Het innerlijke Kind Recensie van de tweedaagse training Persoonlijke Presentatie Gepubliceerd in Carp, maart 2003. Door Suzanne Rethans, free-lance journaliste Ik ben extreem zenuwachtig bij het geven van een presentatie. Ik ben bang dat ik stilval, rood word of iets doms zeg. Gelukkig hoef ik voor mijn werk niet vaak een presentatie te geven, maar het komt wel eens voor dat ik word uitgenodigd te spreken op een symposium of dat ik in een jury zit. Soms ga ik, maar dan helemaal onder de tranquillizers, meestal zeg ik af. Mijn zoontje heeft er al heel wat ziekenhuisbezoekjes op zitten. Pas geleden werd ik gebeld door iemand van een televisieproductiebedrijf. Of ik er ooit aan had gedacht iets op tv te doen en of ik niet eens wilde komen praten. Ik voelde me gevleid, natuurlijk, maar tegelijkertijd gingen alle alarmbellen rinkelen. Dit was precies waar ik bang voor ben. Zei mijn gevoel. Maar mijn verstand vond het inmiddels wel welletjes. Het kon toch niet zo zijn dat ik kansen laat lopen alleen doordat ik bang ben af te gaan. Ongeacht of dit iets ging worden, ik moest iets aan die angst doen. Norbert Netten is inspirator, presentator, trainer en personal coach. Hij geeft trainingen, onder andere op het gebied van persoonlijk leiderschap, communicatie in teams en presenteren. Een vriendin, die zelf communicatiedeskundige is, heeft hem me aangeraden. Hij is de beste van Nederland, zei ze, maar je moet wel van zijn stijl houden. Hij is nogal psychologisch en haalt je helemaal door de mangel. Hij sprak me direct aan. Vandaag begin ik aan zijn tweedaagse presentatietraining. We zijn met een klein clubje: drie man. Norbert hanteert een maximum van vijf personen omdat hij anders niet de aandacht kan geven die nodig is. De training is op ieder persoonlijk afgestemd. Tijdens een intakegesprek hebben we aangegeven wat precies het probleem is en wat we willen leren. Tijdens de voorstelronde vertellen we dat nog even aan elkaar. Johan is door zijn enthousiasme en zijn angst niet gehoord te worden tijdens vergaderingen en presentaties zo druk en aanwezig dat hij overdonderend is. Ik begrijp wat hij bedoelt. Hij ratelt maar door en op een gegeven moment denk ik: man, hou toch je kop, je loopt alleen maar jezelf te verkopen. Hij besluit dat hij graag de rust en het vertrouwen wil vinden om te kunnen zijn wie hij is. Hear, hear, denk ik. Naast me zit Vincent, een autoritaire manager die het eigenlijk maar lastig vindt als zijn
medewerkers om advies vragen. Hij hoort de vraag half aan, geeft meteen antwoord en wuift de medewerker vervolgens weg. Thuis gaat het al net zo. Als hij na een lange dag werken thuiskomt, heeft hij geen zin ook nog eens aandacht aan zijn vrouw te besteden. Zegt ze iets tegen hem, dan sluit hij zich letterlijk af met de krant. Nu zit hij hier omdat hij door zijn directeur is gestuurd. Zijn medewerkers kunnen niet met hem overweg. Ik kijk naar zijn starre hoofd en denk: Oh mijn god, je zal ermee moeten werken. Mijn beurt. Ik vertel dat ik tijdens het geven van een presentatie zo zenuwachtig word dat ik een tunnelvisie krijg. Mijn gezichtsveld wordt letterlijk heel smal en ik kan niet meer helder nadenken. Ik ben bang dat ik stilval, dat ik niet meer weet wat ik moet zeggen en dat ik voor gek sta. In het verleden is dit ook wel eens gebeurd. Op de HEAO kreeg ik tijdens een presentatie een regelrechte black out. Ik keek naar de mensen in de klas en zij keken terug. Sommige lachend, andere vol plaatsvervangende schaamte. Ik keek naar de docent, zei: Ik weet het niet meer en rende heel hard de klas uit. Een vreselijke ervaring. Norbert Netten knikt begrijpend. Een trance, zegt hij. Je bent in trance geraakt, daar krijg je zo n tunnelvisie van. Nu moet je erachter zien te komen waarom het voor jou aantrekkelijker is om in trance te raken dan je presentatie te doen. Ik wil net zeggen dat ik me daar niks bij voor kan stellen (ik bedoel: wat kan er erger zijn dan een black out?) als ik opeens het licht zie. Alles beter dan beoordeeld worden. Voordat we beginnen, legt Norbert Netten de Transactionele Analyse uit; een psychologisch