PRMI/HG/2019 4 februari 2019 VUB - INTERNE DIENST PREVENTIE & BESCHERMING OP HET WERK AFD. ADM. & FAC. DIENSTEN NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN HET CPBW ADM. & FAC. DIENSTEN D.D. 29/01/2019 AANWEZIG: Dhr. C. BUSSCHOTS, Dhr. R. DEVOS, Dhr. N. VAN CRAEN: leden van de werkgeversdelegatie Dhr. J. COULIER, Dhr. J. DE NEEF, Mevr. M. HUVET, Mevr. N. N DOYE, Mevr. D. SORGELOOS, Mevr. T. STADSBADER, Dhr. N. STEVENS, Mevr. M. STRAETMANS Dhr. S. VAN ACHTER, Mevr. S. VAN SNICK, Dhr. M. VERLEYSEN: leden van de werknemersdelegatie Dhr. G. SCHYVENS: preventieadviseur arbeidsgeneesheer Attentia Mevr. L. DE BACKER: directie infrastructuur Mevr. H. GEUDENS, Mevr. Ch. VAN DEN BOSSCHE: preventieadviseurs VERONTSCHULDIGD: Dhr. Ph. LATAIRE, Dhr. E. VAN GELDER: leden van de werkgeversdelegatie Dhr. F. DE MAN, Dhr. Ph. MERCKX, Dhr. T. VANDENBERGHE, Mevr. Ch. SANDERS, Dhr. T. VAN DE VOORDE: leden van de werknemersdelegatie Dhr. L. LEMMENS: directeur Infrastructuur VOORZITTER: - Dhr. N. VAN CRAEN SECRETARIS: Mevr. H. GEUDENS PUNT 1: GOEDKEUREN VAN DE DAGORDE De dagorde wordt goedgekeurd. PUNT 2: GOEDKEUREN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING De werknemersdelegatie maakt een opmerking bij de verwoording in de notulen van 18/12/2018 waar in punt 5 (globaal preventieplan) werd genotuleerd dat het absurd is dat de leden van het CPBW zeggen dat ze hier absoluut niet mee verder willen. De werknemersdelegatie kan zich niet herinneren dat dit zo gezegd is geweest en wil graag meegeven dat ze wel degelijk willen meewerken aan een nieuw GPP. Er werd vorige keer enkel een opsomming gegeven van thema s. Indien er een invulling komt, zal de werknemersdelegatie daar zijn inbreng op geven. De notulen van 18 december 2018 worden verder goedgekeurd. PUNT 3: BESPREKING MAANDVERSLAG EN ACTIVITEITEN VAN DECEMBER 2018 VAN DE PREVENTIEDIENST (INCL. OP TE VOLGEN PUNTEN) De vier tabellen worden toegelicht door de dienst PRMI. 1
Tabel 1 activiteiten van de dienst PRMI/op te volgen punten: 2016/61:ventilatie Pleinlaan 9, 5 de verdieping. Er is een overleg geweest tussen INFRA en TEM, de firma die de HVAC installatie beheert. Bedoeling van dit overleg was om de problemen op een generalistischere manier te benaderen en samen met de uitvoerder te kijken wat de meest duurzame oplossing kan zijn voor de aanslepende problemen. De werknemersdelegatie geeft aan zeker voorstander te zijn van duurzame oplossingen, zolang dit niet wil zeggen dat het nog heel lang wachten wordt op een oplossing. De voorzitter beaamt dat we bij de firma moeten aandringen op een datum of timing, we willen vooruit met dit dossier. 2016/123: Animalarium Etterbeek: dit punt is ook gelinkt aan het punt 2017/149. De nodige werken waren begroot voor 2019, en intussen is voorzien dat de werken zullen uitgevoerd worden tijdens het tweede kwartaal. Hier wordt later op terug gekomen. 2018/11: Het transport en aftappen van vloeibare stikstof in Jette is operationeel, volgende stap is om dezelfde oefening nu te doen in Etterbeek. 2018/75: nooduitgangen in de bibliotheek, in gebouw C werd de vluchtdeur geplaatst onder lokaal alarm, bibliotheekgebruikers kunnen nu ten allen tijde vlot van binnen naar buiten. 