door: R-Newt jongerenwerk de Twern Werkboek Omgaan met Geld
Les 1 Omgaan met Geld eze les leren jullie een aantal woorden die met het omgaan van geld te maken hebben, gaan jullie praten over geld en gaan we kijken of jullie goed op de hoogte zijn van een aantal prijzen. Ook ga je voor je zelf na hoe je met je geld omgaat en wat voor type je bent: Wat kies je wel, wat kies je niet? Je leerkracht zal deze les beginnen met het bespreken van allerlei geldzaken en kijken wat jullie er al van weten. aarna gaan jullie een spel spelen Hand omhoog, hand omlaag. Jullie gaan prijzen raden. e leerkracht zal jullie uitleggen hoe dit spel gaat. Je hebt er zelf geen materiaal voor nodig. Na afloop hiervan gaan jullie ieder voor zich een zelftest maken om te kijken wat voor geldtype je bent. Hiervoor kun je bijlage 2, Prijzen raden: Hand omhoog, hand omlaag gebruiken. en je klaar, dan vul je de scores in. Je leerkracht zal je dan vertellen wat voor geldtype je bent. En dan gaan jullie een dagje shoppen. Niet echt natuurlijk, maar in de vorm van een oefening. Hiervoor heb je bijlage 3 nodig. Je leerkracht zal je vertellen hoe je het kunt gebruiken. 1
ijlage 1 les 1 Quizzz: Welk geldtype ben jij? Hoe ben jij met geld? oe de test en ontdek of je je geld over de balk smijt of je hand op de knip houdt. Vraag 1 Je krijgt 20,- van je oma. Wat doe je ermee? Je hebt door die openstaande schulden al een tijdje geen geld meer, dus je kunt die 20,- goed gebruiken om iets leuks voor jezelf te kopen. Je koopt iets leuks en de rest zet je op je spaarrekening. Je houdt het geld op zak voor als je iets wilt kopen. Je zet al het geld meteen op je spaarrekening. Vraag 2 Leen jij wel eens geld uit? lleen aan goede vrienden. Nee, daar begin ik niet aan. Ja, maar dan spreek ik wel een goede rente af! ls ik het heb, is het geen probleem. Vraag 3 Je wilt een ipod, hoe pak je dat aan? Je koopt een tweedehands ipod van een klasgenoot. Je plundert je spaarrekening en rent meteen naar de winkel. Je kijkt welke ipod je vrienden hebben en koopt er een die nog duurder is. Je zoekt uit waar je je ipod zo voordelig mogelijk kunt kopen. Vraag 4 oe je weleens klusjes voor geld? Nee hoor, ik help thuis weleens, maar daar hoef ik echt geen geld voor. Graag, mijn spaarrekening schreeuwt om geld! Heel vaak, want ik kom altijd geld tekort. Ja, want dan help ik een beetje in huis en het verdient ook nog! 2
Vraag 5 Weet jij precies wat er op je spaarrekening staat? Ja, ik tel mijn geld vaker dan agobert uck. Ongeveer, ik check het af en toe. Ik heb werkelijk geen idee. Ja, niets, wat mijn spaarrekening is leger dan die van onald uck. Vraag 6 Je bent met je vrienden in het zwembad. Wat doe je met je geld? Een ijsje halen voor iedereen. Opmaken een ijs, friet en snoep natuurlijk! Ik wacht tot iemand anders een rondje uitdeelt. Ik heb thuis al brood gesmeerd en hou mijn geld in mij zak. Vraag 7 Weet jij wat een dagje Efteling voor het hele gezin kost? Geen idee, dat betalen mijn ouders toch? Geen idee, maar we moeten er wel even voor sparen. Mijn ouders zeggen wel dat het duur is, maar ik weet niet hoe duur. at weet ik precies. ls ik iets extra's wil in de Efteling, dan moet ik dat zelf betalen. Vraag 8 Je mag met een vriendje mee naar Eurodisney, maar je hebt weinig geld om daar leuke dingen te kopen. Wat doe je? Jammer dan, je hoeft toch niet iets te kopen? Je vraag aan je ouders of ze een zakcentje kunnen meegeven. Jij spaart hen toch geld uit als je niet thuis bent? Je koopt iets leuks van het kleine bedrag dat je hebt, andere leuke dingen laat je hangen. Je leent geld, want je kunt toch niet thuis komen zonder aandenken? 3
