ENERGIEMONITOR Heerhugowaard

Vergelijkbare documenten
ENERGIEMONITOR Uitgeest

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

Energiemonitor 2016 Gemeente Sliedrecht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Alblasserdam. HVC Lokale Energie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Energiemonitor 2016 Gemeente Papendrecht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Zwijndrecht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Hendrik-Ido- Ambacht. HVC Lokale Energie

Energiemonitor 2016 Gemeente Alblasserdam. HVC Lokale Energie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Energiemonitor 2016 Gemeente Dordrecht. HVC Lokale Energie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Samenva ng Monitoring Rapportage Nulme ng + 3 jaar (T 0+3 )

Verbruik van hernieuwbare energie

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Samenva ng Monitoring Rapportage Nulme ng + 3 jaar (T 0+3 )

Energievisie Borne 22 september Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC.

Haarlemmermeers akkoord

Samenva ng Monitoring Rapportage Nulme ng + 3 jaar (T 0+3 )

kwantitatieve evaluatie Amstelland-Meerlanden energieneutraal 2040

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal

Begrippen. Broeikasgas Gas in de atmosfeer dat de warmte van de aarde vasthoudt en zo bijdraagt aan het broeikaseffect.

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

Monitor energie en emissies Drenthe

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen

Nationale Energieverkenning 2014

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Klimaat & CO 2, Parijs, Polen Wereldwijde doelen, NL-doelen Energie in de gemeente Wierden Opties duurzame opwek:

EnergieLokaal Wij krijgen Kippen en Debets BV. Rekenen met Energie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

Verbruik van hernieuwbare energie

KLIMAATAKKOORD NETBEHEER NEDERLAND 11 JULI 2018

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Vergezicht Energieneutraal Heumen 2050, Hoe ziet dit er uit?

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Verbruik van duurzame energie,

Duurzaamheid van biomassa voor haarden en kachels voor huishoudelijk gebruik.

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Ken en begrijp je energiegebruik Leer om te gaan met de begrippen en eenheden

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Welke hernieuwbare energie in 2020?

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Energie. Gebruik, kosten & transitie. Frans Rooijers directeur CE Delft

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verbruik van hernieuwbare energie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Update Energievisie Gemeente Zederik

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

Energiemonitor Zuid-Holland CO 2 en duurzame energie

DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Nulmeting energiegebruik en duurzame energie

Bron: Google Downloaden Pleio 1 mw per jaar Van: Rob Voor: Rob betreft: cijfers werkdocument datum: voortschrijdend, 24 december 2008

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

Inzicht in CO 2 uitstoot - eerste helft 2019

Hernieuwbare Energie in Olst-Wijhe

Inspiratiesessie 2030 Energietransitie in het Zeeuwse landschap. Puzzel mee met zon & wind

Fysieke energiestroom rekeningen

Verbruik van duurzame energie,

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Transcriptie:

ENERGIEMONITOR 2018 Heerhugowaard

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 2/24 Inhoud Inleiding 3 Beleidscontext 4 Energiegebruik 6 CO2-uitstoot 8 Duurzame energieproductie 10 Conclusies 13 Bijlagen A Overzicht energiegebruik 15 B Overzicht CO2-uitstoot 17 C Overzicht duurzame energieproductie 19 D Toelichting gebruikte rekeneenheden 21 E Toelichting gehanteerde methodiek 22 COLOFON Opdrachtgever Gemeente Heerhugowaard Opdrachtnemer HVC BU Duurzame Energie Datum 29 maart 2018