2018/95: werkgroep werken met derden. Er is een eerste opstartvergadering geweest, daar zijn een aantal afspraken gemaakt. Verder is er intussen een doodle uitgestuurd waarin de werknemersvertegenwoordigers werden uitgenodigd voor een opvolgvergadering. Deze zal waarschijnlijk doorgaan op 14/02. Leden van het CPBW die zullen aansluiten zijn Jo Coulier, Fransie De Man en Tim Van De Voorde. De voorzitter vraagt naar de tijdslijn. De preventieadviseur antwoordt dat tegen de eerste vergadering al een aantal punten bekeken gingen worden zodat we in kaart kunnen brengen hoe het proces vandaag loopt. Naar tijdslijn zouden we toch eind juni operationeel willen zijn. De voorzitter vraagt of dit conform de verwachtingen van de werknemersvertegenwoordigers is. Deze geven aan eerst de vergadering te willen afwachten. Het punt zal zijn opvolging kennen via deze eerste tabel. 2018/102: dossier liften: De liften werden intussen allemaal in orde gezet. Het aantal meldingen is sterk gedaald. Tussen 1 december en 15 januari waren er nog 3 meldingen, maar geen vastzittende personen. Het aangestelde studiebureau is bezig met het in kaart brengen van de prioriteiten. Tegen eind januari zal er zicht zijn op de situatie in Etterbeek, tegen eind februari op de situatie in Jette. 2018/117: gebouw L. Dit is een oud en gekend dossier waar de afgelopen maanden en jaren verschillende punctuele meldingen gedaan werden, telkens met betrekking tot problemen met temperatuur, wind en waterinsijpeling bij zware regenval. Dit heeft te maken met de bouwkundige toestand van gebouw L. Naar aanleiding hiervan is in de prioriteitenlijst gebouw L naar voren geschoven. Er werd een atypische stuurgroep aangesteld met infra, de gebruikers, maar ook alvast met Helena Wittock van STBE. Dit omwille van de mogelijke scenario s die voor ons liggen naar de aanpak van dit gebouw. Gezien volledige afbraak of doorgedreven renovatie aan de orde kan zijn, zal er alvast gekeken worden naar alle mogelijke opties in verband met een tijdelijke verhuis van de faculteit en moet er dus ook gekeken worden naar beschikbare ruimtes. In maart wordt de conditiestaatmeting van het gebouw normaalgezien opgeleverd. Op basis van deze weergave van de staat van het gebouw, zal er dan een methode gekozen worden en een stappenplan van aanpak opgesteld worden. Los van deze conditiestaatmeting zijn er intussen ook enkele werken aan de gang die het welzijn van de gebruikers in tussentijd moeten verbeteren, deze gaan gewoon door. De werknemersvertegenwoordiging zou deze conditiestaatmeting graag willen bespreken op het comité. De voorzitter stelt voor eerst af te wachten in welke vorm dit zal binnenkomen. 2
2018/133: De zuurkasten werden voordien samen behandelt met het punt 2016/123, maar gezien deze twee punten elk een andere opvolging kennen, werd besloten om ze uit elkaar te halen. Met betrekking tot de zuurkasten: in gebouw E werd intussen een individuele meting per zuurkast geïnstalleerd, met instructies erbij voor de gebruiker wat te doen of wie te contacteren in geval van problemen. 2018/137: Brandveiligheid te campus Jette. Uit de evacuatieoefening van gebouw G/H op 5/12/2018 is gebleken dat er geen doormelding is naar de bewaking bij initieel alarm van de detector. Dit werd onmiddellijk aan Siemens gemeld, actie hierin wordt kortelings verwacht. Verder is het de bedoeling om in Jette snel over te schakelen naar 1 systeem, waar nu met twee systemen naast elkaar gewerkt wordt. Ronny Janssens van de dienst Infrastructuur zal deze overgang begeleiden. De voorzitter vraagt of de leden van het comité nog vragen hebben over punten die niet besproken werden. De werknemersdelegatie stelt de vraag waar de ventilatie van lokaal T 201 uitkomt. Dit