Vraag 9 ls ik later groot ben... Heb ik een villa met zwembad en sportwagen. Heb ik een toffe baan en een leuk gezin. Werk ik in arme landen om mensen daar te helpen. Reis ik met een rugzak de wereld over. Vraag 10 Je bent met een vriend(in) in de stad en je ziet een cool shirt dat je graag wilt hebben. Je komt 5,- tekort. Wat doe je? Ik leen het geld van mijn vriend(in). Jammer dan. Ik koop het shirt wel als ik genoeg zakgeld heb. Ik zeur net zo lang tot mijn ouders me het geld geven. ik koop een goedkoper shirt. 4
enieuwd naar de uitkomst? ereken je aantal punten en lees welk geldtype je bent. Welk geldtype ben jij? Uitkomst! Puntentelling vraag score 1 40 20 30 10 2 20 40 10 30 3 10 30 40 20 4 30 10 40 20 5 10 20 30 40 6 30 40 10 20 7 40 30 20 10 8 10 30 20 40 9 40 20 30 10 10 40 10 30 20 Totale score:... punten 5
ijlage 2 les 1 Jullie hebben 150,- gespaard en gaan een dagje shoppen. Wat zouden jullie kopen? In onze portemonnee: 150,- Wij kopen: Totaal uitgegeven: Geld over: Of wij kopen: Totaal uitgegeven: Geld over: Of wij kopen: Totaal uitgegeven: Geld over: 6
Een paar merkgympen 75,- Make-up 13,- Een paar merkloze gympen 40,- Pennen en stiften 5,- vd 20,- Merkshirt 35,- omputerspelletje 45,- Merkloos shirt 9,- 7
Les 2 Spel Geld is Kinderspel Tijdens deze les gaan jullie in groepjes het spel Geld is Kinderspel spelen. oor het spelen van dit spel kom je er achter hoe jij, maar ook je klasgenootjes, met geld omgaan. Je leerkracht zal het spel aan jullie uitleggen. Hier vertellen we jullie in het kort hoe het spel gaat. Je speelt dit spel in teams. oel van het spel is om te sparen voor een zelf uitgekozen denkbeeldig artikel, bijvoorbeeld een ipod of een mountainbike. Ieder team begint met 50,- startbedrag. Tijdens het spel kunnen de teams geld verdienen door opdrachten goed uit te voeren en het beantwoorden van kennisvragen. Met kanskaarten kan het team zowel geld verdienen als kwijtraken. Ook spelen de keuzes die de teams maken een rol: keuze levert bijvoorbeeld meer geld op dan keuze of. Het team dat als eerste genoeg geld voor het gekozen artikel gespaard/verdiend heeft wint. Of als het spel vanwege de tijd moet worden afgebroken het team dat er het dichtste bij zit. 8
Les 3 Zakgeld en zo In deze les staat geld centraal: zakgeld, kleedgeld en belgeld. Samen met je klas gaan jullie kijken hoe jullie aan geld komen, hoeveel je te besteden hebt, waar je je geld aan uitgeeft en hoe je kunt sparen. ls je thuis het zakgeldspel van de Jumbo hebt, is het misschien wel leuk om te mee naar school te nemen. an kun je dit tijdens de les met je klasgenoten spelen. ijlage 1 les 3 Werkblad inkomsten en uitgaven Hoe kom jij aan je geld? e meeste jongeren krijgen zakgeld van hun ouders. En veel jongeren krijgen ook belgeld en kleedgeld. Hoe zit dat bij jou? Misschien krijg je ook weleens geld voor wat anders: een klusje in huis, je verjaardag of heb je een bijbaantje. OPRHT Welke soorten inkomsten heb je? En wat betaal je ervan? bedrag ik geef uit aan zakgeld kleedgeld belgeld verjaardagsgeld baantje ander geld TOTL 9