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 3/24 Inleiding De gemeente Heerhugowaard heeft energiedoelstellingen en voert uiteenlopende energieactiviteiten en -projecten uit. De gemeente wil de voortgang van het beleid monitoren en vraagt zich af waar ze staat ten opzichte van de doelstellingen voor 2020 en daarna. Dit rapport geeft een kwantitatief overzicht van de meest recente gegevens op het gebied van energiegebruik en duurzame energieproductie in Heerhugowaard. We gaan uit van de landelijke, gestandaardiseerde methodiek van - en gegevens uit - de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat, aangevuld met gegevens van HVC over hernieuwbare energie en warmtelevering. 1 In de Energiemonitor 2018 worden cijfers tot en met het jaar 2016 gepresenteerd. Dit is het meest recente jaar waarvoor alle cijfers in de Klimaatmonitor beschikbaar zijn. 1 Zie bijlage E voor een toelichting op de gebruikte rekenmethode.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 4/24 Beleidscontext In de energietransitie is de pioniersfase voorbij en de versnellingsfase begonnen. De kernvraag is niet (meer) of deze transitie plaatsvindt, maar hoe die snelheid kan krijgen. Deze nieuwe fase is internationaal gemarkeerd door het Klimaatakkoord van Parijs en nationaal door de Energieagenda (2016) 2 en het nieuwe Regeerakkoord (2017) 3. Naar verwachting zal onder invloed van (inter)nationale afspraken en doelstellingen komende jaren meer beleidsdruk ontstaan op lokale overheden. Dit vertaalt zich in meer taken en bevoegdheden, maar ook meer middelen en kansen om op lokaal niveau invulling te geven aan versnelling van de energietransitie. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Er komt een Bestuursakkoord. Hierin wordt vastgelegd dat decentrale overheden het voortouw hebben bij verduurzaming van de gebouwde omgeving. Gemeenten, provincies, waterschappen en netbeheerders krijgen opdracht om per regio een plan te maken voor verduurzaming van de gebouwde omgeving. Gasloze nieuwbouw wordt de norm. Hiervan mag alleen worden afgeweken als daar zwaarwegende redenen voor zijn. Bijvoorbeeld als de aanleg van een warmtenet of het gebruik van warmtepompen onevenredig duur blijkt te zijn. Aan het einde van de (huidige) kabinetsperiode moeten jaarlijks 30.000 50.000 bestaande woningen van het aardgas afgehaald worden. Dit is een eerste stap naar verduurzaming van 200.000 woningen per jaar, een tempo dat nodig is om in 2050 de hele voorraad woningen te hebben verduurzaamd. 2 De Energieagenda formuleert de doelstelling om in 2050 nog nauwelijks CO2 uit te stoten in Nederland. Zie Energieagenda 2016 op Rijksoverheid.nl. 3 Zie het Regeerakkoord 2017: Vertrouwen in de toekomst op Rijksoverheid.nl.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 5/24 De gemeente Heerhugowaard heeft in 2014 de landelijke energiedoelstellingen van dat moment vertaald naar beleidsdoelen voor Heerhugowaard: 4 BELEIDSDRUK VAN MONDIAAL NAAR LOKAAL Op de lange termijn (2040-2050) wil Heerhugowaard energieneutraal en klimaatbestendig zijn. Op de korte termijn (2020) is de doelstelling een energiebesparing van 20% ten opzichte van het jaar 1990 5 en verhoging van de duurzame energieproductie naar 20% van het totale energiegebruik. Mondiaal EU Klimaatakkoord Parijs: opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius houden. 2020: 20% hernieuwbare energie. 2020: 20% reductie van broeikasgassen. 2020: 20% energiebesparing. 2030: 40% reductie van broeikasgassen. 2050: 80% reductie van broeikasgassen. Nationaal 2020: 14% duurzame energie. 2030: 49% minder CO2-uitstoot. 2050: 80 95% minder uitstoot van broeikasgassen t.o.v. 1990. 2050: gebouwde omgeving aardgasvrij. Heerhugowaard 2020: 20% hernieuwbare energie. 2020: 20% energiebesparing t.o.v. 1990. 2040 2050: energieneutraal en klimaatbestendig. 4 Zie Actieplan voor energiebesparing en duurzame energie in de regio Alkmaar 2015 2020. 5 Voor het jaar 1990 zijn geen betrouwbare gegevens over het energieverbruik beschikbaar. In dit rapport worden de cijfers daarom vergeleken met het jaar 2010. Dit is het eerste jaar waarvoor deze gegevens wel beschikbaar zijn. Figuur 1. Overzicht klimaat- en energiedoelstellingen op verschillende niveaus.