Dit artikel is eerder gepubliceerd in Carnivoor nr Voer Voor Katten

Vergelijkbare documenten
Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren.

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari :02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november :17

Het Refeeding Syndroom

Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen

Gezonde Leefstijl: Alcohol

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen:

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade

Eet smakelijk René de Groot

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Glucophage 500 bijsluiter blz. 1 / 6

Hyperglycemie Keto-acidose

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. over houden van huisdieren

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

4,5. 2 vragen. 2 vragen: 3 vragen: Werkstuk door een scholier 1008 woorden 25 januari keer beoordeeld

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Brandwonden en voedingstherapie

6.4. Werkstuk door een scholier 1926 woorden 5 januari keer beoordeeld. Inhoud

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. over houden van huisdieren

SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I. Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden.

Diabetes mellitus bij hond en kat

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

Gezondheid & Voeding

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Voeding: een onderdeel bij de oncologische behandeling. Paulien Voogt Verpleegkundig specialist intensieve zorg voedingszorg

Ouderen, Sporten & Voeding

Mitochondriële ziekten

Diabetes mellitus. Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis

De nieren bij kat en hond

Dieetvoeding

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)

Diabetes mellitus bij kat en hond

BIJSLUITER. BUMETANIDE 0,5 en 2,5 mg tablet

Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Patiëntenvoorlichting Verloskunde en Gynaecologie Overmatig zwangerschapsbraken (Hyperemesis gravidarum)

Het belang van vocht- en natriumopname voor sporters

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank

Ondervoeding: een niet te onderschatten probleem

Trastuzumab (Herceptin )

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Mijn hond of kat krijgt dieetvoeding en heeft struviet wat nu?

Hartaandoeningen bij de hond

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. GLUCOSE 50%, oplossing voor infusie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

> Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

VERANDERINGEN? Hart en bloedvaten. In de zwangerschap wordt er meer bloed aangemaakt en moet het hart harder rond pompen. Dit op zich heeft weinig

Samenvatting voor niet-ingewijden

Voeding en gezondheid

Leveraandoeningen bij de hond en kat

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Vitamines en mineralen : nuttig, nodig of platte commercie? Info dag Obesitas

Ziekten die mogelijk insufficiëntie veroorzaken:

Nieraandoeningen bij kat en hond

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Gezondheid & Voeding

Leveraandoeningen bij de hond

Mitochondriële ziekten Stofwisseling

Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier

AARDAPPELS. voedzaam & veelzijdig

Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing

INHOUDSTABEL VOEDING BIJ VOETBALLERS

Levercirrose. Interne Geneeskunde

Nieuwsbrief April 2014

BIJSLUITER. HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet

Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

dr. Bianca Buijck en Martijn van Gemst

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Natriumchloride 5,85%, concentraat voor oplossing voor infusie. Natriumchloride

VOCHT- EN ZOUTBEPERKING GOEDE EIWITINNAME EN FOSFORBEPERKING AVVZ-DIEET (ARM AAN VERZADIGDE VETTEN) DIABETES-DIEET

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding

aandacht voor type 1 diabetes

hoofdstuk één hoofdstuk twee

Droogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Triamtereen en Hydrochloorthiazide

Sportvoeding bij Atleten

Overmatig zwangerschapsbraken

Nieuwsbrief Mei 2014

Eerste hulp bij ketonen

Noten en gedroogde zuidvruchten passen in een gezond voedingspatroon

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Nefrotisch syndroom Symptomen

Mijn hond of kat heeft alvleesklierproblemen wat nu?

aanpassingen en veranderingen in de stofwisselmg vergeleken zouden moeten worden met de kliniek zou deze het best vergelijkbaar zijn met de vroeg

Werkstuk Verzorging Welvaarsziekten

De lever bij kat en hond

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Transcriptie:

1

REFEEDING SYNDROOM WAT IEDERE DIERENARTS ZOU MOETEN WETEN DOOR ARRIANNE LIEFRINK Chronisch ondervoede katten, katten met IBD of kanker, en katten die een operatie hebben ondergaan lopen het risico om het refeeding syndroom te ontwikkelen. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt er in de literatuur over het refeeding syndroom gesproken, ook wel het her-voedingssyndroom genoemd. Deze aandoening is voor zowel mens als dier een levensbedreigende toestand. De eerste meldingen van dit syndroom stammen uit de tijd van de tweede wereld oorlog. Sterk ondervoede gevangenen van de concentratiekampen in Japan en Duitsland ontwikkelde hart- en neurologische problemen kort nadat ze weer te eten hadden gekregen. De term refeeding syndroom wordt sindsdien gebruikt voor de vele complicaties die kunnen optreden tijdens het toedienen van voedingsstoffen, aan uitgehongerde patiënten. Wat is het? Het is een fatale verschuiving van de elektrolyten in het lichaam. Dit ontstaat wanneer ernstig ondervoede en uitgehongerde katten opnieuw ge- voerd worden. Hormonale en metabolische veranderingen leveren serieuze complicaties op. Het syndroom is complex, levensbedreigend en heeft velerlei symptomen. Het belangrijkste kenmerk is echter het lage fosforgehalte ofwel de hypofosfatemie. De metabolische afwijkingen, met name de verschuiving van de elektrolyten en de vochtbalans kunnen allerlei lichaamsfuncties beïnvloeden. Het gevolg kan hartfalen, uitdroging of juist vochtophoping, een lage bloeddruk, nierfalen of zelfs de dood zijn. Tijdens de periode van hongersnood, raken door het gebrek aan voedsel de fosfor-, kalium- en magnesium voorraden van het lichaam van de kat uitgeput. Om aan energie te komen gaat de kat zijn eigen lichaamsvetten en spiermassa verbranden wat vervolgens bijdraagt aan een verder verlies van deze elektrolyten. Als gevolg hiervan kunnen allerlei lichamelijke problemen ontstaan zoals hartritmestoornissen, hypoventilatie, verzwakking van de spieren en 2

bloedarmoede. De bloed waarden voor deze elektrolyten blijven heel lang goed omdat de elektrolyten aan andere weesfels in het lichaam worden onttrokken. WAT ZIJN DE GROOTSTE PROBLEMEN Een fosfor tekort ofwel hypofosfatemie Een kalium tekort ofwel hypokaliëmie Een magnesium tekort ofwel hypomagnesemie Een afwijkende natrium- en vocht balans Veranderingen in de eiwit-, glucose- en vet stofwisseling Vitamine tekorten, met name thiamine (B1) Hoe ontstaat het? Tijdens het opnieuw voeren van de kat veroorzaken de koolhydraten in het voer plotseling een verhoging van de bloedsuikerspiegel. Als gevolg daarvan komt insuline vrij in de bloedbaan en wordt de glucose uit de bloedbaan de cellen in getransporteerd. Dit veroorzaakt tegelijk een verschuiving van de laatste restjes fosfor, kalium en magnesium vanuit het bloed naar de cellen die vervolgens ook meer vocht opnemen. Doordat de nieren de uitscheiding van de elektrolyten zullen proberen te beperken is de uitputting van de elektrolyten in het bloed niet direct zichtbaar. Maar de vraag naar elektrolyten neemt verder toe doordat ook andere processen in het lichaam gestimuleerd worden en er weer nieuwe cellen ontstaan. De voorraad elektrolyten in het lichaam is echter uitgeput door de hongersnood waardoor de vraag naar elektrolyten leidt tot een levensbedreigend tekort. Welke katten krijgen het? Het is niet duidelijk hoelang een kat uitgehongerd moet zijn geweest voordat het probleem van refeeding zich voor kan doen. De metabolische verstoring kan al na 12 uur ontstaan, maar ook nog 72 uur nadat het opnieuw voeren is gestart. Het meest voorkomende moment is echter tussen de 24 en 48 uur. Het ontstaan van het refeeding syndroom is afhankelijk van individuele factoren. Hoe makkelijk heeft de kat zich aan de periode van vasten aangepast, is het verlies van de voeding volledig of gedeeltelijk geweest, en hoelang heeft de kat geen voeding tot 3

zich kunnen nemen? De voorafgaande gezondheid van de kat speelt eveneens een rol. En katten die normaal koolhydraatrijk voer eten, zoals brokken, lopen een groter risico op het ontwikkelen van het refeeding syndroom. Heeft een kat op het moment van het wegvallen van het voer al een metabolisch of hormonaal probleem dan is het risico ook vergroot. Katten met leververvetting of diabetes type II zijn met name gevoelig voor het ontwikkelen van problemen tijdens het opnieuw toedienen van voeding. Deze katten hebben mogelijk al een verstoring van de elektrolyten ontwikkeld in de periode waarin ze niet hebben gegeten. Dit maakt het voeden van deze dieren extra moeilijk. De oorzaak De oorzaak van het syndroom is de hormonale en metabolische veranderingen die ontstaat door eten na een periode van vasten. De plotselinge aanwezigheid van koolhydraten in de voeding zorgt voor de switch van een eiwit- en vetverbranding naar die van glucose en veroorzaakt een rampzalige verhoging van de hoeveelheid insuline in het bloed. Door de aanwezigheid van insuline verplaatst de glucose zich naar de cellen en vindt er tevens door de cellen een opname van fosfor, kalium en magnesium plaats. Deze abrupte omschakeling kan een verminderde uitscheiding van water en natrium door de nieren veroorzaken waardoor een toename van het intracellulaire vocht plaats vindt en daarmee de kans op longoedeem en hartproblemen worden vergroot. De uithongering Wanneer een kat niet eet wordt de hoeveelheid insuline in het bloed lager terwijl de concentratie glucagon stijgt. Hierdoor wordt de opgeslagen voorraad glycogeen in de lever vrijgemaakt voor verbranding. Er komen ook vetzuren en glycerol uit het vetweefsel vrij en spierweefsel wordt afgebroken voor de eiwitten. Het lichaam gaat van deze eiwitten en vetten zelf glucose maken. Als de voorraad glucose op raakt nemen ketonen en vetzuren de verbranding van glucose over en zijn daarmee de nieuwe bron van energie. Dit katabolisme van vetweefsel en spieren heeft een verlies van lichaamsweefsel en vocht en dus gewichtsverlies tot gevolg. Een paar dagen na het begin van de hongerperiode wordt als gevolg van de verminderde insuline aanmaak in het lichaam de stofwisseling verlaagd om het gebruik van de eiwitten te sparen. Omdat katten warmbloedige dieren zijn is het belangrijk dat het lichaam op een constante temperatuur blijft. Wanneer het lichaam van de kat te weinig energie heeft om alle lichaamsfuncties in stand te houden wordt de lichaamstemperatuur verlaagd en komen allerlei processen in het lichaam in een lagere stand. De kat zal 4

nu ook minder gaan bewegen. De afkoeling van het lichaam kan hartproblemen, hyperventilatie en bloedstollingsproblemen teweeg brengen. Tijdens de uithongering probeert het lichaam de homeostase te handhaven, maar na verloop van tijd raakt de voorraad mineralen uitgeput. Desondanks blijven de concentraties mineralen in het bloed normaal. Dit komt doordat de mineralen, waaronder fosfor, aan de intracellulaire ruimten onttrokken worden en er minder via de urine worden uitgescheiden. Voordat de kat opnieuw gevoerd kan worden moet het vochtgehalte op peil worden gebracht om het cardiovasculaire systeem weer stabiel te maken. Pas dan kan het her-voeden plaats- vinden. Het opnieuw voeren Tijdens het opnieuw voeren van een ernstig uitgehongerde kat stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed. Als reactie daarop wordt door de alvleesklier insuline geproduceerd die vrijkomt in de bloedbaan. Hierdoor stopt de verbranding van vetzuren en gebruikt de kat weer glucose als energiebron. Insuline stimuleert ook de opname van kalium in de cellen. De natrium-kalium pomp transporteert tegelijk met de glucose ook kalium de cel in. Tevens neemt de cel magnesium, fosfaat en water op. Dit veroorzaakt een afname van de hoeveelheid fosfaat, kalium en magnesium in het bloed, waardoor er 5

een tekort en daarmee het refeeding syndroom ontstaat. Door de opname van deze stoffen in de cel wordt ook de synthese van nieuwe eiwitten verhoogd. Deze veranderingen verhogen de energie behoefte van de cellen en dus de hoeveelheid fosfor die de cel nodig heeft voor de vorming van adenosinetri-fosfaat (ATP), de drager van energie in het lichaam. De voorraad fosfor in het bloed raakt nu snel op en er kan niet meer voldaan worden aan de vraag naar energie omdat er geen ATP meer gevormd kan worden. Het gevolg is dat cellen die veel energie vragen, zoals hersenen, rode bloedcellen en de hartspier, in de problemen komen. De kat raakt verzwakt en krijgt problemen met z n spieren en zenuwstelsel. Er kan een vroegtijdige afbraak van rode bloedcellen plaatsvinden waardoor bloedarmoede ontstaat. Deze is het gevolg van een tekort aan fosfor waardoor de rode bloedcellen niet meer instaat zijn hun vorm te behouden. De hemo- globine komt daardoor vrij in het bloedplasma en wordt door de urine uitgescheiden waardoor deze rood kleurt. De hypomagnesemie, het lage gehalte aan magnesium in het bloed, ontstaat doordat magnesium naar de ruimte tussen de cellen wordt verplaatst en verergert tevens de hypokaliëmie, het lage gehalte aan kalium in het bloed. Hierdoor kunnen hartritmestoornissen, hemolyse, slikproblemen, kortademigheid en verwardheid optreden. Door de grote hoeveelheid suiker in het bloed produceren de nieren veel urine wat het tekort aan elektrolyten en de verzwakking van de kat verergert. De diagnose Een gedetailleerde en accurate dieet geschiedenis van een sterkt ondervoede kat is zeer wenselijk, maar vaak niet mogelijk. Als de kat gevonden is blijft de eigenaar vaak onbekend. Hierdoor is het moeilijk om in te schatten hoe hoog het percentage van het gewichtsverlies is. Iedere ondervoede kat loop echter het risico op het ontwikkelen van het refeeding syndroom. Dit geldt met name voor katten met leververvetting of diabetes type II. Wat zijn de verschijnselen? Hemolytische anemie, de versnelde afbraak van rode bloedlichaampjes als gevolg van het fosfor tekort kan tekenen van verzwakking, bleekheid, geelzucht of donker verkleurde urine geven. Bij een ernstig fosfortekort kan diabetische ketoacidose ontstaan doordat de koolhydraten uit de voeding een grote hoeveelheid insuline in het bloed veroorzaken Een kaliumtekort veroorzaakt verzwakking, overgeven of verstopping van de darmen. Ook kunnen er 6

plasproblemen ontstaan en kan de kat verward raken. Het magnesiumtekort geeft eveneens een verzwakking van de kat, maar ook slikproblemen, kortademigheid of hartritmestoornissen. Het tekort aan magnesium draagt eveneens bij aan een verergering van de bloedarmoede. Het teveel aan suiker in het bloed resulteert in veel plassen en veel drinken en vergroot het verlies aan elektrolyten. Een hoog hartritme, hoge bloeddruk en het vasthouden van vocht kunnen daar een gevolg van zijn. Voorkomen en behandeling Er zijn geen wetenschappelijke studies over dit syndroom bij katten, alleen gepubliceerde verslagen van individuele gevallen. Ook publicaties met betrekking tot het voorkomen en behandelen van het refeeding syndroom bij katten ontbreken. Het is echter wel duidelijk dat niet iedere kat het syndroom ontwikkelt. Vooral katten met een verhoogd risico moeten goed in de gaten worden gehouden. Er moet met name gelet worden op de vitale functies, de vochtbalans en de elektrolyten in het bloed. Natrium, kalium, fosfor, magnesium en glucose moeten zowel vóór als tijdens het voeren van een uitgehongerde kat gemonitord worden evenals de elektrolyten in de urine. Problemen met de elektrolyten moeten verholpen worden voordat de kat opnieuw te eten krijgt. En ook het bloedvolume moet vooraf voorzichtig hersteld worden. Dat betekent dat de refeeding uitgesteld zal moeten worden tot de kat in een betere conditie is. Het is mogelijk dat er bij de start van het her-voeren er nog geen problemen met het fosforgehalte zijn. Deze kunnen zich echter tijdens de refeeding alsnog ontwikkelen doordat de insuline het transport van fosfor naar de cellen stimuleert. Tekorten aan vitaminen en mineralen die zijn ontstaan door de afwezigheid van voeding moeten eveneens hersteld worden. Er moet met name voldoende thiamine gegeven worden tot de kat stabiel is. De vele metabolische processen die weer op gang komen gebruiken veel thiamine (vitamine B1) en mineralen. Ondanks dat bij mensen het syndroom niet voorkomen kan worden door het toedienen van een hypocalorische voeding, is het raadzaam om de hoeveelheid calorieën die de kat toegediend krijgt gecontroleerd op te bouwen. En omdat koolhydraten een groot risico vormen in de ontwikkeling van het syndroom moeten deze vermeden worden. Ze kunnen tevens de uitscheiding van water en natrium verminderen met een ophoping van vocht 7

en gewichtstoename als gevolg. Terwijl het voeren van eiwitten en vetten een uitscheiding van natrium via de urine en dus een gewichtsverlies tot gevolg heeft. De geringe hoeveelheid voer tijdens de refeeding is niet voldoende om de nodige hoeveelheden vocht, natrium, kalium en vitamines binnen te krijgen. Het is dus belangrijk om deze oraal, enteraal of intraveneus te supplementeren. Let er op dat de hoeveelheid fosfor in het bloed geen afspiegeling is van de hoeveelheid die in de intra cellulaire ruimtes aanwezig is. Als een kat geen andere onderliggende ziektes heeft, zullen de verschijnselen van het refeeding syndroom een paar dagen na het ontstaan en het direct inzetten van een behandeling weer verdwijnen. Conclusie Het refeeding syndroom wordt helaas soms over het hoofd gezien. Gelukkig is het te voorkomen door het opnieuw voeren van een uitgehongerde kat gecontroleerd te laten plaatsvinden. 8