CVOpen. Burgerschapsvorming onder de loep



Vergelijkbare documenten
Voorbeeldig onderwijs

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Leraar, je wist dat je het was.

Informatie over de brugklas voor ouders

Visie op ouderbetrokkenheid

Actief burgerschap en sociale integratie

1 Aanbevolen artikel

Visie op burgerschap en sociale integratie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Jij laat het zien. De havo/mavo. Voor durvers en doeners. een Calvijn school

De beste basis voor je toekomst

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Ons opvoedingsproject

Gedragscode. Gewoon goed doen

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

MELANCHTHON KRALINGEN. christelijke school voor mavo+ en vmbo JE BENT IEMAND, JE KUNT IETS EN JE HOORT ERBIJ

Je bent iemand, je kunt iets en. je hoort erbij KRALINGEN. Je kunt hier ook na school veel doen. Kleine, veilige en sfeervolle school

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Managers en REC-vorming GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

De Brede School Academie Utrecht

Alvast bedankt voor het invullen!

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt

Open Huis op vrijdag 22 januari 2016 maandag 1 woensdag 3 donderdag 4 februari 2016 Afdelingsleider klas 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

GIBO HEIDE. pedagogisch project

Goede resultaten en met plezier naar school! Identiteitsprofiel Singelland VO Surhuisterveen

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Juridische medewerker

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Hoe gaat het met je studie?

User Centered Design. Personas ontwikkelen

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Iedereen heeft een verhaal

Inge Test

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

MET DEZE 6 KEUZES WORDT DUURZAME INZETBAARHEID WÉL EEN SUCCES

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Mei 2016 Wout Neutel. Rapportage van het onderzoek naar de ervaringen met en mening over huisbezoeken in het onderwijs

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

a.roland holst c ollege QUEST een avontuurlijke zoektocht...

Young People Coaching Experience

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning.

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Visiedocument: Burgerschap in het vmbo van Wellantcollege

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

ipad enquête - ouders - 18 reacties (van 29 ouders)!

vmbo tl en gl uidermavo de sportieve mavo op Zuid met Havo route een Calvijn school

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het onderwijs

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

MELANCHTHON MATHENESSE

EEN SCHOOL MET TALENTUITDAGEND ONDERWIJS

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 2: Nieuwsbrief 3 (oktober 2013) Hallo allemaal,

werken voor talent! MET DE IPAD!

christelijke school voor mavo-havo

Nederlands (2 e graad); 12 lesuren

Interview met meneer Demmers (onderwijsassistent) Meneer Demmers, wie is hij? Wat doet hij? En waarom?

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Voorbereiding assessment

ONTDEK ONTDEK BORNEGO BORNEGO

Tineke Boudewijns VERSTAG

CVO Zuid-West Fryslan

ONTDEK ONTDEK BORNEGO BORNEGO

vmbo tl en gl een Calvijn school

Evaluatie project webshop 2.0

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

CBS Prins Maurits Orionstraat GS

Je bent iemand, je kunt iets en. je hoort erbij KRALINGEN. Je kunt hier ook na school veel doen. Kleine, veilige en sfeervolle school

Wat doe jij op de eerste schooldag in 2015???

MISSIE - VISIE - MOTTO

PeerEducatie Handboek voor Peers

Reflectieverslag mondeling presenteren

JANUARI leerlingen nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Vrijwilligers zullen vanuit school begeleid worden op vakinhoudelijk en didactisch gebied.

Informatieblad van openbare basisschool De Wissel - vrijdag 6 februari 2014

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

christelijke school voor mavo-havo-vwo met elkaar voor elkaar voor nu en later

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Ondernemen, Welzijn & Sport

Niet vergeten. Nieuwe eindtoets. 4 februari 2015, jaargang 5 nummer 11

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

facebook.com/fritsphilips voor brugklassers twitter.com/fritsphilips

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET

vaardigheden - 21st century skills

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Samenwerking. Betrokkenheid

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Transcriptie:

CVOpen Jaargang 7 Juni 2007 4 Burgerschapsvorming onder de loep Wim Littooij weerspreekt onzin over onderwijsvernieuwing Identiteit weer op de CVO-agenda Steeds meer brede scholen

