2de bach TEW /... Filosofie. Smvt boek : Zin in Filosofie. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 5.00 EUR

Vergelijkbare documenten
Zin in filosofie. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Acco Leuven / Den Haag

1ste bach PSW. Filosofie. Boek + actualiteit en video's. uickprinter Koningstraat Antwerpen. B11 5,00

2de bach TEW. Filosofie. Samenvatting boek aangevuld met lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen.

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

Ter inleiding (tot een inleiding)

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

1ste bach PSW. Filosofie. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

Inhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13

INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

ZIN IN FILOSOFIE. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck ZIN IN FILOSOFIET

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Geloven en redeneren. Samenvatting

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Zin in filosofie. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Acco Leuven / Den Haag

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5

1. Wat is filosofie? 1.1. De filosofische vragen

Inleiding geschiedenis Griekenland

1 ste bach PSW. Filosofie. inclusief lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen. B11 3,50

Inleiding geschiedenis Griekenland

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Inleiding tot de filosofie

Woordenlijst Het oog in de storm

Samenvatting Filosofie

Oosterse filosofie. Over de denktradities in India en China

Filosofie en actualiteit. Derde avond

Inleiding tot de filosofie. Hoofdstuk 1: zin, in- en uitzicht Actualiteit: krantenkoppen zijn een mogelijk antwoord op een bepaalde vraag

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

1. Wat is filosofie? 1.1 De filosofische vragen

Proeftentamen deel Wetenschapsfilosofie proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

De Verlichting. De Verlichting

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Boekverslag Overigetaal De wereld van Sofie door Jostein Gaarder

Dialogisch verstaan tussen mensen uit verschillende culturen

Leren Filosoferen. Tweede avond

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Tijd van pruiken en revoluties

Eindexamen filosofie vwo I

Geluk & wijsheid. Zevende avond

Filosofie Samenvatting boek

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant

Eindexamen filosofie vwo I

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

Counseling opleiding, lesmaand 6

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Wist Socrates iets..?

Oefening baart ethiek Neurobiologie, boeddhisme en ethiek

Samenvatting Filosofie Emoties

Filosofische temperamenten

Examenprograma filosofie havo/vwo

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

Een hoop genavelstaar. Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte

Wijsgerige antropologie:

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15

Inhoudsopgave. 1 Kunst en individu Kunst en maatschappij 61. Woord vooraf bij herziene uitgave 11 Inleiding 13

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle

WIJ zijn hier gekomen niet alleen om jullie en alle anderen hier te

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

Stoïcijnse levenskunst

Vraag Antwoord Scores

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Inleiding tot de filosofie: Zin in filosofie

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 2, wie is de mens

Eindexamen filosofie vwo I

Leren Filosoferen. Zesde avond

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde).

Inhoud. Inleiding 7 [5]

Inleiding in de Filosofie & de Ethiek

Wijziging pagina 5: het centraal examen duurt 180 minuten FILOSOFIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

n filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college

Inhoud. Hoofdstuk 1. Recht en existentie in filosofie en literatuur: redactionele inleiding 13. Claudia Bouteligier & Timo Slootweg

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

Eindexamen vwo filosofie II

Humanisme en het Avondland

LEVINAS EN SPINOZA EEN (ONVERWACHTSE) ONTMOETING

LEVENSBESCHOUWING VWO College De Heemlanden. Inleiding Filosofie Deel I. Naam: Klas:

Eindexamen filosofie vwo I

Sessie 1 De eudaimonistische ethiek van Aristoteles

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN

Wijsgerige antropologie 1 Het eigene van de mens 1.1 Mens en dier

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft

De leraar stelt de volgende vragen: wat weten jullie al over Plato? Kennen jullie de naam ergens van? Gezien bij Grieks bijvoorbeeld?

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

Transcriptie:

2de bach TEW /... Filosofie Smvt boek : Zin in Filosofie Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 149 5.00 EUR

Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

Inleiding tot de filosofie Inhoudsopgave 1. Zin, in- en uitzicht... 7 1.1. De filosofische vragen... 7 1.2. Filosofie en mythologie... 7 1.3. Filosofie en godsdienst... 8 1.4. Filosofie en ideologie... 8 1.5. Filosofie en het mens- en maatschappijbeeld... 9 1.6. Filosofie: descriptief of normatief... 9 1.7. Wat kan je met filosofie doen?... 10 2. Antieke filosofie: meer dan ooit zinvol... 11 2.1 De filosofie voor Socrates: op zoek naar de oerstof en het ordende principe... 11 Thales van Milete (presocraat) ca. 624-545 v.c.... 11 Anaximenes van Milete (presocraat) ca. 585-525 v.c.... 11 Heraclitus van Ephesus (presocraat) ca. 544-483 v.c... 11 Pythagoras ca. 572-500 v.c.... 12 Parmenides van Elea (presocraat) ca.540-480 v.c.... 12 Zeno van Elea (presocraat) - ca. 490-430 v.c.... 12 Protagoras (laatste presocraat) 480-410 v.c.... 13 2.2 Socrates en Plato: ethiek en utopie... 14 Socrates ca. 470-399 v.c.... 14 Plato ca. 427-347 v.c.... 16 2.3 Aristoteles 384-322 v.c.... 18 De logica... 19 De leer van de categorieën en de metafysica... 19 Mensvisie... 19 Indeling van de filosofie... 19 Economie, politiek en ethiek... 20 Het realisme van Aristoteles... 20 2.4 Helenisme en Rome: stoïcijnen en neoplatonici... 20 Het stoïcisme... 21 Het neoplatonisme... 22 2.5 Joodse en islamitische filosofie... 23 Joodse filosofie... 24 1

Islamitische filosofie... 24 2.6 Christelijke filosofie... 25 Scholastieke filosofie... 25 Thomas van Aquino (13 e eeuw)... 25 William van Ockham (14 e eeuw)... 27 3. Zingeving tussen haakjes... 28 3.1 Het rationalisme... 28 René Descartes (16 e 17 e eeuw)... 28 Gottfried Willhelm Leibniz (17 e eeuw)... 30 3.2 Het empirisme... 30 John Locke (17 e eeuw)... 30 George Berkeley (17 e 18 e eeuw)... 31 David Hume (18 e eeuw)... 32 Samenvattend... 33 3.3 De ongenadige kritiek van Immanuel Kant (18 e eeuw)... 33 Kritik der reinen Vernunft... 34 Kritik der praktischen Vernunft... 35 Samenvattend... 35 3.4 Hegel en het Duits idealisme... 36 Idealisme en materialisme... 36 Georg Willhelm Friederich Hegel (18 e 19 e eeuw)... 36 Logica, natuurfilosofie en filosofie van de geest... 36 Optimisme... 37 Dialectiek... 37 4. Maatschappelijke en persoonlijke zingeving... 38 4.1 Ludwig Feuerbach (19 e eeuw)... 38 Het materialisme... 38 Het materialistisch humanisme... 38 Kritiek... 39 4.2 Karl Marx (19 e eeuw)... 39 Situering en levensloop... 39 Marx kritiek op Feuerbach... 40 De kritiek op de burgerlijke revolutie... 40 De ontwikkeling van de mensheid: arbeid en technologie... 41 Aliënatie en reïficatie... 41 Kritiek... 42 2

4.3 Arthur Schopenhauer (18 e -19 e eeuw)... 43 Situering + Levensloop... 43 Die Welt als Wille und Vorstellung... 43 4.4 Soren Kierekgaard (19 e eeuw)... 44 Enteneller... 44 Kierkegaard en Marx... 45 4.5 Friedrich Nietzsche... 45 Situering... 45 Levensloop... 45 Also sprach Zarathustra... 45 5. Filosofie in de eeuw van zinloze wereldoorlogen... 46 5.1 De fenomenologie en existentialisme... 46 5.2 Edmund Husserl (19 e -20 e eeuw)... 47 5.3 Martin Heidegger (1889-1976)... 48 Levensloop... 48 Voorbij de fenomenologie... 48 Sein und Zeit... 48 Vom Wesen der Wahrheit... 49 Het humanisme volgens Heidegger... 50 De waarheid van de kunst... 50 5.4 Karl Jaspers (1883-1969)... 50 Levensloop... 50 Filosofie en de wereld... 51 Besluit... 52 5.5 Jacques Maritain... 52 Personalistische filosofie (1882-1973)... 52 Een realisme... 53 Een bonum commune... 53 Een sociaal programma... 54 Besluit... 55 5.6 Jean-Paul Sartre (20 e eeuw)... 55 Situering... 55 Sartres humanistisch of atheïstisch existentialisme... 55 Sartres sociale filosofie... 57 Besluit... 57 5.7 Gabriël Marcel, Martin Buber en Emmanuel Levinas... 58 3

