1 Bevraging GOK netwerkdag mei 2011 Wat ervaren jullie als positief bij het werken met aanvullende lestijden en het realiseren van een eigen GOKwerking? Welke knelpunten ondervinden jullie bij de GOK-werking van de school? Wat moet in de toekomst zeker anders bij jullie school-eigen-gok-werking? Is er een GOK-beleid op het niveau van jullie scholengemeenschap? Zo neen, bestaat er behoefte om samen te werken op dit niveau? Welke knelpunten ervaren jullie in de regelgeving? Wat doen jullie nu anders wat jullie voor het opstarten van het GOK-beleid niet deden? Hebben jullie nog concrete vragen naar (nascholings)initiatieven?
2 Sta va Za GOK Terugblik 3 de cyclus Vooruitblik 4 de cyclus Mogelijk scenario voor doorstartende scholen Dit is een mogelijk voorstel voor een verkort scenario om op een personeelsvergadering werk te maken van de verplichte BSA. Andere scenario s zijn eveneens mogelijk. 1. Voorbereiding door het GOK-team, directie, kernteam, De werkgroep verzamelt documenten/info die de school denkt nodig te hebben voor het opstellen van een goede BSA. Deze verzamelde gegevens kunnen ingevuld worden in een zesveld: 1. Leerlingenpopulatie: Aan welke indicatoren beantwoorden onze GOK-leerlingen? Waar situeren zij zich in onze school? Hebben we gegevens uit een omgevingsanalyse die interessant zijn naar de toekomst toe? 2. Prioriteiten uit het SWP: Aangevuld met: - Aanbevelingen uit een vorig rapport van de schooldoorlichting - Gegevens uit het luik output (vb tevredenheidsonderzoek, doorstromingsresultaten, ) - Data leerlingpopulatie (spijbeldossiers, zorgleerlingen, ) 3. Interne evaluatie: de zelfevaluatie voor GOK: Nogmaals de destijds vooropgestelde doelen koppelen aan Het BBB-resultaat : - Wat willen we Borgen? - Wat willen we Bijsturen? - Wat willen we Bannen? 4. Externe evaluatie: de gegevens uit de GOK-inspectie (uit alle voorgaande cycli) Kunnen we ons akkoord verklaren met de aandachtspunten van de GOK-controle? Hoe ervaren we dit zelf? 5. Relevant cijfermateriaal: Cijfergegevens van deliberaties, slaagkansen van leerlingen uit de examenstudie, huiswerkklas, taalbadklas, remediëringslessen,
3 6. Conclusie: Keuzemogelijkheid van thema s op basis van deze gegevens door a. ofwel de leden van het kernteam b. ofwel het volledige lerarenkorps (aanbevolen: BSA is volledig en kwaliteitsvol) die de kans krijgen om uit de 6/5 thema s er 2 te kiezen. 2. Verwerking binnen de school Fase 1: Start in luik 6 van het zesveld met het bepalen van de thema s. Fase 2: Inventariseren van prioritaire doelen voor de 2 gekozen thema s. Dit kan eventueel via het pictogram struikelgevaar Wanneer je werkt met heterogene groepen van 4 (max 5 personen) is de betrokkenheid het grootst. Waarom heterogene groepen? Het gamma aan ideeën en zienswijzen is een pak groter. Laat uit elke groep bv de 3 belangrijkste prioritaire doelen naar voor brengen of bv die doelen waarmee alle leden van de groep het eens zijn of (afhankelijk van het aantal GOK-uren binnen de school) per thema 2 doelen (1 makkelijk te bereiken, 1 moeilijk te bereiken) of Fase 3: Keuze van de doelen. Dit kan via de voorgestelde methodieken. Kies voor een snelle verwerkingsmethode. Fase 4: Koppelen van acties aan de gekozen doelen. Dit kan gebeuren door het GOK-team waarbij er later terugkoppeling gebeurt naar het voltallige team (via muurkranten, in een personeelsvergadering, in vakvergaderingen, ) zodat het voltallige team op de hoogte is van de acties waarbij verwacht wordt van alle personeelsleden dat zij hier aan meewerken.
