Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 2608 / 10.B128 Betreft zaak: 2608/Spijker Group - Nedac Sorbo Groep I. MELDING 1. Op 26 juli 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Spijker Group B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Nedac Sorbo Groep B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 146 van 1 augustus 2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Spijker Group B.V. (hierna: Spijker) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Haar aandelen worden indirect gehouden door H2 Spijker B.V. (hierna: H2 Spijker) ([40-50][1]%), NPM Capital ([20-30]%), ABN Amro Participaties ([20-30]%) en een natuurlijke persoon ([0-10]%). Spijker is actief op het gebied van de groothandel van verfaccessoires, sanitair, gereedschap, tuin- en vrije tijdartikelen en elektrische accessoires. Zij levert aan Doe-Het- Zelf retailers in Nederland, Belgi en Duitsland. 3. Nedac Sorbo Groep B.V. (hierna: Nedac Sorbo) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een 100%-dochteronderneming van Deje Holding B.V. Haar activiteiten bevinden zich op het gebied van de groothandel van non-food artikelen. Zij levert aan supermarkten in Nederland en Belgi. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie is neergelegd in een Letter of Intent van 10 juli 2001, die bij de melding is overgelegd. Hieruit blijkt dat Deje Holding B.V. voornemens is Nedac Sorbo te verkopen aan Spijker. Het betreft de overdracht van alle uitstaande aandelen Nedac Sorbo.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Spijker uitsluitende zeggenschap krijgt over Nedac Sorbo. 6. Betrokken ondernemingen zijn Spijker en Nedac Sorbo. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt(en) 8. Spijker en Nedac Sorbo zijn beide actief als groothandelaar in non-food artikelen. Spijker richt zich hoofdzakelijk op het Doe-Het-Zelf (DHZ) productassortiment en levert aan DHZ grootwinkelbedrijven en DHZ detaillisten. Het productassortiment van Nedac Sorbo bestaat hoofdzakelijk uit huishoudelijke producten, die zij voornamelijk levert aan supermarkten. De productassortimenten van partijen overlappen op het gebied van schoonmaakhulpmiddelen[2], batterijen en schakelmateriaal[3]. 9. Partijen zijn van mening dat er verschillende groothandelsmarkten bestaan voor DHZ afnemers enerzijds en supermarkten anderzijds. Daarnaast dient onderscheid gemaakt te worden tussen de diverse productassortimenten, aldus partijen. Zij wijzen erop dat een groothandel in het algemeen het volledige assortiment van een bepaalde productgroep aanbiedt en zich doorgaans richt op een bepaalde afzetmarkt. 10. Met partijen kan worden aangenomen dat op groothandelsniveau concurrentie eerder plaatsvindt op productgroep dan per afzonderlijk product. [4] Voorts hebben partijen er terecht op gewezen dat losse verkoop van onderhavige producten aan de uiteindelijke consumenten plaatsvindt op de eindgebruikersmarkt. Nu Spijker en Nedac Sorbo op groothandelsniveau actief zijn en geen activiteiten ontplooien op eindgebruikersmarkten hoeft in het onderhavige geval geen nader onderscheid gemaakt te worden binnen de volgende productgroepen: (i) schoonmaakhulpmiddelen, (ii) batterijen en (iii) schakelmateriaal. 11. Het kan niet zonder meer worden gesteld dat de activiteiten van Spijker en Nedac Sorbo niet overlappen, aangezien zij gedeeltelijk dezelfde productgroepen aanbieden. Het feit dat Spijker uitsluitend levert aan DHZ grootwinkelbedrijven en DHZ detaillisten, terwijl Nedac Sorbo levert aan supermarkten, doet hier niet aan af. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of de mogelijke groothandelsmarkten voor (i) schoonmaakhulpmiddelen, (ii) batterijen en (iii) schakelmateriaal nader onderscheiden dienen te worden naar enerzijds leveringen aan DHZ afnemers en anderzijds leveringen aan supermarkten, aangezien de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 14).