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 6/24 Energiegebruik In 2016 werd in de gemeente Heerhugowaard 4,2 PJ 6 energie gebruikt. Het gaat hierbij om het gebruik van de energiedragers aardgas, elektriciteit, transportbrandstoffen en (duurzame) warmte. In figuur 2 is het energiegebruik uitgesplitst naar verschillende gebruikssectoren en energiedragers. In 2010 was het totale energiegebruik 5,5 PJ. Het energiegebruik is tussen 2010 en 2016 met ongeveer 22,9% afgenomen. In vrijwel alle sectoren is het energiegebruik sinds 2010 gedaald, met uitzondering van de sector Verkeer & Vervoer. Het overgrote gedeelte van de daling heeft plaatsgevonden in de sector Landbouw, bosbouw & veehouderij. Dit is deels te verklaren door een afname van het areaal glastuinbouw in de gemeente (van 115 ha in 2010 naar 85 in 2016) en deels doordat veel bedrijven zijn overgestapt op gewassen die minder warmte nodig hebben. ENERGIEFUNCTIES EN ENERGIEDRAGERS Globaal zijn er vier energiefuncties te onderscheiden voor energiegebruik in de samenleving: Lage temperatuur warmte (bijvoorbeeld ruimteverwarming, warm tapwater), Transport, Kracht en licht (bijvoorbeeld straatverlichting en elektrische apparatuur), Hoge temperatuur warmte (bijvoorbeeld proceswarmte industrie). Voor elk van deze functies bestaan er verschillende opties om de benodigde energie naar de plaats van bestemming te brengen (energiedragers). Er zijn veel verschillende soorten energiedragers. Voorbeelden zijn aardgas, elektriciteit, transportbrandstoffen (benzine, diesel, LPG), hout en waterstof. 6 PJ is de afkorting van Petajoule. Zie bijlage D voor een overzicht van alle eenheden die in dit rapport aan bod komen.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 7/24 Figuur 2. Het energiegebruik per sector en per energiedrager. Figuur 4. Ontwikkeling van het energiegebruik. Figuur 3. Het energiegebruik per energiedrager. Figuur 5. Het energiegebruik per sector.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 8/24 CO2-uitstoot De totale CO2-uitstoot van het energiegebruik van de gemeente is sinds 2010 met 17,1% gedaald. Deze afname vloeit - net als bij het energiegebruik - grotendeels voort uit een daling in de sector Landbouw, bosbouw en veehouderij. Ter toelichting het volgende: het gebruik van fossiele energie veroorzaakt uitstoot van CO2. Doordat deze uitstoot samenhangt met het energiegebruik, laat de CO2-uitstoot in grote lijnen hetzelfde beeld zien als het energiegebruik. Hierbij zijn twee kanttekeningen te maken. Ten tweede is sinds 2010 de emissie die gepaard gaat met het gebruik van een kwh elektriciteit in Nederland toegenomen. Dit komt voornamelijk door het gestegen aandeel van kolencentrales in de nationale energiemix. Doordat de besparing van het energiegebruik voornamelijk in het gebruik van aardgas heeft plaatsgevonden, is de reductie van CO2- uitstoot naar verhouding lager dan de totale energiebesparing. De eerste kanttekening is dat niet alle vormen van energiegebruik dezelfde hoeveelheid uitstoot per TJ hebben (emissiefactor). Hierdoor zijn de onderlinge verhoudingen iets anders. De uitstoot die gepaard gaat met het gebruik van een TJ warmte of aardgas is lager dan die van een TJ elektriciteit. De uitstoot veroorzaakt door elektriciteitsgebruik is dus relatief groter dan die veroorzaakt door aardgas en warmte. 7 7 Zie bijlage E: Toelichting Gehanteerde Methodiek.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 9/24 RELATIE ENERGIEGEBRUIK EN CO2-UITSTOOT Om de CO2-uitstoot te berekenen wordt de hoeveelheid gebruikte energie vermenigvuldigd met een zogeheten emissiefactor. Deze factor representeert de hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij het gebruik van een kubieke meter aardgas, een kilowattuur elektriciteit, een liter benzine et cetera. Bij elektriciteit wordt daarbij uitgegaan van de gemiddelde samenstelling van de Nederlandse energie-productiemix. Jaarlijks wordt deze emissiefactor door het CBS opnieuw vastgesteld. Figuur 6. De CO2-uitstoot per sector en per energiedrager. Deze mix bestaat voor een deel uit fossiele bronnen en voor een deel uit hernieuwbare bronnen. Voor de emissiefactor van transport wordt gekeken naar de gemiddelde uitstoot van het totale wagenpark in Nederland. Door deze manier van rekenen staat de CO2-uitstoot voor een groot deel los van de hoeveelheid geproduceerde duurzame energie in een gemeente. De komst van bijvoorbeeld een windmolen zorgt niet voor een verlaging van het elektriciteitsgebruik in een gemeente. Ook heeft één windturbine maar zeer beperkt effect op de energiemix van heel Nederland. De komst van een windturbine zal dus de CO2- uitstoot van Nederland als geheel doen dalen, maar de berekende CO2- uitstoot van een gemeente zal door de komst van een windturbine niet afnemen. Figuur 7. De CO2-uitstoot per energiedrager.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 10/24 Duurzame energieproductie In 2016 was de duurzame energieproductie van de gemeente 240 TJ. In figuur 8 is de duurzame energieproductie van de gemeente uitgesplitst naar de verschillende opwekmethodes. Een deel van de duurzame energieproductie betreft houtkachelwarmte. 8 Strikt genomen zijn het stoken van hout en houtskool vormen van duurzame energieproductie, die op andere (milieutechnische) gronden kunnen stuiten op bezwaren. Denk o.a. aan fijnstofproblematiek en ontbossing. Het gebruik van hout in kachels stijgt de laatste jaren licht. Dit komt voornamelijk door de toenemende populariteit van vrijstaande (pellet)kachels. Deze kachels worden vaak intensiever gebruikt dan open haarden en hebben een hoger rendement. 9 DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE (2016) Wind op Land Biobrandstoffen wegverkeer Houtkachel warmte 20% HVC energie uit afval HVC energie uit aandelen Overig 240 TJ 27% 10% Figuur 8. De duurzame energieproductie per opwekmethode. 21% 11% 11% In figuur 8 is te zien dat het feit dat Heerhugowaard aandeelhouder is van HVC aanzienlijk bijdraagt aan de totale duurzame energieproductie van de gemeente. 8 Het betreft het gebruik van hout in kachels en van houtskool in barbecues. 9 Zie bijvoorbeeld CBS (2015), Hernieuwbare Energie in Nederland 2014.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 11/24 Opvallend aan figuur 10 is dat de hoeveelheid energie die aan Heerhugowaard is toegerekend op basis van aandelen HVC sterk is toegenomen. Dit komt door de oplevering van een nieuw windturbinepark op zee (Borkum West II), waar HVC een aanzienlijk aandeel in heeft, en door het Gemini Offshore Wind Park dat in 2016 al gedeeltelijk operationeel was. De dip in 2014 is het gevolg van een brand in de bio-energiecentrale van HVC. Deze is sinds eind 2014 weer operationeel. De categorie Overig is ook toegenomen sinds 2010. Deze stijging is voor het overgrootste gedeelte toe te schrijven aan de gestegen energieproductie uit zonnestroom en warmte-koude opslag (wko). In figuur 10 is tevens een daling te zien in de duurzame energieproductie uit Wind op Land van het jaar 2016. In dit jaar was er minder wind, waardoor er minder energie opgewekt werd door de windturbines. geconcludeerd dat in 2016 de duurzame energieproductie overeenkwam met ongeveer 5,7% van het totale energiegebruik. Dit is een stijging ten opzichte van 2010, toen het percentage 2,1% bedroeg. Toerekening energieproductie HVC HVC verwerkt voor de gemeente het restafval en GFT. Uit deze afvalstromen wordt duurzame energie geproduceerd. In 2016 bedroeg de productie van hernieuwbare energie uit biomassa afkomstig uit de gemeente Heerhugowaard in totaal 25 TJ (10,3% van de totale duurzame energieproductie). Een deel van de energieproductie van HVC is niet op basis van de hoeveelheid verwerkt afval toe te rekenen. Het gaat bijvoorbeeld om zon- en windenergie en energie uit geïmporteerd afval en bedrijfsafval. Deze productie wordt op basis van de hoeveelheid aandelen aan de aandeelhoudende gemeenten en waterschappen toegerekend. In 2016 bedroeg dit voor Heerhugowaard 66 TJ (27,4% van de totale duurzame energieproductie van de gemeente). In 2010 waren er in de gemeente 1302 installaties voor de productie van zonnestroom (figuur 12). In 2016 is dit gestegen naar ongeveer 4000. De totale productie van zonnestroom is gestegen van 5 TJ in 2010 naar 27 TJ in 2016. 10 Wanneer het energiegebruik en de duurzame energieproductie met elkaar worden vergeleken (figuur 11), kan worden 10 Voor 2016 zijn nog geen cijfers beschikbaar m.b.t de hoeveelheid zonnestroom en het aantal zonnestroominstallaties in Heerhugowaard. Er is een extrapolatie gemaakt op basis van het landelijke totaal.