Colofon In dit nummer CVOpen is het huisorgaan van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO). Het verschijnt vier keer per jaar en wordt toegestuurd aan alle 2.200 medewerkers van CVO en aan relaties. Uitgever Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO) Goudsesingel 14a, 3011 KA Rotterdam Postbus 22421, 3003 DK Rotterdam Tel. (010 ) 217 13 99 Fax (010 ) 411 42 78 E-mail secretariaat@cvo.nl Internet www.cvo.nl Redactie Robert van Atten, Albert Bosma, Lennaert van der Hoeven, Ron van Rossum, Ad van Schelven en Anja de Zeeuw. Redactieadres Verenigingsbureau CVO, t.a.v. redactie CVOpen, Postbus 22421, 3003 DK Rotterdam E-mail cvopen@cvo.nl Eindredactie Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw, Gouda 1 Rotterdams profiel voor docenten 2 Onzin over onderwijsvernieuwing 5 Littooij: Met het ROB op de goede weg 6 Met beide benen in de maatschappij 8 Identiteit weer op de CVO-agenda 10 Probleemleerlingen beter te plaatsen 11 CVO schakelt over op breedband 12 De week van Ludi Emmerich 14 Steeds meer brede scholen 16 Straks veel nieuwe leraren gezocht 17 De (CVO)pen aan een gast: Sjoerd Slagter 18 Nieuws van de scholen 21 Personalia 22 De buitenlandse docent: Agatha Paradna Ontwerp haai, Rotterdam Beeld Gerard van Hooff, Rick Keus, Harro Bannink, Henk van Veen, Marjan van der Wel, Rita Schmidt-Bol 23 Personalia 24 De hobby van Robert Schmidt Coverfoto Joyce van Belkom Druk Quantes, Rijswijk Aan dit nummer werkten mee: Karin van Breugel (tekst van breugel), Lennaert van der Hoeven (PENTA college CSG), De Nieuwe Lijn tekst & communicatie, Anja Kleingeld (PENTA West-IJsselmonde), Kees den Ouden (bureau CVO), Koert Sauer (Koers VO en REC Rijndrecht), Ad van Schelven (CSG Calvijn), Sjoerd Slagter, Anja de Zeeuw (Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw) e.a. 6 14 18 24

