POLITIEKE PARTICIPATIE VAN TURKSE EN MAROKKAANSE BELGEN IN ANTWERPEN EN BRUSSEL



Vergelijkbare documenten
Origine: personen van Noord-Afrikaanse of Turkse origine die zich als gelovig omschrijven en zich het meest verwant voelen met de Islam

STEMGEDRAG ANTWERPENAREN VAN TURKSE EN MAROKKAANSE AFKOMST

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Maten, makkers, diploma s

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Stem van de jeugd: bulletrapport

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

Diversiteit in de Provinciale Staten

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek?

DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Politieke participatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

2016 / Maurice de Hond

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Technisch rapport kiesintentiemetingen

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

De linkse kiezer wil meer gelijkheid

Politieke participatie

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken?

Discriminatie in Rotterdam: de resultaten van de Omnibusenquête 2014

Perstekst De houding van autochtone Vlamingen ten aanzien van Moslim minderheidsgroepen

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

MAANDAG 5 FEBRUARI BINNENLAND. De diepe barst

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012

Nederland dient financiële steun te geven aan landen van de Europese Unie met een hoge staatsschuld die anders in grote problemen zullen komen.

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

De winnaars en verliezers van 14 oktober

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Antwerpen telt evenveel ja-stemmers als neen-stemmers voor de Lange Wapper brug. Volksraadpleging Lange Wapper mobiliseert vooral neen stemmers.

Diversiteit in Provinciale Staten

30 mei Onderzoek: Racisme in Nederland?

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009.

Politiek wantrouwen en de verkiezingen van 7 juni Een vergelijking tussen het Waals Gewest en het Vlaams Gewest.

Constructie van de variabele Etnische afkomst

40 jaar Vlaams parlement

Cynisme over de politiek

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Politieke participatie van allochtonen

Twee bepalende kenmerken voor het stemgedrag bij PS2019

Panelleden waren: Meyrem Almaci, Hafida Bachir, Hassan Bousetta, Naima Charkaoui en Viviane Teitelbaum.

De Stemming van 18 december 2016

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Homoseksuelen in Amsterdam

Nieuwsmonitor 6 in de media

Cynisme over de politiek

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Meting september 2013

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

De stemming van 15 juli 2012, speciaal thema: Determinanten van het stemgedrag

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Ongelijke kansen en ervaren discriminatie in de Turkse en Marokkaanse tweede generatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Opgave 2 Religie en integratie

Ipsos Social Research Institute

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Allochtoon talent aan het werk

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

Onderzoek stemgedrag jongeren Door NCRV Rondom 10 en Netwerk 28 mei 2010

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018

Inventarisatieonderzoek "Het Nationale Kabinet"

Diversiteit op de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen Personeel

Jongeren, voorbij het wij-zij denken (?) Jessy Siongers

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Opiniepeiling naar stemgedrag en stemmotieven van Nieuwe Nederlanders voor de 2e Kamerverkiezingen van 2012

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Hoofdstuk 23 Discriminatie

In dit document worden de resultaten voor België bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde.

Hoofdstuk 25. Burgemeestersreferendum

22 januari Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Informatie over de deelnemers

Bijlage bij hoofdstuk 9 Identificatie, acceptatie en discriminatie

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Uitslag onderzoek: rechtszaak Geert Wilders EenVandaag Opiniepanel deelnemers

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Onderwijssociologie & Diversiteit

Percepties van jongeren over politieoptreden: ethnic profiling in België?

Interculturele competenties? In de opleiding gezinswetenschappen

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Opiniepeiling in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012

Transcriptie:

POLITIEKE PARTICIPATIE VAN TURKSE EN MAROKKAANSE BELGEN IN ANTWERPEN EN BRUSSEL RESULTATEN VAN HET TIES TWEEDE GENERATIE ONDERZOEK RAPPORT VOOR DE STAD ANTWERPEN Marc Swyngedouw - Fenella Fleichman - Karen Phalet - Gülseli Baysu Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO) K.U. Leuven Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie (CSCP) K.U. Leuven Dit project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de dienst Sociale Netwerken van de stad Antwerpen 1

Inhoud DEEL 1: POLITIEKE PARTICIPATIE 1. Interesse in nieuws 1.1. lokaal nieuw 1.2. Belgische politiek nieuws 1.3. Politiek nieuws uit Turkije en Marokko 2. Stemgedrag 2006 2.1. Gestemd in 2006? 2.2. Lijststem of voorkeurstem 2.3. Stem voor kandidaat van etnische 2.4. Stem voor vrouwelijke kandidaa 2.5. Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen 2006 3. Belangenbehartiging door etnische of Belgische politici 3.1. Algemeen belang 3.2. Belangen etnische minderheden 4. Politieke kennis 5. Links Rechts? 5.1. Algemeen links rechts 5.2. Ethisch progressief conservatief 5.2.1. Recht op abortus 5.2.2. Recht op euthanasie 5.2.3. Homoseksuelen recht op adoptie 6. Weinig of Geen vertrouwen in politieke en sociale instellingen 6.1. Vertrouwen in de politie? DEEL 2: GEPOLITISEERDE MOSLIMIDENTITEIT: STEUN VOOR DE POLITIEKE ISLAM EN POLITIEKE ACTIE EN DE ROL VAN RELIGIEUZE IDENTIFICATIE EN ERVAREN DISCRIMINATIE (Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm) 2

Inleiding In het zogenaamde TIES (The Integration of the European Second Generation) onderzoek werden in de stad Antwerpen en in het Brussels Hoofdstedelijk gewest een representatief staal van Turkse en Marokkaanse Belgen van de zogenaamde 2 e generatie bevraagd over allerlei onderwerpen die te maken hadden met het participeren in de Belgische samenleving 1. We beperkten ons hierbij tot jongeren tussen de 18 en de 35 jaar waarbij minimaal een van de ouders ig was uit Turkije of Marokko. Waar mogelijk vergeleken we deze jongeren met een steekproef van zogenaamde autochtone Belgen van dezelfde leeftijdsgroep die woonachtig zijn in dezelfde wijken als de Turkse en Marokkaanse Belgen. In dit rapport bekijken we hun participatie aan het politiek leven in Antwerpen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De vergelijking met Belgen die in dezelfde wijken wonen heeft tot doel om overculturalisering tegen te gaan. Is iets typisch voor de Turkse of Marokkaanse Belgen van de 2 e generatie of iets algemener dat voor alle jonge inwoners van die stadwijken geldt? In het laatste geval heeft het dan meer met woonomgeving en klassen te maken dan met etnisch culturele kenmerken. We vergelijken dus niet met alle autochtone Belgen van Antwerpen en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 18 tot 35 jaar, maar enkel met hen die ook in de wijken wonen waar de Turkse en Marokkaanse 2 e generatie woonachtig is. We bekijken politieke participatie zeer ruim. We starten met de interesse in nieuws, lokaal en nationaal politiek nieuws en gaan ook na in welke mate Turkse en Marokkaanse Belgen gericht zijn op het politieke gebeuren van het land van herkomst van hun ouders. Vervolgens gaan we na hoe er gestemd werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Heeft men gestemd; heeft men voor etnische kandidaten gestemd; komen vrouwen in aanmerking voor een voorkeurstem; en ten slotte, voor welke partijen heeft men gestemd? Wie kan de belangen effectief behartigen als het over het algemeen belang en over de belangen van de etnische minderheden gaat? Allochtoon of autochtoon Belgische politici of beiden even goed? Om efficiënt politici te belonen of af te straffen voor het gevoerde beleid is een minimum vereiste dat men weet welke politieke partijen de coalitie vormen. In welke mate kent men deze basis informatie? 1 Voor een uitgebreide beschrijving van de exacte steekproeftrekking en methodologie van het onderzoek, zie Vandezande e.a. Perceptie van ongelijkheid van kansen in de Turkse en Marokkaanse tweede generatie, ISPO: K.U.Leuven, 2010 http://soc.kuleuven.be/ispodownload 3

