwijs Trias Politica: - De wetgevende macht: het Congres; het Senaat (met twee vertegenwoordigers uit elke deelstaat) en het Huis van Afgevaardigden (met een vertegenwoordigersaantal wat is gebaseerd op hun inwonertal). - De uitvoerende macht: (de regeringsmacht) ligt in handen van de president. Hij is staatshoofd, regeringsleider en opperbevelhebber van de strijdkrachten. Ook benoemt hij ministers, de belangrijkste ambtenaren en de hoogste rechters. - De rechtsprekende macht: Het federale Hooggerechtshof, waarvan de leden voor het leven zijn benoemd. Zij controleren, net als het Congres de president en de opperrechters kunnen wetten en besluiten verbieden als deze in strijd zijn met de grondwet. 1800 1850: De VS krijgen te maken met een tweepartijstelsel. De Democratische Partij en de Republikeinse Partij hebben sinds 1852 alle presidenten geleverd. 1840: Immigranten begonnen naar de VS te komen. 1845: Het Manifest Destiny voor de Amerikanen is om het hele continent te ontsluiten en te ontwikkelen. 1823: (president) Monroe-doctrine: Europese mogendheden moesten zich niet met het Amerikaanse continent bemoeien, net als de VS niet met Europa. Pagina 2 van 8
Vanaf 1800 maakte de zuidelijke gewesten een heel eigen ontwikkeling door, ze richtte zich erg op de katoenteelt. 1808: Het verhandelen van slaven werd verboden, maar het maakte niet veel uit door het hoge geboorteaantal van zwarten. Het noorden wilde volledige afschaffing van de slavernij (een sterke abolitionistische beweging). De presidentverkiezing van 1860 stond in het teken van de slavernij. De Republikein Abraham Lincoln werd gekozen die een tegenstander van de slavernij was. De zuidelijke deelstaten scheidden zich hierdoor af. 1861: Zuidelijke troepen vielen een federaal fort aan in de zuidelijke havenstad. Dit was het begin van Amerikaanse Burgeroorlog. Zuidelijke mannen meldden zich massaal aan om voor hun onafhankelijkheid te strijden. Veel noordelijke mannen meldden zich aan om de zuidelijke opstand neer te slaan. Hoofdstuk 2. De VS worden een wereldmacht (1865-1918) 2.1 De VS worden een industrienatie Na de Amerikaanse Burgeroorlog nam de bevolking enorm toe. Van 40 miljoen inwoners in 1870, waren er in 1914 100 miljoen inwoners, door o.a. 30 miljoen immigranten. 1870 1900: De productie vertienvoudigde en er kwam een industriële samenleving. De omstandigheden voor de versnelde industrialisatie waren gunstig: 1. Spoorwegen. In 1896 kwam de eerste transcontinentale spoorlijn en in 1900 waren dat er al vijf. Spoorwegmaatschappijen werden erg gesteund door de federale overheid; ze kregen enorm veel land voor hun bouwactiviteiten. Met reclamecampagnes verleidden ze mensen om dat land te ontginnen het landbouwareaal werd na de burgeroorlog verdubbeld. 2. Communicatiemiddelen. Met de telegraaf (1861) konden berichten tussen de oost- en westkust worden verzonden. De telefoon (1876) werd in 1884 mogelijk. Pagina 3 van 8
3. Nieuwe technologieën. Zoals de gloeilamp (1882). In 1900 was er straatverlichting, trams, liften en veel huizen met stroom. Overvloed. Corporaties hadden rond 1900 alle familiebedrijfjes weggespeeld. Corporaties konden dure machines kopen, nieuwe technologieën ontwikkelen en reclamecampagnes opzetten. Er ontstond een moordende concurrentie, en overgebleven firma s vormden kartels, waarbij ze afspraken maakten over minimum prijzen. Door de samenwerking probeerden zij de concurrentie te beperken. Grote ondernemers vormden trusts, waarbij zelfstandige bedrijven werden samengevoegd, er ontstonden enorme machtsconcentraties. Sociale problemen. Veel immigranten kwamen in Amerika niet veel verder dan sloppenwijken. Echte Amerikanen kregen grote weerzin tegen deze nieuwe immigranten (die niet hun best deden) en dus kwamen er immigratiewetten. Door de goede welvaart konden arbeiders makkelijk ontslagen worden (en dus sloppenwijken) en ook boeren raakten in de knel. In 1886 kwam er overproductie en de graanprijzen kelderden. Ook moesten ze absurd veel betalen voor de hoge tarieven van de spoorwegen plus dat zij hun leningen terug moesten betalen met nieuwe leningen (rond 1900 kwam het weer goed). 