dag en nacht Vragen behorende bij de clip dag en nacht op

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "dag en nacht Vragen behorende bij de clip dag en nacht op"

Sylvia Coppens
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 RUIMTE Naam:

dag en nacht Vragen behorende bij de clip dag en nacht op www.schooltvbeeldbank.nl 1. Planeten Uit hoeveel planeten bestaat ons zonnestelsel? De aarde en dan nog.. planeten. (vul aantal in) 2.

3 dag en nacht Vragen behorende bij de clip dag en nacht op 1. Planeten Uit hoeveel planeten bestaat ons zonnestelsel? De aarde en dan nog.. planeten. (vul aantal in) 2. Dag en nacht Hoe komt het dat we hier op aarde dag en nacht hebben? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Door de zon Dat is omdat de aarde draait (rond zijn eigen as) Dat komt door de wolken s nachts Dat is omdat de zon rond de aarde draait 3. De Noordpool en de Zuidpool a. De aarde staat scheef ten opzichte van de zon. Hierdoor ligt de Noordpool in de winter afgekeerd van de zon. Daardoor is het in het noorden zelfs midden op de dag nog donker. Hoe noemen we dat? b. Op de Zuidpool (Antarctica) is de zon dan altijd te zien, dag en nacht. Dus zelfs midden in de nacht gaat de zon niet onder. Hoe noemen we dat? 4. De maanden van het jaar a. In welke maand krijgt Europa de meeste zon? In b. In welke maand zijn de dagen het kortst en de nachten het langst in ons land? In

4 puzzelen Aardobservatie Aardoppervlak Alpha Astronaut Atoom Atmosferisch Bemand Constellatie Energie Europees Evolutie Gewichtsloos Heelal Knop Lanceerraket Lancering Navigatiesysteem Oerknal Paardenkopnevel Planeet Reddingsoperaties Robot Ruimte Ruimtestation Ruimtevaart Satellietmissies Sector Stroomvoorziening Telescoop Visie Zon Als je alle woorden hebt weggestreept, vormen de overgebleven letters de namen van 2 astronauten: 1:... 2:...

5 persoonsvorm Zet de volgende zinnen in een andere tijd (tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom). Onderstreep daarna de persoonsvorm. Voorbeeld: 1. De ufo landt op het schoolplein De ufo landde op het schoolplein. 2. De marsmannetjes kwamen gisteren langs op De Huifkar. 3. In de ufo zitten wel honderd mannetjes met glimmende pakken. 4. De mannetjes vroegen meester Albert om mee te komen in de ufo. 5. Meester Albert wilde wel eens een kijkje nemen in de ufo. 6. Maar ineens wordt meester Albert vastgepakt en vastgebonden. 7. De deuren van de ufo gaan dicht. 8. Meester Albert werd gisteren ontvoerd door de mannetjes!

6 rekenen 1. De gemiddelde afstand van de maan naar de zon is km. Hoeveel meter is dat? 1 km =... m km =.m 2. Als we de aarde doorsnijden is deze km lang. Hoeveel meter is dat?..m Weet je dan ook hoeveel dm, cm en mm dit is?.dm. cm.mm 3. Er is een ufo geland. Daarin zitten 78 ruimtewezens. Eén ruimtewezen heeft 4 ogen. Hoeveel ogen hebben de ruimtewezens samen? Schrijf de hele som op Elk ruimtewezen heeft 6 vingers. Hoeveel vingers hebben de ruimtewezens samen? Schrijf de hele som op. 5. In een spaceshuttle zitten 4 astronauten. Op maandag eten ze altijd pizza. Er zijn 6 pizza s aan boord. Welk deel van de pizza krijgt iedere astronaut? Teken, kleur en reken...pizza 6. Op woensdag is één van de astronauten jarig. Er zijn 3 taartjes meegenomen. Welk deel krijgt iedere astronaut? Teken, kleur en reken...taart

7 zwaartekracht De aarde trekt van alles aan. Bomen, planten, dieren, mensen, gebouwen en zelf dingen in de lucht, zoals vliegtuigen. Dit gebeurt overal op de aarde. Door de zwaartekracht vallen we niet van de aarde af. Opdracht 1: De tekening van de aarde Teken een paar wolken. Teken ook de regendruppels die uit de wolken vallen.

8 zwaartekracht (vervolg) Opdracht 2: Deze tekening van de aarde is net iets anders. Teken ook hier wolken en regendruppels. Opdracht 3: Vertel eens waarom je de wolken zo hebt getekend.

9 kleuren

10 Schrijven Schrijf het versje netjes over in schrijfletters.

11 PLANETEN We gaan op reis naar de planeten! We gaan met de space-shuttle langs alle planeten in de ruimte en de reis stopt bij Pluto. We gaan eerst op internet de planeten bekijken zodat je er meer van af weet. Ga voor deze reis naar 1. Er zijn negen planeten. Schrijf hieronder 7 namen van planeten op. (Let op! De zon en de maan zijn geen planeten ) Je ziet Mercurius. Een klein planeetje die op onze maan lijkt. Alle negen planeten staan in een rijtje naast de zon. Zit Mercurius het dichtste bij de zon of het verste weg? 3. Je reist nu door naar Venus. Je denkt nu terug aan je tijd op de aarde. Deze zomer was het heel warm. Soms wel 38 graden. Hoe warm is het meestal op Venus en is dat heel veel warmer dan bij ons op aarde?