Het christelijke existentialisme van Marcel (20 e eeuw)... 58 De joodse existentiefilosofie van Buber en Levinas... 58 5.8 Ernst Bloch (20 e eeuw)... 59 Levensloop... 59 Blochs methode: sporen zoeken... 59 Utopie... 60 Hoop... 60 De menselijke vrijheid... 61 5.9 Sigmund Freud (20 e eeuw)... 61 Situering... 61 De oorsprong van de psychoanalyse... 61 Het wereldbeeld van Freud... 62 Invloed en kritiek... 62 5.10 Herbert Marcuse (20 e eeuw)... 63 Situering vanuit de Frankfurter Schule... 63 Marx en Freud... 63 Het fascisme... 64 Het stalinisme... 64 Het Westen als een dimensionale maatschappij... 64 Repressieve tolerantie, negatief denken en de Grote Weigering... 65 5.11 Michel Foucault (19 e eeuw)... 65 Situering vanuit het structuralisme... 65 Tegen het humanisme van Hegel tot Sartre... 65 Tegen de filosofie van het subject... 66 Het discours... 66 De macht... 66 De filosoof met de krant... 66 5.12 Fritz Schumacher (20 e eeuw)... 67 Levensloop... 67 Zingeving en ethiek... 67 Economie en technologie voor de mens... 68 Concreet utopische denker... 68 Besluit... 69 5.13 Michel Foucault (20 e eeuw)... 69 Situering vanuit het structuralisme... 69 Tegen het humanisme van Hegel tot Sartre... 69 4

Tegen de filosofie van het subject... 70 Het discours... 70 De macht... 70 De filosoof met de krant... 70 5.14 De analytische en logisch-positivistische filosofie... 71 Situering... 71 Bertrand Russell (19 e -20 e eeuw)... 71 De Wiener Kreis (20 e eeuw)... 72 5.15 Ludwig Wittgenstein (19 e 20 e eeuw)... 73 Situering + levensloop... 73 Tractatus logico-philosophicus... 73 Philosophische Untersuchungen... 74 Besluit... 74 6. De vragen naar zin, in- en uitzicht blijven in het nieuwe millennium... 74 6.1 Paul Ricoeur (20 e -21 e eeuw)... 74 Biografie... 74 De zijnsbevestiging... 75 De andere... 75 Het instituut... 75 Het egocentrisme voorbij?... 76 Een ethische triade... 76 6.2 John Rawls (20 e eeuw)... 77 Levensloop... 77 Een theorie van rechtvaardigheid... 77 Liberaal neutralisme... 78 6.3 Jean Baudrillard (20 e -21 e eeuw)... 78 De tekenwaarde van de objecten... 78 Discriminatie door differentiatie... 79 Van een kritiek op Marx naar een symbolische samenleving... 79 6.4 Jürgen Habermas (20 e eeuw)... 79 Levensloop... 79 De theorie van het communicatieve handelen... 80 Ethisch bewustzijn en communicatief handelen... 80 Democratie, de natiestaat van Europa... 80 6.5 Martha Nussbaum (20 e eeuw)... 81 Levensloop... 81 5

De breekbaarheid vh goede... 81 Van de stoïcijnse wereldrepubliek naar het multiculturalisme... 81 Seks, gender, homofobie... 81 6.6 Slavoj Zizek (20 e eeuw)... 82 Levensloop... 82 Communisme zonder leiders... 82 Belangstelling voor het christendom... 82 Lof van de onverdraagzaamheid... 82 Postmodernisme van de vorm, modernisme van de inhoud... 83 6

Inleiding tot de filosofie 1. Zin, in- en uitzicht 1.1. De filosofische vragen Vroeger (6 E v. Chr.): alle vormen v. denken werden door filo-sofen bedreven (natuurwetenschappen, literatuur, soc & pol problemen) Nu: Filosofie is een afzonderlijk vak, zoals biologie Filo-sofen (vrienden v/d sofia of wijsheid) mensen die i/d bloeiende handelssteden & havens van zowat het huidige Turkije en later i/d grote Griekse metropolen naar antwoorden zochten op reeks vragen die tot dan enkel beantwoord werden door mythologie en godsdienst of die om praktische redenen opzij geschoven werden: Kosmologie (waar komen we vandaan? Waaruit bestaat het heelal?) Politiek (Hoe bereiken we de beste vorm van menselijk samenleven?) Epistemologie (Is er een absolute waarheid en hoe kunnen we die kennen?) Ethica (Wat noemen we goed en kwaad, waarom?) Logica ( Wat zijn de regels van het denken?).. Het leven begrijpen/doorgronden: inzicht Ethiek; wat is het juiste handelen: uitzicht Wat is de zin van het leven: zinzicht 1.2. Filosofie en mythologie Filosofische vragen werden pas mogelijk en zinvol nadat de mensen op een zeker niveau v. materiële beschaving waren geraakt. ( niet meer hun hele actieve leven besteden a/h produceren v. voedsel en bescherming tegen de natuur) In Griekse handelssteden ontstond daardoor een kleine minderheidsgroep v. bevoorrechte burgers, die een deel v/d vrijgekomen tijd aan verder onderzoek konden wijden. Groep v. vrijgestelden bestond voornl. uit priester, priesteressen en dichters vertelden in lange epische verhalen de mythen van de stam verder Mythe = een als correcte aanvaarde doch niet-gefundeerde voorstelling v. zaken. Komt een punt i/h soc. en historische groeiproces waarop deze mooie verhalen niet meer volstaan. De nieuwsgierigheid (verwondering, thau-masia) is gewekt analoog bij kinderen: Mama, waar komen wij vandaan? Nieuwsgierigheid (thaumasia) + groeiende ervaring (experimenten, reizen, contacten met andere culturen ) = drijfveer achter alle wetenschappelijk & filosofisch denken [Vraag stellen verwondering ervaring ] 7