moet nog worden bekeken. De werknemersdelegatie meldt dat er veel wateroverlast was ten tijde van de hevige regenval tussen de groene en rode Vandermeeren gebouwen. Daar werd een ticket voor aangemaakt op 3/12/2018, maar er is nog niets gebeurd in tussentijd. Dit wordt nagekeken. De werkgeversdelegatie meldt dat er op de laatste ondernemingsraad een vraag gesteld werd rond veiligheid met betrekking tot de glazen kunstinstallatie in gebouw D. Er is de bezorgdheid dat deze glazen afspanning een negatieve impact heeft op de evacuatie. De preventieadviseur geeft aan dat er geen probleem is met het kunstwerk, de evacuatieweg wordt immers niet versmald. De werknemersvertegenwoordiging meent zich te herinneren dat er bij de bouw van gebouw D gezegd was dat de halruimtes boven en beneden correct berekend waren naar het aantal personen die de lokalen kunnen bezetten en dat deze zeker vrij moesten blijven van obstakels om een vlotte evacuatie te kunnen garanderen. Aanvullend maakt de werknemersdelegatie zich dan ook zorgen over de zetels die beneden aan de trap in gebouw D staan. Ook deze versmallen de doorgang naar de uitgang. De preventieadviseur zegt dat de wetgeving spreekt over 1 cm per persoon en geeft aan dat ze de situatie beneden nog niet gaan bekijken is, omdat die vraag nog niet gesteld is. Zij zal dit opnieuw gaan bekijken en uitrekenen. De voorzitter vult aan dat we dit met gezond verstand moeten benaderen. Bij momenten was er nogal een zwart wit interpretatie in verband met functies van hallen en vluchtwegen. We zien nu dat onze gebouwen of bepaalde zones in de gebouwen meerdere functies krijgen. Onze studenten verwachten bijvoorbeeld ook dat er overal wifi is. Bijgevolg worden gangen en hallen meer en meer ook gebruikt als wachtruimte of als overlegruimte. In het restaurant zien we dat bijvoorbeeld ook. We moeten omgaan met deze huidige vraag om bepaalde zones te voorzien op deze multifunctionaliteit, het plaatsen van die zetels bijvoorbeeld.. Zulke zaken verhogen ook de sociale cohesie, wat belangrijk is. Tegelijkertijd stelt de voorzitter dat hij het eens is met de werknemersdelegatie, in die zin dat de veiligheid van vluchtwegen en evacuatiewegen ten allen tijden moet bewaakt worden. De werknemersdelegatie zegt het toch niet helemaal eens te zijn en betreurt vooral dat er geen voorafgaand advies gevraagd is geweest aan de preventiedienst. De voorzitter herhaalt nogmaals dat de veiligheidsnormen dienen gerespecteerd te worden. De preventieadviseur zal dit opnieuw bekijken. Tabel 2 arbeidsongevallen: Er werden de afgelopen maand drie arbeidsongevallen en drie weg-werk ongevallen gemeld. De oorzaak van de ongevallen was telkens uitglijden, struikelen, vallen en ongecoördineerde 3
bewegingen. Deze ongevallen dienden niet doorgedreven onderzocht te worden, gezien er weinig opportuniteit is voor invoering van preventieve maatregelen Tabel 3 incidenten Er zijn in december vier incidenten gemeld. Het gaat over een aanrijding bij een onderaannemer te Jette. Maatregelen werden daar genomen. Er was een stroompanne in aula Q, als gevolg van een overbelasting van het stroomnet door een traiteur, er is een melding geweest van slecht ruikend en smakend water. Dit was een gevolg van werken aan de waterleiding. Infra heeft de gebruikers geadviseerd van de leidingen goed en overvloedig te spoelen. Op 19 december is er in de leeszaal op de eerste verdieping van de medische bibliotheek in Jette wat stofgruis door de