Actueel Rotterdams profiel voor docenten Grote stad vergt specifieke deskundigheden Het werken in het Rotterdamse onderwijs stelt zulke specifieke eisen, dat er sprake is van een Rotterdams profiel voor docenten in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Dat stelt de werkgroep Personeel Plus (P+) in het rapport Daar zegt u me wat!. De werkgroep wil met deze conclusies in de hand veranderingen teweegbrengen in de (Rotterdamse) lerarenopleiding. Het rapport schetst uitvoerig dat de situatie in Rotterdam afwijkt van die in de andere grote steden. Naast de vergrijzing vindt er in Rotterdam tegelijkertijd een vergroening (gemiddeld jonger worden red.) plaats, vooral binnen de allochtone groepen in de stad. Het multiculturele karakter van de leerlingenpopulatie neemt de komende jaren verder toe. Het aantal allochtone groepen is in Rotterdam hoger dan in de andere grote steden. Deze diversiteit maakt een simpele, eenduidige benadering onmogelijk. Bovendien is in Rotterdam sprake van een groter aantal autochtone bevolkingsgroepen in achterstandssituaties. In de binnenstad en in een aantal wijken is daardoor een specifiek Rotterdamse stapeling van problemen aan de orde. Eisen aan de docent Het onderwijs in Rotterdam heeft daarmee een dubbele uitdaging. Het moet de leerlingen tot maximale prestaties brengen, maar tegelijkertijd de taken op het gebied van opvoeding, sociale cohesie en ondersteuning van de ouders extra serieus nemen. De docent moet omgevingsgevoelig zijn en opgeleid in de sociale ecologie van Rotterdam. Ook op het gebied van zorg worden gerichte eisen gesteld. Elke docent zal in staat moeten zijn om bij leerlingen problemen te signaleren, of deze nu onderwijskundig dan wel opvoedkundig of maatschappelijk van aard zijn. Dat houdt overigens zeker niet in dat de docent hulpverlener moet worden. Goed taalgebruik Daarnaast benadrukt het onderzoeksrapport het belang van goed taalgebruik. Het leren van achterstandsleerlingen wordt extra belemmerd door hun taalachterstand. Het spreekt niet vanzelf dat elke docent deze hindernis kan nemen: Een docent die het Nederlands prima beheerst, maar het niet kan aanwenden om effectief te communiceren met zijn leerlingen, is niet professioneel, aldus het rapport. Het onderwijs moet bruggen slaan naar de taal die leerlingen allochtoon en autochtoon wel effectief aanwenden in hun onderlinge omgang. Het is sowieso belangrijk dat docenten oog hebben voor de leefwereld van de jongeren en kunnen aansluiten bij hun vaardigheden en interesses. Flexibiliteit in de didactiek is daarmee een harde eis. Lerarenopleiding Er worden dus veel eisen gesteld aan de werkers in het hedendaagse Rotterdamse onderwijs. De aandacht hiervoor in de docentenopleiding kan zeker nog verbeteren. Zo blijkt het onderdeel taal slechts mondjesmaat aan de orde te komen. Tegelijkertijd is het onmogelijk om binnen een vierjarige opleiding voldoende vakinhoudelijke bagage aan te reiken en daarnaast nog eens de meer algemene Rotterdamse eisen ten volle te honoreren. Daarom moet er een opleidingsstructuur ontstaan waarbij de initiële opleiding de basis legt van algemene vaardigheden en competenties. Daarop wordt later tijdens de beroepspraktijk voortgebouwd. Specialisatie vindt dan postinitieel plaats. (KdO) Werkgroep Personeel Plus De werkgroep P+ valt onder het Rotterdams Onderwijsbeleid (zie ook pagina 5). Ze houdt zich bezig met de ontwikkelingen van personeelsbeleid en arbeidsmarkt in het Rotterdamse onderwijs. In opdracht van de werkgroep onderzocht Herman Hermans de specifieke kenmerken van de Rotterdamse beroepspraktijk. Hij interviewde hiervoor 15 sleutelfiguren in het Rotterdamse onderwijs. C VOpen Juni 2007

De foto boven is genomen op Via Melanchthon, de foto onder op Melanchthon Bergschenhoek, scholen van CVO waar verantwoorde onderwijsvernieuwing aan de gang is. C VOpen Juni 2007

Wim Littooij neemt stelling: Onzin over onderwijsvernieuwing De laatste maanden verschijnen er met grote regelmaat berichten in de media dat het er beroerd voorstaat met het onderwijs. En hoe vaker het geroepen wordt, hoe meer het waar lijkt te zijn. Ik maak me in toenemende mate zorgen over deze berichtenstroom. Ten eerste vind ik de meeste verhalen getuigen van oppervlakkigheid en weinig kennis van zaken. Maar daarnaast weet ik dat veel harde werkers in het onderwijs onrecht wordt aangedaan met deze publiciteit. Ik merk dat onderwijsmensen in Rotterdam en omgeving zich de berichten aantrekken en er onzeker van worden. Daarom heb ik besloten om deze stellingname te publiceren in CVOpen. Ik houd van debat, maar wel graag met argumenten. Wim Littooij Van opinie naar feit De negatieve berichtenstroom is ongeveer een jaar geleden begonnen in de zogeheten kwaliteitskranten. Het was met name de filosoof Ad Verbrugge die met zijn vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) ten strijde trok tegen allerlei ontwikkelingen in het onderwijs die naar zijn idee een aantasting waren van de positie van de leerkracht en van de hoeveelheid vakkennis. Daarbij leek het weinig uit te maken of de wetgever, de manager of een nieuwe lesmethode de leerkracht hinderde: de traditionele rol van de (hoogopgeleide) leraar. De vereniging BON kreeg de wind mee toen een aantal incidenten op het conto van de vernieuwing werd geschreven. Studenten klaagden dat ze te weinig les kregen, wat veroorzaakt zou zijn door het nieuwe leren. Zelfs de Tweede Kamer is onder de indruk en gaat zich richten op een parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Het was voorheen slechts een opinie, maar het wordt nu als feit gepresenteerd: het onderwijs is er rampzalig aan toe en dat komt door de onderwijsvernieuwing. Ik wil niet beweren dat alle veranderingen in het onderwijs een groot succes zijn geweest. Ook ga ik niet zeggen dat er nooit iets fout gaat. Maar voor mij staat vast dat het noodzakelijk is ons onderwijs aan te passen aan de eisen van deze tijd. Daarbij houd ik staande dat we in het onderwijs in elk geval bij CVO op een verantwoorde manier werken aan de vernieuwing. Het nieuwe leren Laat ik om te beginnen benadrukken dat onderwijsvernieuwing een zeer brede term is met daarin veel dimensies. Het begrip verwijst in de eerste plaats naar operaties in het onderwijsbeleid van de rijksoverheid zoals de invoering van de basisvorming, het vmbo en de tweede fase. Het lijkt me heel gezond dat de Tweede Kamer hier onderzoek naar doet, zeker wanneer dan ook wordt gekeken naar de doorgaans hoge snelheid en het geringe geldbedrag voor de invoering. Voor het overige maak ik me over dit onderdeel van de onderwijsvernieuwing niet zo druk: C VOpen Juni 2007