1.3. Filosofie en godsdienst Vermelde vragen naar inzicht omtrent wereld, mens, onderscheid goed & kwaad worden zowel door de filosofie als de godsdienst behandeld MAAR! Methode om tot een antwoord te komen verschilt! I/d filosofie is er geen plaats voor een boven- of buitenmenselijke openbaring. Filo verwerpt deze geopenbaarde waarheden (bestaan v. God, hemel & hel...) niet noodzakelijk, maar beperkt zich tot een kritisch-rationele benadering v. dezelfde problemen. In bep. periodes (Griekse tijd) ging de filo tegen de overgeleverde religieuze mythologie in (Socrates v. atheïsme beschuldigd) Relatie in andere tijden veel harmonieuzer en conflictloos (i/d middeleeuwse scholen was de filosofie de dienstmeid v/d theologie, de ancilla theo-logiae, omdat ze het denken aanscherpte en verruimde tot op het punt waar de godsdienst het overnam) Filo en godsdienst natuurlijke vijanden. Kan voor bep. vormen v. godsdienstig fundamentalisme & filosofisch dogmatisme wel het geval zijn. Alleen spreekt de godsdienst zich soms uit op terreinen waar filo geen antwoord kan geven of tenminste de vraag openhoudt. 1.4. Filosofie en ideologie Ideologie = samenhangend mensbeeld dat steun en zekerheid geeft, al dan niet bewust wordt opgedrongen en antwoorden geeft maar geen vragen laat stellen. Ideologie = gewoonlijk verstard mensbeeld dat gecontroleerd wordt door autoritaire & absolute gezagsinstanties die geen tegenspraak dulden en de anderen als ketters of dissidenten vervolgen. Onderscheid tussen filo & ideologie = TOTAAL Ideologie helpt ook traditionele zuilen in stand te houden, omdat elk contact met andersdenkenden of twijfelaars & sceptici binnen de eigen zuil verhinderd wordt. Het is hieruit dat de filo i/e actief-pluralistische context een uitweg kan bieden. Theoloog Tillich: Geloof = de moed om te aanvaarden dat je aanvaard wordt (bv. in een relatie aanvaarden dat de andere je graag ziet). 8

1.5. Filosofie en het mens- en maatschappijbeeld Kunnen de filosofie op manieren benaderen (bv uitgaan v mens- en maatschappijbeeld waarin we zijn opgegroeid en dat we tot nog toe als vanzelfsprekend beschouwd hebben. Bv: Christelijke, joodse... mensbeeld) Om vanuit dit vanzelfsprekend mensbeeld tot de filo te komen door 3 bel. fasen gaan: 1. Geleefde of geëxisteerde mensbeeld Krijgen we v onze ouders en omgeving mee. we leven volgens de waarden en verklaringen die ons milieu deelt Dit geleefde mensbeeld is vrij onbewust Bepaalt heel ons denken & handelen v. vroeg tot laat 2. Gesproken mensbeeld In elke groep komt er een moment waarop het onbewuste geleefde mensbeeld uitgesproken wordt, waarin we de overgang vieren v/d kindertijd naar de jonge volwassenheid (vormsel, barmitswa...) hierbij kiest men zelf en openlijk voor een bepaalde overtuiging/godsdienst Nog niet zo heel bewust als de ceremonie het wel voorstelt. Maar is de eerste keer dat openlijk gekozen wordt. Veel mensen groeien nooit boven deze 2 e fase uit, blijven binnen het overgeërfde mensbeeld en binnen hun traditionele zuil 3. Besproken mensbeeld Er is nu pas sprake v/e filosofische benadering In deze fase worden de eigen & andere mensbeelden kritisch (Krinein, onderscheiden) bekeken (vb. in de les filo) & gebeurt het dat: o men ofwel het vroegere mensbeeld verwerpt (bv. zich laten ontdopen) o of er deze keer zeer bewust en overtuigd opnieuw voor kiest Dit besproken mensbeeld vereist een dieper inzicht in onszelf & onze omgeving + de moed om dit nieuwe inzicht ook i/d praktijk om te zetten Aan deze 3 e fase kan men al zien dat de studie v/d filo meer is dan het opdoen v vrijblijvende kennis v 1 of andere wetenschapstak & vaak ingaat tegen de oppervlakkigheid die dat soort consequentie uit de weggaat. 1.6. Filosofie: descriptief of normatief 1. Descriptieve of beschrijvende filosofie: Beschrijft het bestaande Het zijn (al wat is en bestaat): o Ontologie (zijnsleer): bv onderscheid tussen het zijn van een steen, plant, dier of een mens en het onderscheid tussen zijn en worden o Metafysica: vraag naar de oorsprong v/d zijn-den en naar een oerprincipe of God De mens: o Wijsgerige antropologie: wat is de mens? o Cultuurfilosofie: de wisselwerking tussen mens, tijd en omgeving o Sociale filosofie: de relatie tussen mens en samenleving 9

