Werkstuk Biologie Communicatieve beperkingen

Vergelijkbare documenten
Allochtone doven Zij hebben naast hun doofheid ook nog te maken met een andere cultuur dit maakt hen tot een aparte

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

Spreekbeurt Nederlands Doven en Slechthorenden

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Slechthorend en in gesprek? Tips voor alle betrokkenen

7,1. Spreekbeurt door een scholier 2265 woorden 6 juni keer beoordeeld. Nederlands

Tips bij slechthorendheid

Iedereen wordt graag respectvol behandeld, dus ook de persoon met een handicap. Enkele algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap:

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen.

Even voorstellen: Naam: Geboren: Hobby's: School: Leraar: ',HAUW

Cliëntprofielen auditief en/of communicatief. Beknopte beschrijvingen. Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar

"Een goede oude dag, zo doen wij dat..."

Oplossingen om te communiceren voor doofblinden

Aflevering 1 M.G. OK. M.G. Ok, maar daar komen we straks op terug. Maar ik wil nog even meer over jou weten, maar hoe heeft het jouw leven beïnvloed.

HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN

Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Voor slechthorende en dove stagiaires

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p

Horen met één oor. Informatie voor ouders, leerkrachten en volwassenen. Afdeling KNO

jaqueline van der veen

Personen met een visuele beperking en geleidehondgebruikers

Doofblinde cliënten in een Audiologisch Centrum. Steffie Hendriks-Buurman, 2014

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?

Sectorwerkstuk Biologie Gehandicapten

Logopedie Sophie Gortzak maart 2010

Nieuwsbrief Informatievoorziening Usher 2

21/01 Fevlado vzw & Fevlado-Diversusvzw Verschillende visies op doofheid Dovengemeenschap Dovencultuur Communicatietips Oefeningen

ALS IEMAND DIE U KENT EEN GEHOORVERLIES HEEFT

Klachten na een hersenschudding algemene informatie

Gelderhorst biedt dove mensen met en zonder dementie een thuis

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh

COMMUNICATIE- EN OMGANGTIPS

SLECHTHORENDHEID IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS. Informatiepakket slechthorenden

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Zo hoor ik. Een kijkje in het leven van jonge kinderen met gehoorverlies.

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

Hoe werkt het oor? Het oor is onder te verdelen in: 1. Uitwendige gehoorgang;

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Beter door de dag met doofheid of hoorproblemen

POEZIE IN SPREEK- EN GEBARENTAAL Een lezing door Tony Bloem

Een gebarentolk of schrijftolk inzetten bij privésituaties

Inleiding communicatie

Beroepsprofiel Schrijftolk

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL

Plotsdoofheid. Informatie voor patiënten die plotseling geheel doof worden. Informatie voor patiënten. Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis

Ouderdomsslechthorendheid

Inhoud. Slechthorendheid, hoe zat het ook alweer?

Centrum voor doofblinden

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid

Eén plus één is meer dan twee. Waarom de meeste mensen met twee hoortoestellen beter horen dan met één.

Loopbaanbegeleiding voor doven en mensen met een hoorprobleem

Omgaan met afname zintuiglijke functies (horen, zien) tijdens de zorgverlening

Omgaan met mensen met een beperking

Vraag: Mijn revalidatie valt nu onder de AWBZ, waar valt dat straks onder?

Aangeboren doofblindheid

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

Kerndoelen speciaal onderwijs 48cluster 1, 2 en 4

Informatie over een taalstoornis die ontstaat na hersenletsel

Informatie over een taalstoornis die ontstaat na hersenletsel

Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal

Wat als je minder begint te horen? INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Specialistische begeleiding (Vroeg)dove burgers met bijkomende complexe problematiek

6,6. Werkstuk door een scholier 2141 woorden 6 januari keer beoordeeld. Nederlands

SPORTERS MET EEN BEPERKING?

GETUIGENIS BART VERHEYDEN, ETHICUS, MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT EN DOOF

Patiënteninformatie. Afasie. Informatie over een taalstoornis die ontstaat na hersenletsel

10. Gebarentaal [1/3]

VVKBuO scholen type 7

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Zintuigen en communicatie 3 Wat maakt deze kennis mogelijk? 9. Stel vast wat je meer bent. Auditief, visueel, kinesthetisch of niet duidelijk 11

Kinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het

~ (]J. -S ca. /;a.;j ~ ~/ ~ Ir'! ' ~ '-' 1 C\) 4. Middenoor. s. Slakkenhuis. 6. Gehoorzenuw ,.. ...