Zijn Antwerpse en Brusselse jongeren van autochtone, Turkse of Marokkaanse herkomst algemeen gesproken politiek links of rechts georiënteerd; en zijn zij ethisch progressief of conservatief? Tot slot van dit eerste deel gaan we na in hoeverre de Belgische politieke en sociale instellingen het vertrouwen genieten van verschillende groepen jongeren in beide steden; en in welke mate de 2 e generatie jongeren de instellingen in het land van herkomst van hun ouders vertrouwen. In het tweede deel rapporteren we een studie over de verbanden tussen politiek en religie bij de 2 e generatie jongeren van Turkse en Marokkaanse. We vergelijken daarbij Antwerpse jongeren met jongeren in Brussel, Rotterdam, Amsterdam en Stockholm. In welke mate moeten volgens hen religieuze opvattingen de politiek aansturen; en hoe houden deze opvattingen verband met hun moslimidentiteit en met ervaren discriminatie? 4

1. Interesse in Nieuws Een eerste element en bijna een conditio sine qua non om politiek te kunnen participeren is om op de hoogte te zijn van het lokale en het nationale politieke nieuws in België. Wie het nieuws niet volgt heeft meer moeilijkheden om zich een onderbouwde (politieke) mening te vormen en om te zien welke partij welke standpunten verdedigt. Indien gewenst kan deze informatie richting geven aan de politieke actie en het stemgedrag. Merk op dat vet gedrukte percentages enkel ter ondersteuning van de boodschap in de tekst bij de tabellen zijn bedoeld. 1.1 Volgen van lokaal nieuws Tabel 1: Volgen lokaal nieuws volgens geslacht, en stad % rijpercentages Het nieuws over [Antwerpse/ Brusselse] lokale politiek Geslacht Afkomst respondent Nooit Frequent Man Autochtonen stad Antwerpen 3,1% 34,3% Brussel 14,8% 11,6% Totaal 8,5% 23,7% Turkse stad Antwerpen 1,1% 33,7% Brussel 17,1% 12,3% Totaal 7,7% 24,9% Marokkaanse stad Antwerpen 2,2% 42,4% Brussel 13,8% 14,7% Totaal 7,3% 30,1% Vrouw Autochtonen stad Antwerpen 2,6% 26,0% Brussel 14,7% 4,3% Totaal 8,1% 16,2% Turkse stad Antwerpen 6,1% 27,2% Brussel 11,0% 9,2% Totaal 8,0% 20,1% Marokkaanse stad Antwerpen 3,2% 41,8% Brussel 18,1% 7,9% Totaal 9,7% 27,0% 5

Hoewel bijna iedereen wel eens het lokale nieuws volgt, doet slechts een minderheid van zowel allochtone als autochtone jongeren dat met enige regelmaat. Vrouwen volgen minder frequent het lokale politieke nieuws dan mannen, met uitzondering van de Marokkaanse vrouwen in Antwerpen. Daarenboven is er een duidelijk stadseffect: in Brussel is de interesse in het lokale nieuws opmerkelijk lager dan in Antwerpen. De verschillen tussen de etnischculturele groepen duiden op een opmerkelijk grotere interesse in het lokale nieuws bij de Marokkaanse Belgen in Antwerpen (42% volgt regelmatig het lokale nieuws). 1.2 Volgen van Belgisch nieuws Tabel 2: Frequentie volgen van Belgisch politiek nieuws volgens geslacht, en stad % rijpercentages Belgisch politiek nieuws volgen Geslacht Afkomst respondent Nooit Geregeld Frequent Man Autochtonen Antwerpen 9,7% 29,3% 27,1% Brussel 6,3% 43,2% 19,2% Totaal 8,1% 35,8% 23,4% Turkse Antwerpen 15,2% 18,0% 18,5% Brussel 11,7% 28,2% 11,9% Totaal 13,7% 22,2% 15,8% Marokkaanse Antwerpen 5,9% 25,8% 21,0% Brussel 14,9% 28,7% 15,0% Totaal 9,9% 27,1% 18,3% Vrouw Autochtonen Antwerpen 16,2% 23,3% 16,5% Brussel 6,9% 43,2% 13,4% Totaal 12,0% 32,3% 15,1% Turkse Antwerpen 22,8% 21,1% 10,6% Brussel 15,4% 28,5% 5,7% Totaal 19,9% 24,0% 8,6% Marokkaanse Antwerpen 14,4% 19,5% 24,1% Brussel 13,6% 23,9% 11,3% Totaal 14,1% 21,4% 18,5% 6

De interesse in het Belgische politieke nieuws is nog beperkter dan die in het lokale politieke nieuws om en bij de 10% van alle groepen zegt nooit het Belgische nieuws te volgen. Vrouwen volgen door de band wat minder regelmatig het nationale politieke nieuws. De tendens is licht aanwezig dat in Brussel de interesse algemeen gesproken wat hoger is voor het Belgische politieke nieuws dan in Antwerpen. Er zijn geen veralgemeenbare verschillen in interesse tussen autochtone en allochtone kiezers. Autochtone mannen in Brussel vormen de meest geintereseerde groep;turkse mannen in Antwerpen en Turkse vrouwen in Brussel vormen de minst geïnteresseerde groepen. Algemeen kunnen we stellend dat de interesse in lokaal en Belgische politiek nieuws relatief beperkt is. Autochtone Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden tonen ietsjes meer interesse, maar verschillen in essentie niet van allochtonen. Kleine verschillen kunnen vermoedelijk toegeschreven worden aan een ietwat hoger opleidingsniveau van autochtone buurtbewoners. 7

1.3 Politiek nieuws uit Turkije en Marokko Tabel 3 Nieuws volgen over Marokkaanse politiek (enkel Marokkaanse 2e generatie) % rijpercentages Nieuws over Marokkaanse politiek Geslacht Afkomst respondent Nooit Bijna nooit Soms Geregeld Frequent Man Marokkaanse Antwerpen 40,7% 38,9% 16,7% 3,2%,5% Brussel 40,8% 19,8% 25,0% 12,9% 1,5% Totaal 40,7% 30,4% 20,4% 7,5% 1,0% Vrouw Marokkaanse Antwerpen 58,5% 27,5% 9,5% 3,3% 1,1% Brussel 42,6% 31,3% 12,7% 9,7% 3,7% Totaal 51,6% 29,2% 10,9% 6,1% 2,2% De Marokkaanse tweede generatie is in meerderheid niet geïnteresseerd in de Marokkaanse politiek. Meer dan 70% volgt (bijna) nooit het Marokkaanse politieke nieuws, met uitzondering van de Marokkaans Brusselse mannen van wie zowat 40% zegt soms tot vaak het Marokkaanse nieuws te volgen. Het feit dat een belangrijke minderheid van de ouders van de 2 e generatie Marokkaanse jongeren als politiek vluchteling of als student naar Brussel is gekomen zal hier vermoedelijk niet vreemd aan zijn. Vrouwen zijn quasi unaniem in het (bijna) nooit volgend van de Marokkaanse politiek. Tabel 4: Nieuws volgen over Turkse politiek (enkel Turkse 2e generatie) % rijpercentages Nieuws over Turkse politiek Geslacht Afkomst respondent Nooit Bijna nooit Soms Geregeld Frequent Man Turkse Antwerpen 19,7% 20,8% 22,5% 21,3% 15,7% Brussel 9,0% 20,0% 29,6% 29,7% 11,7% Totaal 15,3% 20,5% 25,4% 24,8% 14,1% Vrouw Turkse Antwerpen 27,2% 25,6% 22,2% 17,2% 7,8% Brussel 24,2% 23,2% 28,7% 15,2% 8,7% Totaal 26,0% 24,6% 24,8% 16,4% 8,1% 8