TJ TJ Aantal installaties TJ Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 12/24 DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE (2016) ENERGIEGEBRUIK EN DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE Elektriciteit Warmte Transportbrandstof HVC 38% 240 TJ 31% 6000 5000 4000 3000 30% 25% 20% 15% Totaal duurzame energieproductie Totaal energiegebruik Totaal percentage hernieuwbare energie 2000 10% 12% 19% 1000 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 5% 0% Figuur 9. De duurzame energieproductie per energiedrager Figuur 11. Vergelijking energiegebruik en duurzame energieproductie. DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE 2010-2016 OPGEWEKTE ZONNESTROOM EN AANTAL INSTALLATIES 70 60 50 40 30 Wind op Land Biobrandstoffen wegverkeer Houtkachel warmte HVC energie uit afval HVC energie uit aandelen Overig 30 25 20 15 Aantal PV-installaties Opgewekte zonnestroom 4500 4000 3500 3000 2500 2000 20 10 1500 10 5 1000 500 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0 Figuur 10. Ontwikkeling van de duurzame energieproductie. Figuur 12. Ontwikkeling van het gebruik van zonne-energie.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 13/24 Conclusies Dit rapport brengt in kaart waar de gemeente Heerhugowaard staat ten opzichte van haar doelstellingen op het gebied van energiegebruik en duurzame energieproductie. Dit leidt tot de volgende conclusies: Uit de cijfers van de Klimaatmonitor en HVC blijkt dat in 2016 het energiegebruik binnen de gemeente 4,2 PJ bedroeg. Het beleidsdoel voor energiebesparing is om het energiegebruik in 2020 terug te brengen met 20% ten opzichte van 1990. Het energiegebruik in 1990 is niet nauwkeurig vast te stellen. Daarom vergelijken wij in dit rapport het energiegebruik in 2016 met dat van 2010. De totale energiebesparing sinds 2010 komt uit op ongeveer 22,9%. De gemeente heeft daarmee haar besparingsdoelstelling voor 2020 in 2016 al gerealiseerd. De duurzame energieproductie bedroeg in hetzelfde jaar 240 TJ. De duurzame energieproductie komt overeen met ongeveer 5,7% van het totale energiegebruik. Daarmee loopt de gemeente iets achter op het nationale gemiddelde van 6,0% duurzame energieproductie. De verwachting is dat de gemeente haar doelstelling van 20% duurzame energie in 2020 zonder aanvullende maatregelen waarschijnlijk niet zal verwezenlijken.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 14/24 Van ambitie naar realisatie status.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 15/24 BIJLAGE A Overzicht energiegebruik Energiegebruik Heerhugowaard in TJ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Woningen 1175 1171 1144 1118 1088 1076 1055 Commerciële dienstverlening 353 344 359 375 318 312 314 Publieke dienstverlening 262 231 275 244 222 240 254 Industrie en Energie 417 394 420 416 395 409 413 Landbouw, bosbouw en veehouderij 2288 1824 1872 1651 1411 1209 1170 Verkeer en vervoer 959 957 967 909 930 974 974 Warmte (hernieuwbaar) 27 28 29 31 32 34 44 Totaal 5481 4949 5067 4745 4396 4254 4224 Energiegebruik Heerhugowaard in TJ 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Gas 3527 3050 3160 2914 2575 2407 2370 Elektriciteit 895 841 838 821 803 778 773 Transportbrandstof 959 957 967 909 930 974 974 Warmte 11 100 101 102 101 88 96 107 Totaal 5481 4949 5067 4745 4396 4254 4224 11 Voor het energiegebruik omtrent warmte is gebruik gemaakt van eigen gegevens van HVC.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 16/24 Energiegebruik Heerhugowaard (2016) Gas Elektriciteit Transportbrandstof Warmte Woningen 766 226 63 Commerciële dienstverlening 121 193 0 Publieke dienstverlening 159 95 0 Industrie en Energie 254 158 0 Landbouw, bosbouw en veehouderij 1070 100 0 Verkeer en vervoer 974 Warmte (hernieuwbaar) 44 Totaal 2370 773 974 107

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 17/24 BIJLAGE B Overzicht CO2-uitstoot CO₂-uitstoot Heerhugowaard (kton) 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Woningen 83 81 81 80 80 81 79 Commerciële dienstverlening 34 33 35 38 35 35 35 Publieke dienstverlening 21 19 23 20 20 22 23 Industrie en Energie 34 32 35 36 35 37 38 Landbouw, bosbouw en veehouderij 144 111 116 102 89 77 75 Verkeer en vervoer 69 68 67 66 66 69 69 12 Warmte (hernieuwbaar) 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 385 345 357 343 325 322 319 CO₂-uitstoot Heerhugowaard (kton) 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Gas 199 172 178 164 145 136 134 Elektriciteit 114 103 109 109 111 115 114 Transportbrandstof 69 68 67 66 66 69 69 12 Warmte 3 3 3 3 2 2 2 Totaal 385 345 357 343 325 322 319 12 Het betreft voor 2016 een extrapolatie van de gegevens van voorgaande jaren.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 18/24 CO₂-uitstoot Heerhugowaard (2016) Gas Elektriciteit Transportbrandstof Warmte Woningen 43 33 2 Commerciële dienstverlening 7 28 Publieke dienstverlening 9 14 Industrie en Energie 14 23 Landbouw, bosbouw en veehouderij 60 15 Verkeer en vervoer 69 12 Warmte (hernieuwbaar) Totaal 134 114 69 2 12 Het betreft voor 2016 een extrapolatie van de gegevens van voorgaande jaren.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 19/24 BIJLAGE C Overzicht duurzame energieproductie Duurzame energieproductie Heerhugowaard (TJ) 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Covergisting 0 0 0 0 0 0 0 Rioolwaterzuiveringsinstallatie 0 0 0 0 0 0 0 Decentrale elektr.productie uit verbranding biomassa 0 0 0 0 0 0 0 Meestook elektr.centrales elektriciteit 0 0 0 0 0 0 0 Stortgas elektriciteit 0 0 0 0 0 0 0 Waterkracht 0 0 0 0 0 0 0 Wind op Land 23 58 57 59 59 60 49 Zonnestroom 5 6 7 11 16 19 27 12 Biomassaketels bedrijven 0 0 0 0 0 0 0 Geothermie 0 0 0 0 0 0 0 Houtkachel warmte 23 23 23 24 25 26 27 Houtskool warmte 1 1 1 1 1 1 1 Meestook elektr.centrales warmte 0 0 0 0 0 0 0 Warmte-koudeopslag 3 4 5 6 6 8 17 Stortgas warmte 0 0 0 0 0 0 0 Biobrandstoffen wegverkeer 19 27 25 25 29 27 27 Biobrandstoffen mobiele werktuigen 0 0 2 2 2 2 2 HVC energie uit afval 16 22 24 25 27 24 25 HVC energie uit aandelen 26 31 33 32 28 51 66 Totaal 116 171 177 185 193 218 240 12 Het betreft voor 2016 een extrapolatie van de gegevens van voorgaande jaren.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 20/24 Duurzame energieproductie per energiedrager 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Elektriciteit 28 64 64 70 75 79 76 Warmte 27 28 29 31 32 35 45 Transportbrandstof 19 27 27 27 31 29 29 HVC 42 52 57 57 55 75 90 Totaal 116 171 177 185 193 218 240

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 21/24 BIJLAGE D Toelichting gebruikte rekeneenheden De standaardeenheid voor het aanduiden van een hoeveelheid energie is de joule (J). Dit is de hoeveelheid energie die een apparaat van 1 watt gedurende 1 seconde gebruikt. Een joule is een erg kleine hoeveelheid, daarom gebruiken we in dit rapport veelal de eenheden terajoule (TJ) en petajoule (PJ) gebruikt. Een TJ staat voor een biljoen (10 12 ) joule, een PJ staat voor 1000 TJ, of een biljard (10 15 ) joule. Voor de meeste mensen is de kilowattuur (kwh) een bekende eenheid. Dit is bijvoorbeeld de eenheid die energiebedrijven op de stroomrekening gebruiken. Eén kwh komt overeen met het gebruik van een apparaat met een vermogen van één kilowatt (1000 watt), voor de duur van één uur. Een uur bestaat uit 3600 seconden, een kwh is dus het zelfde als 3600 kw-seconden of 3,6 miljoen joule (3,6 MJ). Een eenheid die veel gebruikt wordt om het gebruik van aardgas te meten is de standaard kubieke meter (m 3 (n)). De hoeveelheid energie per m 3 (n) is 35,17 MJ. Van een m 3 (n) gas kan dus worden gesteld dat de energie-inhoud overeenkomt met 9,8 kwh. EENHEID Joule (J) Lamp met een vermogen van 1 watt gedurende 1 seconde laten branden. kilojoule (kj) Duizend J Apparaat met een vermogen van 1000 watt gedurende 1 seconde (of van 1 watt gedurende 1000 seconden) laten werken. Wattuur 3,6 kj Apparaat met een vermogen van 1 watt gedurende 1 uur laten werken. Megajoule (MJ) 1 miljoen J Apparaat met een vermogen van 1000 watt gedurende ongeveer 17 minuten laten werken. Kilowattuur (kwh) 3,6 MJ Apparaat met een vermogen van 1000 watt gedurende 1 uur laten werken. Gigajoule (GJ) 1 miljard J Jaarlijkse opbrengst van 1 zonnepaneel of bijna 30 m 3 aardgas verbranden. Megawattuur 3,6 GJ Ongeveer 100 m 3 aardgas verbranden. (MWh) Terajoule (TJ) 1 biljoen J Jaarlijks elektriciteitsgebruik van ongeveer 90 huishoudens. Gigawattuur (GWh) 3,6 TJ Jaarlijkse opbrengst van ongeveer 4000 zonnepanelen. Petajoule (PJ) 1 biljard J Energiegebruik (stroom, gas én transportbrandstoffen) van een kleine gemeente.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 22/24 BIJLAGE E Toelichting gehanteerde methodiek WAT IS HET ENERGIEGEBRUIK VAN EEN GEMEENTE? Er zijn grofweg twee manieren te onderscheiden om naar het energiegebruik te kijken: het primaire energiegebruik en het bruto energetisch eindverbruik. Onder het primaire energiegebruik wordt verstaan het gebruik van de eerst meetbare vorm van energie. Dit zijn veelal de fossiele grondstoffen die zijn gebruikt voor de productie van elektriciteit, transport of warmte: steenkool, aardgas, aardolie, uranium, et cetera. Bij het bruto energetisch eindverbruik wordt gekeken naar het eindverbruik van energie. Dit is de hoeveelheid energie die aan de eindgebruiker (zoals huishoudens, industrie, bedrijven) is geleverd. Voor de Europese energiedoelstellingen is om die reden het bruto energetisch eindverbruik als uitgangspunt genomen. WELKE SECTOREN TELLEN MEE? Het energiegebruik is toe te schrijven aan verschillende sectoren, bijvoorbeeld woningen, bedrijven, industrie, verkeer en vervoer, landbouw. Daarnaast is het onder te verdelen in verschillende energiedragers: elektriciteit, gas, transportbrandstoffen, (hernieuwbare) warmte. In het geval van transportbrandstoffen wordt bedoeld het gebruik van benzine, diesel, LPG door auto s, boten, vrachtwagens, et cetera binnen een bepaald gebied. Wanneer een voertuig zich door een gemeente beweegt, gebruikt deze brandstof die wordt omgezet in beweging. Dit brandstofgebruik wordt als energiegebruik aan de gemeente waar de auto op dat moment rijdt toegeschreven. Wanneer door een gemeente een drukke snelweg loopt kan dit behoorlijk oplopen, terwijl een gemeente middels beleid weinig tot geen invloed heeft op dit energiegebruik. Onder het energiegebruik van een gemeente wordt daarom meestal het energetisch eindverbruik binnen de gemeentegrens verstaan. Het is de som van alle energiegebruiken (elektriciteit, gas, warmte, transportbrandstoffen) van alle sectoren in de gemeente. WAT IS DE DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE VAN EEN GEMEENTE? Met duurzame energieproductie wordt bedoeld de productie van elektriciteit, warmte of transport uit niet-fossiele bronnen.