Inhoud. Gelijk aan gele katern Artikel 4 slechthorend:

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap

Informatie over afasie. Afdeling logopedie

Het Grote WIST-JE-DATJES- SPEL!

Loopbaanbegeleiding. voor mensen die doof zijn of een hoorprobleem hebben

Sociale/pedagogische vragenlijst

Horen met één oor. Afdeling KNO

Slechthorendheid bij ouderen

Aanmeldingsformulier Jeugd Doven en slechthorenden 0 11 jaar Locaties Ede en Amsterdam

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Aanmeldformulier De Riethorst, GGZ centrum voor doven en slechthorenden

Aanmeldingsformulier Jeugd Doven en slechthorenden jaar Locaties Ede en Amsterdam

Samenvatting. 11 Samenvatting

Goed horen met FM. Een gids voor praktische toepassingen. Life is on.

Cochleaire implantatie bij volwassenen

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

AANMELDINGSFORMULIER COCHLEAIRE IMPLANTATIE BIJ KINDEREN

Plotsdoofheid (Sudden deafness)

het begin van dit boek

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij:

Inleiding. Wat is afasie?

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

Inleiding...1. Correctie Terminologie...2. Vlaamse Gebarentaal...3. Belangrijke woorden...4. Tips voor de leerkracht...7. Tips voor trainer/coach...

Waar dyslexie precies vandaan komt, kun je bij de oorzaak van dyslexie lezen.

Aanmeldingsformulier Jeugd Doven en slechthorenden 16 en 17 jaar Locaties Ede en Amsterdam

Transcriptie:

Werkstuk Biologie Communicatieve beperkingen Werkstuk door een scholier 4193 woorden 26 januari 2005 6,2 29 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1 Wat is doof of slechthorend zijn. Doofheid In Nederland zijn circa 1,3 miljoen mensen die niet alles kunnen horen. Dat is dus ongeveer 1 op de 12 mensen. Omstreeks 475.000 mensen ondervinden in het dagelijkse leven hinder van hun gehoorverlies. Ca. 10 tot 13 duizend mensen zijn doof of zwaar slechthorend. Slechthorenden kunnen met hulp van een hoorapparaat en extra inspanning een gesprek voeren. Doven hebben voor de communicatie geen bruikbare gehoorresten, waardoor zij in een gesprek zonder doventolk afhankelijk zijn van spraakafzien (liplezen). Hierbij moet gezegd worden dat slechts 40% van de woorden afgelezen kunnen worden. De rest moet gegokt worden. Leeftijd Mensen kunnen op alle leeftijden slechthorend of doof worden Het kan tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte gebeuren, maar het kan ook op elk willekeurig moment tijdens het leven ontstaan. Er zijn verschillende oorzaken voor doofheid, zoals erfelijkheid, rode hond bij de aanstaande moeder, hersenvliesontsteking, virusinfecties, geneesmiddelen, vergiftigingen, ontstekingen, ongelukken of lawaai. Maar vaak is de oorzaak onbekend. Slechthorenden Dit zijn mensen met een verminderd gehoor, variërend van licht tot zwaar slechthorend. De taalverwerving van slechthorenden is afhankelijk van de mate van het gehoorverlies. Voor licht slechthorenden verloopt deze meestal hetzelfde als voor horenden, voor zwaar slechthorenden vaak hetzelfde als voor prelinguaal doven. Veel slechthorenden gaan naar een slechthorendenschool, maar steeds vaker ook naar het regulier onderwijs. Plots- en laatdoven Dit zijn mensen, die op jeugdige of volwassen leeftijd doof zijn geworden. Dit kan langzaam gaan (laatdoof) of van het ene op het andere moment (plotsdoof). Deze mensen zijn postlinguaal doof, dat betekent dat zij doof zijn geworden nadat hun taalverwerving voltooid was. Ze zijn opgegroeid in de horende wereld, en hebben dus een horende achtergrond. Je kunt aan deze mensen vaak niet horen dat zij doof zijn. Prelinguaal doven Dit zijn mensen die vanaf hun geboorte doof zijn, of die voor het derde jaar doof zijn geworden. Dit heet prelinguaal doof, dus voor de taalverwerving. Doordat deze mensen leren praten door te kijken en te voelen, klinkt hun stem vaak anders. Daarbij kost leren praten voor deze mensen veel energie en tijd, net https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 1 van 9

