Brandstof voor de raket Raketten



Vergelijkbare documenten
Vormen van een raket Raketten

Uit welk land komt deze raket?

Snel, sneller, snelst Raketten

Vormen van een raket Raketten

De planeten Reis door het zonnestelsel

Tijd. 10 min. 55 minuten

lesdoelen De leerling: oefent zijn motoriek kan iets nabouwen kan activiteiten benoemen die hij dagelijks doet weet waaruit een dorp is opgebouwd

De leerling: weet dat astronauten robotarmen

Beste leerkracht, leerling,

Zoeken naar leven. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

lende hemellichamen verschillende zijn qua temperatuur, zwaartekracht, atmosfeer en zuurstof andere hemellichamen anders uit zouden zien

Pak voor de activiteit Hoe eten astronauten? de foto van de etende astronaut uit de bijlage.

Lichtweerkaatsing Licht

Een vreemde planeet groep 5-8

Doktor Proktor lesbrief groep 3-4. behorend bij de verteltheatervoorstelling: 'Doktor Proktor's Schetenpoeder' door Marjo Dames/ Sterk-Verhaal

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Zoeken naar leven. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

Licht en donker Licht

van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen nodig hebben om te leven bakjes met tuinkers 10 min.

Afstanden in het zonnestelsel Reis door het zonnestelsel

Kijken naar sterrenbeelden

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Kleuren in licht? Licht

Magnetische velden groep 7-8

Zoeken naar leven. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

dampkring voorstelt en een fles die een planeet zonder dampkring voorstelt

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Reis door het zonnestelsel

Zorg voor de activiteit Licht door wrijving voor vuursteentjes.

van Mars is nagemaakt

Archeologen logboek Namen:....

Leven in jouw woonplaats

Introductie Ruimtemissie Rosetta

Grote en kleine planeten Reis door het zonnestelsel

Het International Space Station. ISS (juni 2006)

Het kiemen van zaden

THEMA 1 MENS & AARDE. LES 1 De aarde als systeem. Deze les gaat over: Bij dit thema horen ook:

Waar is de schaduw? Licht

Tijd. een tijdlijn met daarop verschillende gebeurtenissen sinds het ontstaan van het heelal tot nu. 60 minuten

Reis door het zonnestelsel

de ruimte gestuurd worden voor aliens schap aan aliens kunt sturen 10 min.

Reis naar andere hemellichamen

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Chemische reacties. 1 Hoeveel verschillende stoffen zijn er denk je? Zijn het er rond de tien, rond de duizend of zelfs meer? ...

Paddenstoelen kweken in de klas

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie

Werkbladen In de klas. Leven in het heelal. Naam. School. Klas 2 en 3 havo-vwo. Klas

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen:

3.3 Les 3: Het opstellen van een hypothese

De mens verovert de ruimte

Astronautenpak groep 7-8

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

zich wast last kan hebben van misselijkheid gewichtsloos is om in de kleding van een astronaut te werken

Werkbladen in NEMO. Leven in het heelal. Naam. School. Onderbouw havo-vwo. Klas

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

Werkbladen In NEMO. Zoeken naar leven. Naam. School. groep 7-8. Klas

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2

4 andere dieren bestaat. foto zo precies mogelijk na en kleur in.

De leerling: weet wat luchtdruk is weet dat je met een barometer de luchtdruk kunt meten

Zoeken naar leven. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

van zwaartekracht hebben weet dat hoe groter de zwaartekracht van een hemellichaam is, hoe kleiner hun sprong is

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

dag en nacht Vragen behorende bij de clip dag en nacht op

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen

lesbrieven avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 2:

staat waar iedereen uit de klas woont

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Werkbladen In NEMO. Zoeken naar leven. Naam. School. onderbouw VO. Klas

Licht in de ruimte. lesidee voor bovenbouw PO. colofon:

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

Het eetbare zonnestelsel groep 5-7

Natuurtentoonstelling

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Reis naar andere hemellichamen

De leerling: weet dat de aarde groter is dan de maan ontdekt dat iets kleiner lijkt als het verder weg staat. aarde en de maan

Noten schieten 9 april 2009

Opdrachtkaarten Lente

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Taak Wie ben ik? Groep Zwaarte Vakgebied Voorbereiding Rol leerkracht Kerndoelen Code ariq,

EINSTEIN. Weet je wat, ik neem mijn neef mee naar het laboratorium. Daar werken mijn assistenten met stikstof. Dat vindt hij vast mooi.

m a t e r i a a l z e n d i n g

Cellen aan de basis.