Energiemonitor 2018 Heerhugowaard, pagina 23/24 Voorbeelden zijn zon, wind, biomassa, aardwarmte en waterkracht. De duurzame energieproductie van een gemeente is de hoeveelheid elektriciteit, transport, groen gas of warmte die uit deze hernieuwbare bronnen is geproduceerd, gemeten als eindgebruik van energie. WELKE OPWEK TELT MEE? Volgens de Europese richtlijnen tellen alle vormen van hernieuwbare energieproductie mee. Bijvoorbeeld elektriciteit door wind- en zonne-energie, het gebruik van biobrandstoffen in auto s en vrachtwagens en het verbranden van biomassa in kachels, energiecentrales of afvalenergiecentrales. Daarnaast is er de productie van hernieuwbare energie door HVC die aan een gemeente kan worden toegerekend (zie ook het kader op pagina 11). HOE WORDT DE CO2-UITSTOOT VAN DE GEMEENTE BEREKEND? In de Klimaatmonitor wordt vooralsnog voor gemeenten alleen de CO2-uitstoot bepaald die is gerelateerd aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Om de CO2-uitstoot te berekenen wordt de hoeveelheid gebruikte energie vermenigvuldigd met een zogeheten emissiefactor. daalt de emissiefactor. De laatste jaren is echter ook de hoeveelheid elektriciteit uit kolencentrales toegenomen, ten koste van gascentrales. Hierdoor is de emissiefactor juist gestegen, waardoor de hoeveelheid CO2 per verbruikte kwh stroom is toegenomen. Voor warmte hangt de waarde af van het type warmte dat op het warmtenet wordt geleverd. Een Biomassacentrale of een Afvalenergiecentrale heeft bijvoorbeeld een (veel) lagere emissiefactor. WAAR KOMEN DE CIJFERS VANDAAN? De meeste cijfers worden door het CBS vastgesteld. Sinds een aantal jaren worden deze cijfers door Rijkswaterstaat in de Klimaatmonitor voor iedereen toegankelijk gemaakt. Veel cijfers worden door het CBS op landelijk niveau bepaald, waarna Rijkswaterstaat probeert deze zo precies mogelijk per gemeente of per wijk onder te verdelen. De cijfers van Rijkswaterstaat worden door anderen gebruikt voor het opstellen van rapportages. Voorbeelden zijn: Telos Duurzaamheidsmonitor, Waarstaatjegemeente.nl, Lokale Energie Etalage, Energieinbeeld.nl (cijfers netbeheerders), Enervisa (DWA). De factor voor elektriciteit verschilt elk jaar, terwijl die van aardgas constant is. Dit komt door de veranderende samenstelling van de productie van elektriciteit in Nederland. Door de toename van hernieuwbare stroom in de energiemix

HEERHUGOWAARD Op weg naar een duurzame toekomst