zoals leren spraakafzien. Op de dovenscholen is de communicatie aan de dove kinderen aangepast en wordt extra aandacht besteed aan leren spreken en spraakafzien. Meervoudig gehandicapte doven Dit zijn doven die naast hun doofheid nog een andere handicap hebben. Dat kan een zintuiglijke handicap zijn, zoals bij doof-blinden. Maar het kan ook een lichamelijke handicap zijn, zoals spasticiteit of een verstandelijke handicap. Ook zijn er doven met een combinatie van meerdere handicaps, zoals verstandelijk gehandicapte doof-blinden. De dovenscholen hebben aparte afdelingen voor meervoudig gehandicapten. Doof-blinden Dit zijn mensen die zowel auditief als visueel gehandicapt zijn. Het woord doof-blind wordt voor verschillende groepen gebruikt, namelijk slechthorend-slechtzienden, slechthorend-blinden, doofslechtzienden en totaal doof-blinden. Door deze verschillen zijn er ook verschillende vormen van communicatie nodig, zoals spraakafzien, gebarentaal, vierhanden-gebaren, vingerspellen-in-de-hand of typen in braille. Gevolgen van doofheid Geluid is erg belangrijk. Het kan als waarschuwing dienen, het vertelt wat er om je heen gebeurt en het is erg belangrijk in het contact met andere mensen. Niet alleen omdat je hoort wat iemand zegt, maar ook hoe die persoon het zegt. Het belang van deze informatie wordt vaak onderschat. Omdat dove mensen niets horen, missen zij al deze informatie en alle terloopse informatie waar je niet bij stil staat. Radio is niet toegankelijk en te weinig Nederlandstalige televisieprogramma s zijn ondertiteld. Doven bellen met een teksttelefoon, maar de meeste organisaties hebben (nog) geen teksttelefoon. Bovendien is Nederlands voor prelinguaal doven een tweede taal, dus is het lezen van de krant ook niet makkelijk. Daarom lopen doven in de huidige informatie-maatschappij vaak een informatie-achterstand op. Doof of slechthorend? Er zijn heel wat slechthorenden die zich bedienen van het woord 'doof' als ze hun hoortoestand willen aanduiden. Het begrip 'slechthorend' vinden zij te rekbaar. En gelijk hebben ze wel een beetje. Het maakt bijvoorbeeld nogal uit of je slechthorend bent met tien of met tachtig decibel verlies. Toch wil ik u wijzen op twee risico's die u loopt als u zich 'doof' noemt. Allereerst is er kans dat de ander denkt dat u Doof bent. Doven zijn heel boeiende mensen. Met hun gebarentaal en duidelijke gezichtsexpressie is het een plezier onder hen te verkeren. Maar let op: als uw gesprekspartner niet Doof is maar denkt dat u dat wel bent, zal hij of zij niet weten hoe met u te communiceren, en daartoe dan misschien ook maar geen poging ondernemen. Een ander risico - veel ernstiger in mijn ogen dat u loopt als u zich 'doof' noemt, is dat mensen denken dat u niet wílt horen. Dat u Oost-Indisch doof bent, dus. Hoe vaak lezen we niet in de krant over lieden die niet willen horen. Laatst nog: 'Sharon doof voor kritiek uit Europa.' Of in 1999 in Trouw: 'Pim Fortuyn: "Een twist over het al dan niet bestaan van God is een discussie tussen doven." Opvallend is dat deze vorm van doofheid van de ene dag op de andere kan genezen. De minister van Verkeer en Waterstaat is doof voor de verzoeken om wetgeving over de dode-hoekspiegel bij vrachtauto's. Totdat er verkiezingen komen en de dochter van een bekende Nederlandse schrijfster dood gereden wordt door een vrachtauto. Weg doofheid. Natuurlijk mag u zich na lezing van dit stukje 'doof' blijven noemen, als u volgens mij 'slechthorend' https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 2 van 9

bedoelt. Maar wees wel bereid om één en ander uit te leggen aan lieden in uw omgeving die minder deskundig zijn dan u. Zodat er geen misverstanden ontstaan: u wílt wel horen, maar kan het minder goed. Het is maar dat ze dat weten. Hoofdstuk 2 Waar ga ik naar school. In Nederland zijn verschillende doveninstituten met peutergroepen, basisscholen en voortgezet onderwijs. Op de meeste dovenscholen is tweetalig onderwijs ingevoerd. Dove kinderen krijgen in principe les in hun eigen taal, de Nederlandse Gebarentaal, zodat alle lesstof goed toegankelijk is. Het onderwijs aan doven is ook gericht op integratie in de horende maatschappij. Daarom wordt er extra tijd besteed aan het leren spreken en spraakafzien en het geschreven Nederlands. Naar school met een CI Een doof kind komt vrij automatisch in het speciale onderwijs terecht, op een dovenschool. Op zo'n school is de manier van lesgeven, de inrichting van de school en het leerprogramma goed afgestemd op de mogelijkheden van de kinderen. Ze leren daar zowel Nederlands als de Nederlandse Gebarentaal: 'tweetalig onderwijs' heet dat. Afhankelijk van hoe goed het kind het kan, wordt de nadruk op de ene of de andere taal gelegd. Als het horen met de CI - en het Nederlands - goed gaat, kan het kind naar een gewone basisschool of middelbare school. Dit heeft als voordeel dat het dove kind gewoon met zijn vriendjes uit de buurt naar school kan gaan om het gewone lesprogramma te volgen. Het kind krijgt vaak nog speciale ondersteuning vanuit de dovenschool: de zogenaamde ambulante begeleiding. Bepaalde lessen worden nog eens nabesproken of op onderdelen wordt er even flink geoefend. Ook kan de ambulante begeleider de school wijzen op bepaalde zaken, zodat zij meer oog hebben voor de behoeften van de dove leerling. Hoofdstuk 3 Hoe kan ik communiceren met doven/slechthorenden. Dovencultuur Doven lopen thuis, op school en op het werk altijd tegen communicatie problemen aan. Bovendien komen doven veel onbegrip over hun doofheid tegen. Zo kunnen doven makkelijk in een isolement terecht komen. Daarom zoeken doven elkaar in hun vrije tijd vaak op. Zo zijn er ontmoetingsplaatsen voor doven ontstaan, de Welzijnsstichtingen. Deze stichtingen organiseren allerlei activiteiten op het gebied van ontspanning, sport, onderwijs, cultuur en godsdienst. Vanwege de hechte gemeenschap, de eigen taal en de gebruiken van doven, spreekt men van Dovencultuur. Communicatie niet vanzelfsprekend Horende mensen vinden communicatie vanzelfsprekend; voor doven en slechthorenden is dat vaak niet zo. Voor hen moet de communicatie vaak in meer of mindere mate aangepast worden. Voor horenden is dat in het begin vaak erg moeilijk, omdat ze voor het eerst in hun leven moeten nadenken bij het communiceren. Een veelgehoorde klacht is dat horenden vaak zonder meer bereid zijn zich aan te passen, maar dat ze òf niet beseffen hoe ze dat moeten doen òf vergeten om het de hele tijd te blijven doen. Beseft u zich dat deze aanpassingen in de communicatie voor doven en slechthorenden heel belangrijk zijn. Het maakt namelijk het verschil tussen een gesprek met moeite kunnen volgen en er volledig buiten vallen! Spraakafzien moeilijk Omdat doven niet kunnen horen wat er gezegd wordt, moeten zij dus zien wat er wordt gezegd. Voor slechthorenden geldt hetzelde in mindere mate: zij ondersteunen het gehoor met hun ogen. Het aflezen van de mond en het gezicht van mensen heet spraakafzien (liplezen). Het gesproken Nederlands gebruikt https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 3 van 9

40 verschillende klanken. Het onderscheid tussen deze klanken is over het algemeen duidelijk te horen, maar slechts 10 klanken (25%) zijn goed van de mond af te lezen. Gelukkig volgt een deel van de woorden (ca. 25%) uit de context van het verhaal. Maar feit blijft dat de overige ca. 50% gegokt moet worden. Dit maakt spraakafzien erg moeilijk en vermoeiend. Gespreksrichtlijnen Om een gesprek met een dove of slechthorende mogelijk te maken, moet dus het gezicht van de gesprekspartner zichtbaar zijn. Deze voorwaarde stelt een aantal eisen aan de gesprekspartner en aan de omgeving. Als niet aan deze eisen wordt voldaan, is spraakafzien niet mogelijk en dat maakt een gesprek voor een dove onmogelijk en voor een slechthorende erg vermoeiend. - Aankijken Spraakafzien betekent dat de persoon moet zien wat er wordt gezegd. Kijk de dove of slechthorende dus altijd aan tijdens het praten. Besef goed dat als een dove u niet ziet, hij zich niet eens bewust is van het feit dat u spreekt. Een slechthorende zal waarschijnlijk wel horen dàt u praat, maar hij zal niet verstaan wàt u zegt. - Mond vrij Om te kunnen spraakafzien moet de mond goed zichtbaar zijn. Zorg ervoor dat u geen hand of kopje voor de mond hebt. Haal dus evt. kauwgom uit de mond. Houd ook geen sigaret, sigaar of pijp in de mond. Een snor die de lippen bedekt, is ook erg lastig. - Goed licht In een donkere of slecht verlichte omgeving is spraakafzien niet mogelijk. Zorg dus voor een goede verlichting, met name op het gezicht van de spreker(s). Let op dat de dove of slechthorende niet tegen het licht in hoeft te kijken. - Duidelijk praten Praat rustig en duidelijk, maar zonder overdrijven. Probeer bijzinnen of omwegen te vermijden. Het is volkomen zinloos om hard te praten tegen een dove. Bij een slechthorende kan het zelfs averechts werken, omdat het pijn kan doen aan de oren. - Mimiek Praat zoveel mogelijk met natuurlijke gebaren en mimiek. Maar wederom zonder overdrijven. Dat maakt spraakafzien een stuk eenvoudiger. - Trage reactie Het kan zijn dat een dove of slechthorende soms wat trager reageert. Dit komt omdat hij eerst kijkt naar wat u zegt en daarna pas de inhoud van het gezegde tot zich door kan laten dringen. - Herhalen Wordt niet boos of verlegen wanneer een dove of slechthorende u niet meteen begrijpt. Heb geduld en herhaal nog eens wat u heeft gezegd. Gebruik na twee keer zeggen andere woorden. Termen als "laat maar" of "dat is niet belangrijk" dient u te vermijden. Een dove of slechthorende kan zelf beoordelen wat hij wel of niet moet weten. - Groepen Bij gesprekken in een groep komen doven en slechthorenden niet of nauwelijks mee. Zorg dat er steeds maar één persoon tegelijk aan het woord is. Wacht met praten tot de dove of slechthorende kijkt naar degene die het woord neemt. Zo voorkomt u dat hij elke keer de eerste woorden mist, en zo alsnog niet kan meekomen. Noem zonodig steeds even het onderwerp van gesprek. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 4 van 9

- Checken Vraag in een gesprek met een dove of slechthorende gerust af en toe of het gezegde goed verstaan is. Daarmee laat u zien dat u weet hoe moeilijk spraakafzien is. Bovendien maakt u het zo voor de dove of slechthorende makkelijker om het te zeggen als hij iets niet verstaan heeft. - Opschrijven Gegevens zoals namen, adressen en telefoonnummers kunt u het beste opschrijven. Dit voorkomt onnodige misverstanden. Hetzelfde geldt voor (data van) afspraken. - Achtergrondlawaai Meestal is een slechthorende niet in staat om uit veel geluiden één bepaald geluid te selecteren. Dat maakt een rumoerige omgeving voor een slechthorende erg vermoeiend, omdat hij u door de veelheid aan geluiden nauwelijks kan verstaan. Thuis kan dit voorkomen worden door de radio of televisie tijdens een gesprek uit te zetten. Een dove of zwaar slechthorende hoort zijn eigen stem niet, en kan dus ook de sterkte van zijn eigen stem niet op het omgevingsgeluid afstemmen. Vraag hem gerust wat harder of zachter te praten als dat nodig is. Terugtrekken Het kan zijn dat een dove of slechthorende zo vermoeid is door het spraakafzien en luisteren dat hij zich (even) wil terugtrekken. Toon daar begrip voor, en zeg niet 'dat het juist zo gezellig' is. Voor de dove of slechthorende is het waarschijnlijk niet gezellig, maar hard werken om de ander(en) te kunnen volgen. Technische hulpmiddelen Bij langere en/of belangrijke gesprekken kan het wenselijk zijn om gebruik te maken van hulpmiddelen om het gesprek soepeler te laten verlopen. Op die manier hoeft de slechthorende minder energie te besteden aan het verstaan, zodat er meer energie overblijft voor de inhoud van het gesprek. Er zijn verschillende technische hulpmiddelen op de markt, zoals luisterhulpen, ringleiding en infra-rood systemen. Afhankelijk van het gehoorverlies worden deze hulpmiddelen vergoed. Doventolk Doven en zwaar slechthorenden hebben geen baat bij versterking van het geluid, en zijn dus aangewezen op andere hulpmiddelen, zoals bijv. een doventolk. Dit is iemand die het gezegde vertaalt naar de Nederlandse Gebarentaal (tolk NGT), het Nederlands (ondersteund) met gebaren (tolk NMG) of naar geschreven Nederlands (typetolk). Elke dove of zwaar slechthorende heeft zijn eigen voorkeur, en die kan per situatie verschillen. Afhankelijk van het gehoorverlies wordt een bepaald aantal tolkuren per jaar vergoed. Iedereen -dus ook een horende- kan een doventolk aanvragen. Als laatste Besef goed dat een hoortoestel slechts een hulpmiddel is! Een slechthorende wordt met een hoortoestel nooit een goedhorende. Sommige doven hebben ook hoortoestellen. Deze dienen uitsluitend om de belangrijkste geluiden waarneembaar te maken. Hoofdstuk 4 Gebarentaal. Iemand die nooit heeft kunnen horen, weet niet eens wat geluid ís. Dan is het niet logisch om als eerste taal een taal te leren die geluid als basis heeft. Voor doven ligt een visuele taal daarom het meest voor de hand, een gebarentaal dus. Vandaar de uitspraak: 'gebarentaal is de natuurlijke taal van doofgeboren mensen'. Volwaardige taal https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 5 van 9

Gebarentalen hebben een eigen gebarenschat, eigen grammatica en eigen uitdrukkingen. Het zijn volwaardige talen, waarmee je alles kunt 'zeggen' wat je maar zou willen. Van een luchtig gesprek over koetjes en kalfjes tot een heftige vergadering, van diepe discussies tot poëzie. Het idee dat gebarentalen een soort pantomime zijn, is dus echt verkeerd! Net als gesproken talen zijn gebarentalen op een natuurlijke manier ontstaan. Gebarentalen zijn niet bedacht en zijn ook zeker niet afgeleid van gesproken talen. Niet internationaal Net zoals gesproken talen zijn gebarentalen ontstaan, toen mensen behoefte kregen aan communicatie. Op elke plaats waar groepen mensen woonden zijn gesproken talen ontstaan; op elke plaats waar groepen dove mensen woonden zijn gebarentalen ontstaan. Daarom zijn gebarentalen niet internationaal. Gebarentalen zijn over het algemeen landstalen, vaak met verschillende dialecten. Vreemd genoeg is niemand verbaasd over het feit dat er honderden verschillende gesproken talen bestaan, maar vindt iedereen het maar 'dom van die doven dat ze niet één gebarentaal hebben'... Eén Nederlandse Gebarentaal In Nederland wordt de Nederlandse Gebarentaal (NGT) gebruikt. Mensen denken vaak dat Nederland verschillende gebarentalen kent, maar dat is niet waar. De grammatica van de NGT en veel uitdrukkingen zijn overal in Nederland hetzelfde. Maar er bestaan in Nederland wel vijf varianten, die zijn ontstaan rond de vestigingsplaatsen van de doveninstituten. Daardoor zijn sommige gebaren regionaal anders, op dezelfde manier als dialecten bij gesproken talen. Voor beginners zijn de varianten weleens verwarrend, maar ervaren gebaarders hebben er geen enkele moeite mee. Erkenning In 1988 heeft het Europees Parlement gebarentalen officieel erkend als de taal van doven. Tot nu toe heeft de Nederlandse regering die erkenning echter niet overgenomen. De NGT is dus nog geen officiële taal, zoals bijv. het Fries wél een officiële taal is. De voorwaarden waarop de NGT erkend moet worden is op het moment nog een punt van discussie. Maar de verwachting is dat het binnen uiterlijk enkele jaren rond is. Ondertussen wordt er al sinds 1985 taalkundig onderzoek gedaan naar de NGT, aan de Universiteit van Amsterdam bij de faculteit Algemene Taalwetenschappen. En in september 1998 is een opleiding voor tolk en docent NGT gestart aan de Hogeschool van Utrecht. Nederlands ondersteund met gebaren Niet iedereen kan goed uit de voeten met de NGT. Veel (ernstig) slechthorenden en plots- en laatdoven kunnen niet (meer) op de voor horenden normale manier communiceren, maar ze beheersen ook geen Nederlandse Gebarentaal. En ook in de communicatie tussen doven en horenden is NGT voor de horende persoon vaak niet haalbaar. Daarom wordt er ook wel een tussenvorm gebruikt: het Nederlands ondersteund met gebaren (NmG). Bij NmG wordt Nederlands gesproken, waarbij dit ondersteund wordt met gebaren uit de NGT, als een soort ondertiteling. Het volgt dus gewoon de grammatica van het Nederlands. NmG is dan ook geen echte taal, maar het is een kunstmatige tussenvorm van het Nederlands en de NGT. Niet alleen voor doven Gebaren is trouwens niet alleen voorbehouden aan doven en slechthorenden. Het wordt ook veel gebruikt bij mensen voor wie spreken op de een of andere manier niet logisch of mogelijk is. Bijv. door mensen die autistisch zijn of een verstandelijke handicap hebben. Soms kun je die mensen beter op een visuele manier https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 6 van 9

bereiken. NmG of een afgeleide daarvan blijkt in deze situaties vaak een uitkomst te zijn. Verder worden gebaren ook gebruikt door mensen die niet of (zeer) moeilijk kunnen spreken, omdat ze om een of andere reden niet verstaanbaar kunnen spreken of bijv. ernstig stotteren. En als laatste wordt er door horenden ook gebruik gemaakt van gebaren op plaatsen waar praten of verstaan niet mogelijk is. Bijv. door grondpersoneel op vliegvelden en DJ's vanwege het lawaai, op de beursvloer of door duikers onder water. Hoofdstuk 5 Handalfabet. Het Nederlands handalfabet is een (klein) onderdeel van de Nederlandse Gebarentaal (NGT). De NGT heeft voor alle begrippen een gebaar, terwijl het handalfabet voor elke letter van het Nederlandse alfabet een aparte handvorm heeft. Net zoals de gebarentaal is het handalfabet niet internationaal. Elk land heeft dus zijn eigen gebarentaal en zijn eigen handalfabet. Het handalfabet wordt vooral gebruikt als hulpmiddel voor het uitspellen van namen, straatnamen, etc. Met name horende mensen gebruiken het ook voor het spellen van woorden waarvoor ze het gebaar (nog) niet weten. Maar het uitspellen van een woord duurt veel langer dan het maken van het gebaar voor dat woord, dus het is een tijdrovende manier van communiceren. Het handalfabet is redelijk snel te leren. Er zijn precies 26 handvormen; één voor elke letter van het Nederlandse alfabet. Het leren van de Nederlandse Gebarentaal duurt langer, want het bestaat uit honderden gebaren en een eigen grammatica. Net zoals het Nederlands ook uit honderden woorden en een eigen grammatica bestaat. De regels voor het spellen met het handalfabet (vingerspellen) zijn als volgt: - Vingerspellen doe je met één hand. Het maakt niet uit of dat de rechter- of de linkerhand is. - Houd de hand ontspannen op schouderhoogte met de handpalm naar je gesprekspartner(s) gericht. Let er -zeker in het begin- op dat je je hand, arm en schouder niet verkrampt. - Vorm de letters door alleen je vingers te bewegen en je arm op dezelfde plaats te houden. Het is dus niet nodig om je hand bij elke letter naar voren te bewegen. - Alleen bij een herhaling van een letter wordt de hand even opzij (naar buiten) getrokken. - Spel de letters in combinaties van lettergrepen en houdt tussen verschillende woorden een korte pauze. Spel dus 'A-MERS-FOORT' en 'STOP-CON-TACT'. - Spreek bij het spellen ook altijd het woord uit. Doe dit op dezelfde manier als het spellen zelf. Zeg dus 'Urk' in plaats van 'U-R-K' en 'Am-ster-dam' in plaats van 'A-M-S-T-E-R-D-A-M'. Hoofdstuk 6 Doofblind. Doofblindheid Doofblinden zijn mensen die zowel een auditieve als een visuele handicap hebben. Het is een verzamelnaam voor alle varianten in de combinatie slechtziendheid/blindheid en slechthorendheid/doofheid. De meeste doofblinden zijn niet zowel volledig doof als volledig blind, maar hebben nog enig restgehoor en/of enige restvisus. Maar dat maakt de handicap natuurlijk niet minder! Doofblinden komen in principe dezelfde beperkingen tegen als slechthorenden/doven en slechtzienden/blinden. Zo zijn doofblinde mensen beperkt in hun communicatie met andere mensen, in hun mobiliteit, in het ondernemen van activiteiten en het ontvangen van informatie. Maar door de dubbele handicap zijn de beperkingen (veel) groter en ook (veel) lastiger op te lossen. Aantallen Het totale aantal doofblinden in Nederland wordt geschat op ten minste 4.000 mensen. Van deze groep is https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 7 van 9

5% doofblind geboren (congenitale doofblindheid) en 95% in de loop van hun leven doofblind geworden (verworven doofblindheid). De mensen met verworden doofblindheid zijn weer onder te verdelen in drie groepen: mensen die slechthorend/doof zijn geboren en daarbij slechtziend/blind zijn geworden (15%), mensen die slechtziend/blind zijn geboren en daarbij slechthorend/doof zijn geworden (10%) en mensen die goedziend/goedhorend zijn geboren en later slechtziend/blind én slechthorend/doof zijn geworden (70%). Verreweg het grootste gedeelte van de doofblinden (70 tot 75%) is 65 jaar of ouder. Oorzaken Doofblindheid kan allerlei verschillende oorzaken hebben, en kan op elk willekeurig moment in het leven ontstaan. Het kan een genetische achtergrond hebben, zoals met veel syndromen het geval is. De oorzaak is dan vanaf de geboorte aanwezig en kan direct bij de geboorte, maar soms ook pas in de loop van het leven tot uiting komen. Doofblindheid kan ook het gevolg zijn van een trauma, ziekte of door een toevallig samenkomen van twee losstaande oorzaken. Aangeboren doofblindheid is meestal een onderdeel van een syndroom. Voorbeelden hiervan zijn congenitale rubellasyndroom (rode hond bij de zwangere moeder) en CHARGE-associatie. Maar ook te vroeg geboren kinderen kunnen doofblind worden. Vroeg verworven doofblindheid onstaat op jeugdige of jong-volwassen leeftijd en kan erfelijk bepaald zijn, zoals het Syndroom van Usher en het syndroom van Von Recklinghausen. Maar het kan ook ontstaan door een trauma of ziekte, zoals bijv. hersenvliesontsteking. Ouderdomsdoofblindheid is doofblindheid die alleen door de (hoge) leeftijd verklaard kan worden. Bij veel mensen gaat in de loop van het leven het gehoor en het gezichtsvermogen langzaam achteruit. Bij sommige mensen gebeurt dat beide in die mate dat de persoon doofblind wordt. Maar ook dove ouderen en blinde ouderen hebben last van deze ouderdomskwalen, en lopen dus een verhoogd risico om langzaam doofblind te worden. Communicatie Zoveel verschillende soorten doofblinden als er zijn, zoveel verschillende manieren zijn er om te communiceren met doofblinden. Sommige doofblinden horen genoeg om te kunnen horen en verstaan, mits de gesprekspartner duidelijk spreekt en de luisteromstandigheden gunstig zijn. Andere doofblinden zien genoeg om het gehoor met de ogen te kunnen ondersteunen, zodat een gesprek op de 'normale' manier nog steeds mogelijk is, op voorwaarde dat de kijkomstandigheden gunstig zijn. Maar de luister- en kijkomstandigheden zijn natuurlijk meestal niet optimaal. Zeker buitenshuis niet. En dan zijn er natuurlijk nog doofblinden die zo weinig restgehoor en zo weinig restvisus hebben, dat het voor de communicatie niet bruikbaar is. Deze mensen zijn dus -net als volledig doofblinden- aangewezen op andere communicatievormen. Dit kan vierhanden-gebarentaal zijn, spellen-in-de-hand en/of braille. De voorkeur voor een bepaalde vorm is per persoon verschillend en hangt o.a. af van de achtergrond van de doofblinde. Doofgeboren of blindgeboren Mensen die doof geboren zijn en later slechtziend/blind zijn geworden, hebben een dove achtergrond. Dat betekent over het algemeen o.a. dat zij de Nederlandse Gebarentaal en het handalfabet goed beheersen. Het ligt daarom voor de hand om een aanpassing te zoeken voor het gebaren: de vierhanden-gebarentaal en het vingerspellen-in-de-hand. Mensen daarentegen die blind geboren zijn en later slechthorend/doof zijn geworden, hebben een blinde achtergrond. Deze mensen hebben geen ervaring met gebaren en vingerspellen, maar juist wel veel https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 8 van 9

ervaring met Nederlands en braille. Het Lorm-alfabet lijkt een beetje op braille en wordt dan ook met name door deze groep doofblinden gebruikt. Ook maakt deze groep doofblinden wel gebruik van een aangepaste vorm van het Nederlands met gebaren (NmG). Universeel systeem Naast deze specifieke communicatievormen bestaat er ook een universele manier van spellen-in-de-hand: de blokletters-in-de-hand. Het is een eenvoudig en internationaal systeem, omdat het gebruik maakt van gewone schrijfletters. Bijna alle doofblinden kennen dit systeem en is daarom door iedereen te gebruiken. Een ander voordeel is dat het ook goed te gebruiken is door mensen die geen of weinig ervaring hebben met doofblinden. Iedereen kan dus met alle doofblinden communiceren! Je hebt alleen een beetje geduld nodig. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-communicatieve-beperkingen Pagina 9 van 9