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

1 Inleiding. Inleiding. Dit boek gaat over natuur- en scheikunde. Maar wat is natuur-kunde? Wat is schei-kunde? Een voorbeeld uit de

Chique woorden Weet jij wat deze woorden betekenen? Vraag om de beurt de betekenis van een chique woord aan elkaar.

dag- en nachtdieren land dag is het dan nacht is aan de andere kant van de wereld de zon op is de zon onder is

Test je kennis! De heelalquiz

lesbrieven avonturenpakket de uitvinders en het zonnewiel leerlingenbestand Lesbrief 1: Opdracht 1: Maak een energieweb

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

Heel veel sterren! Kijken naar de sterren

S C I E N C E C E N T E R

Ontwerp je eigen superzwever

Transcriptie:

Brandstof voor de raket Raketten Vgroep 7-8 77 tijdsduur lesdoelen benodigdheden 65 minuten De leerling: 12 materiaalbakken kerndoelen Voorbereiding ontdekt dat bij een 12 filmkokers chemische reactie nieuwe 12 theelepels 1 en 44 stoffen ontstaan 12 meetlatten weet dat je een gas soms 12 zakjes bakpoeder kunt herkennen aan belletjes 12 bruistabletten eindproduct een raket die door een chemische reactie wordt gelanceerd stevig papier plakband scharen lijm azijn wc-papier cola light water Mentos Maak voor de activiteit Bouw een raket 12 materiaalbakken met daarin een filmkoker, stevig papier, een schaar, plakband, lijm, azijn, bakpoeder, wc-papier en een theelepel. Wat is een reactie? 10 min. Vraag de leerlingen wat een chemische reactie is. Vertel dat als je stoffen bij elkaar doet er een chemische reactie kan ontstaan. Hierbij werken stoffen op elkaar in en ontstaan er nieuwe stoffen. De leerlingen doen het experiment bij opdracht 1 van het doeblad om dit aan te tonen. Ze zien dat er bij de chemische reactie kleine belletjes ontstaan. Leg uit dat de azijn en het bakpoeder met elkaar reageren. Er ontstaat daarbij een gas. Dat kun je zien aan de belletjes. De leerlingen maken een raket die door een chemische reactie wordt gelanceerd. Bouw een raket 20 min. De leerlingen hebben bij opdracht 1 gezien dat er bij het bij elkaar voegen van bakpoeder en azijn een gas ontstaat. Vertel dat ze dit als brandstof voor hun raket gaan gebruiken. Het ontwerp van de raket maken ze zelf. Geef hen de materialen die ze hiervoor mogen gebruiken. Lees met de leerlingen op het doeblad de eisen waaraan de raket moet voldoen. Maak tweetallen. Vertel dat het gas dat ontstaat als het bakpoeder met de azijn reageert, ervoor zorgt dat de raket gelanceerd wordt. De leerlingen maken opdracht 2 van het doeblad. pagina 489 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Wat is de verhouding? 20 min. De leerlingen zoeken de juiste verhouding tussen het bakpoeder en de azijn. Hierna testen ze de raket met deze nieuwe verhouding. Is er een relatie tussen de verhouding bakpoeder/azijn en de afstand die de raket aflegt? Met welke verhouding komt de raket het verst? De leerlingen maken opdracht 3 van het doeblad. Spreek af hoeveel keer ze het experiment mogen herhalen. Bespreek de resultaten. Hoe hoog komt jouw raket? 15 min. Als lanceerbrandstof kunnen ook twee andere aandrijvingmethodes worden gebruikt. Een mengsel van cola light en Mentos, of water met een bruistablet. Laat de leerlingen uitzoeken bij welke methode de raket de grootste afstand aflegt. pagina 490 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Brandstof voor de raket 1 Wat is een reactie? Wat heb je nodig? Vgroep 7-8 77 doeblad theelepel azijn bakpoeder Wat ga je doen? 1 Doe een klein beetje azijn op de theelepel. 2 Strooi er een klein beetje bakpoeder bij. a Wat zie je gebeuren? Dit is een voorbeeld van een chemische reactie. Het bakpoeder en de azijn werken op elkaar in, en er ontstaat een nieuwe stof. Je maakt een raket die door een chemische reactie wordt gelanceerd. 2 Bouw een raket Wat heb je nodig? haal bij je leerkracht een materiaalbak Wat ga je doen? 1 Kijk goed wat er allemaal in de materiaalbak zit. Kijk ook naar het voorbeeld op de volgende bladzijde. pagina 491 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Jouw raket moet aan de volgende eisen voldoen: hij moet stevig zijn en niet kapot gaan door de lancering; hij moet gemaakt worden om een filmkoker heen; hij moet licht genoeg zijn om gelanceerd te kunnen worden; je moet de stappen 3 t/m 11 ermee kunnen uitvoeren. Teken hieronder een raket die aan de eisen voldoet. Geef daarbij aan welke materialen je uit de materiaalbak gebruikt. teken HIER je raket 2 Je ontwerp is klaar. Maak nu je raket. Maak nu de brandstof voor je raket. 3 Open de filmkoker en vul deze voor de helft met azijn. 4 Pak één laagje van een velletje wc-papier. Leg dit op tafel. 5 Doe een theelepel bakpoeder op het velletje wc-papier. 6 Draai het velletje wc-papier dicht als een snoepje, zoals op de tekening hiernaast. pagina 492 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