De Turkse tweede generatie is meer verdeeld dan de Marokkaanse tweede generatie, met meer interesse in de Turkse politiek bij Turkse mannen dan bij de vrouwen; 37% en 41% van de Turkse mannen volgen geregeld tot frequent het Turkse politieke nieuws in respectievelijk Antwerpen en Brussel. Tot 60 en 71% van hen volgt soms tot frequent het Turkse nieuws. Bij de Turkse vrouwen is dit toch nog om en bij de helft, al zijn Turkse vrouwen duidelijk minder geinteresseerd dan mannen. Er is weinig verschil tussen beide steden. De Turkse 2 e generatie in beide steden is dus duidelijk politiek meer verbonden met het land van herkomst dan de Marokkaanse 2 e generatie. Een deel van de verklaring is wellicht de betere kennis van de Turkse taal waardoor de 2de generatie meer dan de Marokkaanse 2 de generatie de media kan volgen (satelliet TV, kranten, internet ). 2. Stemgedrag 2006 2.1. Gestemd in 2006? Tabel 5: Heeft u bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2006 in België gestemd? Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Ja 96.70 97.20 95.90 97.10 94.50 96.60 96.5 Nee, ik heb niet gestemd 3.30 2.80 4.10 2.90 5.50 3.40 3.5 Totaal % (Aantal) (152) (145) (172) (173) (146) (148) (936) Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (33 personen waren niet stemgerechtigd) Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Ja 81.00 86.40 76.30 87.70 87.00 90.40 84.6 Nee, ik heb niet gestemd 19.00 13.60 23.70 12.30 13.00 9.60 15.4 Totaal % (Aantal) (121) (118) (118) (114) (115) (104) (691) Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (51 personen waren niet stemgerechtigd) 9

De participatie aan de lokale verkiezingen vertoont een beeld dat gelijkaardig is aan dat van de algemene bevolking. In Antwerpen gaat zowat iedereen stemmen, onafhankelijk van etnische herkomst. In Brussel is er een grotere groep die niet gaat stemmen; en dit is iets meer uitgesproken bij de mannen dan bij de vrouwen. Er zijn geen opmerkelijke verschillen vast te stellen naar etnische herkomst in het al dan niet participeren aan de lokale verkiezingen van 2006 in Antwerpen en Brussel. 10

2.2: Lijststem of voorkeurstem? Tabel 6: Lijststem volgens geslacht, en stad % in de stad van de respondent Stemtype Geslacht Afkomst respondent Lijststem Man Autochtonen Antwerpen 55,3% Brussel 64,3% Totaal 58,6% Turkse Antwerpen 37,5% Brussel 41,4% Totaal 38,8% Marokkaanse Antwerpen 44,0% Brussel 50,9% Totaal 46,8% Vrouw Autochtonen Antwerpen 55,6% Brussel 48,1% Totaal 52,5% Turkse Antwerpen 33,3% Brussel 51,7% Totaal 40,2% Marokkaanse Antwerpen 35,3% Brussel 48,9% Totaal 40,0% Zowel in Antwerpen als in Brussel geven kiezers van etnische minder lijststemmen dan autochtonen, met uitzondering van de Turkse vrouwelijke kiezers in Brussel Zoals reeds geweten was uit onderzoek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Jacobs, D., Bousetta, H, e.a. (2006)) verkiezen de kiezers ig uit de ethnisch-culturele minderheden meer een voorkeurstem uit te brengen dan de (eerder laaggeschoolde) autochtone Belgen. 11

2.3: Voorkeurstem voor een etnische kandidaat? Tabel 7: Voorkeurstem voor kandidaten van etnische % in de stad van de respondent Geslacht Afkomst respondent Stem op kandidaat van [Turkse/Marokkaanse] origine Man Turkse Antwerpen 61,6% Brussel 62,8% Totaal 62,0% Marokkaanse Antwerpen 35,0% Brussel 49,1% Totaal 40,4% Vrouw Turkse Antwerpen 71,6% Brussel 64,9% Totaal 69,6% Marokkaanse Antwerpen 31,8% Brussel 59,5% Totaal 40,0% Merk op: Van de autochtone respondenten woonachtig in dezelfde wijken als de etnische kiezers in Antwerpen en Brussel stelt geen enkele een voorkeurstem te hebben gegeven aan een Turkse of een Marokkaanse kandidaat! (niet opgenomen in tabel 7) De Turken geven duidelijk meer etnische voorkeurstemmen (ca. 62%) dan de Marokkanen (ca. 40%). De Marokkanen geven afgetekend meer etnische voorkeurstemmen in Brussel dan in Antwerpen. De verschillen tussen man en vrouw hangen samen met de stad: Turkse vrouwen in Antwerpen en Marokkaanse vrouwen in Brussel stemmen meer voor kandidaten van hun eigen etnische groep. De autochtone Belgen zijn diegenen die het meest langs de etnische lijn stemmen, gevolgd door de Turkse Belgen en dan door de Marokkaanse Belgen. 12

2.4: Voorkeurstem voor een vrouwelijk kandidaat? Tabel 8: Voorkeurstem voor vrouwelijke kandidaten volgens geslacht, en stad % rijpercentages Geslacht Afkomst respondent Vrouwelijke kandidaten Man Autochtonen Antwerpen 42,9% Brussel 37,1% Totaal 41,0% Turkse Antwerpen 41,0% Brussel 39,0% Totaal 40,4% Marokkaanse Antwerpen 28,6% Brussel 41,8% Totaal 33,6% Vrouw Autochtonen Antwerpen 53,3% Brussel 81,1% Totaal 65,8% Turkse Antwerpen 52,9% Brussel 45,0% Totaal 50,6% Marokkaanse Antwerpen 43,0% Brussel 67,5% Totaal 50,3% Vrouwen geven meer hun voorkeurstem aan vrouwelijke kandidaten, zowel in Antwerpen als in Brussel, maar de autochtone Brusselse vrouwen doen dit het meest (81%), gevolgd door de Marokkaanse Brusselse vrouwen (68%). Marokkaanse mannen in Antwerpen geven daarentegen de minste voorkeurstemmen aan vrouwelijke kandidaten (slechts 29%). Vrouwen stemmen vaker voor vrouwen. Vooral Marokkaanse mannen uit Antwerpen lijken vrouwelijke kandidaten systematisch te ontwijken. 13

