In dit subtopic ga je de kwaliteit van het water van twee sloten/plassen/vijvers rondom de school bekijken. in sloten vijvers of plassen kan door vele oorzaken vervuilen. In dit subtopic ga je onderzoeken of het water rondom onze school schoon of vies is. Met wie? Je gaat deze opdracht in een groepje van twee óf drie leerlingen uitvoeren. Doel: Je gaat de kwaliteit van het water in sloten/vijvers/plassen rondom school onderzoeken. De resultaten en bevindingen worden in een verslag weergegeven. Bespreek met je coach welke sloot/plas/vijver je wilt gaan onderzoeken. Stap 1: Voorbereidingen voor het onderzoek Voordat je met de opdracht gaat beginnen ga je samen eerst een planning maken. Hiervoor lees je de opdracht eerst helemaal door. Daarna schrijf je in onderstaand schema welke stappen je gaat nemen, wat je bij elke stap gaat doen. Vervolgens schrijf je op wie wanneer welke stappen gaat doen en hoeveel tijd je daarmee kwijt bent. Wat moet je doen? Wie gaat dat doen? Wanneer? Hoe lang?
Lees bijlage 1: hierin staat beschreven hoe een biologisch verslag eruit ziet, en welke onderdelen in dit verslag zeker aan bod moeten komen. Verdeel de taken (van de stappen) van het biologisch verslag. Zet de verdeling van de taken in het plan van aanpak. Vóór je met het onderzoek begint, heb je punten 1 t/m 4 van het biologische verslag al opgezocht en uitgewerkt. Doe dit heel serieus, het maakt dat het onderzoek uiteindelijk gemakkelijker uitgevoerd kan worden! Internetsites die je ook kunt gebruiken zijn: diertjes: https://maken.wikiwijs.nl/117897#!page-4024678 Biologisch onderzoek doen https://biologiepagina.nl/flashfiles/ispring/onderzoekdoen.htm biologisch verslag https://www.bioplek.org/techniekkaartenbovenbouw/techniek91verslag.html slootdiertjes https://bioverbreding.webnode.nl/opdrachten/slootonderzoek-zoekkaart/
Stap 2: het echte onderzoek: waterkwaliteit meten en bekijken Zo je hebt al een onderzoeksvraag en hypothese gemaakt. Ook over de werkwijze en benodigdheden is al nagedacht (je mag natuurlijk ook op internet kijken, welke materialen allemaal nodig zijn voor het wateronderzoek). Je zorgt zelf voor alle materialen: ga thuis hiernaar op zoek!! Je kunt nu als wetenschapper beginnen met het biologische onderzoek naar de waterkwaliteit. Voordat je aan je onderzoek gaat beginnen moet je het volgende weten:
Bio-indicatoren Bio-indicatoren zijn diertjes die iets zeggen over de kwaliteit van het water waarin deze diertjes leven (zie onderstaande afbeelding). Als je in de sloot/vijver éénoogkreeftjes vindt, dan is het water in de sloot/vijver vervuild. Vind je kokerjuffers dan is het water erg schoon. Wat heb je nodig bij het onderzoek? Schepnet (meebrengen van thuis of maak er zelf een van ijzerdraad, een stok en een oude panty) Theezeefje of kleine gewone zeef Een emmer/grote bak Diverse kleine potjes (bijvoorbeeld jampotjes, appelmoes/groente potjes), deze breng je ook mee van thuis. Determinatiekaart slootdiertjes (zie bijlage 2 en 3). Print deze voordat je aan je wateronderzoek gaat beginnen.