7 Doe het pakketje met het bakpoeder in de filmkoker. Tip. Houd je hoofd niet boven de raket. 8 Sluit de raket snel af met de deksel. 9 Schud heel even en zet de raket dan op zijn deksel neer. 10 Kijk goed en blijf op afstand! Je moet misschien even geduld hebben. 11 Schat hoe hoog jouw raket is gekomen. 3 Wat is de verhouding? 1 Test de juiste verhouding van de azijn en het bakpoeder. Verander de hoeveelheid azijn, maar houd de hoeveelheid bakpoeder gelijk. Vul de tabel hieronder in. Mijn brandstofsamenstelling Ik heb een halve theelepel bakpoeder gebruikt. Ik heb 0,25 0,75 deel gevuld met azijn. Mijn raket komt nu hoger minder hoog dan de eerste lancering. Ik heb 0,25 0,75 deel gevuld met azijn. Mijn raket komt nu hoger minder hoog dan de eerste lancering. 2 Houd nu de hoeveelheid azijn gelijk maar verander de hoeveelheid bakpoeder. Vul de tabel hieronder in. Komt de raket hoger of minder hoog? Mijn brandstofsamenstelling Ik heb mijn raket voor de helft gevuld met azijn. Ik heb 0,25 0,75 theelepel bakpoeder gebruikt. Mijn raket komt nu hoger minder hoog dan de eerste lancering. Ik heb 0,25 0,75 theelepel bakpoeder gebruikt. Mijn raket komt nu hoger minder hoog dan de eerste lancering. pagina 493 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

