GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 3 te Fluitenberg. -Vastgesteld- 13 januari 2011

Transcriptie

1 Vo GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Kinholtweg 3 te Fluitenberg -Vastgesteld- 13 januari 2011

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Bestaande situatie Plangebied Vigerende bestemmingsplan Toelichting bestaande situatie Gewenste ontwikkeling Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit Milieu Geluid Water Bodem Bedrijvigheid Externe veiligheid Luchtkwaliteit Ecologie Archeologie Economische uitvoerbaarheid Planbeschrijving Inspraak...11 Voorschriften...11 Plankaart...12 Pagina 2

3 1. Inleiding Op 19 april 2010 heeft de gemeente Hoogeveen een ruimte voor ruimte aanvraag ontvangen betreffende het perceel Kinholtweg 3 te Fluitenberg. Het doel van de ruimte voor ruimteregeling is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied door het verwijderen van landschapsontsierende bebouwing. De regeling houdt grofweg in dat bij de sloop van minimaal m 2 van (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing onder voorwaarden een compensatiewoning gebouwd kan worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met diverse aspecten zoals agrarische belangen, milieuaspecten, landschappelijke kwaliteit en cultuurhistorie. Om gebruik te kunnen maken van de ruimte voor ruimte regeling is voor het perceel Kinholtweg 3 te Fluitenberg een wijzigingsplan opgesteld als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit het perceel kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie U, nummer 774 plaatselijk bekend als Kinholtweg 3 te Fluitenberg. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Noord. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 27 mei Het perceel heeft de gebiedsbestemming Landelijk Gebied III. Hieronder is een uitsnede van de vigerende plankaart weergegeven. Pagina 3

4 2.3 Toelichting bestaande situatie Het perceel is gelegen aan de Kinholtweg 3 te Fluitenberg. Op het perceel rust de doelbestemming Woning en staat op dit moment voormalig agrarische bebouwing. 3. Gewenste ontwikkeling Kinholtweg 3 Aan de Kinholtweg 3 te Fluitenberg, kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie U, nummer 774 worden in het kader van de ruimte voor ruimte regeling de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen gesloopt. Het gaat hierbij om een schuren complex met een totaal oppervlak van ca m2. De bedrijfswoning met schuur blijft gehandhaafd. Op grond van de ruimte voor ruimteregeling mag in ruil voor de sloop een compensatiewoning worden gerealiseerd op perceel kadastraal bekend sectie U, nummer 774. Zoals in hoofdstuk 2.2 is aangegeven ligt het perceel binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied III. De beoogde realisatie van een woning op grond van de ruimte voor ruimteregeling past niet binnen deze bestemming. In het bestemmingsplan Buitengebied Noord is echter in artikel 16 lid 11 een wijzigingsbevoegdheid voor het college opgenomen, om ten behoeve van de bouw van één woning uitsluitend als compensatie voor de afbraak van (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing- het bestemmingsplan te wijzigen in de doelbestemming Woning. Voor een goede uitvoering van de Ruimte voor ruimte regeling zijn de concreet gemaakte afspraken tussen gemeente en de initiatienemers neergelegd in een overeenkomst. Het gaat hierbij onder andere om de feitelijke sloop van opstallen en het uitvoeren van het inrichtingsplan. 4. Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit Het perceel Kinholtweg 3 ligt ten zuiden van het dorp Fluitenberg en ten noorden van het Oude Diep. Dit is het oudste stuk van Fluitenberg en ook op de historische kaart van 1900 terug te vinden. De oude kavelindeling is, vooral op de hogere gronden, nog steeds herkenbaar. In het huidige landschap is de oorspronkelijke es van Fluitenberg nog steeds terug te vinden aan de zuidzijde van het perceel. Kenmerkend is de openheid van het gebied richting het beekdal en over de es. Op de hogere gedeelten en in de oude kern zijn nog oude houtsingels aanwezig. Het perceel Kinholtweg 3 loopt aan de achterzijde af richting het beekdal van het Oude Diep. Ter plaatse van Fluitenberg ligt de loop van het huidige Oude Diep een stuk noordelijker dan op de historische kaart van De bestaande structuren zijn hiermee gewijzigd en het beekdal ligt nu dicht tegen de oorspronkelijke es. Volgens de ruimte voor ruimte regeling dient alle agrarische bebouwing op het perceel gesloopt te worden. Behalve wanneer er cultuurhistorische bebouwing aanwezig is op het betreffende perceel. Daarom is op het perceel Kinholtweg 3 te Fluitenberg ervoor gekozen om de bedrijfswoning met schuur (unit C in het inrichtingsplan) te laten staan. In het bijbehorende inrichtingsplan is hiermee rekening gehouden. Pagina 4