model van waaruit hij werkt en waarmee je kunt analyseren hoe je spanning in jezelf opbouwt en hoe je daarmee omgaat. Het model bestaat uit drie standpunten van waaruit je naar jezelf kunt kijken: de Ouder, de Volwassene en het Kind. Ben je gespannen tijdens een presentatie dan komt dat door een conflict tussen je innerlijke ouder en kind. Als volwassene weet je dat er geen enkele reden is om je druk te maken: je houdt gewoon je verhaal en dat heb je goed voorbereid. Maar het kind in je is bang. Dat hij niet meer uit z n woorden komt, of nog erger: dat hij een black out krijgt. De ouder in je verergert deze gevoelens door ze af te wijzen: Zorg dat je niet stilvalt, Pas op, ze hebben je door. Ieder mens heeft die drie componenten in zich. Het gaat er niet om ze te ontkennen of te veroordelen, zegt Netten, maar ze te benoemen, te erkennen en er vervolgens niet meer naar te handelen. En dat is eng. Want op het moment dat je een veilig kader moet loslaten, word je onzeker. Maar, belooft hij: Het is net als met de tandpasta Parodontax. Op het midden van de tube staat: Tot zover is het misschien even wennen (aan de bijzondere smaak ), maar daarna wilt u niets anders meer. Goed, we gaan dus op zoek naar een patroon. Norbert begint met Johan, de enthousiasteling, en
doet met hem een geleide fantasie. Johan moet zijn ogen dichtdoen en in gedachten teruggaan naar momenten dat hij het gevoel had niet geaccepteerd te worden. Telkens als hij er een heeft, moet hij weer verder terug in de tijd. Ik heb ook mijn ogen dichtgedaan en doe mee. Al snel bevind ik me op mijn oude kamer, ik ben een jaar of tien. Ik heb mijn ouders en zusjes boven geroepen omdat ik een balletvoorstelling wil geven. Tijdens de voorstelling doe ik vreselijk mijn best, want ik wil mijn ouders graag laten zien hoe goed ik ben en hoe lenig. Maar bij iedere zwaai van mijn been, schrikt mijn moeder. Ze kijkt niet bewonderend, eerder afwijzend. Ik ben nog niet klaar met mijn voorstelling of ze loopt al naar beneden. Deze oefening was om erachter te komen waar je kind gekwetst is. In mijn geval was het dus: niet geaccepteerd worden door mijn moeder. Norbert benadrukt dat dit een verhaal is dat ik zelf heb gemaakt en dat het helemaal niet waar hoeft te zijn. Iedere ouder houdt van zijn kind, maar toch kun je als kind het idee hebben dat dat niet zo is, bijvoorbeeld omdat je ouders soms eerder kritisch zijn dan dat ze in staat zijn hun liefde rechtstreeks te tonen. Belangrijker dan het verhaal is de overtuiging die je eraan overgehouden hebt, zegt Norbert, bijvoorbeeld Ik ben niets waard. Je gaat zelf geloven dat het waar is en gaat ernaar handelen. Je presenteert vanuit die overtuiging, wilt bewijzen dat het anders is en dát geeft spanning. Vincent, de autoritaire manager, is aan de beurt en bij hem pakt Netten het anders aan. Hij moet zijn kernkwaliteit noemen. Terwijl Vincent hard nadenkt, schrijft Netten op de flip-over: ik wil het zelf doen, laat me met rust. Daar is Vincent het niet mee eens. Ik zou eerder zeggen: ik ben behulpzaam. Norbert kijkt hem even niet-begrijpend aan, tot ik zeg: Hij denkt dat hij mensen helpt door ze meteen te zeggen wat ze moeten doen. Het starre hoofd naast me knikt. Het duurt even, maar op een gegeven moment begrijpt Vincent dat hij meer acceptatie kweekt als hij in overleg met zijn medewerkers handelt. Als hij naar ze luistert. En dat dat niet altijd verspilde tijd hoeft te zijn. De ogen zijn nu op mij gericht. Ik moet aan Norbert vertellen waar ik precies bang voor ben. Ik voel de tranen al opkomen en fluister: Dat mensen denken: leuk koppie, maar inhoud heeft ze niet. Waarom ik dat denk, vraagt Norbert. Ik begin nu echt te snikken en zeg: Omdat mijn moeder dat ooit tegen me heeft gezegd. Ze zei: Je was als kind een poppetje om te zien, maar leuk was je niet. En dat gevoel heeft ze me ook vaak gegeven. Norbert kiest zijn woorden zorgvuldig als hij zegt: Jij hebt als kind niet de bevestiging en erkenning gekregen die je nodig had. Dat is pijnlijk, maar je moet ermee ophouden die bevestiging buiten jezelf te zoeken. Je moeder kan het je nu niet meer geven, daar is het te laat voor. Om de bevestiging bij je publiek te zoeken is vragen om moeilijkheden. Je moet en kunt de erkenning uit jezelf halen. Hij blijft me even aankijken en vraagt dan waarom ik meedoe aan een televisieprogramma als ik het zo eng vind. Omdat het de ultieme overwinning zou zijn, zeg ik. Als het goed gaat, kan