4 Hoe hoog komt jouw raket? a Vul je raket met cola light en Mentos. Hoe hoog komt je raket? b Werkt het beter dan met bakpoeder en azijn? ja / nee omcirkel het juiste antwoord c Vul je raket met een bruistablet en water. Hoe hoog komt je raket? d Werkt het beter dan met bakpoeder en azijn? ja / nee omcirkel het juiste antwoord e Welke manier om jouw raket weg te schieten werkt het beste? pagina 494 Raketten LES 77 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Hoe word je een ruimtevaarder? Mensen in de ruimte Vgroep 7-8 78 tijdsduur 100 minuten kerndoelen 1, 5, 8, 54 en 55 lesdoelen De leerling: kan in een groepje samenwerken om een script voor een toneelstuk te schrijven weet wat er op een missielogo van een ruimtereis staat kent het verschil tussen een astronaut en een kosmonaut weet wat er met ruimte wordt bedoeld leert dat een hondje als eerste de ruimte in ging weet dat Joeri Gagarin de eerste mens in de ruimte was weet dat Wubbo Ockels en André Kuipers Nederlandse astronauten zijn weet dat Neil Armstrong in 1969 de eerst mens op de maan was weet wat je moet kunnen en doen om astronaut te worden weet dat de ESA de Europese ruimtevaartorganisatie is kent een aantal ruimtevaartuigen eindproducten een script voor een set onderzoeksvragen voor ieder groepje een toneelstuk van de hele klas over ruimtevaarders benodigdheden gekleurd papier kleurpotloden viltstiften Voorbereiding Knip voor de activiteit Script schrijven alle onderzoeksvragen uit het knipblad, zodat deze aan de verschillende groepjes kunnen worden gegeven. Ontwerp je eigen missielogo 30 min. Kijk samen naar de afbeelding van het missielogo op het doeblad. Vraag de leerlingen wat het is. Vertel dat dit het missielogo van de ruimtereis van André Kuipers is. André Kuipers heeft in 2004 tien dagen in het ruimtestation ISS doorgebracht. Weten de leerlingen wat het ISS is? Vertel dat het ISS (International Space Station) een ruimtestation is dat een baan rond de aarde maakt. Sinds 2000 is het ruimtestation permanent bewoond. André heeft in het ruimtestation wetenschappelijke experimenten uitgevoerd. De naam van de ruimtereis van André heet missie Delta. Dit is de afkorting van Dutch Expedition for Life science, Technology and Atmospheric research. Ook verwijst het naar de rivierendelta in Nederland. Alle ruimtereizen hebben een missielogo. pagina 495 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Verdeel de leerlingen in groepjes van vier. Vraag ieder groepje om een missielogo te ontwerpen. Het missielogo moet een aantal dingen laten zien: de naam van de missie; de kleuren van de vlag van de ruimtevaarder; een tekening die aangeeft wat er tijdens de missie wordt gedaan (bijvoorbeeld onderzoek). De leerlingen vullen opdracht 1 van het doeblad in. Geef de leerlingen knutselspullen om met hun groep het logo te maken. Op het doeblad tekenen ze hoe het logo eruit ziet. De leerlingen onderzoeken een aantal belangrijke feiten over ruimtevaarders. Script schrijven 25 min. Geef ieder groepje een set van onderzoeksvragen met antwoorden. Geef hen de opdracht om aan de hand hiervan een script te schrijven voor een toneelstukje van 5 minuten. De leerlingen doen opdracht 2 van het doeblad. Iedere leerling krijgt in het toneelstuk een eigen taak. Het toneelstuk 45 min. De leerlingen voeren het toneelstuk op. De informatie van het knipblad zou in ieder stukje naar voren moeten komen. Na het toneelstuk vullen de leerlingen opdracht 3 van het doeblad in. Bespreek hoe het toneelstuk is gegaan en wat de leerlingen ervan hebben geleerd. pagina 496 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Hoe word je een ruimtevaarder? 1 Ontwerp je eigen missielogo Vgroep 7-8 78 doeblad Je ontwerpt met je groepje een eigen missielogo. Overleg samen wat erop moet komen. a Wat is de naam van je missie? b Uit welk land komt de ruimtevaarder van je missie? c Hoe ziet de vlag van dat land er uit? teken HIER de vlag d Wat wordt er tijdens de missie gedaan? pagina 497 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

e Teken hieronder hoe het logo eruit ziet. teken HIER je logo Je onderzoekt een aantal belangrijke feiten over ruimtevaarders. 2 Script schrijven 1 Je krijgt van je leerkracht een set onderzoeksvragen. 2 Maak met je groepje hierover een toneelstuk van 5 minuten. 3 Het toneelstuk Je hebt een aantal toneelstukjes over ruimtevaarders gezien. Vul hieronder in wat je daar van hebt geleerd. a Wat is een astronaut? Wat is een kosmonaut? pagina 498 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Wat wordt met de ruimte bedoeld? b Wat was het eerste levende wezen dat de ruimte in ging? En wie was de eerste mens? Wanneer was dat? Welke Nederlanders zijn in de ruimte geweest? c Wie was de eerste mens op de maan? Wanneer was dat? pagina 499 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