2.5: Stemgedrag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 Antwerpen 2006: SP.a en burgemeester Janssens halen tussen de 70 en de 80% van de stemmen bij de kiezers van etnische. Bij de autochtonen haalt hij bij de mannen het gemiddelde van de stemmen, maar bij de vrouwen is er een duidelijke oververtegenwoordiging. CD&V doet het bij de etnische kiezer systematisch beter dan Groen!. PVDA+ vormt absoluut geen concurrent bij de etnische kiezer voor de SP.a. De score van het Vlaams Belang bij de autochtone jonge kiezers woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden zeer laag (13 tot 18% t.o.v. 33% in de algemene bevolking). Brussel (BHG!) 2006: PS haalt beduidend hogere scores (rond de 55%) bij de etnische kiezer. MR blijft de grootste partij bij de autochtonen (woonachtig in dezelfde wijken als de allochtone kiezers). Ecolo is uitermate in trek bij de autochtone vrouwen (43%) en dit ten koste van de PS (slechts 8%). MR scoort relatief hoog bij de mannelijke kiezers van Turkse origine. cdh overtreft Ecolo in stemaandeel bij alle etnische kiezers. Merk op dat er een (zeer) beperkte groep kiezers van etnische origine zowel in Antwerpen als in Brussel voor Vlaams Belang zegt te kiezen. De grotere diversificatie van het stemgedrag in Brussel in vergelijking met Antwerpen reflecteert naar alle waarschijnlijkheid ook de grotere differentiatie in de sociaal economische positie van de etnische minderheden in Brussel in vergelijking met Antwerpen. Zowel uit binnenlands als uit buitenlands onderzoek is geweten dat de stemmen van de etnische minderheden in de loop van de tijd meer differentiëren over de verschillende partijen, naar mate dat ze meer los komen van hun arbeidersklasse positie in de samenleving. In Brussel is zeker onder de minderheid van Turkse origine een belangrijke groep zelfstandigen, wat zich uit in een stem voor de MR. Een mogelijke verklaring voor de lage steun voor het Vlaams Belang bij de autochtone Antwerpenaren (18-35 jaar) woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden kan gezocht worden in de contacthypothese, die stelt dat negatieve gevoelens zullen afnemen naar mate men effectief contact heeft met minderheidsgroepen. Eveneens kan hier de gemiddeld hogere scholingsgraad van deze autochtone groep een verklaring bieden. 14

15 % in de stad van de respondent Stemgedrag gemeenteraadsverkiezingen 2006 volgens geslacht, en stad POLITIEKE PARTIJ andere Vlaams Franstalige Geslacht Afkomst respondent CD&V SP.a VLD Belang Groen! PVDA+ cdh PS MR Ecolo PTB partij Totaal Man Autochtonen Antwerpen 14,1% 35,0% 18,1% 18,1% 8,5% 2,7%,0% Brussel 1,6% 2,2% 4,8% 4,0% 0,9% 1,3% 4,4% 23,8% 31,8% 19,2% 3,3%,0% Totaal 9,6% 23,4% 13,4% 13,1% 5,8% 2,2% 1,5% 8,4% 11,3% 6,8% 1,2%,0% Turkse Antwerpen 9,6% 79,0% 3,2% 1,9% 5,1% 1,3%,0% Brussel 1,7% 2,7% 7,8% 56,2% 20,2% 6,6% 3,3%,6%,0% Totaal 6,5% 54,0% 2,7% 2,2% 3,5% 0,9% 2,5% 17,8% 6,4% 2,1% 1,1%,2%,0% Marokkaanse Antwerpen 12,1% 66,8% 10,4% 8,0% 2,7%,0% Brussel 0,8% 1,3% 0,8% 1,8% 15,7% 56,7% 11,8% 9,8% 1,2%,0% Totaal 7,6% 40,3% 6,5% 5,5% 1,6% 6,4% 23,0% 4,8% 4,0% 0,5%,0% Vrouw Autochtonen Antwerpen 6,1% 48,8% 13,7% 13,2% 8,7% 4,3%,0% Brussel 1,7% 1,3% 2,9% 12,7% 7,6% 27,2% 42,6% 1,0%,0% Totaal 4,5% 31,0% 9,6% 8,3% 5,4% 2,7% 4,8% 2,9% 10,2% 16,0% 0,4%,0% Turkse Antwerpen 7,8% 78,4% 6,5% 0,7% 5,9%,0% Brussel 1,7% 1,2% 14,5% 54,6% 10,2% 9,4% 6,9%,0% Totaal 5,6% 50,5% 4,2% 0,4% 3,8% 5,2% 19,7% 3,7% 3,4% 2,5%,0% Marokkaanse Antwerpen 5,5% 77,6% 2,6% 1,0% 5,9% 5,4% 0,7%,0% Brussel 2,4% 4,3% 22,6% 54,1% 6,3% 9,3% 1,1%,0% Tabel 9 Totaal 4,4% 52,0% 1,7% 0,7% 3,9% 3,5% 7,9% 19,4% 2,2% 3,2% 0,4%,0% 15

16 3. Belangenbehartiging door politici van etnische of Belgische. 3.1 Wie best ter behartiging algemeen belang? Tabel 10: Politieke Belangenbehartiging door 'Belgische' of politici van 'etnische' : Algemeen belang % rijpercentages POLITITIEKE BELANGENBEHARTIGING: Algemeen belang Eerder bij politici Geslacht Afkomst respondent van Belgische Door beiden evenveel Man Autochtonen Antwerpen 36,2% 58,5% Brussel 34,5% 59,4% Totaal 35,4% 59,0% Turkse Antwerpen 16,9% 70,2% Brussel 9,8% 70,0% Totaal 14,0% 70,1% Marokkaanse Antwerpen 20,4% 66,4% Brussel 22,0% 72,2% Totaal 21,1% 68,9% Vrouw Autochtonen Antwerpen 39,0% 59,8% Brussel 17,1% 74,6% Totaal 29,0% 66,5% Turkse Antwerpen 13,7% 76,8% Brussel 8,3% 84,3% Totaal 11,7% 79,6% Marokkaanse Antwerpen 16,0% 80,7% Brussel 11,0% 82,6% Totaal 13,9% 81,5% 16

17 De opvattingen over wie best het algemeen belang dient verschillen aanzienlijk van deze over de etnische belangenbehartiging (zie verder). In beide steden en over groepen heen is er steeds een duidelijke meerderheid die vindt dat de etnische van de politici er niet toe doet om het algemene belang te behartigen. De uitzondering vormen de autochtone vrouwen. Vooral de autochtone Brusselse vrouwen vinden vaker dan mannen dat er niet toe doet (75%). Met uitzondering van de Brusselse vrouwen ten slotte vinden autochtonen vaker dan allochtonen dat Belgische politici beter het algemene belang zullen verdedigen. 17

18 3.2 Wie best ter behartiging etnisch belang? Tabel 11: Politieke belangenbehartiging etnische belangen door politici van Belgische of politici van etnische % rijpercentages POLITIEKE BELANGEN BEHARTIGING: Etnische belangen Eerder door politici Eerder door politici van Geslacht Afkomst respondent van Belgische Turkse/Marokkaanse Evengoed door beide Man Autochtonen Antwerpen 53,2% 5,0% 41,8% Brussel 40,8% 9,5% 49,7% Totaal 47,4% 7,1% 45,5% Turkse Antwerpen 12,9% 34,3% 52,8% Brussel 3,1% 40,6% 56,3% Totaal 9,1% 36,8% 54,2% Marokkaanse Antwerpen 14,8% 25,3% 59,9% Brussel 11,7% 23,6% 64,7% Totaal 13,4% 24,6% 62,0% Vrouw Autochtonen Antwerpen 54,0% 1,2% 44,8% Brussel 28,7% 9,6% 61,7% Totaal 42,4% 5,1% 52,5% Turkse Antwerpen 6,5% 33,7% 59,8% Brussel 7,6% 17,9% 74,6% Totaal 6,9% 27,6% 65,5% Marokkaanse Antwerpen 16,1% 17,4% 66,5% Brussel 7,0% 22,9% 70,1% Totaal 12,2% 19,8% 68,1% Wanneer het gaat over het groepsbelang vindt een aanzienlijk deel van alle groepen dat leden van de eigen herkomst beter geplaatst zijn om als belangenbehartiger op te treden. 18

19 Dit is echter minder het geval in Brussel dan in Antwerpen. Sekseverschillen variëren tussen groepen en steden, al hebben vrouwen door de bank een minder duidelijke voorkeur voor leden van de eigen etnische groep. En in beide steden dingen vooral Marokkaanse kiezers hierop af en vinden zij vaker dan autochtonen dat leden van beide groepen (etnische of Belgische origine) even goed zijn. Alleen autochtone Antwerpenaars hebben echter in meerderheid voorkeur voor politici van Belgische origine en vinden dus politici van andere origines minder goed. De autochtone kiezer blijft het meest bij politici van zijn eigen als het om zijn groepsbelangen gaat. In Brussel blijkt er toch wat meer openheid in de opvatting dat de etnische van politici in deze niet relevant is. Bij de etnische minderheden verkiezen de Turkse Belgen nog het meest om hun belangen te laten verdedigen door politici van Turkse. 19

20 4. Politieke Kennis Een minimale kennis van de politiek is noodzakelijk om verantwoordelijkheden te kunnen duiden in de politiek. We vroegen welke partijen deel uit maakten van de nationale regering op het moment van de bevraging. Begin 2007 bestond de Belgische regering uit vier partijen: Vlaamse en Franstalige partijen samengenomen, kunt U deze vier partijen noemen? VLD (oude PVV liberalen) SP.a-SPIRIT (oude SP, socialisten) MR (Mouvement Reformateur PRL liberalen ) PS (Parti Socialiste socialisten) Tabel 12 : Aantal partijen correct genoemd die lid zijn van de Belgische regering op moment van bevraging Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Geen correct antwoord 16.30 25.70 37.10 49.40 30.80 46.80 34.9 Eén partij correct 7.20 11.50 15.70 16.10 6.40 12.30 11.7 Twee partijen correct 19.00 20.90 22.50 21.70 25.00 20.80 21.5 Drie partijen correct 28.80 30.40 15.70 11.10 25.60 12.30 20.3 Vier partijen correct 28.80 11.50 9.00 1.70 12.20 7.80 11.5 2, 3 of 4 partijen correct 77 63 48 35 63 41 54 Totaal % (Aantal) (153) (148) (178) (180) (156) (154) (969) Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Geen correct antwoord 17.80 18.40 23.00 30.00 17.50 30.30 22.6 Eén partij correct 14.80 4.80 19.00 10.00 8.70 8.20 10.9 Twee partijen correct 21.50 21.60 19.80 15.00 29.40 25.40 22.2 Drie partijen correct 17.80 32.00 30.20 43.30 34.90 31.10 31.3 Vier partijen correct 28.10 23.20 7.90 1.70 9.50 4.90 13 2, 3 of 4 partijen correct 67 77 57 60 74 61 66 Totaal % (Aantal) (135) (125) (126) (120) (126) (122) (754) 20

21 Het aantal mensen dat geen enkel partij kan noemen is hoger in Antwerpen dan in Brussel, met uitzondering van autochtone Antwerpse mannen (slechts 16%). Aan allochtone kant zijn de aantallen ook hoger dan onder autochtonen, met uitzondering van Marokkaanse Brusselse mannen (slechts 18%). Tussen 30 en 50% van de etnische minderheidsgroepen in Antwerpen, en tussen 18 en 30% in Brussel, kunnen geen enkele partij noemen die in de regering zit. Voor autochtonen in beide steden schommelt dit tussen 16 en de 26%. Vrouwen hebben in beide steden duidelijk minder politieke kennis dan mannen, met uitzondering van de autochtone vrouwen in Brussel. Het is niet zo dat de groep die volledig geïnformeerd is (dus de vier partijen kent) groter is in Brussel dan in Antwerpen. Bij de etnische minderheidsgroepen vormt deze groep tussen 2 en 12%, bij de autochtonen tussen 11 en de 29%. Weerom zijn de mannen beter geïnformeerd dan de vrouwen. Nemen we aan dat kiezers eigenlijk slechts de partijen moeten kennen waarvoor ze kunnen stemmen in hun taalgroep, dan verwachten we dat ze minimaal 2 partijen kunnen noemen (waarschijnlijk deze van hun eigen taalgroep). Als we dit als het minimum stellen (en meetellen wie meer partijen correct noemt), dan zien we dat in Brussel alle groepen voor meer dan 50% minimaal geïnformeerd zijn. In Antwerpen daarentegen zijn de Turkse Belgen (mannen en vrouwen) en de Marokkaanse vrouwen onder geïnformeerd. Slechts 35 tot 48% van hun kent minimaal 2 partijen. De politieke kennis is over het algemeen beperkt zodat grote aantallen in alle groepen in beide steden minder dan minimaal geïnformeerd zijn. Waar het kennis niveau van autochtone mannen relatief gelijklopend is tussen Brussel en Antwerpen, zijn autochtone vrouwen en de allochtone groepen in Antwerpen duidelijk slechter geïnformeerd dan hun respectievelijke Brusselse evenknieën. Bij de 2 e generatie is er duidelijk een gebrek aan politieke kennis. 21

22 5. Links of Rechts? Uit onder andere de studie Minderheden in Brussel (Swyngedouw, Phalet, Deschouwer, 1999) bleek dat de Brusselse etnische minderheden sociaal-economisch links, maar ethisch conservatief waren. De 1 e generatie was in dit onderzoek nog in de meerderheid en de vraag komt naar voor of dezelfde politieke of ideologische oriëntaties ook gelden voor de 2 e generatie en in Antwerpen. 5.1. Algemene links rechts schaal Waar zou u zichzelf plaatsen op een schaal van politiek links naar rechts? Tabel 13: Links rechts zelfplaatsing Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % 1 uiterst links 8.60 11.30 16.60 16.90 19.20 22.30 15.9 2 25.20 34.50 29.70 29.20 27.20 33.10 29.7 3 43.70 38.00 38.90 44.80 48.30 38.50 42.1 4 19.20 11.30 10.90 7.10 5.30 4.70 9.7 5 uiterst rechts 3.30 4.90 4.00 1.90 0.00 1.40 2.6 Totaal % (Aantal) (151) (142) (175) (154) (151) (148) (920) Ontbrekende cases 50 Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % 1 uiterst links 5.70 5.30 12.00 6.70 11.20 19.10 10 2 24.80 34.50 35.00 24.8 33.70 38.20 31.8 3 41.00 38.10 42.00 51.40 41.80 38.20 42.1 4 26.70 20.40 9.00 13.30 11.20 2.70 13.8 5 uiterst rechts 1.90 1.80 2.00 3.80 2.00 1.80 2.3 Totaal % (Aantal) (105) (113) () (105) (98) (110) (631) Ontbrekende cases 122 22

23 In beide steden zien we dat de etnische minderheidsgroepen zich gemiddeld meer dan de autochtone vergelijkingsgroepen aan de linkerzijde van het politieke spectrum situeren. Om en bij de 40 tot 45 % van de mannen van Turkse en Marokkaanse noemen zichzelf (uiterst) links in Antwerpen en in Brussel. De vrouwen van Marokkaanse zijn zowel in Antwerpen als in Brussel voor om en bij de 55% (uiterst) links; de vrouwen van Turkse zijn dan in zeker zin het minst progressief: in Antwerpen vorm de (uiterst) linkse groep onder hen 46% en in Brussel slechts 32%. De autochtone vrouwen sluiten nog min of meer aan bij de mannen van etnische (40 tot 45%) de autochtone mannen niet meer. Slechts 30 tot 33% van de autochtone Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden en tussen de 18 en 35 jaar bestempelt zichzelf als (uiterst) links. De 2 e generatie kan dan ook duidelijk als links getypeerd worden in beide steden. Dit spoort met hun gemiddeld lagere sociaal-economische status. 23

24 5.2 Recht op abortus De volgende opvattingen zijn in België omstreden. Bent u voor of tegen deze opvattingen? Een zwangere vrouw die het kind niet wil krijgen, moet de mogelijkheid hebben om de zwangerschap te beëindigen. Tabel 14: Eens oneens met recht op abortus Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Voor 65.60 71.60 31.30 27.90 22.60 34.80 41.5 niet voor, niet tegen 18.80 12.20 21.00 16.80 17.40 13.50 16.7 Tegen 15.60 16.20 47.70 55.30 60.00 51.60 41.7 Totaal (Aantal) (154) (148) (176) (179) (155) (155) (967) Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Voor 72.40 75.40 30.10 50.00 29.50 26.80 48 niet voor, niet tegen 14.20 13.10 26.00 12.50 15.60 33.00 18.8 Tegen 13.40 11.50 43.90 37.50 54.90 40.20 33.2 Totaal (Aantal) (134) (122) (123) (120) (122) (112) (733) Opvallend is dat de autochtone groepen het in grote meerderheid eens zijn met het recht op abortus (65 tot 75% voor). Minderheidsgroepen zijn hierover meer verdeeld. In Antwerpen stemt een kwart tot een derde hiermee in, in Brussel een kwart tot de helft. In Brussel is de instemming gemiddeld groter dan in Antwerpen. De meest conservatieve groep zijn Marokkaanse mannen in Antwerpen (23% voor) en de meest progressieve allochtone groep Turkse vrouwen in Brussel (50% voor). 24

25 5.3. Recht op euthanasie Een dokter mag iemand, op diens eigen verzoek, uit zijn lijden helpen door hem een spuitje te geven. Tabel 15: Voor of tegen recht op euthanasie. Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % voor 78.90 84.50 31.10 23.00 29.60 30.50 45.1 niet voor, niet tegen 9.90 7.40 18.10 19.10 9.90 13.20 13.3 tegen 11.20 8.10 50.80 57.90 60.50 56.30 41.6 Totaal (Aantal) (152) (148) (177) (178) (152) (151) (958) Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % voor 78.20 77.40 28.90 47.50 37.10 23.60 49.8 niet voor, niet tegen 12.80 14.50 26.40 16.10 12.10 22.70 17.5 tegen 9.00 8.10 44.60 36.40 50.90 53.60 32.7 Totaal (Aantal) (133) (124) (121) (118) (116) (110) (722) Een soortgelijk beeld krijgen we in verband met het recht op euthanasie. Weerom haast algemene instemming bij de autochtone groepen in beide steden en grote verdeeldheid bij de allochtone groepen. In Antwerpen is een meerderheid van de etnische minderheden tegen euthanasie, evenals de Brusselse 2 e generatie van Marokkaanse herkomst. Weerom zijn de Turkse vrouwen in Brussel het progressieve tegenbeeld van die van Antwerpen. 25

26 5.4 Homoseksuelen recht op adoptie Een man die een relatie heeft met een man, moet een kind kunnen adopteren. Tabel 16: Recht op adoptie door homoseksuele mannen Antwerpen Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Voor 51.30 77.90 14.60 25.10 9.10 36.20 34.6 niet voor, niet tegen 18.40 8.70 12.90 11.70 9.70 17.80 13.2 Tegen 30.30 13.40 72.50 63.10 81.20 46.10 52.2 Totaal (Aantal) (152) (149) (178) (179) (154) (152) (964) Brussel Autochtonen Van Turkse Van Marokkaanse Totaal herkomst herkomst Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw % Voor 45.50 60.30 8.00 22.20 13.60 9.60 26.9 niet voor, niet tegen 20.50 22.30 14.40 26.50 9.60 13.20 17.7 Tegen 34.10 17.40 77.60 51.30 76.80 77.20 55.4 Totaal (Aantal) (132) (121) (125) (178) (125) (114) (734) De instemming van de autochtone groep is hier minder uitgesproken dan met betrekking tot abortus en euthanasie: een meerderheid van autochtone vrouwen is voor maar autochtone mannen zijn meer verdeeld. Slechts een kleine minderheid binnen elk van de etnische minderheden geeft steun aan het recht van homoseksuele mannen om een kind te kunnen adopteren. De minst conservatieve groep onder de etnische minderheden vormen de Marokkaanse vrouwen in Antwerpen, gevolgd door de vrouwen van Turkse in Brussel. 26

27 Het globale beeld is er dus een van sociaal-economisch overwegend linkse etnische minderheidsgroepen, gekoppeld aan overwegend ethisch conservatisme. Tegelijk is er zeker op ethische issues grote interne diversiteit en verdeeldheid vooral in de allochtone groepen. We besluiten dat het ideologische profiel van de tweede generatie spoort met de bekende arbeiderscultuur die sociaal en cultureel veeleer conservatief is in combinatie met sociaal-economisch progressieve standpunten (Swyngedouw en Phalet 1999) 27

28 6. Vertrouwen in politieke en sociale instellingen Tabel 17: vakbond Weinig of geen vertrouwen in politie Koning Gem admin Regering Parlement T&M Premier en Koning M: man V: vrouw; A: autochtoon, T: Turkse, M: Marokkaanse ; A: Antwerpen, B: Brussel T&M Parlm T&M Reg MAA 29,66 17,94 61,11 19,69 44,09 39,12 MAB 45,25 41,97 55,04 31,71 61,95 44,27 MTA 24,43 36,52 39,08 15,73 35,03 38,07 31,76 30,77 34,52 MTB 30,72 39,85 37,55 28,57 44,18 39,42 33,93 35,07 39,38 MMA 26,25 47,36 32,83 21,65 41,83 47,36 29,64 57,67 66,10 MMB 21,39 47,32 21,51 17,17 44,68 42,75 31,69 51,69 52,55 VAA 26,36 21,45 51,82 12,92 31,33 34,67 VAB 33,36 41,34 40,25 30,38 53,19 33,97 VTA 11,49 23,33 34,36 12,36 29,82 35,54 31,71 31,29 31,65 VTB 13,16 39,15 38,83 13,21 38,81 22,28 47,81 48,12 45,75 VMA 13,32 32,86 19,36 21,07 39,39 43,16 32,90 63,85 61,80 VMB 21,15 48,11 25,22 19,58 42,41 43,19 29,79 69,87 58,74 VAKBOND: Het wantrouwen t.a.v. vakbonden is gemiddeld groter in Brussel dan in Antwerpen en groter bij mannen dan bij vrouwen. De meest wantrouwende groepen zijn de autochtonen en de Turkse mannen in Brussel. POLITIE: Het wantrouwen t.a.v. de politie is bij onze onderzoeksgroepen beduidend groter dan t.a.v. vakbonden. In Brussel zien we nog meer wantrouwen dan in Antwerpen. In beide steden is er het meeste wantrouwen bij Marokkaanse Belgen, meteen gevolgd door autochtone Belgen, en het minste wantrouwen bij Turkse Belgen. Mannen van Marokkaanse in Antwerpen en Brussel en vrouwen van Marokkaanse van Brussel zijn de meest wantrouwende groepen: Om en bij de 50% heeft weinig of geen vertrouwen in de politie. 28

29 KONING: In beide steden is er meer wantrouwen t.a.v. de koning aan autochtone (40 tot 60%) dan aan allochtone zijde; en er is minder wantrouwen bij de Marokkaanse dan bij de Turkse minderheidsgroepen. De koning wordt het meest gewantrouwd door autochtone mannen in Antwerpen en het meest vertrouwd door mannen van Marokkaanse in Brussel en vrouwen van Marokkaanse in beide steden GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIE: De gemeentelijke administratie vormt een van de meest vertrouwde instellingen. Merk op dat het hier in Brussel over de 19 gemeenten gaat. Het meeste wantrouwen gaat uit naar de Brusselse gemeentelijke administraties en is vooral te vinden bij autochtonen en bij Turkse mannen (alle drie ca. 30% weinig of geen vertrouwen). BELGISCHE REGERING: Er is gemiddeld meer wantrouwen t.a.v. de Belgische regering in Brussel dan in Antwerpen, en vooral onder de autochtone Brusselaars (53 en 62% weinig of geen vertrouwen). Er zijn geen duidelijke verschillen naar sekse of herkomst binnen de allochtone groepen in beide steden. BELGISCH PARLEMENT: Hier zijn geen duidelijke verschillen tussen steden. Opvallend is dat het meeste wantrouwen wordt gevonden voor de Marokkaanse Belgen, samen met de autochtone mannen in beide steden (43 tot 47% weinig of geen vertrouwen). De vrouwen van Turkse in Brussel vertrouwen dan weer het parlement het meest. INSTELLINGEN VAN DE LANDEN VAN HERKOMST: Op hun koning na wantrouwen de mannen en vrouwen van Marokkaanse zowel hun parlement als hun regering (voor om en bij de 60%). Vooral Turks-Belgische vrouwen in Brussel zijn kritisch t.a.v. de Turkse premier, de regering en het parlement (om en bij de 50%). Het vertrouwen in de regering en parlement van de landen van herkomst (Marokko en Turkije) is niet groter dan het vertrouwen dat de 2 e generatie stelt in de soortgelijke Belgische instellingen. Vooral de 2 e generatie van Marokkaanse herkomst wantrouwt de 29

30 Marokkaanse instellingen meer dan gelijkaardige Belgische instellingen. De 2 e generatie van Turkse herkomst vertoont een gelijkaardig niveau van vertrouwen of wantrouwen t.a.v. de Turkse en de Belgische instellingen. Alleen de vrouwen van Turkse in Brussel wantrouwen duidelijk meer de Turkse premier, het parlement en de regering. Vermoedelijk heeft dit verschil tussen de 2 e generatie van Turkse en Marokkaanse te maken met de (religieuze en politieke) rol van de Marokkaanse koning en met het wantrouwen van de seculiere Turken t.a.v. de huidige Turkse regering en premier. Opvallend verder is dat, op het Marokkaanse wantrouwen ten aanzien van de politie na, allochtone groepen niet meer, en vaak juist wat minder, wantrouwen koesteren ten aanzien van de Belgische instellingen dan autochtone groepen. Daar waar steden van elkaar verschillen, bijv. ten aanzien van de vakbond, de politie en de gemeente, vinden we meestal wat meer wantrouwen in Brussel dan in Antwerpen. Algemeen gesproken kan het vertrouwen relatief hoog genoemd worden of het wantrouwen relatief laag. 30

31 Weinig of geen vertrouwen in... VMB VMA VTB VTA VAB VAA MMB MMA T&M Reg T&M Parlm T&M Premier en Koning Parlement Regering koning vakbond Gem admin politie MTB MTA MAB MAA 0 10 20 30 40 50 60 70 percentage Figuur 1: % weinig of geen vertrouwen in Belgische en buitenlandse instellingen 31

32 Literatuurlijst Jacobs, D., Bousetta, H., Rea, A., Martiniello, M., Swyngedouw, M. (2006). Qui sont les candidats aux élections bruxelloises? Le profil des candidats à l'élection au Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 juin 2004. Cahiers Migrations, 37. Bruxelles: Academia-Bruylant. Swyngedouw, M., Phalet, K., Deschouwer, K., Minderheden in Brussel, VUBpress, 1998 32

33 DEEL 2: Gepolitiseerde moslimidentiteit: Steun voor de politieke islam en politieke actie en de rol van religieuze identificatie en ervaren discriminatie Fenella Fleischmann, Karen Phalet & Olivier Klein 2 Samenvatting Dit artikel onderzoekt processen van politisering en depolitisering van moslimidentiteit, dwz. de vraag wanneer en waarom jonge moslims omwille van hun religieuze groepslidmaatschap politiek actief worden. Specifiek onderzoeken wij steun voor een sterke rol van de islam in de politiek en samenleving (kort aangeduid als politieke islam ) en de bereidheid om politieke actie te ondernemen om de belangen van moslims te verdedigen. Als mogelijke verklaringen onderzoeken wij de invloed van de mate waarin men zich identificeert met de moslimidentiteit en ervaringen van discriminatie. Daarnaast houden wij ook rekening met de sociale positie van jonge moslims om te toetsen in hoeverre politisering of depolitisering gekoppeld is aan sociale achterstandsposities. Het onderzoek omvat jonge moslims van Turkse en Marokkaanse origine in Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm. De deelnemers aan het onderzoek zijn geen migranten, maar behoren tot de tweede generatie, dwz. zij zijn kinderen van migranten die geboren zijn in het land van het onderzoek (België, Nederland of Zweden). De bevindingen tonen aan dat de twee onderzochte uitkomsten steun voor de politieke islam en voor politieke actie verschillende en niet sterk samenhangende vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit zijn, die bovendien verschillend samenhangen met ervaren discriminatie. Jonge moslims die vaker ongelijke behandeling of vijandigheid hebben ervaren zijn eerder bereid om politieke actie te ondernemen, maar steunen de politieke islam minder vaak. 2 Fenella Fleischmann is onderzoeker bij het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (contact: fleischmann@wzb.eu). Het onderzoek dat hier wordt beschreven was onderdeel van haar doctoraat aan de KU Leuven en de Universiteit Utrecht, Karen Phalet is hoogleraar Sociale en Culturele Psychologie aan de KU Leuven. Olivier Klein is hoogleraar Sociale Psychologie aan de Université Libre de Bruxelles. 33

34 Inleiding De sociale en politieke integratie van moslims staat in vele landen bovenaan de politieke agenda. De terroristische aanslagen van 11 september 2001, de moord op Theo van Gogh in Nederland en de affaire rond de Deense Mohammed karikaturen, maar ook de debatten rond het verbod van hoofddoeken op openbare scholen en het referendum tegen de bouw van minaretten in Zwitserland hebben geleid tot een zeer gepolariseerd politiek klimaat wat de islam en moslims betreft. In deze studie richten wij ons op de vraag hoe de tweede generatie van jonge moslims die geboren zijn in West-Europese landen zich opstelt in dit politieke debat en onder welke omstandigheden hun religieuze identiteit verwordt tot bron voor politiek handelen. Als jonge moslims omwille van hun religieuze groepslidmaatschap en betrokkenheid bij de moslimidentiteit politiek actief worden, spreken wij van gepolitiseerde moslimidentiteit. In de sociaalpsychologische literatuur wordt de politisering van collectieve identiteiten omschreven als het aangaan van een machtsstrijd door leden van een groep die zich sterk bewust zijn van hun groepslidmaatschap en zich inzetten voor de belangen van hun groep, maar tegelijk beseffen dat de strijd voor hun belangen moet worden uitgedragen in een bredere sociale context (Simon & Klandermans, 2001). Waar politieke actie zich alleen richt op de verhoudingen binnen de eigen groep en zich niet richt op de bredere maatschappelijke context is er dus geen sprake van gepolitiseerde groepsidentiteit. Wij analyseren in dit onderzoek twee vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit: (i) steun voor een grote rol van de islam in de politiek en de samenleving, verkort aangeduid als politieke islam, 3 en (ii) de bereidheid om deel te nemen aan een demonstratie of protest en om geld te doneren om de waarden of belangen van moslims te verdedigen, kort aangeduid als politieke actie. In beide gevallen gaat het duidelijk om politiek handelen of het innemen van een politiek standpunt waarin de moslimidentiteit centraal staat, maar tegelijk richten de handelingen 3 Wij spreken van politieke islam in de samenhang van een grotere rol van de islam in de politiek en de samenleving en gebruiken de term niet zoals deze soms wordt gebruikt in samenhang met de politieke agenda van sommige islamitische politici die de islam als regeringsvorm willen invoeren. Daarom gebruiken wij altijd aanhalingstekens als we spreken van politieke islam, om aan te geven dat het om een specifieke vorm ervan gaat, terwijl ook andere interpretaties van dit begrip mogelijk zijn. 34