de vernieuwing vond plaats vanuit een behoorlijke visie en wanneer deze in de praktijk niet goed functioneerde, pasten de scholen en docenten het programma zelf wel aan. Vijftien vakken voor alle leerlingen was gewoon onmogelijk in het vmbo en dus gebeurde het ook niet! In de tweede plaats heeft onderwijsvernieuwing twee dimensies die vooral op schoolniveau spelen, en het is interessanter om daarover te praten. Die dimensies zijn: leerinhouden en didactische werkvormen. Onder leerinhouden versta ik: wat moeten we de leerlingen bijbrengen? Voornamelijk basiskennis of veeleer ook vaardigheden om deze kennis te verwerven? En wat doen we met houdingen of competenties? < Innovatie vergt meestal extra inspanning van de leerkracht, daar staat tegenover dat deze er veel voor terug krijgt > Met didactische werkvormen bedoel ik: hoe verzorgen we het onderwijs? Voornamelijk via instructie door de leerkracht of ook via zelfwerkzaamheid? De verzamelnaam Het nieuwe leren staat dan voor een benadering waarbij het niet meer alleen gaat om het vermeerderen van kennis, maar ook om het vermogen deze kennis te gebruiken en zelf nieuwe inzichten te verwerven. De didactiek sluit daarbij aan. Hét nieuwe leren bestaat niet, er zijn veel verschijningsvormen van. Bindend en boeiend onderwijs In september 2004 heeft CVO de notitie Bindend en boeiend onderwijs uitgebracht. Hiermee wilde CVO aangeven dat deze tijd en deze regio vragen om andere vormen van onderwijs dan de traditionele van klassikaal en jaargericht. Het traditionele onderwijs was een product van het industriële tijdperk, gebouwd als het was op de pijlers van uniformiteit en gelijkheid (iedereen hetzelfde aanbod, op hetzelfde moment en in hetzelfde tempo). In de moderne samenleving ligt de nadruk meer op individuele mogelijkheden en interesses. Keuzes en maatwerk, je komt ze overal tegen. Bovendien: kennis verandert steeds sneller en is steeds breder toegankelijk. Willen we de kinderen in deze tijd blijven boeien, dan kunnen we niet volstaan met een leerkracht en krijtje voor de klas. De kinderen zelf zullen ook actief aan de slag moeten: zelf kennis vergaren en leren omgaan met de vele keuzemogelijkheden. < Willen we de kinderen in deze tijd blijven boeien, dan kunnen we niet volstaan met een leerkracht en krijtje voor de klas > Daarnaast is de opvoedende taak van het onderwijs steeds groter geworden. Maatschappelijke problemen van verkeersveiligheid tot gebrekkige integratie worden op het bordje van de school gelegd. Welnu, 25 leerlingen-op-een-rijtje kun je niet opvoeden. Opvoeding vereist een persoonlijke relatie. En ten slotte zijn boeken niet meer de enige bron van kennis. We moeten meer leersituaties benutten, juist ook als ze buiten de school liggen. Vandaar dat in Bindend en boeiend onderwijs ook de nadruk wordt gelegd op: - een activerende didactiek: leerlingen zijn actief en zelfstandig aan het leren; - een krachtige leeromgeving, gebruik makend van vele bronnen binnen en buiten de school; - wisselende werkvormen en een groepsindeling die bij die werkvormen past; - onderwijs als verantwoordelijkheid van een team dat gezamenlijk verantwoordelijk is voor het onderwijs en de zorg voor de leerling. Daarbij is overigens uitdrukkelijk aangegeven dat we ons niet beperken tot één didactische benadering, maar dat we gebruikmaken van de meest succesvolle elementen uit de diverse modellen. Meerdere oplossingen Alle CVO-scholen zijn met Bindend en boeiend onderwijs aan de slag gegaan. Daarbij is het aan elke school en aan elk team om de vormgeving te kiezen die passend is in de eigen situatie. Vooruitgang wordt wel gevraagd, maar van een deadline is geen sprake. Zo zijn we verantwoord bezig: het onderwijs wordt aangepast aan de eisen van de tijd, maar wel op een wijze die recht doet aan de situatie van de school en van het team. Natuurlijk worden er wel eens fouten gemaakt, maar dat gebeurt ook wanneer je het systeem niet verandert en alle motivatieproblemen gewoon in tact laat. Maar alle vermeende misstanden uit de pers kom ik bij de CVO-scholen niet tegen. Wanneer we de zelfstandigheid van leerlingen bevorderen, betekent dat niet dat we hen slecht begeleiden, aan hun lot overlaten of minder lessen per week geven. Integendeel, hoe goed het ook is om leerlingen van deze leeftijd uit te dagen tot nieuwe vormen van leren, ze hebben wel structuur en toezicht nodig. Wanneer leerlingen zelfstandig aan het werk zijn, impliceert dat ook niet dat de leerkracht een makkie heeft. Hij of zij moest in de voorbereiding extra aandacht besteden aan de organisatie van de les en hij of zij heeft daarnaast tijd nodig voor (individuele) begeleiding en nazorg. In het algemeen vergt innovatie extra inspanning van de leerkracht, laat dat gezegd zijn. Daar staat tegenover dat de leerkracht er veel voor terug krijgt. Niet alleen is het altijd heel bevredigend om leerlingen gemotiveerd aan het werk te zien, de docent zelf is ook in meer wisselende situaties met leerlingen actief: nu eens als vakdeskundige, dan weer als instructeur of als opvoeder. Nu eens met een groep leerlingen, dan weer in de begeleiding van een individuele jongere. De docent wordt aangesproken in alle aspecten van zijn of haar professionaliteit. De leerling is meer actief en onderzoekend bezig, kan waar nodig of gewenst extra aandacht besteden aan onderdelen en krijgt meer afwisselend onderwijs. De leerling wordt beter begeleid en verschijnt straks beter toegerust op de arbeidsmarkt. Dat lijkt me een aantrekkelijk perspectief, vooral op het vmbo, maar even zeker niet alleen daar! C VOpen Juni 2007

Littooij Met het ROB op de goede weg Wim P. Littooij is voorzitter van de Raad van Bestuur van de Vereniging voor CVO te Rotterdam en omgeving. In het najaar van 2005 hebben de Rotterdamse scholen afspraken gemaakt met de gemeente Rotterdam om gezamenlijk de schouders te zetten onder de grote opgaven als achterstandsbestrijding en kwaliteitsverbetering. Het Rotterdams Onderwijsbeleid (ROB) was geboren. Onlangs hielden we ruim een jaar later de eerste voortgangsconferentie. We constateerden dat we er nog lang niet zijn en dat sommige dingen beter kunnen, maar dat de start positief is verlopen. Het Rotterdams Onderwijsbeleid is een forse onderneming. Dat geldt allereerst voor het aantal deelnemers: alle Rotterdamse scholen zijn erbij betrokken, van peuterspeelzaal tot en met hoger onderwijs. Maar ook de inhoudelijke taakstelling is omvangrijk: we willen afrekenen met alle diepgewortelde achterstandsproblemen en we willen als Rotterdamse scholen onderwijs van topkwaliteit leveren. Bij de start zijn tien actiepunten voor het ROB geformuleerd. Dat zijn onder andere: - geïntegreerd taalbeleid; - onderwijs en omgeving; - ouderbetrokkenheid; - integratie en burgerschap; - professionalisering van management en leraren. De meeste scholen doen al het nodige aan deze thema s, maar ze behoeven toch een verdere ontwikkeling en versterking. Hierbij kunnen scholen ook veel van elkaar leren. Aan alle actiepunten is het afgelopen jaar gewerkt! Dat gebeurde in vijf werkgroepen met vertegenwoordigers van de schoolbesturen en van de gemeente. De werkgroepen hebben op hun terrein verkenningen en inventarisaties gepleegd. Ook kon het beleid van de gemeente op diverse punten vanuit de werkgroepen worden beïnvloed. Er zijn ook meer concrete resultaten te melden. De ontwikkeling van de brede school (zie pagina 15-16 in dit nummer, red.) gaat nu snel, juist ook in het voortgezet onderwijs. De bestaande brede scholen breiden hun aanbod uit (meer uren per dag, meer dagen per week) en er komen nieuwe locaties bij. Ook diverse CVO-scholen zijn hierbij betrokken. Ik vind dat belangrijk, want daarmee besteden we extra tijd aan onze leerlingen. Bovendien zijn we als school meer bezig met onze omgeving. Verder breidt het aantal schooloudercontactpersonen zich uit. Dit zijn functionarissen die vanuit de school een brug slaan naar het thuismilieu van de leerling, juist ook wanneer het allochtone leerlingen betreft. Het is immers belangrijk om ouders en opvoeders bij de opleiding te betrekken en hen waar nodig uit hun isolement te halen. Er is dus beslist vooruitgang geboekt. Tegelijkertijd is het niet vreemd dat er na het eerste jaar ook nog verbeteringen mogelijk zijn. Zo is het beleidswerk het eerste jaar nog teveel in de vergaderzalen blijven steken. Het vergadercircuit wist nauwelijks in de praktijk van de scholen door te dringen. Dat zal in de toekomst beslist anders moeten. Ook binnen CVO moeten we op dit punt nog wel enige slagen maken. Daarnaast hebben de medewerkers van de gemeente moeten wennen aan de veranderingen in hun rol. Waren ze voorheen vooral actief met het verstrekken en controleren van subsidies, nu moeten ze zich meer als medespelers naast de scholen opstellen. De ene medewerker heeft hier meer moeite mee dan de andere. Dat alles neemt niet weg dat we met het ROB op de goede weg zijn. We zien dat er op alle scholen hard wordt gewerkt aan taalbeleid, burgerschapsvorming en integratie. We zien dat ouders steeds meer bij de opleiding van hun kinderen worden betrokken. En we zien dat de scholen zich niet wensen neer te leggen bij de achterstandspositie van veel Rotterdamse leerlingen. Juist daar blijven we de schouders onder zetten. C VOpen Juni 2007

Burgerschapsvorming onder de loep Het onderwijs heeft als taak om leerlingen op te leiden, maar ook om ze op te voeden. Daarover is vrijwel iedereen het eens. Nieuw is dat de Onderwijsinspectie scholen sinds 1 oktober 2006 controleert of ze ook daadwerkelijk actief burgerschap en sociale integratie bevorderen onder hun leerlingen. Melanchthon Kralingen geldt als een goed voorbeeld in de regio. De school zette onder meer een leerlingenplatform op. Met beide benen in de maatschappij In de jaren tachtig had je de emancipatie, nu zijn burgerschap en integratie een hot issue in onze samenleving, zegt Kees den Ouden, beleidsmedewerker op het verenigingsbureau van CVO. Het verplicht stellen van aandacht voor deze thema s op scholen past geheel binnen de tijdgeest. Politici benadrukken voortdurend het belang van waarden en normen. In de grote steden vormt integratie een complex vraagstuk. Hoe kunnen we respectvol omgaan met elkaar en wat is nodig om het democratische gehalte van onze samenleving te behouden en mogelijk verder te ontwikkelen? Op dat soort vragen gaat burgerschapsvorming in. Motivatie In haar notitie Toezicht op Burgerschap en Integratie (2006) motiveert de Inspectie van het Onderwijs het toezicht zelf als volgt: De betrokkenheid tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid is afgenomen. De plichten en rechten die bij burgerschap horen lijken soms wat op de achtergrond te zijn geraakt. Daar komt bij dat sommige ouders/verzorgers en kinderen niet gewend zijn aan burgerschapstradities en gebruiken van onze samenleving. Een werkgroep van het Rotterdams Onderwijsbeleid omschrijft het zo: In de manier waarop jongeren omgaan met begrip en respect valt nog veel winst te halen. Op 1 februari 2006 trad de bepaling in werking die aan scholen de opdracht geeft het actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen te bevorderen. Vanaf dit schooljaar houdt de Inspectie ook toezicht op de naleving van die wettelijke opdracht. Voor de meeste scholen zal dat geen grote gevolgen hebben, verwacht Den Ouden. Ze besteden ieder op hun eigen manier al aandacht aan dit thema, zegt hij. Maar de scholen die altijd al weinig deden en nu nog steeds niets doen, die komen er niet meer mee weg. Het verschil met voorheen zit erin dat scholen nu planmatiger invulling moeten geven aan burgerschapsvorming. Zo kan worden bekeken of alle inzet wel resultaat oplevert en of de doelen niet moeten worden bijgesteld. Twee kwaliteitsindicatoren Burgerschap en integratie zijn brede begrippen. Volgens de Inspectie verwijst actief burgerschap naar de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving. Doorvertaald naar het voortgezet onderwijs komt dit neer op: burgerschapsvorming stelt jongeren in staat deel te nemen aan onze samenleving en hen de kans op een goede toekomst te bieden (uit Basis voor burgerschap, SLO, maart 2006). C VOpen Juni 2007