12 4. We komen nu bij de derde planeet. Dit is onze eigen aarde! Je ziet op de aarde heel veel blauw. Wat is dat?. 5. Mars is de volgende planeet waar we naartoe reizen. Wij zijn niet de eerste die Mars zien. De Viking 1 en 2 (raketten) waren er al voor ons. Zij hebben gemeten hoe warm het was. Dit kun je op de site vinden. Welke temperatuur was het warmst en welke het koudst? Hoeveel verschil zit er tussen? Koudste temperatuur: Warmste temperatuur: Hoeveel graden verschil: 6. Je komt nu bij Jupiter. Dit is een enorme planeet. Hij is 300 keer zo zwaar als onze eigen planeet, de aarde. Moet je nagaan hoe zwaar dat is! Je ziet nu ook een vlek op de planeet. Als je door een telescoop kijkt (is een grote verrekijker) dan kun je de vlek ook zien. Wat is deze rode vlek? 7. Na Jupiter komen we bij Saturnus. Je kunt een plaatje van Saturnus bekijken op: Wat heeft deze planeet, dat andere planeten niet hebben?

13 8. Hieronder zie je een plaatje van Uranus. Wacht eens even. Het zijn een heleboel plaatjes. Hoeveel Uranussen tel je? Ik tel er. 9. De aarde heeft een maan. Dat weet je. Die komt s nachts altijd op. Na Uranus komen we bij Neptunus. Hoeveel manen heeft Neptunus (kijk op de website)? 10. De laatste planeet is??? Deze planeet heet hetzelfde als het hondje van Mickey Mouse. Hoe heet de planeet? Weet je het niet, dan kun je een plaatje van de hond vinden op Weet je het nu nog niet? Kijk dan op de website.

14 trappen van vergelijking Schrijf de vergelijking op. Voorbeeld: De aarde staat dicht bij de zon. Venus staat dichter bij de zon. Mercurius staat het dichts bij de zon. 1. De planeet Neptunus is groot. De planeet Saturnus is.... De planeet Jupiter is het.. 2. Saturnus staat ver weg bij de zon. Uranus staat weg bij de zon. Neptunus staat het.. weg bij de zon. 3. De planeet Venus is klein De planeet Mars is. De planeet Mercurius is het.. 4. De Engelse astronaut is dun. De Duitse astronaut is De Nederlandse astronaut is het. 5. Die kleine ster is mooi. Die grote heldere ster is De vallende ster is het..

15 fantaseren Stel jij ontdekt een nieuwe planeet. Hoe zal deze planeet heten? Hoe heb jij deze nieuwe planeet ontdekt? Hoe ga jij naar deze planeet toe? Naast welke planeet (of planeten) ligt jouw ontdekte planeet? Hoe ziet jouw planeet eruit? Teken (een stukje van) jouw planeet. Laat zien hoe het eruit ziet en wie er wonen.

16 het leven van een astronaut Opdracht 1 Wat weet jij al van astronauten? Schrijf dat op. Opdracht 2 Wat weet je al over de ruimte? Schrijf dat op. Opdracht 3 Waar wil je meer over te weten komen? Schrijf dat op.

17 het leven van een astronaut (vervolg) Astronauten zijn meestal wetenschapper, piloten of ingenieurs. Maar ze zijn allemaal goed in verschillende dingen. De training die astronauten volgen is zwaar en duurt lang. Hun werk is moeilijk en soms zelfs gevaarlijk. Toch zijn er altijd genoeg mensen die astronaut willen worden. Omdat er genoeg mensen zijn die willen dat hun dromen uitkomen. Opdracht 4 Ik ga naar de ruimte en neem mee Astronauten mogen maar een paar persoonlijke spullen meenemen op hun reis naar de ruimte. Sommige astronauten nemen een boek of cd mee. Anderen een fototoestel of een cadeautje van een vriend of vriendin. Wat zou jij inpakken als je maar vijf dingen mee mocht nemen?

18 het leven van een astronaut (vervolg (vervolg 2) Opdracht 5 Welke hobby s heb jij? Schrijf ze op. Opdracht 6 Wat je nu in je vrije tijd doet, kun je dat ook in de ruimte doen? Waarom wel of waarom niet?

19 internetopdracht Vraag eerst aan juf of je deze opdracht mag doen. Ga naar en beantwoord de volgende vragen op een apart blaadje. Deze wordt in jouw boekje geniet. 1. Hoeveel planeten zijn er? 2. Wat zijn de namen van de planeten? Welke bijnamen hebben ze en waarom, denk je? 3. In wat voor baan draaien de planeten rond de zon? (ellips) Is er veel verschil in afstand tot de zon? 4. Is er veel verschil in grootte tussen de planeten? 5. Welke planeten kun je met het blote oog zien, welke alleen met een telescoop? 6. Welke planeten hebben manen? Welke hebben ringen? 7. Waaruit bestaan de planeten? (gasplaneten en steenplaneten) 8. Hoe is de temperatuur op de verschillende planeten? 9. Kun je over elke planeet iets opvallends vertellen?

Vergelijkbare documenten

De ruimte. Thema. Inhoud

De ruimte. Thema. Inhoud Thema De ruimte Inhoud 1. Het heelal 2. Het ontstaan van het heelal en het zonnestelsel 3. Sterren en sterrenstelsels 4. De zon 5. De planeten van ons zonnestelsel 6. De stand van de aarde de maan de zon