doorvoering gaten gevallen. De aannemer werd hier onmiddellijk op aangesproken. Het ging om een miscommunicatie. Tabel 4 opvolging rondgangen: CHIS: het punt met betrekking tot de BA4 en BA5 bevoegdheden wordt bekeken door de directie infrastructuur. Er wordt nagekeken of de installatieverantwoordelijke opleiding kan geven met een examen teneinde de correcte bevoegdheden aan de juiste personen toe te kennen. ARTE: dit punt wordt besproken binnen het infraoverleg te Jette. De renovatie van de snijzaal is een complexe zaak. De ruimte is een heel academiejaar lang in gebruik en kan niet zomaar 6 maanden sluiten voor de noodzakelijke interventies. Een goed doordacht plan van aanpak is hier nodig. DINF: dit probleem wordt behandeld in tabel 1, punt 2016/61 ORGC: voor de technische ingrepen werden de nodige tickets aangemaakt ANIM (Jette): het afval van de bedding wordt gezien als dierlijk afval klasse twee en zal als dusdanig afgevoerd worden in de nabije toekomst. Een offerte van de afvalmaatschappij werd ontvangen. De diensten bekijken nu hoe ze hier praktisch mee verder gaan. BESW: de meeste van deze punten worden opgevolgd in het project gebouw L. ETEC: de risicoanalyse wordt momenteel geactualiseerd een aangevuld, met bijzondere aandacht voor de brandveiligheid. Maandverslag Attentia: Dokter Schyvens heeft geen bijzonderheden te melden. PUNT 4: WERKEN, PLANNEN VOOR WERKEN EN ASBESTGERELATEERDE WERKEN Ook hier zijn geen bijzonderheden te melden. De voorzitter vraagt of er leden van het comité zijn die hier nog vragen over hebben. Dat is niet het geval. PUNT 5: GLOBAAL PREVENTIEPLAN 2019-2023 De preventieadviseur geeft aan in dit kader eerst de resultaten van de welzijnsenquête kort te willen toelichten aan alle leden van het comité. Deze werden vorige week toegelicht aan de werkgroep. Omdat het globaal preventieplan of het welzijnsactieplan voornamelijk gevoed zal worden door de resultaten van de kwantitatieve bevraging (enquête) en de kwalitatieve bevraging (de twee fora), is het belangrijk dat de leden van het comité een overzicht van al deze resultaten krijgen. Kort kunnen we zeggen dat het vooral jammer is dat de resultaten van de enquête niet kunnen gebruikt worden voor het onderzoek van de professoren Tom Deliens en Peter Clarys (fysieke gezondheid), en ook niet als input voor het gelijkheidsactieplan door professor Karen Celis. Dit omdat de goedkeuring van de medisch ethische commissie werd ingetrokken. 4
Voor het welzijnsactieplan kunnen we de resultaten wel gebruiken, omdat ze ons informatie geeft over de pijnpunten waar we momenteel tegen aan lopen op psychosociaal vlak. Bovendien kunnen we op verschillende punten de evolutie ten opzichte van 2013 beschouwen, wat ook één van de drie doelstellingen was. De andere twee doelstellingen waren: identificatie van de risicofactoren en identificatie van de doelgroepen. De belangrijkste bevindingen waren de volgende: - ongeveer 1/3 de van de medewerkers valt in een risicogroep met betrekking tot burn-out, ze zijn mentaal niet fit en ervaren een verhoogde herstelbehoefte. De oorzaak hiervan is te vinden in de emotionele uitputting van die medewerkers. De hoogste risicogroep ligt bij de 35-44 jarigen. Op dat vlak volgen we de maatschappelijke tendens. - de bevlogenheid of de passie en het engagement neemt toe met de leeftijd. De leidinggevenden scoren hier beter dan de niet-leidinggevenden, wat te maken heeft met het ervaren van meer autonomie, meer regelruimte