4 1 Nagel op de kop Opdracht: 1. Lees de fiche. 2. De opdracht werd voorbereid en het materiaal ligt klaar: controleer of je alles terugvindt. 3. Aan de slag: a. Maak een korte balans op: zoek voordelen en nadelen van deze methodiek b. Waar/wanneer zou je deze werkvorm inzetten? c. Bedenk varianten/aanvullingen
5 2 Prioriteitenlijst Opdracht: 1. Lees de fiche. 2. De opdracht werd voorbereid en het materiaal ligt klaar: controleer of je alles terugvindt. 3. Aan de slag: a. Maak een korte balans op: zoek voordelen en nadelen van deze methodiek b. Waar/wanneer zou je deze werkvorm inzetten? c. Bedenk varianten/aanvullingen
6 3 Matrix i.f.v. belangrijkheid en tijd Opdracht: 1. Lees de fiche. 2. De opdracht werd voorbereid en het materiaal ligt klaar: controleer of je alles terugvindt. 3. Aan de slag: a. Maak een korte balans op: zoek voordelen en nadelen van deze methodiek b. Waar/wanneer zou je deze werkvorm inzetten? c. Bedenk varianten/aanvullingen
7 4 Blackbox Opdracht: 4. Lees de fiche. 5. De opdracht werd voorbereid en het materiaal ligt klaar: controleer of je alles terugvindt. 6. Aan de slag: d. Maak een korte balans op: zoek voordelen en nadelen van deze methodiek e. Waar/wanneer zou je deze werkvorm inzetten? f. Bedenk varianten/aanvullingen
8 5 Andere mogelijk creatieve gedachten???
9 1 Nagel op de kop? DOEL Samen met het hele schoolteam doelen bepalen voor een bepaald thema. Betrokkenheid creëren bij het schoolteam. Voorbereiden Elke groep leerkrachten noteert op afzonderlijke kaartjes die doelen die men in de groep gekozen heeft om aan te werken. De doelen staan in functie van het gekozen thema. Werkwijze Na een korte voorstel van elk doel wordt in het kader van het uitwerken van een actieplan aan de leerkrachten gevraagd die doelen te selecteren die zij zinvol, belangrijk, nodig achten om aan te werken en die doelen die zij zeker niet realiseerbaar zien. Ze plaatsen hun gekozen doelen op de juiste prikker. Werken aan dit doel vinden we belangrijk. Werken aan dit doel vinden we minder belangrijk. Variante - niet de doelen maar een actie rond een bepaald thema kan op deze manier gekozen worden. - Er moeten bv telkens minimaal 2 doelen bij de positieve prikker en 1 doel bij de negatieve prikker worden geplaatst. -
10 2 Prioriteitenlijst DOEL Samen met het hele schoolteam doelen bepalen voor een bepaald thema. Betrokkenheid creëren bij het schoolteam. Voorbereiden Elke groep leerkrachten noteert op afzonderlijke post its doelen die men belangrijk acht om aan te werken. De doelen staan in functie van het vooraf aangeduide thema. Bepaal op voorhand de samenstelling en de groepsgrootte om te werken. Werkwijze - Korte intro: verklaren van het doel van de raadpleging en de vraag tot samenwerking in het kader van het uitwerken van een actieplan. - FASE 1 Selecteer vijf doelen die zinvol/belangrijk/nodig zijn. om aan te werken -> gebruik eventueel het pictogram struikelgevaar met de vraag Waarover struikelen onze leerlingen? en Welke doelen plaatsen we voorop om dit te voorkomen? - FASE 2 Bepaal de prioriteit om aan te werken. Plak de doelen hieronder in volgorde van prioriteit op. Nummer 1 heel belangrijk om aan te werken. Nummer twee iets minder belangrijk enz. 1 2 3 4 5 Variante - leerkrachten worden gevraagd na de prioritering te brainstormen over mogelijke acties voor de verschillende geselecteerde doelen. - Bladen kunnen doorgegeven worden naar een volgende groep die bij de doelen in de prioriteitenlijst hun eigen nummering kunnen geven of met groen of rood op het doel kunnen aangeven of zij het hiermee eens zijn. -
11 3 Matrix in functie van belangrijkheid en tijd DOEL Samen met het hele schoolteam doelen bepalen voor een bepaald thema. Betrokkenheid creëren bij het schoolteam. Meer overleg en samenwerking. Voorbereiden Elke groep leerkrachten noteert op afzonderlijke kaartjes doelen die men belangrijk acht om aan te werken. De doelen staan in functie van het gekozen thema. Bepaal op voorhand de samenstelling en de groepsgrootte om te werken. Werkwijze - Korte intro: verklaren van het doel van de raadpleging en de vraag tot samenwerking in het kader van het uitwerken van een actieplan. - FASE 1 Kleef de doelen verspreid door de zaal. Leerkrachten mogen een groen stickertje kleven op de voor hen te realiseren doelen. - FASE 2 Bepaal de prioriteit om aan te werken. De meest gekozen doelen worden door iedereen genoteerd op een post it en gekleefd op de prioriteitenwall (zie onder) Erg belangrijk Snel starten minder dringend Weinig belangrijk
12 4 Black box DOEL Samen met het hele schoolteam doelen bepalen. Betrokkenheid creëren bij het schoolteam. Meer overleg en samenwerking. Voorbereiden - Vooraf worden black boxes met gleuf klaargezet. Op de dozen staan de doelen genoteerd boven de gleuf. - Op afzonderlijke flappen worden door het kernteam die doelen genoteerd die het team belangrijk vindt om aan te werken (gesteund op het zesveld). Werkwijze - Het kernteam verklaart de gemaakte keuze. - Individueel of in groep wordt uit de voorgestelde doelen een keuze gemaakt. - Elke aanwezige krijgt twee groene kaartjes en één rode kaart. - Groen staat voor een positieve keuze, rood staat voor ontrading. - Bij het verlaten van de zaal deponeren de collega s hun kaartjes bij de gekozen doelen. Kiescampagne Doel 1 Doel 2 Doel 3 Doel 4
13 Gelijke kansen voor iedereen? Hoe goed gaan scholen met hun GOK-subsidie om? Komen ze tegemoet aan de eisen uit het GOK-decreet en wordt de kloof tussen kansarmen en kansrijken kleiner? Het antwoord op die vragen leest u in de 'Onderwijsspiegel 2006', het jaarrapport van de onderwijsinspectie. De inspectie geeft daarin enkele nuttige tips om uw GOK-middelen nog efficiënter te besteden. Ook de onderzoekers Verhoeven, Van Petegem e.a. formuleren in hun werk rake aanbevelingen. Een top-15: Basis- en secundair onderwijs Doelstellingen 1. Er moet een aanwijsbaar verband bestaan tussen de analyse van de beginsituatie van uw school en doelstellingen die u kiest. U vertaalt m.a.w. de doelstellingen uit de omzendbrief op maat van uw eigen school(visie) en leerlingen. 2. Formuleer doelstellingen op drie niveaus: leerling, leraar en school. Investeer bv. een deel van uw GOK-lestijden op leerkrachtniveau. 3. Formuleer uw doelen zo concreet mogelijk, wil u de effecten in kaart kunnen brengen. Kies voor relevante maar ook beheersbare thema's. 4. Betrek er het hele team bij. De 'GOK-leraar kan wel het pedagogisch-didactisch leiderschap van het GOK-team op zich nemen en fungeren als brugfiguur, maar duidelijke communicatie naar de andere teamleden en alle leraren is belangrijk. De GOK-lestijden dienen immers om voor alle leerlingen gelijke onderwijskansen te realiseren. Dit wil zeggen dat alle leraren zich engageren om schoolspecifieke doelstellingen te verwezenlijken. Iedereen is verantwoordelijk. Houd ook voor ogen dat niet elke leraar een geschikte GOK-leraar is. 5. Pas GOK-werking geleidelijk in de reguliere schoolwerking in. U kadert uw zorgverbredende aanpak het best in een tijdpad, vanuit een kwaliteitsvol, beleidsplan dat specifiek is voor uw school. Houd daarnaast de continuïteit in uw GOK-beleid in het oog. 6. De scholengemeenschappen zijn het uitgelezen platform om te zorgen voor formeel overleg tussen zorgcoördinatoren en/of GOK-leraren. Teams kunnen over de scholen heen ook expertise uitwisselen om acties op de drie niveaus te realiseren. 7. De voortgang van leerlingen bepalen is en blijft een moeilijke opdracht. Daarvoor hebt u een functioneel instrument nodig, bv. een volgsysteem. Daarmee kan u het leerproces afstemmen op de ontwikkeling van de kinderen.
14 8. Zie erop toe dat het nascholingsbeleid gerelateerd is aan de gekozen thema's. Zo investeert u in de specifieke taakinvulling van de (GOK-)leraren en versterkt u hun competenties en professionaliteit. Zelfevaluatie 9. Leraren vinden (zelf)evaluatie vaak bedreigend. Ze staan op hun autonomie binnen hun klasmuren. Kaart het belang van zelfevaluatie bij uw korps aan als middel om tot schoolontwikkeling te komen. Leraren vinden het belangrijk te weten waarom zelfevaluaties op het getouw worden gezet. Informeer ze daarover en betrek hen bij het vormgeven van de zelfevaluatie. Als directeur speelt u een belangrijke rol in de groei naar een schoolcultuur waar zelfevaluatie geen demotiverende opsomming is van tekortkomingen, maar wel constructief wordt opgevat. 10. Vermijd de papierberg. Een overdaad aan documenten garandeert niet dat u de GOK-doelstellingen daadwerkelijk realisteert. Stel een bruikbaar en functioneel beleidsplan op met systematisch gekozen prioriteiten. 11. Bereid evaluatie inhoudelijk goed voor: zorg voor een duidelijke strategie om gericht en systematisch gegevens te verzamelen. Maak ook gebruik van een gepaste instrumentarium. De codewoorden daarbij zijn: gebruiksvriendelijk en bruikbaar. 12. Evalueer uw GOK-werking niet alleen vanuit de acties, maar ook vanuit de beoogde doelen. Dat lukt het best wanneer u doelen formuleert volgens het SMART-principe: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Evaluatie is niet alleen een kwestie van perceptie van het team, ook de objectieve gegevens over de leerlingen zijn een criterium. 13. Creëer een voldoende breed draagvlak: personeel, leerlingen, oudercomité, de (allochtone) ouders, het leerlingenparlement als de klasbegeleiders Geef alle betrokkenen een stem. Betrek ze niet alleen als u de resultaten bespreekt, maar ook bij de planning van de evaluatie en de gegevensverzameling. 14. Wanneer u na de zelfevaluatie bijstuurt, doe dat dan doelgericht, planmatig en eventueel in fasen. Dat maakt latere evaluatie mogelijk op basis van een meer systematische analyse van het GOK-traject. CLB 15. De relatie school-clb is zeker verbeterd, maar nog niet overal is sprake van een nauwe samenwerking bij de ontwikkeling van een GOK-beleid. Maak duidelijke
15 afspraken en ontwikkel een beleidscontract of plan op maat van uw school. U speelt een cruciale rol in het formuleren van relevante, concrete en realiseerbare doelstellingen. ONDERWIJSSPIEGEL 2008: EEN GEVARIEERD JAARVERSLAG De Onderwijsspiegel, het jaarlijkse inspectieverslag, valt deze keer uiteen in drie gevarieerde onderdelen. In een eerste deel blikt de inspectie terug op acht jaar integrale doorlichting. Sinds 1 januari 2009 is ze immers gestart met gedifferentieerd doorlichten. Deel twee is het resultaat van de controle van een aantal GOK-scholen in het laatste jaar van de tweede GOK-cyclus. In deel drie gaat de inspectie de organisatie en de werking na van de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, de leertijd bij Syntra en de centra voor deeltijdse vorming. Dat onderzoek gold als nulmeting bij de start van het nieuwe decreet Leren en Werken op 1 september 2008. Deel II: Controle van de tweede GOK-cyclus (GOK II) In tegenstelling tot de controle aan het einde van de eerste GOK-cyclus (GOK I), lichtte de inspectie deze keer slechts een deel van de scholen met GOK-lestijden door: de scholen die voor het eerst GOK-middelen kregen en de scholen die bij GOK I het zwakst scoorden. Het gaat in totaal om 473 basisscholen en 147 secundaire scholen. GOK II legt de lat bovendien hoger en focust meer op de resultaten. Zowel basis- als secundaire scholen van de eerste graad kiezen als GOK-thema s vooral ontwikkelings- en leerachterstanden voorkomen en remediëren, taalvaardigheid en socioemotionele ontwikkeling. In de tweede en derde graad secundair onderwijs gaat de aandacht vooral uit naar preventie en remediëring van studie- en gedragsproblemen en taalvaardigheidsonderwijs. De uitgewerkte clusters van de overheid laten de meeste scholen links liggen. De ruime meerderheid van de gecontroleerde scholen (88 % basis en 81 % secundair) kreeg meteen een gunstige beoordeling: ze ontwikkelen een GOK-beleid op maat en kunnen voldoende resultaten voorleggen. Voor respectievelijk 12 en 19 procent was een deliberatie nodig. De voornaamste knelpunten zijn beperkte doelstellingen, onevenwichtige acties, ondermaatse zelfevaluatie en onvoldoende effecten. De inspectie schatte voor de meeste van die scholen de toekomstperspectieven desondanks gunstig in. Respectievelijk vijf en tien scholen kregen uiteindelijk toch een ongunstig advies. Zij ondertekenden een engagement om zich te laten begeleiden en krijgen gedurende één jaar de helft van hun GOK-lestijden. De nieuwe GOK-scholen doen het goed, soms zelfs beter dan de scholen die al een GOK-cyclus achter de rug hebben. Ze stemmen hun beginsituatie en hun doelstellingen goed op elkaar af. In het basisonderwijs is bovendien het hele schoolteam, dat wel kleiner is dan in het secundair, meer betrokken bij de GOK-werking. Werkpunten zijn vooral de zelfevaluatie en de effectmeting. De scholen die een tweede GOK-cyclus doorliepen, deden het globaal beter dan bij GOK I. Ze zijn meer beleidsmatig gaan denken en werken. Toch blijkt ook hier dat een kwart van de scholen nog te weinig een cultuur van zelfevaluatie heeft ontwikkeld. Daardoor blijven de gewenste effecten zwak. Zogenaamde excellente scholen, die gemiddeld meer dan 3,3 halen op een vierpuntenschaal, zijn gekenmerkt door specifieke situationele factoren. Het zijn scholen waar minder coördinatorenwissels plaats vonden en dus meer continuïteit is. In het basisonderwijs zijn het scholen met minder
16 taalheterogeniteit en een stabieler lerarenkorps. In het secundair onderwijs gaat het om scholen met meer allochtonen, meer GON-leerlingen en een jong lerarenteam. Al deze scholen slagen er beter in doelen op maat te formuleren en ze om te zetten naar concrete acties. Ze kunnen zichzelf ook beter evalueren en bijsturen. Belangrijke knelpunten uit de eerste GOK-controle blijven bestaan. Het meest cruciale probleem blijft concrete en meetbare doelstellingen formuleren bij het begin van de GOK-cyclus, waardoor effectmeting moeilijk wordt. Leraren zijn ook nog steeds te weinig betrokken.