2.2 De overheid grijpt in Tot 1865 was het een gunstige tijd voor familiebedrijfjes, daarna vooral voor de corporaties. 1865 VS: Eind burgeroorlog. 1. De federale overheid ging uit van het economische liberalisme, maar was niet consequent. Wanneer het gunstig was voor de kapitalisten, week ze van het liberalisme af. Zo bleef ze de industrie met importtarieven beschermen tegen buitenlandse concurrentie, maar de landbouw kreeg geen enkele bescherming. 2. Grote bedrijven en politici hadden vaak nauwe banden en corruptie kwam vaak voor. Pagina 4 van 8
Om verbeteringen af te dwingen, richtten geschoolde arbeiders vakbonden op. Als werkgevers niet met zo n vakbond wilde praten, ontstonden er arbeidsconflicten, gepaard met geweld van o.a. revolutionaire socialisten door dit soort incidenten ontstond er toenemen weerzin tegen het socialisme, dat gezien werd als gevaar dat immigranten uit Europa importeerden. 1886: Gematigde bonden verenigde zich en vormden de American Federation of Labor (AFL). zij wilden geen geweld en revolutie, maar meer. Dat bereikte zij ook voor de geschoolde arbeiders. 1891: Populisme. Boeren organisaties richtten een partij op, genaamd de People s Party. De populisten kwamen op voor de gewone man. Toch was het populisme voor de industriearbeiders niet aantrekkelijk, omdat het zich tegen het industriële Amerika keerde. In 1896 verdween het populisme. 1890: De Progressives. In de steden ontstond de Progressive Movement. Ook zij wilde de macht van de grote ondernemingen beperken. De armen waren volgens hen meer geholpen met onderwijs en opvoeding. Journalisten steunden hen ook, wat voor veel aandacht zorgde, om schandalen te onthullen. De politiek tussen 1900 en 1920 draaiden om hervormings ideeën. Theodore Roosevelt (1902-1909) en zijn opvolger Woodrow Wilson (1913-1921) probeerden dan ook door overheidsingrijpen de hebzucht van de kapitalisten in te perken en de industriële samenleving minder materialistisch te maken. De presidenten stelde wetten op die machtsmisbruik door bedrijven tegen moesten gaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg de federale overheid een sterk leidende rol in de economie. Een overheidsorgaan, de War Industries Board, kreeg de leiding over de industrie. Zij stelde vast hoeveel er geproduceerd moest worden en verdeelde daarvoor de grondstoffen. 2.3 Vrij, maar achtergesteld 1865-1877: Na de burgeroorlog begon de tijd van de Reconstructie, waarin het noorden probeerden van de zwarten gelijkwaardige burgers te maken. 1866: Het 14 e amendement: Zwarten krijgen het Amerikaanse burgerrecht. Pagina 5 van 8
1870: Het 15 e amendement: Zwarten krijgen stemrecht. Het zuiden weigerden het 14 e amendement te aanvaarden en dus stuurde het Congres federale troepen en bestuurders om de rechten van de zwarten te beschermen. Het zuiden richtte geheime organisaties op, zoals de Ku Klux Klan. Zij wilde verhinderen dat Freedman (bevrijde slaven) van hun rechten gebruik maakten. 1877 N: De president gaf de strijd met het zuiden op en trok de federale troepen weg uit het zuiden. De Reconstructie was voorbij. In het zuiden kwamen tegenstanders van de zwarte emancipatie aan de macht. Er ontstond een rassenscheiding (segregatie), waarbij zwarten in theorie dezelfde rechten en voorzieningen hadden, maar in praktijk werden achtergesteld en gediscrimineerd. De segregatie werd vastgelegd in Jim Crow -wetten, waar vanuit het noorden nauwelijks verzet tegen was. 1. Presidenten deden niets uit vrees blanke kiezers te verliezen uit het zuiden. 2. in 1896 bepaalde het Hooggerechtshof dat rassenscheiding niet in strijd lag met de grondwet, zolang de voorzieningen voor blanken en zwarten gelijkwaardig waren. 