d Hoe word je een ruimtevaarder? Hoe is de training van ruimtevaarders? Wat is de ESA? e Waarmee gaan de ruimtevaarders de ruimte in? Welke taal spreken ze in de ruimte? f Wat doen de ruimtevaarders in de ruimte? Hoe gaat het als ruimtevaarders weer terug op aarde zijn? pagina 500 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Wat is een astronaut? Wat is een kosmonaut? Wat wordt met de ruimte bedoeld? Een ruimtevaarder is een astronaut of een kosmonaut. Dit is een persoon die in de ruimte is of is geweest. Er zijn verschillende meningen over waar de ruimte precies begint. Dit is ongeveer 100 kilometer vanaf de aarde. Een astronaut vliegt mee met een ruimtevaartuig dat door NASA of ESA wordt gelanceerd. Een kosmonaut gaat mee met een ruimtevaartuig dat door de Russische federatie wordt gelanceerd. Wat was het eerste levende wezen dat de ruimte in ging? En wie was de eerste mens? Wanneer was dat? Welke Nederlanders zijn in de ruimte geweest? Jarenlang droomden mensen ervan om de ruimte in te gaan. Toen de technologie zo ver was, is er als eerste niet een mens, maar een hond de ruimte in gestuurd. Dit was in 1957. Rusland schoot toen een raket (de Spoetnik 2) naar de ruimte met de hond Laika erin. Het hondje heeft vier dagen rond de aarde gevolgen, maar is daarna door oververhitting overleden. De eerste mens in de ruimte was de Russische kosmonaut Joeri Gagarin. Dit was in 1961. Hij draaide 1 keer rond de aarde. Er zijn twee Nederlanders de ruimte in geweest: Wubbo Ockels en André Kuipers. Tegenwoordig blijven de ruimtevaarders van het ISS vaak niet meer dan een half jaar in de ruimte. Vgroep 7-8 78 knipblad Wie was de eerste mens op de maan? Wanneer was dat? In 1969 ging Neil Armstrong als commandant mee in de Apollo 11 missie om op de maan te landen. Toen hij op de maan was, sprak hij de bekende zin: That s one small step for a man, one giant leap for mankind. Het woordje a is nauwelijks te horen op de geluidsopname. De zin betekent: Dit is een kleine stap voor een mens, maar een grote sprong voorwaarts voor de mensheid. Hoe word je een ruimtevaarder? Hoe is de training van ruimtevaarders? Wat is de ESA? Veel mensen die ruimtevaarder worden, hebben daarvoor al een andere opleiding gedaan. Zoals een opleiding tot piloot of arts. Voordat ruimtevaarders de ruimte in gaan, moeten ze jaren trainen. Soms trainen ze onder water, om te voelen hoe het is om gewichtsloos te zijn. Net als in de ruimte krijgen ze onder water een groot pak aan en gebruiken ze gereedschap. Zo kunnen ze oefenen hoe het is om in de ruimte aan het werk te zijn. Als de ruimtevaarders klaar zijn met deze training, krijgen ze ook nog een training waarin specifiek wordt ingegaan op de taken die ze tijdens hun missie zullen uitvoeren. De ESA is de Europese ruimtevaartorganisatie. Waarmee gaan de ruimtevaarders de ruimte in? Welke taal spreken ze in de ruimte? Ruimtevaarders gaan met een ruimtevaartuig de ruimte in. Dit is een vervoermiddel om te reizen buiten de dampkring. Er zijn verschillende soorten ruimtevaartuigen. Om bemanning of objecten de ruimte in te brengen zijn er raketten. Een herbruikbare raket die landt als een vliegtuig heet een ruimteveer of spaceshuttle. Sommige ruimtevaarders gaan naar een ruimtestation. Dit is een permanent bewoond ruimtevaartuig dat in een baan om de aarde draait, zoals het Internationale Ruimtestation (ISS). Om op zo n ruimtestation te komen, kan een ruimteveer of spaceshuttle worden gebruikt. Tijdens de training leren de ruimtevaarders Engels en Russisch. Deze talen worden namelijk binnen het ruimtestation gebruikt. Het is best moeilijk om Russisch te leren, want het alfabet is anders dan het Nederlandse alfabet. Wat doen de ruimtevaarders in de ruimte? Hoe gaat het als ruimtevaarders weer terug op aarde zijn? In de ruimte wordt voornamelijk onderzoek gedaan, bijvoorbeeld in het ISS. Dit is een soort zwevend laboratorium waar ruimtevaarders uit verschillende landen onderzoeken uitvoeren. Er wordt gekeken hoe bepaalde dingen reageren als er geen zwaartekracht is. Ook wordt er gekeken hoe het menselijk lichaam reageert als er geen zwaartekracht is. Met deze kennis zou het in de toekomst mogelijk kunnen worden om een lange tijd in de ruimte te blijven. Mensen krijgen in de ruimte vaak een bol gezicht en hun lichaam is niet meer gewend om het gewicht van hun lichaam te dragen. Daarom moeten ruimtevaarders enige tijd rust hebben als ze weer terug op aarde zijn. Ook moeten ze dagelijks in het ruimtestation oefeningen doen om te zorgen dat hun spieren zo sterk mogelijk blijven. pagina 501 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

