Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door F. 1063 woorden 22 juni 2013 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Ak samenvatting hfst 2 Aantekeningen: ruilvoet: waarde van de geëxporteerde grondstoffen ten opzichte van de waarde van de eindproducten die hiervoor gekocht kunnen worden. Bv. een land (vaak 3 e wereld) moet veel bauxiet (grondstof voor aluminium) verkopen om een vliegtuig terug te kunnen kopen. O.P.E.C.: oil producing exporting country s, bepalen de olie prijs van olie. 2 Welvaart meten we in: BNP per inwoner: inkomsten : aantal inwoners VN-index / welzijnsindex: dan let je op levensverwachting en alfabetiseringsgraad Overig denk aan: - verdeling van de beroepsbevolking - toegang tot schoon drinkwater, scholing en gezondheidszorg - voedselsituatie - beschikbaarheid van telefoon en computer Problemen bij BNP/hoofd: verschillen in geldwaarde, een dollar is in China veel meer waard maar volgens het BNP/hoofd lijken ze armer. Koopkracht pariteit alles omgerekend naar dollars. De inkomsten uit de informele sector tellen niet mee. Houdt geen rekening met sociale ongelijkheid (ongewenste en grote verschillen in inkomen en ontwikkelingskansen tussen grote groepen mensen). Houdt geen rekening met regionale ongelijkheid (onrechtvaardige verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen gebieden) Pagina 1 van 6
Centrumàsemi-periferie à periferie 3 Bevolkingsspreiding: langs de randen van de continenten, langs rivieren en in vruchtbare gebieden. Opvallend: Zuid- en Oost-Azië, West-Europa, en de oostkust van de VS Verklaringen bevolkingsspreiding: Natuurlijke mogelijkheden Ligging (ten opzichte van economische kerngebieden) Koloniale verleden (kustgebieden!) Belangrijkste cultuurelementen zijn Taal en Godsdienst Diffusie: de verspreiding vanuit een kerngebied van een ruimtelijk verschijnsel (bv de pizza vanuit Italië) Acculturatie: cultuurvermenging. Als een nieuw element vanuit de eigen cultuur wordt toegevoegd aan een diffusie Soevereine staat: mag alleen macht uitoefenen over de bevolking en het grondgebied van de staat. Hierin heb je 3 vormen: Democratie Beperkte democratie (sterk gecontroleerd en burgers kunnen maar op 1 of twee partijen stemmen). Veel corruptie en sommige groepen zijn uitgesloten van politieke besluitvorming. Dictatuur In arme landen worden vaak de meisjes als eersten thuisgehouden door: - Hoge schoolkosten - Het belang van onderwijs voor meisjes wordt niet gezien - De meisjes kunnen al snel in het huishouden meehelpen 6 Economische veranderingen in de geschiedenis: Agraïsche revolutie Industriële revolutie Opkomst van de diensten maatschappij Internationale arbeidsdeling: de specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld. Pagina 2 van 6
Kun je aflezen aan: - Internationale verdeling van de beroepsbevolking - De samenstelling van het exportpakket van de landen belangrijke verandering hierin: in de jaren 60 bestond de export van ontwikkelingslanden nog bijna geheel uit grondstoffen, nu steeds meer industriële producten doordat multinationals daar goedkoop kunnen produceren (semiperiferie) Nadelen exportpakket van grondstoffen: De prijzen voor grondstoffen zijn sinds 1960 minder snel gestegen dan de prijzen van eindproducten De prijzen van grondstoffen kunnen op de wereldmarkt sterk wisselen Afhankelijk van de natuur 7 Demografie: de wetenschap die zich bezig houdt met de samenstelling van een bevolking en de veranderingen daarin Welke factoren bepalen of een bevolking toe- of afneemt: - Sterfte - Geboorte - Immigratie - Emigratie Totale bevolkingsgroei - Geboorte- en sterftecijfer - Immigratie en emigratie - TBG = (G-S) + (I-E) Zie schrift voor demografisch transitiemodel + uitleg per fase! waarom is het geboortecijfer in ontwikkelingslanden zo groot? - Jonge leeftijdsopbouw Pagina 3 van 6
- Scholing - Religie - Cultuur - Gezondheidssituatie, zuigelingensterfte - Armoede 8 Voorzichtigheid met urbanisatiegraad: - Ander begrip van stad - Geografische omstandigheden Groei van de steden in de Derde Wereld kent drie oorzaken: De trek van platteland naar de stad De trek van de ene stad naar de andere Natuurlijke bevolkingsgroei Megasteden: meer dan 10 miljoen inwoners Primate city: overheersende stad in een arm land 11 Voedselzekerheid: wanneer in een land altijd voor iedereen voldoende voedsel van geode kwaliteit beschikbaar is. Kwantitatieve honger: als mensen te weinig voedsel voor hun minimale energie behoefte hebben. Kwalitatieve honger: als mensen een tekort aan vitaminen en mineralen hebben Draagkracht/carrying capacity: het aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder schade aan te richten aan de leefomgeving, dus de maximale bevolkingsdichtheid. Bodemdegratdatie: als de productiviteit van de bodem sterk afneemt. Belangrijke ontwikkelingen in de voedselproductie: - Groene revolutie in de jaren 70. Door veredeling had men zaden van rijst, tarwe en mais gemaakt die het driedubbele opbrachten, wanneer je irrigatie, kunstmest en bestrijdingsmiddelen toepaste. Hierdoor werd een hongersnood in India afgewend. - genetische revolutie in de jaren 80. Men kan nu erfelijke eigenschappen van planten veranderen, zodat rijst in zout water kan groeien, mais tegen droogte kan en soja niet vatbaar is voor schimmels. Pagina van 6
12 Sociaaleconomische stratificatie: klassen van rijk, gemiddeld en arm Op platteland is dit op basis van bezit. Zo is de ongelijkheid duidelijk te zien aan de scheve grondbezitverhoudingen. Sociale ongelijkheid is het gevolg van maatschappelijke belemmeringen die ervoor zorgen dat arme mensen arm blijven. Grootfamilie: gezinssituatie waarin ook grootouders, ooms en tantes en hun kinderen bij horen. Dat vergroot de overlevingskansen wanneer de oogsten karig zijn, want er kan dan altijd iemand voor wat extra inkomen zorgen. Positie van de vrouw is cruciaal want zij verzetten het meeste werk (zorg voor het huishouden en de kinderen). Veel hongerlanden zijn politiek instabiel: regeringen wisselen elkaar zo snel af dat er nooit iets wordt opgebouwd. Territoriale conflicten: minderheden zelfbeschikking of een eigen staat opeisen. 13 Landbouw geglobaliseerd: er wordt mondiaal gehandeld en geinvesteerd in voedsel. Er wordt ook een nieuwe handelspolitiek vormgegeven: men wil een vrijere import en export en handelsbelemmeringen geleidelijk afschaffen. Dumping: het verkopen van gesubsidieerde voedseloverschotten onder de kostprijs op de wereldmarkt. 1 ontwikkelingshulp: - bilaterale hulp is hulp van de ene overheid aan een andere, zoals een irrigatieproject van Nederland met het Ministerie van landbouw in Tanzania. Nederland wil tegenwoordig alleen samenwerken met landen met een goed bestuur (niet corrupt). - Internationale organisaties. Hierin werken meerdere landen samen, zoals de wereldbank, het IMF en de VN. De hulp wordt gefinancierd uit bijdragen van de lidstaten. Ze beschikken over meer geld, deskundigheid en invloed dan een land alleen en daardoor kan de juiste hulp beter bij de juiste mensen terechtkomen - NGO s. niet-gouvernementele organisaties, zoals het Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen. Hun sterke kant is dat ze buiten de overheid om direct met belangengroepen in het ontwikkelingsland werken. Hun hulp komt vaker Pagina 5 van 6
terecht bij de mensen die het nodig hebben. Hun fondsen komen van overheden, kerken, donateurs en uit collectes. Soorten ontwikkelingshulp: - Noodhulp: die hulp is bedoeld m levensbedreigende situaties op te lossen, zoals een hongersnood, overstroming of oorlog. Sommige landen zitten chronisch in een crisissituatie maar om te voorkomen dat mensen afhankelijk raken van de hulp is noodhulp altijd tijdelijk. - projecthulp: een vorm van hulp die langer duurt en het verhelpt een concreet probleem (bv. Het opleiden van landbouwadviseurs of het aanleggen van een irritgatiesysteem). - Programmahulp: geld dat een ontwikkelingsland naar eigen inzicht kan besteden. Waarom om rijke landen ontwikkelingshulp geven: - Politieke doelen: het staat goed en je hebt dan ook iets te vertellen in zo n land. - Economische doelen: een deel van het geld wordt besteed in het donorland, de zogenaamde gebonden hulp. Dat betekent dat bij een door Nederland gefinancierd wegenbouwproject de vrachtwagens in Nederland moeten worden gekocht. Incoherent: de doelstellingen van de verschillende ministeries in het donorland zij niet goed op elkaar afgestemd. Pagina 6 van 6