1890-1918 Z: Duizenden zwarten werden gelyncht, omdat zij zich bijvoorbeeld niet aan de Jim Crow - wetten hielden. Na de afschaffing van de slavernij ontstond er een systeem van sharecropping. Zwarte sharecroppers pachtten een stuk land, wat alleen mocht als zij een deel van de oogst in zouden leveren. Want het geld voor eigen grond hadden zij niet. Maar door de crisis rond 1880-1890 bracht het nauwelijks iets op. Booker T. Washington was een leider voor vele zwarten. Hij was tegen verzet en vond dat zwarten het respect van de blanken konden winnen door onderwijs, goed gedrag en hard werken. Vanaf 1881 ging hij echt achter dat doel aan. Rond 1900 werd hij zelf gesponsord voor onderwijsprojecten. W.E.B. Dubois (ook een leider) stelde dat zwarten hun rechten juist moesten opeisen. Hij richtte in 1909 de National Association for the Advancement of Colored People (NAAC) op. Hij wilde via rechtszaken de ongelijkheid bestrijden. Maar hij had te weinig succes, hij stond te ver van de zwarte massa s in het zuiden af. 2.4 Een wereldmacht in opkomst Pagina 6 van 8
Eind 19 e eeuw werd het isolationisme losgelaten. 1. Voor de VS was het belangrijk dat ze hun producten konden verkopen op buitenlandse markten. De VS economie was nauw verbonden met de wereldeconomie en ze waren de grootste industriële en agrarische producent ter wereld. 2. Het nationalisme kon zich niet meer richten op het veroveren van het eigen continent. Amerika moest nieuwe Frontiers veroveren. Hun Manifest Destiny om Noord-Amerika te bezetten en te beschaven was tenslotte al gelukt. Modern imperialisme: Het streven naar een (overzees) wereldrijk. Economische motief: De wens om buitenlandse markten te openen, te beschermen en te overheersen. Politiek motief: De wens om de Amerikaanse macht te versterken. Ideologische motief: wereld te laten gelden. Het verlangen om Amerikaanse principes, zoals de ondernemingsvrijheid overal in de Imperialisme. Overzeese markten openen speelde al eerder een rol. Zo stuurde de VS in 1853 oorlogsschepen naar Japan om handelsrechten af te dwingen. Om onderwerping te voorkomen, besloot Japan in hoog tempo te gaan industrialiseren. 1883: Het Congres gaf de opdracht om een moderne oorlogsvloot te laten bouwen. In 1893 bezette de VS hiermee gelijk Hawaï. In 1898 ook Cuba en de Filipijnen. Beide kolonies vochten al jaren voor onafhankelijkheid. Daarom stuurde de VS begin 1898 een oorlogsschip naar Cuba om Amerikaanse staatsburgers te beschermen. Toen het schip arriveerde, ontplofte het al snel, waarop de VS daarop Spanje de oorlog verklaarden. De Amerikanen wonnen met een Spaanse capitulatie binnen drie maanden. De Filipijnen werden een Amerikaanse kolonie en Cuba werd een Amerikaanse protectoraat. De VS versterkten hun positie in het Caribische gebied en het Verre Oosten. Onder president Roosevelt gedroegen ze zich voor het eerst als een wereldmacht. Pagina 7 van 8
Door Panama te helpen met zich af te scheiden, gaf Panama de VS het recht het Panamakanaal te bouwen. Europese mogendheden en Japan waren bezig zich in China exclusieve rechten te veroveren en dit zag Amerika als een bedreiging voor hun toegang op de Chinese markt. Daarom riepen ze de andere op om China intact te laten en er een Open Door Policy te creëren, zodat Europeanen en Japan geen delen van China in handen kreeg. Tijdens de Eerste Wereldoorlog leverde de Amerikanen aan het begin Groot-Brittannië voedsel en wapens. Maar de spanningen tussen Duitsland en de VS namen toe toen er een Duitse onderzeeër het Britse schip met Amerikaanse passagiers aan boord tot zinken bracht. 1. In februari 1917 kondigde Duitsland aan dat zij alle schepen rond Groot-Brittannië zouden aanvallen. 2. Er werd een telegram, van Duitsland (van Mr. Zimmerman) aan Mexico onderschept waarin stond dat Zimmerman Mexico aan het verleiden was tot een oorlog tegen de VS. Door deze twee punten vroeg Wilson het Congres, Duitsland de oorlog te verklaren. Pagina 8 van 8