pagina 502 Mensen in de ruimte LES 78 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Waaraan herken je leven? Leven in de ruimte Vgroep 7-8 79 tijdsduur 60 minuten kerndoelen 1, 44 en 55 lesdoelen De leerling: weet dat mensen op aarde zoeken naar leven in de ruimte weet wat de kenmerken van leven zijn weet dat leven niet altijd direct zichtbaar is benodigdheden gist water bakje glas suiker Voorbereiding Zet voor de activiteit Zoeken naar leven de gist, het water, het suiker, een glas en het bakje klaar. Zoeken naar leven 20 min. Vraag de leerlingen of ze denken dat er naast leven op aarde ook ergens anders in de ruimte leven is. Waarom denken ze wel of niet? Vertel dat er tot nu toe nog geen ander leven is gevonden. Er wordt wel onderzoek naar gedaan. In 1999 is het project SETI (Search for Extraterrestrial Intelligence) van start gegaan. In deze zoektocht naar buitenaardse intelligentie zoeken radiotelescopen naar signalen uit de ruimte die veroorzaakt kunnen zijn door intelligente wezens. Vertel dat er dus onderzoek wordt gedaan naar buitenaards leven. Maar wat is leven eigenlijk? Wat denken de leerlingen? Ze vullen opdracht 1 van het doeblad in. Vraag welke dingen ze hebben ingevuld bij Leeft, Heeft geleefd en Leeft niet en heeft nooit geleefd. Schrijf deze op het bord. Laat de leerlingen de kolommen aanvullen met eigen ideeën. Bekijk samen met de leerlingen de voorbeelden van leven (uit de categorieën Leeft en Heeft geleefd ). Welke kenmerken hebben deze organismen ten opzichte van de levenloze dingen (uit de categorie Leeft niet en heeft nooit geleefd )? Maak het verschil duidelijk tussen dode en levenloze dingen. Dode organismen hebben geleefd en behoren tot het leven. Het tegenovergestelde van leven is dus levenloos, niet dood. Vraag de leerlingen wat gist is. Vertel dat gist bijvoorbeeld wordt gebruikt bij het bakken van brood. Door de gist gaat het brood rijzen. Laat zien hoe gist zich ontwikkelt. Vul het bakje met een dunne laag gist. Roer de suiker door het glas water. Giet dit bij de gist. Wat gebeurt er? De leerlingen onderzoeken wanneer je iets leven noemt. pagina 503 Leven in de ruimte LES 79 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Beoordelen van leven 35 min. Kijk met de leerlingen naar de kenmerken van leven die bij opdracht 2 van het doeblad staan. Geef van ieder kenmerk een voorbeeld. Vraag: Aan welke kenmerken van leven voldoen de dingen van opdracht 1? Laat alle leerlingen hun eigen bevindingen opschrijven en motiveren. Bespreek de ingevulde doebladen. Leg uit dat een mens aan alle kenmerken van leven voldoet. Je wordt als baby geboren en groeit uit tot een volwassene. Ook als volwassene groei je nog steeds. Bijvoorbeeld doordat je huid geneest als je een wondje hebt. Mensen bewegen. Mensen nemen voedsel en zuurstof op uit de omgeving om in leven te blijven. Ze geven stoffen af, bijvoorbeeld als ze naar de wc gaan of als ze zweten. Mensen veranderen stoffen in andere stoffen tijdens de spijsvertering. In het lichaam wordt brood bijvoorbeeld omgezet in onder andere suikers. Doordat mensen kinderen krijgen, planten zij zich voort. Mensen reageren op veranderingen. Ze krijgen bijvoorbeeld kippenvel als het koud is en beslissen dan om zich warmer aan te kleden. Ook apen, en alle andere dieren, voldoen aan alle kenmerken van leven. Bomen worden ook steeds groter. Ze bewegen wel, maar dit gebeurt heel langzaam. Ze bewegen bijvoorbeeld wanneer ze hun bladeren richten op de zon. Bomen nemen koolstofdioxide op uit de lucht en geven zuurstof af aan de omgeving. Bomen planten zich voort door zaden via de lucht of bijvoorbeeld via vogels te verspreiden. Ze reageren op veranderingen, bijvoorbeeld doordat ze hun bladeren laten vallen als er minder zonlicht is. Dit gebeurt in de herfst. Een afgevallen herfstblad leeft niet meer, maar is dood. Een pen en kaas voldoen aan geen van de kenmerken van leven. Een auto voldoet wel aan een aantal kenmerken (bewegen, stoffen aan de omgeving afgeven, stoffen veranderen en reageren op veranderingen), maar die processen ontstaan door mensen. Een auto groeit niet en kan zich niet voortplanten en is dus geen levend wezen. Bespreek aan welke kenmerken gist voldoet. Gist groeit, omdat het water met suiker opneemt uit de omgeving. Hierdoor wordt de cel groter. Gist zet de suiker om in alcohol en koolstofdioxide en geeft dit af aan de omgeving. Het klinkt misschien gek, maar gist plant zich ook voort! De gistcellen kunnen zich delen en de gesplitste cellen groeien apart verder. Gist reageert ook op veranderingen van buiten. Als er zuurstof in de lucht zit, maakt gist koolstofdioxide. Als er geen zuurstof is, maakt het alcohol. Gist is een schimmel. Vertel dat het heel moeilijk is om te bepalen wat leven is. Soms kun je heel moeilijk zien of iets aan alle kenmerken van leven voldoet, zoals bij gist en bomen. Wetenschappers ontdekken nog steeds nieuwe vormen van leven. Een sluitende definitie van leven bestaat (nog) niet. Is elk leven zichtbaar? 5 min. Vraag de leerlingen of elk leven zichtbaar is. Wat is het kleinste beestje dat zij kennen? Vertel dat er hele kleine bacteriën bestaan die je met het blote oog niet kunt zien. pagina 504 Leven in de ruimte LES 79 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Waaraan herken je leven? Vgroep 7-8 79 1 Zoeken naar leven a Hoe wordt er onderzoek gedaan naar leven in de ruimte? doeblad b Leeft het of leeft het niet? Als het niet leeft: heeft het ooit geleefd of heeft het nooit geleefd? Zet in de goede kolom: mens, pen, aap, kaas, boom, afgevallen herfstblad, auto, gist. Leeft Heeft geleefd leeft niet en heeft nooit geleefd (= dood) (= levenloos) Je geeft antwoord op de onderzoeksvraag: wanneer noem je iets leven? 2 Beoordelen van leven Een manier om iets als levend te omschrijven, is als het voldoet aan de volgende kenmerken: groeien zich bewegen stoffen uit de omgeving opnemen stoffen aan de omgeving afgeven stoffen veranderen in andere stoffen zich voortplanten waarnemen en reageren op veranderingen van binnen en van buiten pagina 505 Leven in de ruimte LES 79 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