iedereen zien dat ik wèl wat te vertellen heb. Hmmm. Lekker medium heb je daarvoor uitgekozen, zegt Norbert. Als ergens je uiterlijk een belangrijke rol speelt, dan is het wel op tv. De tweede dag lijkt het wel alsof de heren een transformatie hebben doorgemaakt. Johan, de enthousiasteling, is veel rustiger. Hij haakt niet overal op in en luistert zelfs naar wat er gezegd wordt. Autoritaire Vincent heeft helemaal een gedaanteverandering ondergaan. Zijn gezicht is veel zachter geworden, hij beweegt zich soepeler en maakt grapjes; het is zowaar een prettige man. En hoe is het jou gisteravond vergaan, vraagt Norbert als ik de heren deze veren in de reet heb gestopt. Ik begin te lachen en zeg: Eigenlijk dacht ik dat er na die sessie van gisteren maar een conclusie mogelijk was: niet doen. Tot ik opeens dacht: nee, mijn motivatie is verkeerd, maar dat betekent niet dat ik het meteen helemaal af moet zeggen. Ik moet het doen omdat ik het leuk vind, omdat het format goed is en omdat ik denk dat ik daar wat aan heb bij te dragen. Norbert kijkt trots, zet een videocamera klaar en zegt: Ga maar doen. Mijn eerste opdracht is een interview. Ik moet Johan interviewen over partnerkeuze. Het gaat goed. Ik ben me totaal niet bewust van de camera terwijl cameraman Vincent toch driftig heen en weer loopt blijf rustig, stel goede vragen en geef Johan alle ruimte om te antwoorden. Als ik klaar ben, zegt Norbert: Ik begrijp niet waar jij je druk om hebt gemaakt, het ging fantastisch. Ik glim. Johan is aan de beurt. Hij houdt een presentatie over zijn bedrijf. Het is een vlotte presentatie. Johan is enthousiast, kijkt ons goed aan en maakt grapjes. Het is duidelijk dat hij dit meer heeft gedaan. Norbert wijst hem erop niet te enthousiast te zijn. Het gevaar is een soort Emile Ratelband te worden die zo n hoog energielevel heeft dat iedereen na tien minuten luisteren doodop is en afhaakt. Wat Johan moet doen, is precies het tegenovergestelde van wat zijn natuur hem ingeeft. Hij registreert dat mensen afhaken en denkt: ik doe er een schepje bovenop. Dat moet hij juist niet doen. Norbert tekent een golfbeweging op het bord die de rust- en hoogtepunten markeert. Vincent zit een vergadering voor. Hij moet aan ons, zijn medewerkers, een nieuw systeem uitleggen waarmee gewerkt gaat worden. Het is grappig om te zien. Zodra Vincent begint te spreken stapt hij meteen terug in zijn oude rol. Hij neemt zijn autoritaire houding weer aan en ook zijn gezicht verstrakt. Hij deelt ons iets mee en het is duidelijk dat we niks in te brengen hebben. Norbert fluit hem meteen terug en haalt weer even het model aan van de ouder-volwassene-kind. Het is de ouder die hier spreekt en om het verschil even te voelen, moet Vincent proberen nu vanuit zijn kind te presenteren. Het resultaat is afschuwwekkend. Voor ons staat een zijige man die ons handenwrijvend probeert over te halen toch vooral mee te gaan in zijn plannetjes. Nee, dat is het ook niet. Na een paar keer heen en weer schakelen staat daar weer de volwassen man die ik vanochtend ook zag. Hij houdt een helder betoog over het hoe en waarom van dit nieuwe systeem.
Hij is niet autoritair, maar behoudt wel zijn kracht. Het systeem gaat er komen, maar vinden we dat erg? Nee, het is een redelijk verhaal. Als afsluiter van de dag mag ik nog een aantal aankondigingen doen. Van mijn nieuwe programma, recht voor de camera. En ondanks dat er drie man om me heen staan, kijk ik rustig in de lens en hou mijn verhaal. Ik val niet stil, word niet rood en haper soms. Maar dat geeft niet, dat gebeurt in het echt ook. En dat is wat hier gebeurd is. Ik heb geleerd dat het oké is om mezelf te zijn. Norbert Netten heeft niet mijn manier van presenteren veranderd, maar mijn manier van in het leven staan.