2. Normatieve filosofie Tracht het juiste denken en handelen te bepalen Hoe kunnen we juist kennen? o Logica: de theorie van het juiste redeneren o Kennisleer (epistemologie): wat is de waarde van ons kennen? Hoe moeten we juist handelen? o Moraalfilosofie (ethiek) Hoe kunnen we de juiste zin van het leven vinden? In deze inleiding bekijken we vnl. de normatieve filosofie. We zoeken nl. inzicht te verwerven in hoe de dingen juist in elkaar zitten, we willen zicht krijgen op de juiste manier om je uit de slag te trekken bij het handelen en ten slotte een juist inzicht verkrijgen op de zin van het leven. I/d filosofie zoek je naar een antwoord omtrent 3 grote topics: Naar een rationele benadering (zicht verwerven op hoe de dingen juist in elkaar zitten) (In-zicht) I Naar een juist uitzicht op de manier waarop we best handelen (Uit-zicht) U Naar een juist zicht op een zinvolle manier van leven (Zin-zicht) Z 1.7. Wat kan je met filosofie doen? Filosoferen = gevaarlijk bezigheid doordenken betekent dat je het bestaande overschrijdt. Je vraagt je af waarom de dingen zo zijn i.p.v. ze gewoon als zodanig (dus kritiekloos) te aanvaarden. Filosofen stellen per definitie de bestaande werkelijkheid kritisch en rationeel in vraag en komen zo bijna onvermijdelijk in botsing met de hoeders v/d bestaande religieuze, pol. of soc orde. Filosoferen = op persoonlijk praktisch niveau op het 1 e gezicht nutteloos verhindert je soms om onlogisch of onethisch te handelen, of bepaalde materiële waarden voorrang geven boven algemeen-menselijke en persoonlijke waarden aan filosofie doen berust daarom op een keuze Filosofie = onvermijdelijke en noodzakelijke bezigheid mensen zijn van nature nieuwsgierig & willen weten hoe alles in elkaar zit filosofie maakt de ontwikkeling van de menselijke vrijheid mogelijk, omdat vrijheid zowel de vrije keuze inhoudt als de zo volledig mogelijke informatie filosofie is 1 v/d belangrijkste middelen voor de ontplooiing van onze menselijke mogelijkheden, onze samenleving botst immers steeds weer opnieuw op vragen omtrent haar economische, sociale en ecologische grenzen Hoe meer de aandacht voor de filo vermindert hoe meer ethische problemen zullen ontstaan Economisch (profit/inzicht) + Sociaal (people/uitzicht) + Ecologisch (planet/zinzicht) = duurzame samenleving 10

2. Antieke filosofie: meer dan ooit zinvol 2.1 De filosofie voor Socrates: op zoek naar de oerstof en het ordende principe Filosoferen = abstract denken geldt niet voor het begin v/h westerse denken (6 E v. C. in Klein-Azië) Handelaars en politici willen de waarheid kennen om dit te kunnen toepassen op de praktijk(zeevaart, productie... ) Men ging opzoek naar de oerstof en/of ordenend principe Thales van Milete (presocraat) ca. 624-545 v.c. = één van de eerste wetenschappers, hij bleef niet staan bij de toegepaste wetenschap maar interesseerde zich voor wiskunde en voor raadsel zoals de magnetische kracht Opperde de hypothese (hypo-titheimi, voor-zetten) dat alles uiteindelijk uit water bestaat. (ijs, wolken en water = dezelfde substantie) Vraag naar de oerstof was zo gesteld Begin vd dialoog die ons v de ene naar de andere filosoof zal leiden Soms was het inderdaad een dialoog, gesprek tussen 2 of meer denkers, maar meestal ging het om een reactie op een stelling v/e vorige filosoof, die dan weer werd weerlegd of genuanceerd w door een derde. Anaximenes van Milete (presocraat) ca. 585-525 v.c. Verwierp de hypothese v/h water als oerstof en beschouwde de lucht als een veel aannemelijkere stof: vuur = verfijnde lucht, water = vloeibaar geworden lucht deze 4 elementen (water, lucht, vuur en aarde), de hoofdrolspelers van de huidige milieuproblematiek, stonden reeds vanaf het begin centraal in de filosofische discussie!! Wie fysisch gelijk had, heeft geen belang. begrijpen hoe deze schijnbaar onschuldige hypothesen omtrent de oerstof onvoorziene gevolgen hebben gehad op ons menselijk denken Heraclitus van Ephesus (presocraat) ca. 544-483 v.c. Vuur verandert alle substanties, het is de sleutel tot het geheim van het heelal Oerstof zoeken was niet zo belangrijk, maar wel inzien dat het ging om het principe v/d voortdurende verandering van alles ipv het zijn staat dan het worden voorop 11