5 Voor de nieuwe woning is dezelfde nokrichting gekozen als bij het merendeel van de oorspronkelijke bebouwing; richting de weg. Voor de lijn van de gevel van de woning is in eerste instantie gekozen voor de lijn van de nu nog aanwezige schuur. Er is voor gekozen dit verder richting de weg te verplaatsen zodat de lijn niet exact loopt met de voorgevel van de schuur die wel blijft staan. Om de nieuwe woning in het landschap te verankeren, kunnen aan de voor en achterzijde van de woning zomereiken worden aangeplant. Voor enige beslotenheid op het erf kunnen aan de wegzijde enkele eiken worden aangeplant. De kavel ligt aan de rand van het dorp en grenst aan een open gebied. Daarom is gekozen om het erf verder transparant te houden. In het gebied zijn steenuilen gesignaleerd. In de nieuwe perceelsindeling is het wenselijk om bij de bestaande boerderij hoogstamfruitbomen aan te planten (foerageergebied en biotoop) voor de steenuil). De voorkeur gaat uit naar de keuze van de oude Drentse rassen (zie bijlage inrichtingsplan). De boomgaard zal afgeschermd worden door een geschoren meidoornhaag. De initiatiefnemer heeft met het inrichtingsplan aangetoond hoe de landschappelijke kwaliteit en de ruimtelijke samenhang op het perceel wordt verbeterd. 5. Milieu 5.1 Geluid Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan wordt een inventarisatie gemaakt van de geluidsbelasting in het plangebied op grond van de Wet geluidhinder. Daarbij kan het gaan om geluid afkomstig van lucht-, rail- of wegverkeer of van bedrijven. Ook wordt bekeken of er wettelijk vastgestelde geluidszones binnen het plangebied vallen. Bij elke aanpassing van het bestemmingsplan wordt een inventarisatie gemaakt van de geluidsbelasting in het plangebied op grond van de Wet geluidhinder. Voor dit plan is met name wegverkeer van belang. Weg verkeerslawaai De bepalende weg voor het plangebied bedraagt de Kinholtweg. Hier geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur. Op grond van de Wet geluidhinder hoeven deze wegen niet betrokken te worden bij de beoordeling van de geluidsbelasting. Vliegveld Het vliegveld Hoogeveen wordt voornamelijk gebruikt door klein recreatief vliegverkeer. Rondom het vliegveld is een geluidzone vastgesteld op grond van het Besluit geluidbelasting kleine luchtvaart. Deze geluidcontour (47 BKL-contour). Binnen deze zone kunnen alleen onder voorwaarden nieuwe woningen worden gebouwd. Het plangebied ligt niet binnen deze geluidcontour. Industrielawaai Ten oosten van het plangebied ligt het industrieterrein De Wieken. Dit is een gezoneerd industrieterrein op grond van de Wet geluidhinder. Rond het industrieterrein ligt een geluidcontour (50 db(a)). Het plangebied ligt niet binnen deze geluidcontour. Pagina 5

6 5.2 Water In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht de Watertoets uit te voeren. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Waterhuishouding Het plan loopt geen verhoogd risico op wateroverlast als gevolg van overstromingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. Het verhard oppervlak neemt met ca. 750 m 2 af. Voorkeursbeleid hemelwaterafvoer In het plan wordt gestreefd het voorkeursbeleid van het waterschap op te volgen. Als het hemelwater niet wordt aangekoppeld of wordt afgekoppeld van het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen. Aanleghoogte van de bebouwing. Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 centimeter ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand(ghg). Bij een afwijkende maatvoering is de kans op structurele grondwateroverlast groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. Wetgeving lozen in oppervlaktewater In het plan vindt een lozing plaats van water in oppervlaktewater. Hemelwater van schone oppervlakken (zoals daken en tuinen) mag rechtstreeks geloosd worden. Hemelwater dat van een parkeerterrein afstroomt (of anderszins) vervuild raakt, dient via een bodempassage af te wateren. Indien grondwater wordt onttrokken tijdens de aanleg en dat geloosd wordt in oppervlaktewater dan gelden er specifieke regels. Watertoetsproces De initiatiefnemer heeft het Waterschap Reest en Wieden geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. "De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies". Pagina 6