35 en standpunten zich op de rol van moslims in de bredere maatschappelijke context van Europese samenlevingen. Een belangrijk verschil tussen deze twee vormen van politisering is echter dat alleen de laatste door de meerderheidsbevolking als legitiem middel in het politieke proces wordt aanvaard. Hoe kunnen we nou verklaren waarom de moslimidentiteit politiseert dan wel depolitiseert? Als eerste speelt de mate van identificatie met de moslimidentiteit wellicht een belangrijke rol. Onderzoek naar de redenen waarom mensen meedoen aan collectieve actie om de positie van hun groep te bevorderen (zoals het tekenen van een petitie of het deelnemen aan een demonstratie) laat zien dat identificatie met de groep de meest belangrijke voorspeller is (Van Zomeren, Postmes & Spears, 2008). Mensen die meer betrokken zijn bij hun groep zullen eerder collectieve actie ondernemen, en zij zullen de achtergestelde positie van hun groep ook in grotere mate als onrechtvaardig ervaren en vaker denken dat hun groep in staat is om haar positie te verbeteren, wat wederom de motivatie versterkt om deel te nemen aan collectieve actie. Wij verwachten daarom dat jonge moslims een sterker gepolitiseerde identiteit hebben naarmate zij zich sterker met hun religieuze groep identificeren. Specifiek voorspellen wij dat een grotere mate van identificatie met de moslimidentiteit samengaat (i) met meer steun voor de politieke islam (Hypothese 1a), en (ii) met een grotere bereidheid om deel te nemen aan politieke actie (Hypothese 1b). Daarnaast verwachten wij dat ervaringen van ongelijke behandeling een invloed hebben op politisering, zowel direct als ook indirect door het versterken van religieuze identificatie. Onderzoek heeft aangetoond dat sociale afwijzing door leden van andere groepen omwille van het eigen groepslidmaatschap leidt tot een versterkte identificatie met de eigen, afgewezen groep (Branscombe, Schmitt & Harvey, 1999; Jetten, Branscombe, Schmitt & Spears, 2001). Onze tweede hypothese is daarom dat ervaren discriminatie de identificatie met de moslimidentiteit zal versterken (Hypothese 2). Wat de samenhang tussen ervaren discriminatie en politisering aangaat, zijn er twee redeneringen, die leiden tot twee tegenovergestelde verwachtingen. Als ervaren discriminatie inderdaad samengaat met versterkte religieuze identificatie en als een sterke mate van identificatie met de moslimidentiteit daadwerkelijk leidt tot sterkere politisering, dan zouden meer ervaringen van discriminatie moeten samengaan met meer 35

36 politisering, via de weg van versterkte religieuze identificatie (Hypothese 3a). Aan de andere kant kunnen ervaringen van discriminatie jonge moslims ook de indruk geven dat de moslimidentiteit gestigmatiseerd is. Onder gestigmatiseerde groepen verstaan wij groepen over wie anderen negatieve denkbeelden hebben en die door discriminatie onevenredig veel negatieve sociale uitkomsten ervaren, zoals werkloosheid (cf. Crocker & Major, 1989). Als door de ervaring van discriminatie de moslimidentiteit als gestigmatiseerd wordt ervaren, dan zullen zij minder geneigd of zelfs ontmoedigd zijn om politiek actief te worden op basis van deze groepsidentiteit. Kortom, op basis van het argument van stigmatisering verwachten wij dat ervaren discriminatie samengaat met minder politisering of zelfs depolitisering (Hypothese 3b). Ten slotte verwachten wij dat het proces van politisering of depolitisering afhangt van de specifieke vorm van politisering die wordt onderzocht. Het doneren van geld of deelnemen aan een demonstratie of protestactie wordt in Europese contexten algemeen beschouwd als een rechtmatige manier om politieke belangen te bevorderen. Het lobbyen voor een sterke invloed van de islam op de politiek en de samenleving daarentegen wordt door de meerderheidsbevolking in Europese landen met meer argwaan bekeken. Daarom verwachten wij dat het proces van politisering van de moslimidentiteit wordt beïnvloed door de specifieke vorm van politisering; concreet voorspellen wij dat jonge moslims die meer discriminatie ervaren eerder geneigd zullen zijn om politieke actie te ondernemen (Hypothese 3c), maar dat zij minder geneigd zullen zijn om de politieke islam te steunen (Hypothese 3b). Databronnen en onderzoeksmethode Om bovenstaande hypotheses te toetsen werd gebruik gemaakt van gegevens van het TIES-onderzoek ( The Integration of the European Second generation ). Dit is een enquête onder 18-35jarige moslims van Turkse en Marokkaanse origine in Europese steden, waarvan wij vijf meenemen in dit onderzoek: Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm. Alle deelnemers aan het onderzoek zijn in België, Nederland of Zweden geboren, maar minstens een van hun ouders is geboren in Turkije of Marokko. Wij hebben twee studies uitgevoerd. In de eerste studie onderzochten wij steun voor de politieke islam onder de Turkse en Marokkaanse tweede generatie in alle vijf 36

37 steden. In de tweede studie onderzochten wij ook politieke actie en betrokken daarbij alleen deelnemers in de twee Belgische steden, omdat in de andere steden geen vragen werden gesteld over politieke actie. Steun voor de politieke islam wordt gemeten door middel van vier stellingen waarmee deelnemers het (helemaal) eens of oneens konden zijn (zie Tabel 1). Verder werden deelnemers gevraagd of zij bereid zouden zijn om geld te doneren of deel te nemen aan een protest of demonstratie om op te komen voor de gemeenschappelijke belangen of waarden van moslims. De antwoorden op deze vragen gebruiken wij als meting van politieke actie, of preciezer, politieke actiebereidheid. Religieuze identificatie werd gemeten met vier stellingen zoals Moslim zijn is een belangrijk deel van mezelf. Voor de meting van ervaren discriminatie gebruiken wij drie vragen, bijvoorbeeld Hoe vaak heeft u ongelijke behandeling of vijandigheid ervaren vanwege uw achtergrond?. Ten slotte houden wij ook rekening met andere kenmerken van deelnemers, zoals hun geslacht, behaalde onderwijskwalificaties en de buurt waarin zij wonen. In Tabel 1 ziet men de verdeling van de metingen over de groepen van deelnemers in de verschillende steden in studie 1; Tabel 2 toont hetzelfde voor studie 2. Uit de tabellen blijkt dat er onder de deelnemers weinig steun is voor de politieke islam (een gemiddelde waarde van 3 of minder op de schaal van 1 tot 5 betekent dat de meeste respondenten het oneens zijn met de stelling). De bereidheid om politieke actie te ondernemen is daarentegen groter. Gemiddeld hebben deelnemers van Marokkaanse herkomst een meer gepolitiseerde moslimidentiteit dan deelnemers van Turkse herkomst. Alle deelnemers identificeren zich sterk met het moslim zijn. Bevindingen Studie 1 In studie 1 onderzochten wij de samenhang tussen religieuze identificatie, ervaren discriminatie en steun voor de politieke islam, rekening houdend met geslacht, onderwijs en buurt van de deelnemers aan het onderzoek. Wij voerden voor iedere groep in iedere stad de analyse afzonderlijk uit, maar vonden geen verschillen tussen de steden. Zoals verwacht gaat een sterke religieuze identificatie gepaard met meer steun voor de politieke islam. Ervaren discriminatie gaat samen met een versterkte religieuze identificatie en versterkt daardoor indirect ook de steun voor de politieke islam. Echter 37