Logos = het ordenend principe Logos (het woord) het eeuwige verstand dat zich doorheen alle tegenstellingen ontwikkelt. Hij trachtte zijn nogal moeilijke inzichten in beeldspraak a/d man te brengen: de zon is elke dag nieuw. Of Alles vloeit. Je kan je voeten geen tweemaal in dezelfde stroom dompelen. Met andere woorden: - Alles is voortdurend in verandering - Alles staat in verhouding tot iets anders o Geen licht zonder donker o Geen liefde zonder haar - Volgens Heraclitus betreft het telkens een conflict, waaruit dan nieuwe dingen ontstaan Vooruitgang is slecht mogelijk door dit conflict v. tegengestelden = het begin van het dialectisch denken Hij geloofde i/d wijsheid v/d logos die voor een verborgen harmonie van alle tegenstellingen zorgden. Mensen moesten deze wijsheid leren inzien en er zich naar schikken door dit inzicht en deze aanvaarding v/d werkelijkheid kan de mens rust en blijmoedigheid bereiken, die het hoogste geluk zal zijn. Voor de eerste keer zien we hoe de filosofische aandacht voor inzicht leidt tot zingeving. Pythagoras ca. 572-500 v.c. Begreep de essentie vd wereld als de getalsmatige verhouding van al haar vormen. getal = wezen vd dingen Fascinatie voor getallen kwam door zijn contacten met de wereld vd handel. aldus is het niet zo dat economen hun mosterd haalden bij de wiskunde maar juist omgekeerd Parmenides van Elea (presocraat) ca.540-480 v.c. Zocht naar het blijvende, eeuwigdurende principe van alles, en dat voerde tot de absolute ontkenning van elke verandering. Tegenstelling tussen conservatief (= Parmenides) en progressief (= Heraclitus) Verandering = schijn en bedrog (bv. denken dat de zon op- en ondergaat) Alleen inzicht in het eeuwige blijvende zijnde is waarheid, de rest is slecht een opinie Zeno van Elea (presocraat) - ca. 490-430 v.c. = volgeling van Parmenides Trachtte die schijnbare verandering door een aantal i/d logica beroemd geworden argumenten te ontmaskeren en dus de uitspraken van Parmenides over de onmogelijkheid van verscheidenheid en verandering verdedigen. bv. zijn uiteenzettingen over de onmogelijkheid van de beweging: 12

- Achilles en de schildpad Wanneer de hardloper Achilles en een schildpad een wedloop aangaan en de schildpad ook maar een kleine voorsprong krijgt, dan kan Achilles de schildpad nooit inhalen. Want telkens als Achilles op het punt aankomt waar de schildpad net is geweest, is die schildpad al een stuk verder, en zo gaat dat oneindig door. De afstand tussen de twee wordt steeds kleiner, maar kan nooit worden ingehaald. Dus moeten onze zintuigen die zien dat Achilles de schildpad meteen inhaalt, ons bedriegen. - Pijl die het doel nooit kan bereiken zintuigen zien/voelen dit anders bedriegen ons Conclusie: veel van wat we zien is schijn niet alles is wat het lijkt Zeno toonde aan hoe logisch denken tot conclusies kan komen die tegen de alledaagse observatie ingaan en slechts met moeite kunnen worden weerlegd. Filosofen van Klein-Azië gingen van natuurwetenschappen uit, maar de pre-socratici uit Zuid-Italië waren door de mathematica gefascineerd en veel minder experimenteel georiënteerd Dus: pre-socratici zoeken naar waarheid door tegenstellingen Protagoras (laatste presocraat) 480-410 v.c. Strijd tussen de twee grote stromingen: Sofisme: soort redeneerkunst waardoor we iets kunnen gaan bewijzen in het voordeel van zichzelf/hetzelf Een sofist was oorspronkelijk een leraar, een rondreizende professor die de rijke jeugd een privéopvoeding gaf. Protagoras was niet overtuigd van de absolute tegenstellingen vd twee grote Griekse scholen en vond dat men de concrete mens met zijn handelingen in het middelpunt vh denken moest zetten. stap in de richting vh belang van een ethisch uitzicht dat vanaf Socrates zou doorbreken Stond met beide voeten terug op de aarde: een absolute, overal geldige waarheid is een illusie (relativisme) -> we kunnen de waarheid nooit kennen Moest vluchten voor zijn uitspraken: Over de goden weet ik evenmin of ze bestaan of niet bestaan Vond dat we moesten kijken naar de concrete mens met zijn handelingen 13

Op deze manier kan er geen echte waarheid bestaan want onze observatie van de werkelijkheid verschilt van mens tot mens, maar bij ook bij dezelfde mens v/h ene ogenblik naar het andere Sofisme kan soms leiden tot immoreel cynisme: dat de techniek van het argumenteren (retoriek) alleen nog voor de eigen belangen gebruikt wordt en zowel een stelling als het omgekeerde daarvan met succes kan verdedigen. Sofisten hadden een slechte naam gekregen: Handige redenaars die er alleen op uit waren een discussie te winnen en dus een techniek beheersten die nuttig was voor advocaten en politici. de grote Griekse filosofen Socrates, Plato en Aristoteles verzetten zich tegen deze afwijkingen en bepalen de verdere koers vd filosofie tot aan het einde vd middeleeuwen 2.2 Socrates en Plato: ethiek en utopie Socrates ca. 470-399 v.c. Kennen zijn theorieën niet uit zijn eigen geschriften, maar uit teksten van anderen, vooral zijn studenten Xenofoon en Plato Verplaatste de filosofische discussie v/d natuurfilosofie naar de ethiek (wat is het goede leven?) verzette zich tegen de scepsis v/d sofisten, die volgens hem te ver gingen in hun relativisme Filosoferen = kritisch onderzoeken van het menselijke denken en handelen, en de vorming van de jeugd. Net als de sofisten was hij vooral een leraar, maar zijn methode was hoogst origineel: Hij sprak met schoenmakers, ketellappers en politici op de markt v Athene (agora) aantonen dat de meeste mensen niet zo logisch of consequent dachten en zeker niet handelen Socrates daalt af v/h centrum van Athene (Acropolis) naar het commerciële hart v/d havenstad Piraeus. En treedt daar in dialoog met de kooplui volgens de Socratische methode/gesprek: - Geen negatieve houding - Dialogen (elk komt aan bod, geen monoloog - Wederzijds interesse - Geen dictaten opleggen - Het vermogen v/d andere mens om zelf kennis te generen (hoe antwoorden in jezelf terug te vinden zijn) - Relativering van de oorspronkelijke opvattingen Haalde de haat v/d autoriteiten door zijn scherpe en onbarmhartige vragen (socratische ironie) en toonde aan dat veel mensen belangrijke functies vervulden waarvoor ze niet of weinig competent waren. Proces waarop hij beschuldigd werd v goddeloosheid en corruptie v/d jeugd gifbeker drinken hij was geen negatieve denker, zoals hij door zijn vijanden werd voorgesteld 14

Methode om tot de waarheid te komen: 1. Dialectiek (Heraclitus) 2. Retoriek (Protagoras) 3. Hermeneutiek (komt later) 4. Maieutiek (Socrates) Maieutiek = geestelijke bevallingstechniek, erop gericht om de waarheid, die ergens in elk van ons verborgen zit, geboren te laten worden. (m.b.v. de 6 eigenschappen zie supra) voedvrouw als metafoor voor de filosoof Problemen als we de socratische methode niet goed toepassen. Ook belangrijk is de combinatie van inzicht, uitzicht en zinzicht Het ware (inzicht) leidt tot het goede (uitzicht), maar ook tot het schone (zinzicht). Schone komt neer op de harmonie tussen het ware en het goede. Het moreel juiste (het zedelijke) kan worden gekend en aangeleerd ( <-> sofisten) en dat juiste inzicht in het morele altijd leidt tot een juist uitzicht wat het (morele) handelen betreft. verkeerd handelen is het gevolg van een verkeerd inzicht Wat is het juiste inzicht? Het inzicht dat het ware nut (uitzicht) en geluk (zinzicht) van de mensen tot stand brengt. DUS: I U Z Hoe weten we wat het juiste inzicht is? Jezelf kennen het juiste inzicht hebben over jezelf Zodra je weet wie je bent, weet je meteen ook wat je moet doen om juist en moreel te leven In elk van ons leeft een goddelijk beginsel (Daimonion of daimon, niet te verwarren met duivel of demon) dat we in ons moeten leren herkennen. Daimon = soort van geweten dat we opnieuw moeten leren beluisteren en dat we gewoonlijk zoveel mogelijk door het vervullen van veel behoeften (rijkdom, macht en aanzien) doen verstommen. Mens & samenleving hebben behoeften die ze willen bevredigen Socrates zegt: we moeten nadenken over deze behoeften en valse behoeften verwerpen Wie het minste nodig heeft, staat het dichts bij de goddelijke waarheid in zichzelf Dus: men moet valse behoeften ontmaskeren en verwerpen Zij die dit kunnen hebben het recht als politici, denkers en leraars invloed uit te oefenen op anderen. De staat (polis) moet dus geregeerd worden door filosofisch gevormde mensen handige politici. Je mag de leiding v/d maatschappij niet aan onbekwame, moreel onderontwikkelde machthebbers overlaten. Socrates historisch zeer belangrijk, hij legde de nadruk op: - de waarde van elk individu (daimonion) - eerlijkheid - samengaan van moraal en politiek 15