Relevante geografische markt(en) 12. Partijen geven aan dat zij met betrekking tot groothandelsleveringen op het gebied van (i) schoonmaakhulpmiddelen, (ii) batterijen en (iii) schakelmateriaal zowel in Nederland als in een aantal andere EU-landen actief zijn. Daarnaast stellen partijen dat hun belangrijkste klanten landelijk opererende ondernemingen zijn. 13. In het onderhavige geval kan worden aangenomen dat de geografische dimensie van de mogelijke groothandelsmarkten voor (i) schoonmaakhulpmiddelen, (ii) batterijen en (iii) schakelmateriaal ten minste nationaal van aard is. In het midden wordt gelaten of de markt nationaal of ruimer dan nationaal is, nu de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 18). B. Gevolgen van de concentratie 14. Indien groothandelsleveringen aan DHZ afnemers tot een andere relevante productmarkt zouden behoren dan groothandelsleveringen aan supermarkten, dan overlappen de activiteiten van partijen niet. 15. Partijen schatten de omvang van de Nederlandse groothandelsmarkt voor schoonmaakhulpmiddelen op ruim NLG 200 miljoen.[5] Uitgaande van deze marktomvang is het gezamenlijk marktaandeel van partijen op deze markt circa [10-20]%. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 16. Partijen schatten de omvang van de Nederlandse groothandelsmarkt voor batterijen in 1999 op circa NLG 300 miljoen.[6] Voorts hebben partijen statistieken van onderzoeksbureau AC Nielsen overgelegd waaruit blijkt dat de omvang van de Nederlandse markt voor batterijen in 2000 NLG 350 miljoen bedraagt. Het gezamenlijk marktaandeel van partijen op deze markt is in beide gevallen kleiner dan 5%. 17. Partijen schatten de omvang van de Nederlandse groothandelsmarkt voor schakelmateriaal op NLG 125 175 miljoen. Op deze markt is het gezamenlijk marktaandeel van partijen kleiner dan 5%. Voorts wijzen partijen op de aanwezigheid van verschillende grote(re) concurrenten op deze markt, zoals Plieger, Dresco, Reesink en Burgman Heybroek. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 18. Uit de door partijen bij de melding overgelegde cijfers blijkt dat Spijker en Nedac Sorbo ieder ruim 80% van hun omzet in Nederland realiseren. Op basis hiervan is het aannemelijk dat het gezamenlijk marktaandeel van partijen af zal nemen indien wordt uitgegaan van een in geografisch opzicht ruimer dan nationale marktomvang. VI. NEVENRESTRICTIES 19. Partijen hebben verzocht het non-concurrentiebeding als overeengekomen tussen partijen aan te merken als nevenrestrictie. In punt 17 van de Letter of Intent is bepaald dat de verkoper, DeJe Holding B.V., een nonconcurrentiebeding zal tekenen voor de duur van drie jaar na het beindigen van

het aandeelhoudersschap in Nedac Sorbo. 20. Desgevraagd motiveren partijen de duur van het beding door erop te wijzen dat zowel goodwill als know-how wordt overgedragen. Volgens partijen bestaat de over te dragen goodwill uit de merknaam Sorbo en de bekendheid van dit merk bij wederverkopers en consumenten, terwijl partijen onder de over te dragen know-how de specifieke kennis van Nedac Sorbo op het gebied van distributie en marketing van non-food artikelen verstaan. Daarnaast wijzen partijen op de in twintig jaar opgebouwde relaties en klantentrouw van Nedac Sorbo. Zij stellen dat het niet denkbeeldig is dat afnemers van Nedac Sorbo, geconfronteerd met een door verkoper opgerichte concurrent, zich tot deze concurrent zullen wenden. 21. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd dienen te worden tegen concurrerend handelen van de verkoper. Het in punt 19 genoemde non-concurrentiebeding kan in beginsel als rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie worden beschouwd en derhalve als nevenrestrictie worden aangemerkt, voor zover het beding zich uitstrekt tot activiteiten van Nedac Sorbo op het moment van de totstandbrenging van de concentratie, zowel in geografisch opzicht als voor wat betreft de materile reikwijdte en voor zover het beding geen betrekking heeft op het verstrekken van leningen of ander krediet. VII. CONCLUSIE 22. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 23. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 24. Gelet op de overwegingen 20 en 21 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 19 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voor zover het beding zich uitstrekt tot activiteiten van Nedac Sorbo op het moment van de totstandbrenging van de concentratie, zowel in geografisch opzicht als voor wat betreft de materile reikwijdte en voor zover het beding geen betrekking heeft op het verstrekken van leningen of ander krediet. Datum: 23 augustus 2001

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Voor deze: W.g. Mr. J. Schnau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] In deze openbare versie van het besluit zijn geen vertrouwelijke gegevens opgenomen. Indien bepaalde vertrouwelijke gegevens niet zijn opgenomen in deze openbare versie wordt dit aangegeven door middel van rechte haken. [2] Hieronder wordt verstaan: dweilen, sponzen, stofdoeken, handschoenen, bezems en dergelijke en artikelen die meer op Doe-Het-Zelf dan huishoud zijn gericht, zoals bijvoorbeeld behangborstels. Onder schoonmaakhulpmiddelen worden geen schoonmaakmiddelen of huishoudelijke zepen verstaan. [3] Hieronder wordt verstaan: stekkers, stopcontacten, lichtschakelaars, verlengsnoeren e.d. [4] Vgl. besluit van 26 april 1999 in zaak 1272/Rexel Rolff, punt 15. [5] Uit een voor Nedac Sorbo samengestelde presentatie door het onderzoeksbureau AC Nielsen blijkt dat de groothandelsleveringen van schoonmaakhulpmiddelen aan Nederlandse supermarkten in 2000 NLG 103 miljoen bedroeg. De totale omvang van de Nederlandse markt voor schoonmaakhulpmiddelen, ongeacht het kanaal van levering, is volgens partijen minimaal twee keer zo groot. [6] Onder verwijzing naar www.stibat.nl stellen partijen dat er ruim 200 miljoen nieuwe batterijen zijn verkocht. Uitgaande van een gemiddelde groothandelsprijs van circa NLG 1,25 tot NLG 1,50 voor batterijen komen partijen uit op een marktomvang van circa NLG 300 miljoen. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.