a streep door wat niet van toepassing is mens pen aap kaas boom Streep de kenmerken van leven door waar de dingen in de tabel niet aan voldoen. Schrijf in de rechterkolom waarom je vindt dat het wel of niet aan die voorwaarden voldoet en of het dus leven is. groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren schrijf HIER waarom afgevallen herfstblad auto gist groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren groeien / bewegen / stoffen opnemen stoffen afgeven / stoffen veranderen voortplanten / waarnemen en reageren b Wat uit de tabel hierboven voldoet aan alle kenmerken van leven? pagina 506 Leven in de ruimte LES 79 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Een zachte landing Ruimtetechnologie Vgroep 7-8 80 tijdsduur 60 minuten kerndoelen 1, 23, 42, 44 en 45 lesdoelen De leerling: weet wat snelheid is weet hoe je snelheid berekent weet dat ruimtevaartuigen zacht moeten landen eindproduct een landingsvoertuig voor een ei benodigdheden foto Marslander (bijlage) 12 materiaalbakken 12 potloden 12 gummen 12 stopwatches 12 ongekookte eieren A4-papier rietjes boterhamzakjes satéstokjes touw tape elastiekjes scharen plakband klei watten aluminiumfolie eventueel: prijsje voor de wedstrijd Voorbereiding Haal voor de activiteit Remmen of toch niet? de foto van de Marslander uit de bijlage. Maak twaalf materiaalbakken met daarin A4-papier, rietjes, boterhamzakjes, satéstokjes, touw, tape, elastiekjes, een schaar, plakband, watten, aluminiumfolie en klei. Remmen of toch niet? 10 min. Verdeel de groep in tweetallen. Geef ieder tweetal een potlood en een gum. De leerlingen laten deze vallen van een hoogte van een meter boven hun tafel. Wat gebeurt er? Vraag de leerlingen waarom het potlood en de gum naar beneden vallen. Dit komt door de zwaartekracht. Vraag: Hoe zou je deze gum en het potlood zacht kunnen laten landen? Vertel dat er op planeten ruimtevoertuigen landen om ze te onderzoeken. De Marslander is zo n ruimtevoertuig. Laat de foto van de Marslander zien. Vraag de leerlingen hoe ze deze op Mars gekregen hebben. Vertel dat het belangrijk is dat de Marslander niet te hard neerkomt. Het ruimtevoertuig is daarom geland met behulp van parachutes en stootkussenballonnen. Vertel dat de leerlingen nu zelf een landingsvoertuig gaan maken. Niet voor een Marslander, maar voor een ei. Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat het ei niet kapot gaat? De leerlingen maken een landingsvoertuig voor een ei. pagina 507 Ruimtetechnologie LES 80 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Landen maar! 40 min. Vraag de leerlingen hoe je een ei, dat van een meter boven de tafel naar beneden valt, kunt beschermen. Schrijf de ideeën op het bord. Deel de materiaalbakken uit. Laat de leerlingen bekijken wat erin zit. Bespreek ook de eisen op het doeblad waar het landingsvoorwerp aan moet voldoen. Hierna maken de leerlingen hun ontwerp bij opdracht 1 van het doeblad. Begeleid de leerlingen bij het maken van het ontwerp. De leerlingen kunnen iets maken wat lijkt op de tekening hieronder. Tip. Eindig de les met een wedstrijd. Wie heeft het beste landingsvoertuig gebouwd? Bij wie gaat het ei niet kapot? Laat het ei met het landingsvoertuig van een steeds grotere hoogte vallen. Met welk landingsvoertuig kun je het ei van de grootste hoogte laten vallen? Hoe hoog is dat? Aan de hand van het ontwerp maken ze hun landingsvoertuig. Laat de leerlingen pas beginnen met bouwen als het ontwerp is goedgekeurd. De leerlingen testen het landingsvoertuig eerst met een ei van klei in plaats van het echte ei. Komt er een deuk in de klei? Hoe kwam dat? Bespreek met de leerlingen de uitkomsten. Bij welk groepje werkte het landingsvoertuig goed? Bekijk dat ontwerp: wat is er zo speciaal aan? Laat de leerlingen elkaars ontwerp zien en testen, zodat ze van elkaar kunnen leren. Hierna voeren ze eventuele verbeteringen aan het ontwerp door. Wat is de gemiddelde snelheid? 10 min. Vertel dat het ei van één meter hoog is gevallen. Laat de leerlingen uitrekenen wat de snelheid van het ei was tijdens de val. De leerlingen maken opdracht 2 van het doeblad. Vertel dat je met de afstand die een voorwerp heeft afgelegd en de tijd dat het voorwerp daarover gedaan heeft, kunt berekenen wat de gemiddelde snelheid van dat voorwerp was. Tip. Als het lastig is om de gemiddelde snelheid te bepalen bij deze afstand, kies er dan voor om het ei van klei te gebruiken en van een grotere hoogte te laten vallen. pagina 508 Ruimtetechnologie LES 80 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