Problemen met Socrates bevallingstechniek : de waarheid ontwikkelt zich ook via onderzoeken en experimenten (geneeskunde, fysica ) en die waarheid zit niet zomaar in elk van ons verborgen. zolang de nadruk op het morele ligt blijft de methode van Socrates gelden Plato ca. 427-347 v.c. = Aristocratische leerling van Socrates Oefent o.m. via het christendom nog steeds een grote invloed op ons uit (bv platonische liefde) = eerste idealist uit de geschiedenis v/d westerse filosofie IDEEËNLEER: niets in de materiële werkelijkheid is zo volmaakt als de idee dat we ervan hebben (bv op zoek gaan naar de ideale partner, wetende dat we dit ideaal nooit zullen vinden) In ons gewone taalgebruik zijn de begrippen werkelijkheid en ideaal begrippen die elkaar uitsluiten. Plato zag de tegenstelling ook, maar draaide de rollen om: De werkelijkheid is dat ideaal, en wat wij de realiteit noemen, is slechts een zwakke afschaduwing van dat ideaal. illustreerde dit a.d.h.v. de allegorie van de grot, waarin uiteengezet wordt hoe de mens als een vastgekluisterde in een grot niets anders ziet dan schaduwen van de werkelijkheid. De wereld van de ideeën is onveranderlijk en bovenzintuiglijk. Feit dat we via begrippen (dé man, dé vrouw, dé stad...) tot de wereld van de ideeën kunnen opstijgen, bewijst de onsterfelijkheid van onze ziel. Ziel = het intellectuele (inzicht) en morele (uitzicht) zelf. Plato zag de ziel als een driespan, bestaande uit: De rede (de logos of de wagenmenner) die voor een evenwicht zorgt tussen twee aspecten van ons handelen (paarden): o o Onze wil = Thumos of het nobele paard Onze lust = Epithumia of het weerspannige paard 16

Tijdens dit allesbehalve ideale leven zit de ziel echter gevangen in het lichaam, dat tot de materiele en dus onvolmaakte wereld behoort. Zin van het leven (zinzicht) vinden we wanneer we er in ons streven op gericht zijn de ontwikkelingen van onze geestelijke vermogens te stimuleren en ons door het lichaam zo weinig mogelijk te laten binden. Dualistische scheiding tussen de (goede) ziel en het (slechte) lichaam) heeft enorme gevolgen gehad: seksuele moraal i/h christendom die het genieten v/h lichaam lang verdacht maakte... KENNISLEER: (berust op de ideeënleer) 7 elementen: - Leven in een grot - Tijdelijke varianten van blauwdrukken/werkelijkheid (schaduwen, echo s >ideeën) - Thumos: discipline - Wereld der (ideeën)abstracties (uit de grot ontsnappen, men komt in fel zonlicht -> ziel stijgt op naar wereld v. abstracties) - De geest (-> brengt mens tot juiste inzichten) - Verschillende kennis over werkelijkheid (communicatie is moeilijk) - Ziel snakt daarboven te vertoeven (het gewone wordt iets vervelends) Werkelijke kennis komt volgens P. neer op herinneringen aan de ideeënwereld, waaruit onze ziel komt Kennis = herinnering Hoogste idee = idee v/h schoon-goede (verwezenlijkt in God, het absolute Schone en Goede) idee van kalosagathos kalos = het schone uitzicht en agathos = het goede inzicht DUS: I & U Z Moeite die de vastgekluisterde mensen in de grot moeten opbrengen om zich te bevrijden, is een metafoor voor het intense nadenken over het ware vergt veel discipline (thumos) om verleidingen (epithumos) te weerstaan uit grot ontsnappen en daglicht aanschouwen komt neer op het opstijgen v/d ziel naar de ideeënwereld. Eens men uit de grot ontsnapt is en de verbondenheid met het schoongoede heeft ervaren, is het niet meer zo evident zicht zomaar met gewone menselijke aangelegenheden bezig te houden. 17