en meer zelfleiderschap. - met betrekking tot anciënniteit stellen we vast dat een hogere anciënniteit ook leidt tot het zich competenter voelen. - de mensen die deeltijds werken, scoren een lagere werkbaarheidsgraad dan de fulltimers. - 1 op 3 ervaart een gebrek aan steun van zijn leidinggevende, op dit punt scoren we slechter dan in 2013 - de medewerkers ervaren minder rolconflicten dan in 2013, de rolambiguïteit daarentegen is toegenomen Professor Elke Van Hoof gaf tijdens de toelichting van de cijfers nog enkele tips en aanbevelingen mee. Zo gaf ze onder meer mee dat werken op de bevlogenheid veel sneller en beter resultaat geeft dan werken op de toxische stress. We moeten het plezier in het werk én erbuiten promoten en op die manier werk maken van een goede work-life balans bij onze medewerkers. Verder is het aan te raden dat we autonomie en zelfstandigheid promoten, samen met zelfleiderschap. Ook het floreren buiten de organisatie laat toe dat de mensen een betere work-life balans ervaren. Werken op de toxische stress en burn-out kunnen we doen door betere herstelmogelijkheden aan te bieden. Ook is het belangrijk dat eventuele problemen en onduidelijkheden in de organisatie weggewerkt worden en dat de hiërarchische lijn voldoende gesteund wordt en zelf ook steun biedt. Kort samengevat krijgen we het advies om enerzijds de problemen aan te pakken en anderzijds een context te creëren waar bevlogenheid ervaren kan worden. Deze wijziging in bedrijfscultuur is een moeilijk en langzaam proces. Deze feedback zal, samen met de resultaten uit de fora en de resultaten uit de risicoanalyse en arbeidsongevallen, als input gebruikt worden voor het welzijnsactieplan a.k.a. globaal preventieplan. Dit verder uitgewerkte plan zal voorafgaand aan het volgend comité doorgestuurd worden aan haar leden, zodat het verder besproken kan worden. De verschillende vakbonden gaan hiermee akkoord. PUNT 6: RISICOANALYSES De preventieadviseur licht toe dat het thema risicoanalyses momenteel op de eerste plaats in het welzijnsactieplan staat. Er is dan ook nog veel werk aan dit thema, maar dat wil niet zeggen dat er intussen nog niets gebeurd is. Om dit toe te lichten, geeft de preventieadviseur graag kort mee wat de huidige stand van zaken is. Bij de centrale diensten is er een risicoanalyse gebeurd bij technical services en bij facility services. Op niveau van de universiteit is er een risicoanalyse brand en psychosociale aspecten gebeurd. Op niveau van de faculteiten werden er al in drie faculteiten risicoanalyses uitgevoerd, waarbij er in de ingenieurswetenschappen 100% is uitgevoerd, in de wetenschappen 70% en in de geneeskunde farmacie 55%. Eerstvolgend op het programma staat de afwerking van de faculteiten wetenschappen en geneeskunde farmacie, gevolgd door de opstart in de faculteit LK. Dit ter informatie voor de leden van het comité. De werknemersvertegenwoordiging merkt op dat het uitvoeren van de risicoanalyse de taak van de hiërarchische lijn is. De preventieadviseur beaamt dit, de risicoanalyses gebeuren in samenwerking 5
preventiedienst-hiërarchische lijn. De leden van de hiërarchische lijn worden hierin getraind tijdens hun welzijnsopleiding. PUNT 7: VOLGENDE VERGADERING De volgende vergadering vindt plaats op de volgende datum om 13u30: 26/02/2019 D 2.06 PUNT 8: VARIA 1. De werknemersvertegenwoordiging was verrast door de manier van werken aan de Pleinlaan 5, dit met betrekking tot de afscherming van de werf en de plaatsing van de kraan. Bovendien gingen er verhalen rond van brokstukken die naar beneden gevallen zijn en er was zelfs sprake van een gewonde. De werknemersvertegenwoordiging zegt dat ze voorafgaand niet op de hoogte was van deze werken. Mogelijks stonden ze wel op de lijst van uit te voeren werken, maar de manier waarop er wordt omgegaan met die werken en die lijst moet volgens de werknemersdelegatie opnieuw besproken worden. De adviseur van de directie infrastructuur bevestigt dat deze werken inderdaad op de lijst waren aangekondigd en de voorzitter geeft mee dat er in deze geen nood is aan een andere manier van werken, de lijst van de werkzaamheden wordt elk comité meegestuurd en er kunnen altijd voorafgaand vragen gesteld worden over de aangekondigde projecten. De werknemersdelegatie zegt dat er nochtans een tijd terug afgesproken was om eens samen te zitten over deze manier van werken, maar dat dit toen niet is kunnen doorgaan omwille van een staking. De adviseur van de directie infrastructuur geeft mee dat zij gerust openstaat voor een nieuwe bespreking en dat de werknemersdelegatie een voorstel mag doen naar timing. Wat betreft de feiten van de werken aan Pleinlaan 5: daar is een herinrichting in meerdere fases aan de gang voor de verhuis van een deel van de faculteit ES. Per fase is er een stuk afbraak en een stuk opbouw. De enige manier bij dat gebouw om materiaal binnen te brengen en puin naar buiten te brengen, is door er een raam uit te halen en het verticaal transport langs daar te regelen. De firma die dit doet, heeft op die bewuste dag gemerkt dat er twee gevelplaten beschadigd waren (bestaande situatie, niet als gevolg van hun werkzaamheden). Er werd besloten dat het veiliger was om deze twee platen preventief te verwijderen, waarbij men één heeft weggehaald met de hoogwerker en de andere gecontroleerd naar beneden heeft laten vallen. Mogelijks hebben sommige mensen de perceptie gehad dat dit per ongeluk is gebeurd. De volgende dag is er bij het ruimen van gyproc puin blijkbaar een stuk op een bewaker zijn schouder gevallen, maar daarover kon de adviseur niet meer vertellen wegens niet op de hoogte, dit moet nog geverifieerd worden. Een korte chronologie van de gebeurtenissen kan aan de volgende uitnodiging van het comité toegevoegd worden. De adviseur zegt dat er in de toekomst wel meer aandacht besteed zal worden aan signalisatie van de werf. In dit geval werd het opgelost door een medewerker van de dienst infrastructuur ter plaatse te houden tot einde van de werken die dag. De preventieadviseur vult aan dat er naar aanleiding van deze gebeurtenissen besloten werd dat alle projectleiders gezamenlijk geïnformeerd of opgeleid zullen worden door PRMI welke veiligheidsmaatregelen er genomen dienen te worden voor, tijdens en na een project. Dit is voorzien op 12/02/2019. 2. De werknemersvertegenwoordiging vraagt zich af of er intussen een evaluatie gebeurd is van de cyclocross en is hier benieuwd naar. De voorzitter zegt dat deze vanavond gebracht zal worden op de raad van bestuur en dat dit nadien ook in het comité kan besproken worden. De werknemersdelegatie is vooral benieuwd naar de schade die de cyclocross aan de campus toegebracht heeft en in hoeverre dit een invloed zal hebben op het al dan niet opnieuw doorgaan van een cyclocross volgend jaar. 3. Kan de afval in het containerpark sneller opgehaald worden door de betrokken firma? Dit punt wordt doorgegeven aan de betrokken verantwoordelijke. 6