7 5.3 Bodem Adviesbureau Ecoreest heeft in 2008 een bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van Kinholtweg 3 te Fluitenberg (rapportnr ) van 12 januari 2009 (bijlage 2). Uit het vooronderzoek zijn vier potentieel verdachte deellocaties naar voren gekomen. Omdat deze meer dan 20 meter van het plangebied liggen, zijn deze niet onderzocht. In de bodem van het plangebied zijn geen verontreinigingen aangetroffen. In het grondwater is barium licht verhoogd aangetroffen. Deze licht verhoogde concentratie aan barium vormt geen belemmering voor het wijzigen van de bestemming. Grondverzet Indien bij eventuele graafwerkzaamheden ter plaatse van de bouwlocatie afwijkingen worden geconstateerd (bijvoorbeeld demping) of het vermoeden van een bodemverontreiniging bestaat, dient contact te worden opgenomen met het cluster Realisatie en Beheer/Team Advies van de gemeente Hoogeveen. Indien sprake is vrijkomende grond van de bouwlocatie en deze kan niet op de eigen locatie worden verwerkt dan dient de hergebruiksmogelijkheid, ten behoeve van toepassing elders, vastgesteld te worden. Voor het toepassen van grond gelden de regels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. 5.4 Bedrijvigheid Het bedrijf aan Kinholtweg 3 is een voormalige rundveehouderij. De bedrijfsactiviteiten zijn inmiddels beëindigd. De compensatiewoning wordt gerealiseerd in het kader van de ruimtevoor-ruimte regeling. Dit betekent dat volgens de Wet geurhinder en veehouderij een minimale afstand van 50 meter moet worden aangehouden tussen de compensatiewoning en het dichtstbijzijnde emissiepunt van een dierenverblijf. Daaraan kan aan worden voldaan. Verder ligt de woning niet binnen milieucontouren van andere niet-agrarische bedrijven. 5.5 Externe veiligheid Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico s worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico s veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het uitwerkingsgebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied. Stationaire bronnen Op basis van de provinciale risicokaart zijn in en in de directe omgeving van het plangebied geen stationaire risicobronnen aanwezig. Hier hoeft dus geen rekening mee te worden gehouden. Pagina 7

8 Buisleidingen Het plangebied ligt op circa 600 meter van een leidingtracé voor een drietal hogedruk aardgasleidingen. Het betreft twee leidingen met een diameter van 42 inch en een druk van 66 bar en een leiding met een diameter van 36 inch en een druk van 66 bar. De plaatsgebonden risico (PR10-6 ) contour ligt op de leidingen en vormt geen belemmering voor de ontwikkeling. Ook hoeft er geen verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden, omdat het plangebied buiten het invloedsgebied (540 meter) van de aardgasleidingen ligt. Transportroute gevaarlijke stoffen Op dit moment is het beleid voor vervoer gevaarlijke stoffen opgenomen in Nota en circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs). Hieruit volgt dat er aan weerszijden van een transportroute voor gevaarlijke stoffen sprake is van een aandachtsgebied van 200 meter. Indien ruimtelijke ontwikkelingen binnen dit aandachtsgebied geprojecteerd worden dan dienen de risico s op het gebied van externe veiligheid zorgvuldig afgewogen te worden. Het plangebied Kinholtweg 3 ligt op meer dan 800 meter van een transportroute voor gevaarlijke stoffen (de A28). Er hoeft dan ook geen verdere afweging van externe veiligheidsaspecten plaats te vinden. Hoogspanningslijnen Het plangebied ligt buiten de indicatieve zone rondom hoogspanningslijnen. Het is daarom niet noodzakelijk om in enige vorm uitvoering te geven aan het voorzorgsbeleid (brief 24 december 2004 Staatssecr. Van Geel) inzake de magnetische velden veroorzaakt door hoogspanningslijnen. Pagina 8

