INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 7 6. Inspraak 7 Voorschriften 8 Plankaart 9 Pagina 2
1. Inleiding Op 28 december 2011 heeft de gemeente Hoogeveen een verzoek ontvangen van mevrouw G. Nijmeijer en mevrouw W. Vesters om het 200 m2 grote bijgebouw, aan de Siberië 30 te Stuifzand, door de weeks te gebruiken voor de dagbesteding van ouderen, en in de weekenden te gebruiken als bed and breakfest accommodatie. Het perceel Siberië 30 heeft de bestemming Woning in het bestemmingsplan Buitengebied Noord deelplan Siberië 30. De gemeente is verzocht de bestemming het perceel te wijzigen in de bestemming Maatschappelijke doeleinden. Hiertoe dient een wijzigingsprocedure zoals omschreven in artikel 3.6 Wro te worden doorlopen. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit het perceel kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie V, nummer 00115, plaatselijk bekend als Siberië 30 te Stuifzand. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Siberië 30. Dit deelplan is een partiële herziening van het moederplan Buitengebied Noord. De partiële herziening is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 19 augustus 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 23 januari 2009. Het perceel heeft de doelbestemming woning in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. Hieronder is een uitsnede van de vigerende plankaart weergegeven. Uitsnede plankaart Pagina 3
2.3 Toelichting bestaande situatie Het perceel is gelegen aan Siberië 30 te Stuifzand. Op het perceel rust de doelbestemming woning binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. 3. Gewenste ontwikkeling Zoals in hoofdstuk 2.2 is aangegeven heeft het perceel de doelbestemming woning" in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. Het verzoek van de initiatiefnemers is om het 200 m2 grote bijgebouw, door de weeks te gebruiken voor de dagbesteding van ouderen, en in de weekenden te gebruiken als bed and breakfest accommodatie. Het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Siberië 30 biedt in artikel 2 lid 1 van de voorschriften, mogelijkheden om onder bepaalde voorwaarden het bestemmingsplan te kunnen wijzigen, voor zover het betreft voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. Ten behoeve van de realisatie van dagbesteding voor ouderen met daarnaast de realisatie van een bed and breakfest accomodatie is onder artikel 2 lid 1 sub b mogelijk, onder de volgende voorwaarden: - de eerder genoemde activiteiten zijn uitsluitend toegestaan in combinatie met een woonfunctie; - de eerder genoemde activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats binnen de gebouwen; - bij de maatvoering zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande hoofdvorm; - wordt gestreefd de landschappelijk verstorende bebouwing af te breken; - geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen (agrarische) bedrijven en woningen; - zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing. De realisatie van dagbesteding voor ouderen met daarnaast de realisatie van een bed and breakfest accommodatie, wordt in combinatie met de woonfunctie uitgevoerd, en vindt plaats binnen de aanwezige gebouwen. Bij de maatvoering wordt aangesloten bij de bestaande hoofdvorm. Er is geen landschappelijk verstorende bebouwing aanwezig, en er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen (agrarische) bedrijven en woningen. Verder wordt zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing. Het verzoek voldoet hiermee aan de bepalingen die genoemd worden in de wijzigingsbevoegdheid. 4. Milieu In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de relevante omgevingsaspecten voor het voorliggende plan. Per aspect wordt de invloed op het plan toegelicht. 4.1 Bodem Op de locatie Siberië 30 was in het verleden een agrarisch bedrijf gevestigd. Inmiddels is de oude bebouwing op de locatie gesloopt. De oude woning is vervangen door een woonboerderij en er is een paardenstal gerealiseerd. De agrarische bestemming van de locatie is gewijzigd naar wonen. In 2007 is op de locatie een bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk 070850, d.d. 30-10-2012, Eco-Reest). In dit onderzoek zijn in grond en grondwater licht verhoogde concentraties Pagina 4
verontreinigende stoffen aangetoond, met uitzondering van een grondmengmonster waarin een sterk verhoogd gehalte aan koper en een matig verhoogd gehalte aan zink is aangetroffen. Vervolgens is aanvullend onderzoek uitgevoerd om deze verontreiniging verder af te perken. In het aanvullend onderzoek is vastgesteld dat de omvang van de verontreiniging is beperkt tot circa 15 m 3. Deze verontreiniging bevindt zich ter hoogte van de noordgevel van de voormalige woning. In januari 2011 is een plan van aanpak opgesteld (kenmerk 110138, d.d. 31 januari 2011, Eco- Reest) voor de verwijdering van de verontreiniging. Op 18 februari 2011 is vervolgens de grondsanering uitgevoerd en de verontreinigde grond verwijderd. Hiervan is verslag gelegd in het rapport Evaluatierapport bodemsanering ter plaatse Siberië 30 Stuifzand, kenmerk 110138, d.d. 1 maart 2011, Eco-Reest. Het plan bestaat om het gerealiseerde bijgebouw (200 m 2 ) voor een deel (75 m 2 ) in te gaan richten voor dagbesteding van ouderen en in de weekenden te gebruiken als Bed & Breakfast accommodatie, het overige gedeelte (125 m 2 ) is in gebruik als paardenstal. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunningsaanvraag vindt een beoordeling/bodemtoets plaats en wordt aangegeven of een bodemonderzoek volgens de NEN5725/5740 noodzakelijk is. 4.2 Archeologie In het verdrag van Malta wordt de veiligstelling van het Europese erfgoed geregeld. De uitgangspunten van dit verdrag zijn op nationaal niveau uitgewerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007). De regionale uitwerking heeft plaatsgevonden in de Omgevingsvisie Drenthe. Hierin is ten eerste de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen. Hierop staan monumenten en bekende archeologische vindplaatsen weergegeven. Ten tweede is in de Omgevingsvisie Drenthe de Indicatieve Kaart Archeologische Verwachtingswaarden (IKAW) opgenomen. Op de kaart staat voor de gehele provincie de verwachtingswaarde voor archeologische vindplaatsen. Een hoge waarde betekent een hoge kans op archeologische vondsten. Hier dient in het planvormingsproces rekening mee gehouden te worden. Het plangebied ligt grotendeels in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Aangezien het bestaande bebouwing betreft zal de ondergrond niet verstoord worden als gevolg van de ontwikkeling. Archeologisch onderzoek is dan ook niet aan de orde. 4.3 Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde gebied dat is aangewezen als ecologische hoofdstructuur (EHS) ligt op ruim 200 meter van het plangebied. Effecten van de ruimtelijke ontwikkeling op dergelijke gebieden zijn daarom Pagina 5
niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en/of Nota Ruimte wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. Soortenbescherming Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het betreft hier een kleine interne aanpassing van een nieuw bijgebouw, waarbij geen schadelijke effecten te verwachten zijn op soorten genoemd in de Flora-en faunawet. Er is dan ook geen sprake van strijdigheid met de Flora- en faunawet of de Natuurbeschermingswet. 4.4 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. Hierin zijn grenswaarden opgenomen voor een aantal luchtverontreinigende stoffen. Bij ieder besluit dat de kwaliteit van de lucht kan beïnvloeden moet worden gekeken naar de verwachte luchtkwaliteit en moet worden bepaald of kan worden voldaan aan de grenswaarden die in de Wet luchtkwaliteit zijn opgenomen. Bij bestemmingsplannen is het van belang te bezien hoe de luchtkwaliteit zich gedraagt gedurende de planperiode. Hierbij worden de volgende stoffen beoordeeld: benzeen, kool(stof)monoxide (CO), lood, stikstofdioxide (NO 2 ), zwaveldioxide (SO 2 ) en zwevende deeltjes (PM 10 ; ook wel fijn stof genoemd). Het plangebied heeft een woonbestemming. Er wordt met dit plan een zeer kleinschalige recreatieve functie mogelijk gemaakt. Als gevolg hiervan zal er een kleine toename optreden in het aantal vervoersbewegingen. Dit aantal zal dermate laag zijn dat het project als niet in betekenende mate mag worden beschouwd. Ook zijn er op dit moment geen knelpunten met betrekking tot de luchtkwaliteit bekend en worden de grenswaarden nergens in de gemeente Hoogeveen overschreden. Het uitvoeren van een luchtkwaliteitsonderzoek is dan ook niet nodig en er hoeft geen verdere toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit plaats te vinden. 4.5 Externe veiligheid Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico s worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico s veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied. Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de ruimtelijke ontwikkeling. Het plangebied ligt niet binnen veiligheidscontouren of invloedsgebieden van stationaire bronnen, buisleidingen, transportroutes voor gevaarlijke stoffen of hoogspanningslijnen. Pagina 6
4.6 Water Voor dit plan is geen watertoets doorlopen. Het betreft een interne wijziging van bestaande bebouwing. Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd op het openbaar riool. Het verhard oppervlak neemt niet toe, waardoor in dit geval geen extra eisen aan infiltratievoorzieningen dan wel waterberging gesteld hoeven worden. 4.7 Geluid Voor dit bestemmingsplan is een inventarisatie gemaakt van de geluidsbelasting in het plangebied op grond van de Wet geluidhinder (hierna Wgh). Het plan voorziet in de oprichting van een Bed & Breakfast accommodatie. Tevens zal dit gedeelte worden gebruikt ten behoeve van dagbesteding voor ouderen met een lichte lichamelijke of geestelijke beperking. Deze recreatieve bestemming is geen geluidgevoelige bestemming. Een toetsing aan de normen voor wegverkeerslawaai op grond van de Wet geluidhinder is dan ook niet noodzakelijk. Overige geluidsbronnen als industrielawaai, luchtvaartverkeer en railverkeer spelen geen rol. 5. Planbeschrijving Het perceel krijgt de doelbestemming maatschappelijke doeleinden binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord deelplan Siberië 30 in Stuifzand zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften voor bebouwing ten dienste van niet-agrarische bedrijven zijn op het onderhavige perceel van toepassing (artikel 1 lid 3 sub b), op de ter plaatse aanwezige gronden en bebouwing, zoals aangegeven op de plankaart bij dit bestemmingsplan, en plaatselijk bekend als Siberië 30 te Stuifzand. 6. Inspraak Het ontwerpwijzigingsplan heeft van 21 maart tot en met 1 mei 2012 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Pagina 7