Over de identiteit van CBS De Borgwal Formele vaststelling: Voorlopig vastgesteld door het team van CBS De Borgwal op: 2 december 2010 Voorgenomen besluit bestuur op: 9 februari 2011 Instemming verkregen van de Medezeggenschapsraad op: 31 maart 2011 Definitief goedgekeurd door het bestuur van VPCO De Viermaster op: 19 april 2011 Pagina 1
Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1 De levensbeschouwelijk identiteit 3 1.1 1.2 1.3 Onze visie en missie Het pedagogisch klimaat en de omgang met elkaar De onderwijskundige identiteit 3 4 4 2 Structureel aandacht voor identiteit 5 2.1 Jaarlijks overleg 5 2.2 De keuze van methoden en lesmateriaal 5 3 De dagelijkse schoolpraktijk 5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 De godsdienstmethode Het gebruik van de Bijbel Het gebed Zingen van liederen Het vieren 5 6 6 6 6 4 Verbonden aan de schoolpraktijk 7 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 De school in een veranderende maatschappij De omgang met andere godsdiensten Deelname aan acties hulporganisaties Deelname aan acties voor het milieu Deelname aan buitenschoolse activiteiten Opvoedingsondersteuning 7 7 7 4.7 Contacten School-Kerk 4. De Gebedsgroep 5 Personeel en identiteit 9 5.1 5.2 Benoemingsvoorwaarden Gesprekscyclus 9 9 Pagina 2
Inleiding Naar aanleiding van de op verenigingsniveau vastgestelde heeft het team van CBS De Borgwal op initiatief van de directeur en na overleg met de MR een nadere uitwerking gemaakt van de afspraken m.b.t. de christelijke identiteit. 1. De levensbeschouwelijke identiteit 1.1 Onze visie en missie Deze komen het meest duidelijk tot uiting in het vak godsdienstige vorming, het bidden, zingen en vieren. Daarnaast is er een duidelijke onderlinge relatie met andere activiteiten van de school. In ons Schoolplan en de Schoolgids is onze identiteit als volgt verwoord: Onze school is een christelijke school. Dat betekent dat de Bijbel centraal staat bij het leren en onderwijzen. De omgang met elkaar en de behandeling van de leerstof worden bepaald door het besef dat we niet zomaar op de wereld zijn. We geloven dat God ons leidt en daarom proberen we zijn Woord, zoals dat in de Bijbel tot ons komt, richting- en maatgevend te laten zijn in ons doen en laten. We willen ook de kinderen vertrouwd maken met de inhoud van de Bijbel en deze proberen te vertalen naar de tijd waarin we leven. We trachten dit op de volgende manieren vorm te geven: * het kind te leren de aarde als Gods schepping te bewerken en te bewaren; * elk kind een veilige en liefdevolle omgeving verschaffen, waarin het gestimuleerd wordt zichzelf te ontplooien en waarin het onbekommerd zijn of haar plaats te midden van andere kinderen kan innemen; * de mogelijkheden die elk kind heeft als basis te nemen voor ons handelen; * het kind te leren dat een mens er ook moet zijn voor de ander, dichtbij en veraf; * het kind te leren de maatschappij en de medemens open tegemoet te treden, zonder last van vooroordelen. Dat begint al met elk kind te leren elkaar te respecteren en te accepteren. Dit sluit ook aan bij onze opdracht de kinderen voor te bereiden op onze multiculturele samenleving. Bij de leerlingen wordt geen kleding als politieke of religieuze uiting, zoals b.v. een hoofddoek of een gezichtsbedekkende sluier toegestaan, omdat dit niet past bij de religieuze grondslag van onze school. In het gesprek dat wij voeren met ouders die kinderen voor onze school aanmelden, gaan wij uitgebreid in op deze uitgangspunten en vermelden we duidelijk dat ingeschreven leerlingen aan alle activiteiten mee moeten doen. We schrijven alleen kinderen in, als de ouders schriftelijk hebben aangegeven de grondslag en de identiteitsnotitie van de Vereniging en de uitgangspunten van de school te willen respecteren. Ouders die maximaal gebruik willen maken van hun inspraakmogelijkheden en de grondslag van de Vereniging onderschrijven, kunnen lid worden van de schoolvereniging. Pagina 3
1.2 Het pedagogisch klimaat en de wijze van omgang met elkaar De volgende stellingen staan in ons Schoolplan bij de uitwerking van visie en missie: De school is een veilige omgeving voor kinderen en leerkrachten waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden van de leerlingen en leerkrachten. Onderling wordt er ruimte gegeven om te zijn wie je bent. We letten op het welbevinden van kinderen en leerkrachten Wij vinden het belangrijk dat iedereen met plezier naar school gaat. Kinderen/ leerkrachten die minder goed in hun vel zitten kunnen hun verhaal bij een contactpersoon op school kwijt. Daarnaast willen we het zelfvertrouwen van kinderen en leerkrachten versterken. Het is van groot belang dat kinderen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen handelen en dat ze weerbaar worden/ zijn. Kleding met seksistische taal of onbehoorlijke afbeeldingen wordt niet toegestaan, omdat het niet aansluit op onze normen en waarden. We sluiten aan op de (leer) behoeften van de kinderen. We streven ernaar om elk kind in zijn of haar leerproces verder te ontwikkelen. Dit hoeft niet allemaal op hetzelfde niveau te zijn. Ieder kind wordt aangesproken op zijn eigen niveau. Als uitgangspunt nemen we de zone van de naaste ontwikkeling. Hierbij kan gekeken worden naar wat de kinderen leuk vinden ( bv. uit de Kieskast) en hoe ze deze interesses kunnen uitwerken en uitbreiden. De sociale vorming bestaat o.a. uit samen werken en samen leven. Kinderen worden gestimuleerd om met iedereen samen te werken binnen hun klas. Verder hebben wij het regelmatig over de omgang met elkaar en met beleefdheid de andere te benaderen. Dit is mede terug te zien in de kapstokregels en het pestprotocol. Leerkrachten hebben een voorbeeldfunctie. 1.3 De onderwijskundige identiteit: We geven doelgericht en efficiënt onderwijs, met structuur en duidelijkheid. Elke les heeft een duidelijke opbouw, waarbij aan het eind van het jaar de kerndoelen zijn gerealiseerd. We leren strategische vaardigheden aan, zoals leren leren De kinderen worden strategieën aangeleerd, waardoor ze in staat zijn om zelfstandig te werken en te leren. We werken aan een zoveel mogelijk ononderbroken ontwikkelingslijn (van de totale ontwikkeling van een kind). Dit doen we door binnen de groep te werken in subgroepen (weer-, basis- en meergroep). Kinderen die hier onder of boven vallen worden opgevangen met een speciaal voor hen uitgewerkt traject. We werken aan een ononderbroken ontwikkelingslijn. We werken klassikaal, maar met gedifferentieerde instructie en verwerking. Gebruik makend van zelfstandig samenwerkende groepjes en meer instructietijd creëren. De kinderen moeten zelfstandig kunnen werken, zodat de leerkracht meer tijd heeft om subgroepjes te instrueren. Pagina 4
2. Structureel aandacht voor Identiteit 2.1 Jaarlijks overleg Om identiteit in de loop der jaren goed in beeld te houden, komt dit onderwerp elk schooljaar minstens één keer op een personeelsvergadering aan de orde. In dit overleg gaat het niet alleen om de grondslag van de school of de godsdienstige, c.q. levensbeschouwelijke aspecten, maar over de brede identiteit. Het is een reflectie op al het denken en doen in, van en over de school. De volgende vragen kunnen hierbij aan de orde komen: 1. Voldoet het schoolbeleid aan de beleidskaders die het bestuur heeft aangegeven? 2. Hoe geeft het schoolteam als professionals de school vorm? 3. Hoe zien ouders de school, of wat zijn hun wensen? 4. Hoe zien derden (de overheid, de buurt bijv.) de school? 2.2 De keuze van methoden en lesmateriaal Bij de keuze van nieuwe methoden wordt rekening gehouden met de levensbeschouwelijke en pedagogische uitgangspunten van onze school. Alles wat er in de wereld gebeurt, komt de school binnen. Onze kinderen moeten daarmee kritisch om leren gaan. De school heeft hierin een belangrijke taak. We zijn als school alert op wat er binnenkomt via internet en in kinder- en leerboeken. Voor internetgebruik wordt b.v. gebruik gemaakt van Filternet. 3. De dagelijkse schoolpraktijk 3.1 De godsdienstmethode Op onze school worden in groep 1- bijbelverhalen verteld. We doen dit volgens de methode Startpunt. In deze methode worden in een cyclus van twee jaar de geschikte gedeelten uit Oude en Nieuwe Testament behandeld. Elke schooldag start met een half uur godsdienstige vorming. Op maandag wordt deze tijd besteed aan het gesprek in de kring (hierin kan ook de kerk aan de orde komen) en het lied van de week. Op dinsdag, woensdag en donderdag wordt er een Bijbelverhaal verteld en op vrijdag wordt deze tijd besteed aan evaluatie en verwerking. Deze methode wordt helemaal behandeld. Hij sluit aan bij de door de school vastgestelde kerndoelen godsdienstige vorming en is een hulpmiddel in de vormgeving van het godsdienstonderwijs. De persoon van de leerkracht is belangrijk bij godsdienstige vorming. Hij of zij legt accenten op basis van de eigen waarden. Rond de christelijke feestdagen wordt het schema, op voorstel van de directeur, meestal aangepast. Ook wordt belang gehecht aan de behandeling van kerkgeschiedenis en kernpunten uit de christelijke traditie in de hoogste groepen van de school. Dit gebeurt o.a. in de gewone geschiedenislessen, uit de methode Je moest eens weten en uit de Kopieermap Kerkgeschiedenis. Pagina 5
3.2 Het gebruik van de Bijbel We vinden het van belang, dat kinderen bekend raken met de (taal van de) Bijbel als bron van het christelijk geloof. Vanaf groep 1 wordt een aantal keren per week een Bijbelverhaal verteld. In groep 7en wordt regelmatig met de kinderen uit de Bijbel gelezen. De kinderen krijgen hiertoe in groep 7 een eigen Bijbel uitgereikt. Deze Bijbel is tevens het afscheidsgeschenk van het bestuur bij het verlaten van de basisschool. We gebruiken de laatste jaren de Van Gogh-bijbel in de vertaling van Het Boek, uitgegeven door Ouders & Coo. 3.3 Het gebed We bidden en danken aan begin en eind van een schooldag. De leerlingen worden actief bij het gebed betrokken en gestimuleerd zelf onderwerpen aan te dragen voor het gebed, of zelf te bidden. 3.4 Het zingen van liederen Eén keer per week wordt de les besteed aan het lied (doorgaans maandagochtend) In elke groep wordt iedere week een nieuw christelijk lied aangeleerd. Dit lied wordt in de betreffende week dagelijks gezongen. Het wordt niet meer overhoord. Het kiezen van een lied gebeurt vanaf groep 3 volgens een Liedlijst. In deze lijst moet een evenwichtig aanbod zijn, waarbij we vooral de psalmen en liederen niet vergeten. Hiermee komen we ook tegemoet aan de kinderen die zondags naar de kerk gaan waar dit wordt gezongen Voor de psalmen en liederen gebruiken we het Liedboek voor de Kerken. Voor de themadiensten met de kerken kunnen er ook psalmen in de Oude Berijming worden aangeleerd. Er wordt dagelijks gezongen. De liederen kunnen ook uit andere liedbundels komen, zoals Opwekking, Op Toonhoogte, Alles wordt nieuw, enz. 3.5 Het vieren Elk schooljaar wordt geopend met een gezamenlijke bijeenkomst in de Kerk. Beurtelings geleid door de hervormde en de gereformeerde predikant. Aan bijzondere christelijke vier- en gedenkdagen zoals, bid- en dankstond, Hervormingsdag, Week van het gebed e.d., wordt tijdig aandacht besteed in de groepen. Op de ochtend van bid- en dankdag bezoeken we met de hele school een kerkdienst in één van de plaatselijke kerken. Deze wordt samen met de predikanten voorbereid. Paas- en Kerstvieringen worden met ouders in de Gereformeerde Kerk gehouden. Alle leerlingen nemen hieraan deel. Tijdens onze vieringen heerst er een gepaste, rustige sfeer, foto s en video-opnamen horen daar niet bij. Pagina 6
4. Verbonden aan de schoolpraktijk 4.1 De school in een veranderende maatschappij De bevolking in het deel van Renswoude waaruit onze leerlingen komen is in de afgelopen jaren veranderd. Dat kan gevolgen hebben voor de identiteit van de school. De populatie van de school heeft wel invloed, maar we zullen duidelijk grenzen aangeven. Volgens een peiling in januari 2011 is nog ongeveer 40% van onze leerlingen betrokken bij een christelijke gemeente. We hebben een relatie met God en de wereld (ons dorp), maar we zijn niet van de wereld. We blijven voluit christelijke school en dat wordt ook aan ouders die een kind komen aangeven duidelijk gemaakt. De vorm kan wel worden aangepast, maar de inhoud blijft hetzelfde. Een goed voorbeeld hiervan zijn onze vieringen. We willen bij een viering de ouders betrekken en zolang dat gezien het aantal kinderen mogelijk is, de viering in de kerk laten plaatsvinden. Zoals we het nu doen in een aparte kerstviering voor onder- en bovenbouw kunnen alle ouders worden betrokken. We zijn niet aan één bepaalde kerk gebonden, maar onderhouden wel goede contacten met beide plaatselijke kerken Aan leerkrachten worden duidelijke eisen gesteld m.b.t. hun kerkelijke meelevendheid. Ouders die meedenken in MR en OR moeten ook duidelijk aangeven dat zij achter het beleid t.a.v. de identiteit van de school staan. 4.2 De omgang met andere godsdiensten Onze school kan een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid waarmaken als het gaat om het scheppen van goede contacten tussen kinderen van diverse culturen. Het gaat daarbij in ieder geval om het overdragen van kennis van andere godsdiensten. In onze uitgangspunten is dit ook verwoord. Hoewel er op onze school niet veel kinderen zijn uit andere culturen is het van belang dat kinderen daar wel kennis mee maken. Als zij naar het Voortgezet Onderwijs gaan in Veenendaal of Barneveld zullen zij daar volop mee geconfronteerd worden. 4.3 Deelname aan acties voor hulporganisaties Elke maandagochtend wordt zendingsgeld opgehaald. We gebruiken dit geld om een project te steunen in Oost-Europa of de derde wereld. De projecten vinden we bij diverse zendingsorganisaties. Ze staan altijd in de schoolkrant vermeld. Zo sparen we voor kinderen in Suriname, basisscholen in Hongarije en waterputten in India. Bovendien hebben we als school, via Woord en Daad, twee kinderen geadopteerd. Miriam uit Guatemala en Elisabeth uit Bangladesh. Elke eerste maandag van de maand is het zendingsgeld voor onze adoptiekinderen. We onderhouden ook over en weer contacten met ze. Soms kan het blad Samsam worden gebruikt. We doen elk jaar in november mee aan de Schoenendozenactie van De Samaritaan. De kinderen vullen een schoenendoos met leuke presentjes voor een kind in de derde wereld. Tenslotte doen de groepen 7 en mee aan de jaarlijkse Kinderpostzegelactie. Pagina 7
4.4 Deelname aan acties voor het milieu In onze zorg voor de Schepping gaan we bewust met het milieu om. De kinderen worden o.a. door excursies naar het kasteelbos en het project van Luchtkasteel tot Dassenburcht bewust gemaakt van de schoonheid van de natuur. Ook in het scheiden van afval en het energiegebruik wordt milieubewust gewerkt. Zo sparen we batterijen en inktpatronen, scheiden we plastic en papier en zijn de lampen in de lokalen aan de raamzijde voorzien van lichtsensoren. 4.5 Deelname aan buitenschoolse activiteiten Ook als we in schoolverband op excursies zijn, aan de avondvierdaagse meedoen of op schoolkamp zijn, gelden de normen en waarden die we op school hanteren. Zo wordt er bv. voor het vertrek van de bussen voor de schoolreizen eerst in de klas gezamenlijk gebeden en is er op het schoolkamp elke dag een meditatief moment. 4.6 Opvoedingsondersteuning CBS De Borgwal is aangesloten bij Ouders & COO, de landelijke vereniging voor ouders, ouderraden (OR) en medezeggenschapsraden (MR) in het christelijk onderwijs. Zij bieden ondersteuning, voorlichting en advies aan ouders op het gebied van opvoeding en onderwijs. Daarnaast behartigen zij ouderbelangen en voeren overleg met de overheid. Elk gezin krijgt via school OUDERS & COO Magazine, het informatieve tijdschrift van OUDERS & COO voor actieve ouders, ouderraden en medezeggenschapsraden. Dit kleurrijke blad verschijnt vier keer per jaar en staat boordevol actuele informatie over opvoeding en onderwijs, veiligheid, studiekeuzes, gezondheid, geloofsopvoeding, tips voor thuis en op school en nog veel meer. 4.7 Contacten School Kerk Er zijn goede contacten met de plaatselijke kerken. Twee keer per jaar wordt er in beide kerken een themadienst School-Kerk gehouden. Deze diensten worden voorbereid door de commissie School-Kerk. Deze commissie wordt gevormd door vertegenwoordigers van de kerken en personeelsleden van beide basisscholen in Renswoude. In de week voor de zondagse dienst wordt het thema behandeld in alle groepen. De afgesproken verhalen worden verteld en de bijbehorende liederen aangeleerd. De gemaakte verwerkingen worden in de kerk of in het verenigingsgebouw opgehangen. De ouders worden via een brief geïnformeerd en opgeroepen de dienst in één van de plaatselijke kerken bij te wonen. De voorbereidingscommissie werkt ook de Startdienst voor het nieuwe schooljaar uit en bereidt de diensten voor Bid- en Dankdag voor. 4. De gebedsgroep Maandelijks komt de gebedskring bij elkaar. Deze groep ondersteunt, op initiatief van een aantal ouders, door middel van gebed het werk van de christelijke scholen in Renswoude. De scholen leveren onderwerpen aan voor deze gebedsgroep. Pagina
5. Personeel en identiteit In deze identiteitsnotitie wordt niet uitgebreid ingegaan op de eisen die aan ons personeel worden gesteld. Hierover is voldoende vastgelegd in de Beleidsnotitie Identiteit van het bestuur en het Personeelsbeleid. Het thema identiteit komt in teamvergaderingen regelmatig aan de orde. Elke maand verzorgt één van de teamleden aan het begin van een gezamenlijke vergadering een meditatief moment. Van de leerkrachten mag worden verwacht dat ze een Bijbelverhaal vertellen vanuit hun eigen geloofsbeleving. Zij moeten er wel voor waken leerlingen met andere standpunten, of een andere achtergrond niet te kwetsen. Vooral de kleinere kinderen zijn gevoelig voor alles wat je zegt. We stimuleren de kinderen om zelf na te denken en vragen te stellen. Daarover kunnen we dan in gesprek gaan. Respect voor elkaars mening is erg belangrijk. De leerkrachten leveren een belangrijke bijdrage aan de manier waarop de identiteit van de school naar buiten gebracht wordt. We maken duidelijk dat de Bijbel de bron is voor ons handelen. We respecteren het feit dat er verschil in interpretatie is. (Is alles waar wat in de Bijbel staat of wordt het als symboliek gebruikt?) Dit respect leren we ook aan de kinderen. Je kunt echter niet alles van de leerkrachten laten afhangen. Daarom wordt in deze notitie een kader vastgelegd. Dit moet overeenkomen met de praktijk. Ook in de Schoolgids moet de identiteit duidelijk worden beschreven, zodat de ouders geen vertekend beeld krijgen van wat ze te wachten staat. Van ouders die meedenken in de MR en meewerken in de OR wordt verwacht dat zij onze identiteit van harte ondersteunen. 5.1 Benoemingsvoorwaarden De volgende benoemingsvoorwaarden spelen een belangrijke rol bij selectie en werving van personeel. Gegadigden voor een benoeming moeten: - Bewust willen werken in het christelijk onderwijs vanuit een protestantschristelijke, Bijbelgetrouwe levensvisie en een eigen geloofsbeleving ( Wie is Christus voor jou? en de verbinding met de maatschappelijke context); - Handelingsbekwaam zijn als het gaat om de vormgeving van de christelijke levensvisie; - Kerkelijk actief meelevend zijn; - De grondslag en de bestuursnotitie over identiteit onderschrijven; - Om kunnen gaan met niet- en randkerkelijke leerlingen en ouders. 5.2 Gesprekscyclus De competenties Vormgeven grondslag en christelijke identiteit zijn ingebed in de gesprekken binnen de gesprekscyclus in het kader van integraal personeelsbeleid (IPB). De directeur stelt dit onderwerp aan de orde tijdens functioneringsgesprekken. Het gaat om een open, respectvol gesprek waarin nagegaan wordt op welke manier de leerkracht mede vorm geeft aan de (brede) christelijke identiteit van de school, wat spreekt haar of hem aan, wat wordt moeilijk gevonden, waar dient aandacht voor te zijn, etc. Pagina 9