Een zachte landing Vgroep 7-8 80 Je maakt een landingsvoertuig voor een ei. doeblad 1 Landen maar! 1 Maak een ontwerp voor je landingsvoertuig. Bekijk wat er in de materiaalbak zit. Je hoeft niet alles te gebruiken. Houd rekening met de volgende eisen: je landingsvoertuig moet zonder hulp kunnen staan; je landingsvoertuig mag niet op de grond worden vastgeplakt; je landingsvoertuig moet ervoor zorgen dat het ei niet breekt. Op de tekening hieronder zie je een aantal voorbeelden. maak HIER je eigen ontwerp pagina 509 Ruimtetechnologie LES 80 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen

2 Maak je landingsvoertuig! 3 Test je landingsvoertuig. Gebruik eerst een ei van klei, daarna het echte ei. 4 Verbeter je ontwerp eventueel nog. 2 Wat is de gemiddelde snelheid? Wat heb je nodig? ei stopwatch Wat ga je doen? 1 Doe dit proefje met z n tweeën. De één houdt het ei vast. De ander de stopwatch. 2 Laat het ei met het landingsvoorwerp vallen en start meteen de stopwatch. 3 Stop de stopwatch als het ei met het landingsvoorwerp de vloer raakt. a Wat is de afstand die het ei heeft afgelegd? meter. vul HIER je antwoord in b Wat is de tijd die het ei erover gedaan heeft? seconden. c Vul in. Ons ei heeft seconden gedaan over meter. De gemiddelde snelheid van ons ei meter: seconden = meter per seconde. pagina 510 Ruimtetechnologie LES 80 Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen