VERSLAG statencommissie

Vergelijkbare documenten
Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Omschrijving toezegging aan commissie Actie door Voortgang afhandeling, datum van uiterlijke afdoening

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Agenda Commissie Bestuur

AFD. --'L' AFD. TERMIJN DOC.NR ZAAK NR. Bevoegdheidsverdeling bij deelnemingen van de provincie als aandeelhouder

Besluitenlijst 13 februari 2015

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BEVER HOLDING N.V.

VERSLAG statencommissie

VERSLAG statencommissie

VERSLAG statencommissie

Besluitenlijst Provinciale Staten

Besluitenlijst Provinciale Staten

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

Commissie REW van 5 september 2014 PS van 26 september 2014

Onderwerp: aanpassen regelingen bestuursmodel Randstedelijke Rekenkamer

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland P/a Statengriffie. WEB /27 Economie. 2 (statenvoorstel + statuten) P.C.

Zie GS brief van 2 juni Volgt in najaar T.J. Kalverboer.

Geannoteerde gewijzigde agenda Provinciale Staten met sprekers

Besluitenlijst Provinciale Staten

Provinciale Staten van Noord-Holland

mevrouw W.A.J. Kosterman (waarnemend portefeuillehouder) mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Besluitenlijst Provinciale Staten

Agenda Commissie Economie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Agenda Provinciale Staten

Betreft vergadering Commissie Economie 17 juni Statenadviseur Simon de Visser

Vertrouwelijke informatie

3. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De toelichting bij agendapunt 3, hoort bij agendapunt 4.

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Verslag. Dhr. Franssen (voorzitter) en dhr. Vermeulen (VVD)

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

Omschrijving toezegging aan commissie Actie door Voortgang afhandeling, datum van uiterlijke afdoening

VERSLAG. statencommissie

Betreft vergadering Commissie Bestuur 11 mei Commissiegriffier Margreeth Trimpe

DELTA NV verkeert in zwaar weer. Voornaamste oorzaak is de lage elektriciteitsprijs en het tollingcontract

Vergadering van De Statencommissie Samenleving. Vergaderdatum. Status verslag Vastgesteld op 4 februari Verslaglegging door

Protocol verbonden partijen

Betreft vergadering Commissie BFW 20 januari 2012 Provinciale Staten 3 februari 2012

Besluitenlijst Commissie Economie

CONCEPTVERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 29 SEPTEMBER 2015

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen

Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend. Statenvoorstel Toekomstvisie voor Zeeland in het jaar Naam voorstel SGR-21

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 2017

I >.. j 3 ~0~7512 f L. Middelburg, 31 mei 201 1

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio

Besluitenlijst Provinciale Staten

statengriffie Onderwerp: voorstel nieuwe werkwijze informerende Statencommissies Datum: september 2013

10 april Algemene Vergadering van Aandeelhouders Simac Techniek NV

VERSLAG statencommissie

Wat willen we bereiken? Een democratisch provinciaal bestuur dat effectief, efficiënt en transparant is.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van ; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003;

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Betreft vergadering Provinciale Staten 12 december Commissiegriffier Margreeth Trimpe

19.00 uur 1. Opening Rol van de commissaris van de Koningin in relatie tot het toezicht op de veiligheidsregio

Startnotitie. Procedure vervreemding aandelen Essent. 1 Context

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree

Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim. Reglement van de Raad van Toezicht

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT

v o o r d r a c h t 22 mei 2019 Documentnummer : , SG Dossiernummer: K2834

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

Conclusie: de notulen van beide vergaderingen worden vastgesteld.

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 21 augustus 2007, VERORDENING VOOR DE REKENINGCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE MOERDIJK

VERSLAG statencommissie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

Betreft vergadering Commissie BFW 17 oktober Margreeth Trimpe

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008

Verslag statencommissie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.;

Wat willen we bereiken? Bij onze deelnemingen een onafhankelijke en actieve rol als aandeelhouder vervullen.

VERSLAG statencommissie

Dhr. S. Nieuwkoop (gemeentesecretaris) wethouders drs. P.W.J. Hoek, F.J.A. Hommel, mr. G.J. Harmsen, Wethouder C.L. van Dis MBA

Verordening op de controle commissie en de commissie van voorbereiding van Provinciale Staten

4. Vaststellen verslag en actielijst Het verslag en de actielijst van worden ongewijzigd vastgesteld.

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

mevrouw I. van Mulligen

E&M-ECO E&M-ECO E&M-ECO. Pagina 1 van 5

Mevrouw Vermolen (VVD) vraagt enige verduidelijking omtrent de rol van de raad en de nieuwe directeur van OPOR.

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE

BB/U Lbr. 16/075

Gewijzigde agenda Provinciale Staten Met sprekers

VERSLAG Algemene Raadscommissie van 1 december 2009 Vastgesteld 12 januari Agendapunt 1: Opening. Collegeleden: Mesu, Plomp

S T A T E N V O O R S T E L

Transcriptie:

VERSLAG statencommissie Conceptverslag van de openbare vergadering van de Commissie Bestuurlijke en Financiële Zaken van 8 september 2010 van 13:00 tot 15:15 uur te Middelburg. Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Tevens zijn aanwezig: Afwezig zijn de leden: J.M. Meulenberg-op 't Hof F. Babijn, J.F.M. Bergen, G. Bouterse, L. Harpe, S.J. Heijning, R. de Kort, E. Makkaoui-de Neef, T. van Oostenbrugge, C.M.M. Schönknecht-Vermeulen, J.C. Thepass, D.P. Visser en W.W. van Zandbrink C. van Beveren, G.R.J. van Heukelom en H. van Waveren (GS), N. Craste (Nieuw!Zeeland), J. Daane (FEZ) en J. Scherpenisse (EZ), M.E. Trimpe (commissiegriffier) en C.R.M. Verbeek-Zeegers (verslag) A.I.G. Dorst, M.B. de Koster en A.A.D. Saman 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering. Zij meldt de afwezigen van wie mevrouw De Koster wordt vervangen door de heer Van Zandbrink en de heer Saman door de heer Babijn. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd zij het in andere volgorde vastgesteld. 3. Informatie-uitwisseling Mededelingen van gedeputeerden: geen. Vragen van commissieleden over het nieuws van de dag De heer Van Zandbrink (PvdA) heeft vragen naar aanleiding van hetgeen de afgelopen dagen in de pers over de kerncentrale is verschenen. Allereerst vindt De PvdA kernenergie niet duurzaam. DELTA vraagt een vergunning aan, terwijl het bedrijf het niet kan betalen. Het rijk zal daar hoe dan ook garant voor moeten staan. Nu meldt zich Energy Resource Holding (ERH), die ook een vergunning wil. Daar zitten allemaal collega-overheden achter. Hij vindt dat geen vertoning en dat is de achtergrond van zijn vier vragen. Wat is de stand van zaken van het juridische traject? Worden er daarnaast ook andere wegen bewandeld om tot overeenstemming te komen met ERH? Hoe is de opstelling van het rijk op dit punt en wat vindt GS dat de opstelling van het rijk zou moeten zijn? De heer Van Beveren (GS) antwoordt dat het iedereen vrij staat een initiatief in te dienen voor het in bedrijf stellen van een kerncentrale. In de pers stond vandaag dat DELTA op voorsprong staat omdat zij de plannen eerder hebben ingediend. ERH en DELTA kan men inderdaad zien als concurrenten. Hij heeft geen zicht op de huidige stand van zaken rond het juridische traject. In ERH hebben alle oude Essent-aandeelhouders hun belangen ondergebracht. Hij kan daarover niets zeggen, omdat dit traject onder de rechter ligt. Voor zover hij weet hebben de Staten zich geheel achter het standpunt gesteld, zoals dat door DELTA is ingenomen ten opzichte van ERH. In die zin steunen GS en PS de juridische strijd van DELTA. Natuurlijk is het gewenst er minnelijk uit te komen. In feite neemt het rijk er slechts kennis van. Wel is vanuit het ministerie van EZ een onderzoek gestart om te bezien of alles wel passend is en geen conflicterende belangen oplevert met andere activiteiten ter plaatse. Het college heeft met dat onderzoek ingestemd. Alle bedrijven in de omgeving worden daarbij betrokken en de uitkomst zal moeten worden afgewacht. De heer Heijning (VVD) wijst erop dat zijn fractie de juridische strijd van DELTA nooit heeft gesteund. Desgevraagd door de heer Harpe (GL) zegt de heer Van Beveren (GS) dat VROM ook bij het onderzoek van EZ wordt betrokken. Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 1 van 6

Andere vragen van commissieleden / rondvraag Mevrouw Mekkaoui (PvZ) heeft de volgende vragen over Movenience. - De cijfers over 2010 zijn nog niet bekend, maar de oplopende verliezen in de jaren voorafgaand doen vermoeden dat er ook in 2010 sprake zal zijn van verlies. Hoe zijn de resultaten tot nu toe en zijn er halfjaarlijkse cijfers beschikbaar? - Gezien de oplopende verliezen, waarom was het uiteindelijk noodzakelijk om het innen van tolgelden uit te besteden aan de particuliere sector? - Volgens de jaarcijfers had Movenience in 2007 en 2008 geen personeel in dienst, in 2009 staan twee personeelsleden vermeld. Wie zijn deze twee personeelsleden, wie verricht de werkzaamheden bij Movenience en betekent het niet in dienst hebben van personeel dat de middelen van de NV Westerscheldetunnel in gebruik blijven? - Waar zet Movenience de opbrengst van de tolgelden voor in? - Het is onduidelijk welke rol oud-bestuurders van zowel de NV Westescheldetunnel, Movenience als Nedmobiel spelen in Movenience dan wel in aan Movenience gelieerde bedrijven. - Heeft de provincie door uitbesteding van de inning van de tolgelden aan een particulier bedrijf met daaraan gelieerd een aantal particuliere dochterbedrijven nog wel voldoende controle? De PvZ zou naast antwoord op bovenstaande vragen graag de beschikking krijgen over het volledige jaarverslag, de balans en de aandelenverhouding. De heer Van Beveren (GS) denkt dat mevrouw Mekkaoui haar vragen aan de weblog van "de Vlaamse Zeeuw" heeft ontleend. Hij verzoekt haar daar prudent mee om te gaan. Mevrouw Mekkaoui (PvZ) zegt dat zij haar vragen op algemene en vrij opvraagbare gegevens heeft gebaseerd. De heer Van Beveren (GS) zegt dat de Westerscheldetunnel geen nutsbedrijf is, maar een commerciële onderneming, die winst moet maken om de investering terug te verdienen en andere zaken te realiseren. De verwachting is dat het resultaat 2010 op nul zal uitkomen. Wat betreft kwartaal- en halfjaarcijfers legt Movenience verantwoording af aan haar aandeelhouders, te weten de NV Westerscheldetunnel en Briza. De verhouding tussen GS en PS is ook over dit onderwerp bepaald en het is dan ook niet zo dat het college van GS voortgangsrapportages aan PS of commissies moet verstrekken. Het onderbrengen van de tolheffing bij een apart bedrijf is om bijvoorbeeld de t-tag breder te kunnen inzetten. In 2009 zijn twee nieuwe medewerkers aangetrokken, maar het is niet aan hem door te geven wie dat zijn. De werkzaamheden worden verricht door zes fte's, die worden betaald uit de vergoeding, die Movenience per t- tag ontvangt. De opbrengst van de tolgelden wordt afgedragen aan de NV Westerscheldetunnel. Het is geen geheim dat Movenience destijds is opgericht door oud-bestuurders van de NV Westerscheldetunnel. Sinds kort is de structuur gewijzigd en is er nog één directeur met de twee aandeelhouders en het overige personeel. Het punt van de controle is een aantal vergaderingen geleden uitgebreid besproken. Het klopt dat dit wat meer op afstand staat, omdat de provincie geen aandeelhouder van Movenience is. De gevraagde financiële stukken zijn niet openbaar. Desgevraagd door mevrouw Schönknecht (VVD) zegt de heer Van Beveren (GS) dat op termijn de opheffing van Movenience aan de orde is en de Westerscheldetunnel zelf weer tol gaat heffen. Daarover moeten nog afspraken worden gemaakt. IPO in relatie tot provinciefinanciën (met brief IPO van 5 juli 2010 over Evaluatie IPO) De heer Van Waveren (GS) deelt mee dat is besloten het functioneren van het IPO te evalueren vanwege de niet opgeloste discussie over de herverdeling van het provinciefonds. Dit is gericht op het bestuur en niet zozeer op de Algemene Vergadering. Hiertoe is een plan van aanpak opgesteld, dat aan de leden is toegestuurd. Er is aangegeven hoe men de betrokkenheid van de AV en Provinciale Staten daarbij ziet. Hij hoort daarop graag reacties, in het bijzonder hoe men eventuele inbreng van PS vorm zou willen geven. Binnen het college is afgesproken dat gedeputeerde Van Heukelom zal zorgdragen voor het doorgeven van de inbreng van PS, omdat hijzelf voorzitter is van de begeleidingscommissie. De heer De Kort (PvdA) vraagt of het IPO rekening houdt met de grote verschillen tussen de provincies. De heer Van Oostenbrugge (SGP) vond het moment van verzending van de brief zo vlak voor het zomerreces wat ongelukkig. Inmiddels is men twee maanden verder en uit de stukken blijkt dat de consultatieronde al in september plaatsvindt. In het plan van aanpak leest hij dat de colleges van GS worden verzocht in overleg met de leden van PS nadere afspraken te maken over de rol van PS bij deze evaluatie. Weliswaar worden de vertegenwoordigers in de AV geraadpleegd, maar hij had liever van het college een voorstel verwacht. Verder constateert hij dat de evaluatie vooral intern gericht is. Het lijkt hem goed dat de evaluatiecommissie ook nog een aantal gesprekken met stakeholders voert. De heer Van Waveren (GS) zegt dat binnen het IPO nadrukkelijk oog is voor de verschillen tussen de provincies. Grote provincies met veel inwoners zijn van mening dat hun inbreng wel eens tekort wordt gedaan omdat zij dezelfde stem in het bestuur hebben als kleine provincies. Er is zeker oog voor de aard van de verschillen. Tijdens de evaluatie zal dat ook tot uitdrukking komen. PS c.q. de commissie mogen aangeven hoe men daar invulling aan denkt te geven. Binnen het college zal hij nagaan hoe dat Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 2 van 6

gefaciliteerd kan worden. In het plan van aanpak is overigens voorzien in gesprekken met externen. De heer Van Oostenbrugge (SGP) acht het van belang dat de commissie zich uitspreekt of er behoefte is aan een eigen inbreng of dat men het vertrouwen geeft aan de vertegenwoordigers in de AV. De heer Visser (CU) zegt als afgevaardigde in de AV dat is afgesproken dat er ook een delegatie uit de provincies gaat deelnemen aan de evaluatie. De betrokkenheid is daarmee gewaarborgd. De voorzitter concludeert dat het onderwerp voldoende is behandeld. Met betrekking tot het IPOcongres van 5 en 6 oktober verzoekt zij de leden die hieraan willen deelnemen, dit aan de griffier te laten weten. Overigens is er op 6 oktober ook een vergadering van de commissie BFZ. Mevrouw Schönknecht (VVD) denkt dat het heel moeilijk zal zijn om PS bij het IPO te betrekken. Ze is benieuwd naar de opkomst. De heer Harpe (GL) wijst erop dat als de VNG een congres houdt, er geen gemeentebestuur is die tegelijkertijd een vergadering heeft. In die zin zou er binnen IPO ook een betere afstemming kunnen plaatsvinden. De voorzitter zal deze suggestie aan de griffiers meegeven. 4. Spreekrecht publieke tribune Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 5. Statenvoorstel Beleid overheidscommissarissen (FEZ-176) De heer Heijning (VVD) dringt er naar aanleiding van de derde punt van het dictum (governance structuur) op aan dat de informatievoorziening ingeval van DELTA niet alleen aan de vertegenwoordigers in de aandeelhoudersvergadering, maar ook aan PS en raadsleden zo goed en zo snel mogelijk zou moeten zijn. Wat dat betreft zou DELTA een voorbeeld aan Evides kunnen nemen. Dat bedrijf heeft in tegenstelling tot DELTA immers de code Tabaksblatt onderschreven. Verder is hij benieuwd of de halfjaarcijfers van DELTA al beschikbaar zijn. De overgangssituatie ten aanzien van het commissariaat bij Evides steunt hij, hoewel hij liever had gezien dat de structuur bij Evides eerder was aangepast. Mevrouw Mekkaoui (PvZ) heeft een vraag naar aanleiding van de Westerscheldetunnel. Zij gaat ervan uit dat de in het jaarverslag 2009 genoemde mensen nog steeds in de RvC zitten en dat de heer Kerckhaert daaraan is toegevoegd op voordracht van de provincie. Zij vraagt voorts hoe de belangen worden behartigd. Zij begrijpt dat er een scheiding is tussen de aandeelhoudersfunctie en de RvC. Ook wil zij weten of het mogelijk is inzage te krijgen in de nevenfuncties van de heer Kerckhaert. Tot slot is zij benieuwd hoe het Zeeuws Participatiefonds werkt. De heer Bergen (CDA) weet dat het al een oude wens van PS is, die nu eindelijk wordt geregeld. Hij is blij met het huidige voorstel, dat wat hem betreft zo snel mogelijk mag worden ingevoerd. De heer Visser (CU) is ook blij met het voorstel. Hierdoor komt er meer duidelijkheid en minder wrijving tussen de verschillende functies vanuit GS. Volgens hem geeft het ook meer vrijheid aan de bedrijven zelf. Hij vindt het van belang dat in elk geval goede afspraken worden gemaakt over de voorlichting aan PS, mede in het kader van de governance. De heer Bouterse (SZ) leest in het stuk over hoe de huidige situatie zich verhoudt tot het huidige beleid en over het gezamenlijk optrekken met de lagere overheden. Tot op heden heeft die afstemming niet plaatsgevonden. Hij is benieuwd naar de reden en wat dit betekent voor het huidige beleid. Wat betreft de overgangssituatie van Evides had zijn fractie dit liever naar voren gehaald. Hij legt zich er echter bij neer dat dit per 1 januari gebeurt. Voor het overige kan hij van harte instemmen met het voorstel. De heer Harpe (GL) begrijpt uit het dictum dat het voordragen en aanbevelen van commissarissen niet geheel wordt uitgesloten. Hij gaat ervan uit dat dat wel de bedoeling is. Wellicht dat dit nog eens kan worden bekeken. Verder vraagt hij hoe voortaan de commissaris wordt voorgedragen. De heer Van Zandbrink (PvdA) vraagt wat het actieve aandeelhouderschap inhoudt. De provincie treedt immers terug vanuit een commissarispositie, is niet meer bij alle besluiten betrokken. Hij vindt het bijvoorbeeld heel belangrijk dat DELTA haar hoofdkantoor in Zeeland houdt, terwijl het vanuit bedrijfsoptiek interessant kan zijn dat elders te doen. Heeft de aandeelhouder daar grip op? Hoe zijn de Zeeuwse belangen in een actief aandeelhouderschap geborgd? De heer Van Oostenbrugge (SGP) vindt dat het voorstel duidelijkheid schept in verantwoordelijkheden en bevoegdheden, ook ten aanzien van de bevoegdheid van de RvC. Kan dat aangevuld met een overzicht van de bevoegdheden van de aandeelhouders? In het verleden is bij de vaststelling van een statenstuk over DELTA aangegeven welke onderdelen van de invulling van de rol van actief aandeelhouderschap aan GS zijn voorbehouden en voor welke GS moet terugkomen naar PS. Rond alle deelnemingen zou dat beeld helder moeten zijn. Tot slot mist hij nog één deelneming in het stuk, te weten Zeeland Seaports. Besloten is tot een stuk verzelfstandiging. Door omstandigheden is gekomen tot een NV-constructie met daarnaast een gemeenschappelijke regeling. Juist in die overgangsperiode vindt hij het relevant om met elkaar stil te staan bij een soort uitzonderingspositie om de risico's te beheersen. De heer Van Beveren (GS) is blij dat de voorgestelde lijn breed wordt gesteund en dat alle fracties er Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 3 van 6

belang aan hechten dat het aandeelhouderschap in diverse deelnemingen actief wordt ingevuld. Volgens hem is de wijze van informatievoorziening een zaak tussen PS en GS. In de governanceafspraken met alle deelnemingen worden de bevoegdheden geregeld. Dat kan per deelneming verschillen. De heer Heijning (VVD) wijst erop dat DELTA nogal de neiging heeft veel informatie als vertrouwelijk te beschouwen. Daar kan zijn fractie weinig mee. De heer Van Beveren (GS) begrijpt dat daar een gevoeligheid ligt, maar heeft al toegezegd dat hij daarvoor een oplossing probeert te vinden. Dat kan men echter niet in een governance-afspraak tussen bedrijf en aandeelhouders vervatten. De heer Heijning (VVD) denkt dat wellicht met DELTA afgesproken kan worden in hoeverre bepaalde zaken publiek kunnen worden gemaakt. De heer Van Beveren (GS) zegt dat directie, RvC en aandeelhouders daar verschillend tegenaan kunnen kijken. Hij heeft in elk geval begrepen dat men tijdig geïnformeerd wil worden. De door mevrouw Mekkaoui bedoelde splitsing in belangenbehartiging tussen RvC en aandeelhouders is wettelijk geregeld. Een actief aandeelhouderschap houdt in dat verband in dat tevoren zaken worden afgestemd, zodat betrokkenen niet verrast worden en nog invloed kunnen uitoefenen. Ook ambtelijk is dat een flinke investering. Wat betreft de nevenfuncties van de heer Kerckhaert zegt hij dat deze bij een volgende jaarverslaglegging vast in te zien zijn. Volgens hem is hij aangetrokken om de relaties met de Zeeuwse inwoners ten opzichte van de NV te onderhouden. Als het anders is, dan laat hij dat nog horen. Het participatiefonds is bedoeld om bedrijven in problemen een doorstart te kunnen laten maken. Het bekend maken daarvan is inderdaad een probleem. Desgevraagd door de heer Visser zegt hij dat governance-afspraken niet vrijblijvend zijn. Ze kunnen per bedrijf echter wel verschillen. Zijn ze overeengekomen, dan zijn ze bindend. Wat betreft afstemming met andere overheden kan het zo zijn, dat gemeenten een afvaardiging hebben in een RvC. Zulke situaties lossen zich op, ook ingeval van DELTA, in de vorm van een nieuwe RvC. Zelf heeft hij veel contact met de gemeentelijke aandeelhouders van DELTA. Hij weet dat het daar geen probleem is, maar zal zekerheidshalve nog even navraag over doen. Wat betreft het dictum denkt hij dat dit punt zich in de statuten van de diverse deelnemingen, maar ook in de op te stellen profielschets, oplost. Wil men een concrete aanvulling, dan zal dat ook concreet moeten worden aangegeven. Wanneer de provincie geen aanbeveling meer doet, dan komt hij weer terug op het actieve aandeelhouderschap. De praktijk geeft tot nu toe aan dat daar gehoor aan wordt gegeven. Wat betreft de opmerking van de heer Van Oostenbrugge, dat hij de bevoegdheden van de aandeelhouders in dit voorstel mist, heeft hij al aangegeven dat dit per deelneming kan verschillen. Wel kan hij per deelneming een opsomming geven van de bevoegdheden van commissarissen en aandeelhouders. Voor de KKS is dat overigens nog in de maak. Zeeland Seaports is nu nog een gemeenschappelijke regeling met een DB en een AB en heeft dus geen RvC. Met ingang van januari 2011 wordt het een NV met een RvC en de provincie wordt dan aandeelhouder. Dat besluit moet overigens nog worden genomen. Boven de NV blijft er een gemeenschappelijke regeling ter financiering van de organisatie. Dat is omdat Zeeland Seaports als vrij jonge organisatie niet in staat is direct alle financieringen over te nemen. Dat wordt allemaal nog in een voorstel uitgewerkt. Desgevraagd zegt hij de rolverdeling tussen PS en GS in het overzicht mee te zullen nemen. De heer Van Zandbrink (PvdA) begrijpt dat de gedeputeerde van te voren wil sturen. Daar is een doelstelling voor nodig. Zijn vraag is of deze doelstelling tussen alle vier vennootschappen en PS voldoende is gedeeld. En wanneer gaat men dat als Staten met elkaar vaststellen? De heer Van Beveren (GS) antwoordt dat de sturing allereerst plaatsvindt op basis van de strategische beleidsplannen vanuit de bedrijven. Hij veronderstelt (desgevraagd door de heer Heijning) dat de halfjaarcijfers van DELTA er zijn. Zelf heeft hij ze nog niet gezien. De voorzitter concludeert dat het voorstel voldoende is onderbouwd voor behandeling door PS. 6. Statenvoorstel Beleggingen provincie Zeeland (FEZ-181) Dit voorstel wordt aangepast/aangevuld en doorgeschoven naar de commissievergadering van oktober. 7. Voorbespreking accountantscontrole over jaarrekening provincie 2010 in aanwezigheid van accountants De heer Veldhuis (Deloitte) geeft een toelichting bij de presentatie, die de aanwezigen is aangereikt. Hierin wordt aangegeven wat Deloitte als speerpunten van controle ziet. De commissie kan hier nog zaken aan toevoegen. De heer Van Oostenbrugge (SGP) stelt vast dat er de afgelopen jaren steeds minder aandachtspunten in het verslag van bevindingen staan. Achter de overname van de aandelen van de Westerscheldetunnel zat een aantal complexe financiële handelingen met meerjarige effecten. Misschien kan dat iets zijn in de sfeer van grote projecten. De laatste tijd is de kwaliteit van de analyse van de afwijkingen, zowel op financieel als inhoudelijk niveau, verbeterd. Wel wil hij de accountants op dat punt alert houden. De heer Bergen (CDA) vraagt of de planning- en controlcyclus nog steeds in lijn is met de bevindingen. Daarnaast leest hij in de reactie op het accountantsrapport van maart 2010, waarin sprake is van een Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 4 van 6

aanbeveling over 2008, dat in april 2010 een nieuw contractbeheersysteem operationeel zou zijn. Hij is benieuwd hoe dat nu loopt. Dat geldt ook voor de evaluatie naar de ASV/ASB 2007, die in 2009 is afgerond. Deze bevindingen zouden in 2010 worden opgepakt. De heer Van Zandbrink (PvdA) vraagt naar aanleiding van Perkpolder en Waterdunen of de organisatie voldoende en adequaat is ingericht op het risicobeheer. De heer Veldhuis (Deloitte) neemt de genoemde extra speerpunten mee bij de controle en zal deze terug laten komen in het rapport 2010. Voor de specifieke vraag is in het rapport bij de jaarrekening 2009 ook expliciet aandacht gevraagd. Daar zal bij het project dan ook op worden gelet. De voorzitter bedankt de heer Veldhuis en concludeert dat het onderwerp voldoende is behandeld. 8. Auditrapport over proces Nieuw! Zeeland De heer Heijning (VVD) heeft ervaren dat de inbreng van de "gewone" burgers gering is geweest. De heer Van Oostenbrugge (SGP) wil vooral kennisnemen van zaken waar het niet geheel goed is gegaan en daar lering uit trekken, zodat de nieuwe Staten hun voordeel ermee kunnen doen. Mevrouw Mekkaoui (PvZ) is het met de vorige sprekers eens. Zij staat achter de aanbevelingen. Zij hecht daarbij zeker aan het attenderen op de website in de zin van investeren en bijhouden en verder verwijst zij naar haar eerdere verzoek om de managementletter erbij te betrekken. De heer Van Zandbrink (PvdA) vindt dat in de evaluatie wat dubbel wordt omgegaan met de burger. Hij vraagt zich af wat de doelstelling op dat punt kan zijn en wat daarmee te bereiken. Van hem mag dat wat scherper. Zijn tweede punt betreft de verhouding PS-GS. Op bladzijde 2 leest hij over een wij/zijgevoel. Daarop wil hij graag een nadere toelichting. Nieuw! Zeeland is gestart vanuit PS met als oogpunt dat het resultaat een inspiratiebron kan zijn voor het verkiezingsprogramma. In de volgende Statenperiode zou dat tot beleid kunnen leiden. Hij stelt vast dat het behoorlijk succesvol is geweest, omdat het in deze periode al tot uitvoerbaar beleid wordt opgenomen. Bij de aanbevelingen staat dat hat in het vervolg verstandig kan zijn dit soort trajecten onder de verantwoordelijkheid van de statengriffier te brengen. Ondanks dat dit misschien verstandig is, vindt hij de reden daarvoor wel schokkend. Het ambtelijk apparaat zou er moeite mee hebben om integraal te denken en dergelijke trajecten te ondersteunen. Dat roept de vraag op of het ambtelijk apparaat zich alleen inzet voor het college van GS. De heer Bergen (CDA) realiseert zich dat er qua projectorganisatie sprake is geweest van een valse start. Het is van belang dat het plan één regisseur heeft en dat is uiteindelijk ook goed gekomen. Wat betreft de samenwerking met andere organisaties wil hij nog graag wat horen over SCOOP. Voor het overige kan hij zich geheel vinden in de aanbevelingen. De heer Van Waveren (GS) zegt dat het punt van de heer Heijning ook uit de audit naar voren komt. Het blijkt gemakkelijker mensen vanuit de maatschappelijke organisatie te bereiken dan de burgers, die daar niet direct mee te maken hebben. Hij is er tevreden mee dat er in die zin ook aanbevelingen toe worden gedaan voor de toekomst. Anderzijds zijn er zeker zaken uit naar voren gekomen, zoals het vertalen van de uitkomsten van Nieuw! Zeeland vanuit Op Pad. Volgens hem is elke gezette stap in overeenstemming met het plan van aanpak geweest en het klopt dat GS een voorzet doet voor de uitwerking daarvan. Het wij/zij-gevoel hangt samen met de aanbevelingen over samenwerking en het eventueel tijdelijk plaatsen van mensen in de projectorganisatie onder de statengriffier. In dit huis heeft men niet heel veel ervaring met projecten van samenwerking tussen statengriffie en ambtenaren. In goed overleg is men daar uitgekomen. Over de aanbeveling om dit onder een eenduidige leiding te plaatsen wordt intern overlegd. Een van de vragen is om op een bepaald moment een projectorganisatie in te stellen. Daar is nu nog weinig ervaring mee, maar bij volgende acties is er voordeel uit te halen. Meer tijd en geld moet worden geïnvesteerd in de website, maar ook dat vergt keuzes en inzet op het gebied van ICT. De demografische ontwikkeling is een sociale ontwikkeling, waarbij SCOOP nadrukkelijk is betrokken. Hij onderkent dat er in het begin sprake was van onduidelijkheid over het initiatief. De voorzitter is van mening dat de samenwerking tussen de verschillende beleidsvelden in dit huis wel tot winst heeft geleid. Desgevraagd door de heer Thepass (SP) zegt de heer Heijning (VVD) dat een overweging is het betrekken van de burgers in samenspraak met gemeentebesturen te doen. Lukt ook dat niet, dan moet een kosten/baten-afweging worden gemaakt. Volgens hem is het met vrij eenvoudige middelen mogelijk gemeenteraadsleden en organisaties van aannemers en architecten uit te nodigen om naar een avond te komen om met elkaar te discussiëren. De heer Van Zandbrink denkt dat de bewustwording in eerste fase al voldoende is. Het betrekken van de burger bij de problemen en de oplossingen is misschien iets voor de volgende fase. Mevrouw Mekkaoui (PvZ) is het eens met de fasering. Anderzijds denkt zij dat als de wijkgerichte structuur van gemeenten wordt benut, mensen zich meer betrokken voelen bij hun wijk of dorp. De voorzitter heeft de ervaring dat op Noord-Beveland ook goede bijeenkomsten hebben plaatsgevonden. De ervaring was dat dit voor herhaling vatbaar was om mensen meer bij de provincie te betrekken. Zij concludeert vervolgens dat het onderwerp voldoende is behandeld. Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 5 van 6

9. Brief GS van 20 april 2010 met Leidraad voor provinciale besluitvorming in het kader van noodhulp De heer Babijn (CDA) is verbaasd over deze leidraad en vraagt zich af of dit wel een taak van de provincie is. Verder vindt hij het een vrij algemeen stuk, waarmee men alle kanten opkan. Zijn fractie vindt het in elk geval heel moeilijk om zonder meer noodhulp te verstrekken. De heer Van Zandbrink (PvdA) stelt de vraag centraal wat men zelf wil als provincie. Het rijksbeleid wordt genoemd, maar niet duidelijk is of dat ook uitgangspunt is. De heer Bouterse (SZ) schrikt van de opmerkingen van het CDA en begrijpt deze ook niet. Zijn vraag is waarom het bedrag van 100.000,-- als minimum is gesteld. Van hem mag dat meer flexibel zijn. Ook de heer Van Oostenbrugge (SGP) reageert op de reactie van het CDA. Hoe kan men een geschikte balans vinden tussen hart en verstand? Er is behoefte aan een leidraad, om dat evenwicht in het oog te houden. Zijn fractie wil graag aan de slag met deze leidraad, die naar zijn mening een aantal goede en procedurele stappen bevat. Hij stelt voor over twee jaar aan de hand van eventuele praktijksituaties te evalueren en zo nodig bij te stellen. De heer Van Heukelom (GS) verwijst naar de kerntakendiscussie, waarbij in het kader van de bezuinigingen alleen ontwikkelingssamenwerking niet is gehonoreerd. Alleen de VVD is er altijd heel duidelijk in geweest dat dit geen taak van de provincie is. Vervolgens heeft hij niemand meer gehoord en hij is er dan ook van uitgegaan dat de grote meerderheid dit wel een taak vindt. De vraag is alleen of telkens bij elke ramp geld moet worden gegeven. Er is destijds een aantal criteria gekozen, en er blijft altijd een keuze om het al dan niet te doen. Verder is de controlemogelijkheid een vereiste. De binding met hulp wordt groter wanneer men een Zeeuws initiatief positief beoordeelt. Gekozen is voor kanaal A en B, omdat giro 555 veel meer voor de particulier is en vanwege de binding met de verantwoording en binding met het draagvlak. De procedure is eenvoudig gehouden. Het college neemt een voorlopig besluit met een streeftijd van maximaal 14 dagen en dat besluit zal maximaal vijf weken na de ramp door PS worden bekrachtigd. Hij staat achter het rijksbeleid, maar men heeft er wel een Zeeuwse invulling aan willen geven. Het minimum heeft te maken met het feit dat met het bedrag wel iets moet kunnen doen. De heer Babijn (CDA) blijft er ondanks de beantwoording door de gedeputeerde toch mee worstelen. De heer Bouterse (SZ) vindt dat het altijd selectief is waar wel en waar geen hulp wordt geboden. Hij is zeker voorstander van een goede evaluatie na twee jaar. De heer Thepass (SP) kan zich geheel vinden in de leidraad. De heer Van Zandbrink (PvdA) is onder de indruk van de toelichting door de gedeputeerde. De provinciale criteria zijn aanvullend op het rijksbeleid, ondanks dat in het stuk geen sprake is van criteria maar van een aantal vragen. Hij steunt de nota van harte. De heer Visser (CU) herinnert eraan hoe deze nota tot stand is gekomen en wel om zich niet te laten leiden door emoties op het moment dat er een ramp gebeurt. Volgens hem verschaft het stuk duidelijkheid over hoe er in de toekomst (zakelijk) mee om te gaan. De heer Heijning (VVD) wijst erop dat de afgelopen jaren, als zich situaties voordeden waarbij de Staten geld beschikbaar hebben gesteld, zijn fractie er over het algemeen mee heeft ingestemd. Dat was dan vanuit de emotie, want strikt rationeel gezien vindt zijn fractie het eigenlijk niet juist. De heer Van Heukelom (GS) denkt dat de heer Babijn er alleen uitkomt door alsnog te bepalen of het hier al dan niet om een kerntaak gaat. Met dit stuk is in elk geval een onder- en bovengrens en een paar criteria aangegeven. Het lijkt hem goed dit te proberen en na twee jaar te evalueren. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de commissie zich kan vinden in de leidraad met daaraan toegevoegd een evaluatie na twee jaar. 10. Conceptverslag vergadering 2 juni 2010 met Advies aan Presidium Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. 11. Toezeggingenlijst Dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de commissievergadering van 15 september a.s.. 12. Volgende vergadering: woensdag 15 september 2010 (extra) en 6 oktober 2010 (regulier). 13. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 15.15 uur. Conceptverslag van de commissie BFZ van 8 september 2010 Pagina 6 van 6

ADVIES statencommissie Advies van de vergadering van de Commissie Bestuurlijke en Financiële Zaken van 8 september 2010 aan het Presidium ter voorbereiding van de statenvergadering van 1 oktober 2010 In deze commissievergadering is het volgende statenvoorstel behandeld: 1. Statenvoorstel Beleid overheidscommissarissen FEZ-176 De commissie is van mening dat het voorstel voldoende is onderbouwd voor behandeling door Provinciale Staten. Statenvoorstel Beleggingen provincie Zeeland (FEZ-181) is niet behandeld door de commissie, en zal in een gewijzigde vorm aan de commissie worden voorgelegd, ter behandeling door Provinciale Staten op 5 november 2010. MIDDELBURG, 8 september 2010 De commissie voornoemd, Mw. M.E. Trimpe, commissiegriffier