Werkwijze: Schep, door vier keer een acht te maken met je schepnet, diertjes uit de sloot Laat ze vrij in de emmer/grote bak Vanuit de emmer/grote bak schep je met je kleine potje water met diertjes op, net zolang tot de emmer/grote bak leeg is. Bij iedere schep doorloop je onderstaande punten Bestudeer de verschillende diertjes nauwkeurig Gebruik de determinatiekaart om ze op naam te brengen. Lukt dat niet, verzin dan zelf een passende naam voor het diertje. Als je zelf een naam bedenkt, dan maak je een foto van dit diertje en omschrijf je dit diertje dan wel in je verslag (op een apart blad: zelf gevonden namen van waterdiertjes, en voeg je de foto toe). Bekijk welke eisen de diertjes aan de kwaliteit van het water stellen Omschrijf hoe het diertje zich gedraagt in het water, of uiterlijke kenmerken waaraan je het diertje herkent Gooi de getelde, op naam gebrachte en omschreven diertjes terug in de sloot/vijver Vul de hoeveelheden soorten, en de aantallen per soort in, in onderstaande tabel
Deze twee tabellen mag je in je onderzoeksverslag gebruiken onder het punt: resultaten! Je hebt nu de waterdiertjes geteld, op naam gebracht en gekeken welke eisen ze aan het milieu stellen. Aan het einde van het onderzoek trekken wetenschappers altijd een conclusie. Maak zelf een conclusie. Welke van de twee onderzochte sloten/vijvers/plassen is het schoonste? Hoe weet jij dat? TIP: Je mag tijdens het wateronderzoek natuurlijk foto s maken van elkaar. Het is erg leuk om deze foto s in je verslag te verwerken. Voor de lezers van het verslag geeft het een duidelijk beeld van wat jullie gedaan hebben en op welke manier! Stap 3: Het biologisch verslag maken Je gaat nu het verslag uitwerken op de computer. Ook hier kun je de taken verdelen. Controleer, voordat je het verslag inlevert, of je alles toegevoegd hebt; of er geen taal- of spellingsfouten in zitten; of alles op de juiste volgorde zit. Veel succes gewenst met jullie onderzoek naar de waterkwaliteit!
De rubric Met deze rubric kun je controleren of alles volledig is uitgewerkt en volledig wordt ingeleverd. Volledig aanwezig Gedeeltelijk aanwezig Niet aanwezig
Bijlage 1: het maken van een biologisch verslag. Een biologisch verslag maak je altijd op dezelfde manier. In het verslag schrijf je zes vragen bij een onderzoek met daarbij de antwoorden. 1. De onderzoeksvraag. In dit subtopic ga je onderzoek doen naar de kwaliteit van water rondom je school. Voordat wetenschappers echt gaan onderzoeken, moeten ze wel weten wat ze willen gaan onderzoeken. Om vast te stellen wat ze willen onderzoeken, wordt een onderzoeksvraag opgesteld. De vraag moet een open vraag zijn, en begint meestal met: wat, hoe, op welke manier. Het wordt dus geen gesloten vraag (vraag waarop je ja óf nee kunt antwoorden). 2. Hypothese (wat verwacht jij wat de uitkomst uit jouw onderzoek is/wordt). Als het goed is heb je samen met je groepsgenoten al bedacht uit welke sloot/vijver/plas je water gaat gebruiken voor je onderzoek. Je weet dus eigenlijk al een beetje hoe het water er (oppervlakkig) uitziet. Je gaat proberen om zelf al een antwoord te geven op je onderzoeksvraag, ook al heb je nog geen onderzoek gedaan. Zo n antwoord noemen we een hypothese. 3. Werkwijze In dit gedeelte van het verslag beschrijf je hoe je het onderzoek gaat uitvoeren. Bijvoorbeeld dat je twee verschillende sloten/vijvers water gaat halen (beschrijf hoe je dat doet, hoe onthoud je welk water waar vandaan komt, enz.). Je mag de werkwijze ook overnemen uit de uitleg van het onderzoek! 4. Benodigdheden In dit gedeelte beschrijf je wat je allemaal nodig hebt om het onderzoek te kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld: twee emmers om water mee te halen, laarzen, schrijfgerei, determinatiekaarten enz. 5. Waarnemingen Je noteert de resultaten van je onderzoek op papier. Dit kan zijn dat je omschrijft wat je ziet, maar je kunt de resultaten ook vastleggen in een tabel. 6. Conclusie Als laatste ga je kijken of je de onderzoeksvraag kunt beantwoorden met de resultaten uit het onderzoek. In stap 1 heb je zelf de onderzoeksvraag opgesteld. Daarna kijk je of je hypothese (punt 2) klopt. Zijn de resultaten daadwerkelijk hetzelfde zoals jij die zelf bedacht had, of juist niet. Hoe denk je dat het komt dat jij juist/onjuist had? Een verslag wordt netjes uitgetypt ingeleverd in een snelhechter. Het verslag begint met een mooi voorblad met daarop de naam van het onderzoek, de namen van de onderzoekers, datum en klas. Ook staat er een foto/afbeelding op het voorblad. Dan volgt: De inhoudsopgave De inleiding Het echte verslag (zes punten volledig uitgewerkt: foto s en afbeeldingen zijn natuurlijk helemaal goed. Evaluatie: hoe verliep de samenwerking? Literatuurbronnen: waar heb je informatie vandaan gehaald?