9 5.6 Luchtkwaliteit Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats. Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm en de bijbehorende ministeriële regeling. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat als de luchtkwaliteit met niet meer dan 3% verslechtert (een toename van maximaal 1,2 μg/m³ NO 2 of PM 10 ) een project als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd. In de bijbehorende ministeriële regeling nibm zijn drempelwaarden aangegeven. Voor woningbouw is opgenomen dat de bouw van minder dan 1500 woningen met 1 ontsluitingsweg naar het plangebied als een project in niet betekenende mate mag worden beschouwd. In dit plan gaat het om de bouw van één woning. Dit project leidt dus niet tot een significante verslechtering van de luchtkwaliteit. Een verdere toetsing aan de grenswaarden is niet noodzakelijk. 5.7 Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Landschapsbeheer Drenthe heeft de gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan onderzocht. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het rapport Ecologische inventarisatie Kinholtweg 3 (rapportnr. OP-C-001) van 1 april 2010 (bijlage 3). Gebiedsbescherming Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde gebied dat onderdeel uitmaakt van de EHS ligt op een afstand van ca. 850 meter van het plangebied. Dit gebied bestaat uit bloemrijke graslanden in het beekdal van het Oude Diep. Het plangebied ligt wel binnen het zoekgebied van de ecologische verbindingszone (EVZ). Ontwikkelingen binnen dit gebied mogen de functionaliteit van de EHS niet beperken. Deze zone moet nog nader worden uitgewerkt. Het plangebied vormt echter geen belemmering voor de inrichting van de EVZ. Agrarische bebouwing wordt vervangen door een woning en de herinrichting van het Oude Diep ten zuiden van het plangebied is afgerond in het kader van de inrichting van de EVZ. De functionaliteit van de EHS wordt door de ontwikkeling niet aangetast. Soortenbescherming Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat Pagina 9

10 planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen. Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Binnen het bestemmingsplangebied zijn met uitzondering van broedvogels - geen juridisch zwaarder beschermde soorten van Flora- en faunawet Tabel 2/3 of bedreigde of ernstig bedreigde soorten van Rode lijsten bekend. Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Op basis van het ecologisch onderzoek wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht. 5.8 Archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een vaste plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde 'veroorzakerprincipe'. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of voor een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. De uitgangspunten van het verdrag hebben hun beslag gekregen in de Wet op de archeologische monumentenzorg. In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de in de bodem aanwezige waarden. Hierbij gaat het niet alleen om de bekende terreinen die op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) zijn aangegeven, maar ook om de zones op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Het plangebied ligt volgens de IKAW in een gebied met een 'middelhoge verwachtingswaarde'. Daarnaast liggen in het plangebied geen terreinen die een (hoge) archeologische waarde hebben (AMK). Bij de ontwikkeling in het plangebied zal een totaal bodemoppervlak van minder dan 500 m 2 worden verstoord. Het te verstoren oppervlak is dermate gering dat, in aansluiting op het provinciaal beleid, een inventariserend archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. Er is wel sprake van een meldplicht, als bij graafwerkzaamheden archeologische sporen of vondsten worden aangetroffen. In dat geval dienen de werkzaamheden onmiddellijk te worden stilgelegd. De provinciaal archeoloog en de gemeente dienen hiervan op de hoogte te worden gebracht. Pagina 10

11 6. Economische uitvoerbaarheid Het betreft hier een private ontwikkeling, waarbij de initiatiefnemer heeft aangegeven de financiële consequenties te kennen door het toevoegen van een verklaring van een financiële instelling bij de aanvraag. Hiermee is de economische haalbaarheid voldoende aangetoond. 7. Planbeschrijving De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften van de doelbestemming Woning zijn dan ook conform het gestelde in artikel 6 lid 3 onder b van overeenkomstige toepassing op de ter plaatse gesitueerde woning op het perceel Kinholtweg Inspraak Het wijzigingsplan heeft vanaf 4 november tot en met 15 december 2010 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen ingebracht. Voorschriften Voorschriften, deel uitmakend van het artikel 3.6 Wro wijzigingsplan Kinholtweg 3 te Fluitenberg Op het wijzigingsplan is het ter zake, met uitzondering van de bepalingen ten dienste van wonen, bepaalde in de voorschriften van het bestemmingsplan "Buitengebied Noord, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 november 2007 en op 27 mei 2008 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Drenthe, van overeenkomstige toepassing. Het voorgaande met uitzondering van artikel 16 en artikel 17 lid 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 van de voorschriften. Daarnaast is het bestemmingsplan herziening woningbouwvoorschriften vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2009, van overeenkomstige toepassing. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op. de secretaris, de burgemeester, Pagina 11