ijlage 2 les 3 Inventarisatieschema inkomsten en uitgaven wie zakgeld kleedgeld belgeld uitgaven TOTL GEMIEL 10
ijlage 3 les 3 Wat krijgen Nederlandse jongeren? Zakgeld leeftijd bedrag per week in gemiddeld in 6 ± 1,00 7 ± 1,40 8* tussen 1,00 en 1,50 1,25 9* tussen 1,20 en 2,00 1,60 10* tussen 1,75 en 2,00 1,88 11* tussen 2,00 en 2,50 2,25 12 tussen 2,30 en 5,00 3,65 13 tussen 2,50 en 5,00 3,75 14 tussen 3,50 en 5,80 4,65 15 tussen 3,50 en 7,00 5,25 16 tussen 4,70 en 8,00 6,35 17 tussen 4,70 en 8,20 6,45 18 tussen 5,00 en 11,60 8,30 bron: Nibud, 2009 * Wijzer in geldzaken, 2011 Nibud 2011 Kleedgeld leeftijd bedrag per maand in gemiddeld in 12 20-60 40 13 30-65 47,50 14 40-75 57,50 15 45-80 62,50 16 50-80 65 17 50-80 65 18 50-100 75 elgeld leeftijd bedrag per maand in gemiddeld in 12 5-7,50 6,25 13 5-10 7,50 14 5-10 7,50 15 7,50-10 8,75 16 8-12 10 17 10-15 12,50 18 10-20 15 11
ijlage 4 les 3 Instructie spaarplan Je wilt een mp3-speler kopen van 90,-. Je hebt al 15,- gespaard. Hoeveel moet je dan nog sparen? En hoe lang doe je daar over? Nog sparen: kosten mp3-speler 90,00 al gespaard 15,00 NOG SPREN 75,00 Je inkomsten per week zijn: zakgeld 4,50 klusje in huis 2,50 TOTL 7,00 Stel, je zet elke week 5,00 opzij. an duurt het nog (75 : 5) 25 weken voor je de mp3-speler kunt kopen. Misschien krijg je soms wel wat extra's. at kan je verwerken in een spaarplan. Ook extra uitgaven kun je er in opschrijven. Zo kun je precies bijhouden hoeveel je al gespaard hebt. nu na 1 week it krijg ik (inkomsten) 5 klusje buurvrouw 10 spaarpot 4,50 zakgeld 2,50 klusje na 2 weken 4,50 zakgeld 2,50 klusje 10 verjaardag na 3 weken 4,50 zakgeld 2,50 klusje 5 rapport oma na 4 weken it geef ik uit (uitgaven) eze week gespaard Totaal gespaard 15 2 snoep 5 20 1 snoep 2 kadootje vriend 1 chips 6 bioscoop 14 34 5 39 na 5 weken 12
ijlage 5 les 3 Werkblad spaarplan opstellen Je zoekt in folders en/of internet drie dingen uit die je graag zou willen hebben, maar waar je nu nog niet genoeg geld voor hebt. aarna ga je uitrekenen hoeveel je nog moet sparen en hoelang je daarover zult doen. Gebruik daarvoor de bedragen die je bij de opdracht over inkomsten en uitgaven hebt ingevuld. Mijn wensen: artikel dat kost 1. 2. 3. Mijn spaarplan: TOTL ERG it krijg ik (inkomsten) it geef ik uit (uitgaven) eze week gespaard Totaal gespaard nu na 1 week na 2 weken na 3 weken na 4 weken na 5 weken na 6 weken na 7 weken na 8 weken na... na... na... 13
Les 4 Reclame Reclame, dat kom je tegenwoordig overal tegen:op straat, in kranten, in magazines, op televisie, op internet, langs het voetbalveld etc. Weet jij nog meer plaatsen? En zonder dat je het beseft, wordt je er door beïnvloed. Tijdens deze les leer je hoe dit in zijn werk gaat. Wist je dat sommige bedrijven een speciale afdeling hebben om reclame voor kinderen te bedenken? Reclames worden op een bepaalde manier gemaakt, zodat kinderen die producten graag willen kopen of hebben. Je herken dit vast wel: flink bij je ouders zeuren, omdat je iets wilt kopen dat je op televisie hebt gezien. En toen je het eenmaal had,viel het eigenlijk best wel tegen. Het was niet zoals ze het op televisie hadden laten zien. Ga maar eens voor je zelf na, hoe vaak je dit is overkomen. Voor deze les heb je geen werkbladen nodig. Jullie gaan bespreken wat je over reclame weet en hoe het werkt. Ook mogen jullie zelf reclame gaan maken voor een product. Je leerkracht weet hier meer over. 14