Marja Bahnerth, adjunct-directeur van Melanchthon Kralingen (links): Een leerlingenplatform maakt leerlingen mondiger. De Inspectie gaat de scholen toetsen met behulp van twee kwaliteitsindicatoren, waaraan enkele aandachtspunten zijn gekoppeld. Vanuit de zorg voor kwaliteit van het onderwijs dienen scholen onder meer te beschikken over een visie op burgerschap en integratie en ze moeten daaraan doelen verbinden. Ze moeten deze doelen ook evalueren. De school stemt bovendien haar aanbod af op risico s en ongewenste opvattingen, houdingen en gedragingen van leerlingen rond burgerschap en integratie. < Je kunt iets, je bent iemand en je hoort erbij > Voor wat betreft het onderwijsaanbod stelt de Inspectie onder meer vast of de school aandacht schenkt aan de bevordering van sociale competenties, aan de samenleving en de diversiteit daarin. En of ze de basiswaarden, kennis, houdingen en vaardigheden voor participatie in de democratische rechtsstaat ook stimuleert. De wettelijke opdracht regelt dat scholen deze doelen binnen hun onderwijs moeten bevorderen. Niet hóe ze dat moeten doen. Ze krijgen alle ruimte om er zelf invulling aan te geven. School als oefenplaats Het is de bedoeling dat scholen burgerschap en integratie ook zelf in praktijk brengen, dus dat ze als oefenplaats fungeren. Melanchthon Kralingen is een van de CVO-scholen waar leerlingen al volop experimenteren met goed burgerschap en integratie. De school heeft onder meer een leerlingenplatform opgezet waarin elke klas zijn eigen vertegenwoordiger heeft. De leerlingen in het platform praten samen over alles wat er in de school gebeurt en nog moet gebeuren. Marja Bahnerth-van Geldern, adjunct-directeur en trekker van het leerlingenplatform: Een leerlingenplatform maakt leerlingen mondiger. Ze leren discussiëren, leren luisteren naar de mening van anderen en leren een visie ontwikkelen op uiteenlopende onderwerpen. Als school laten we zien dat we openstaan voor kritiek. We doen er meestal ook iets mee. Zo hebben de leerlingen ons onder meer laten weten dat ze niet zo blij zijn met het negentig minutenrooster, dat we vorig schooljaar (2005-2006) hebben ingevoerd. Ze vinden de lessen te lang duren. De docenten hebben vervolgens hun best gedaan om meer afwisseling in lesvormen in te bouwen. Seksualiteit Dat was nog een milde discussie. Soms lopen de gemoederen ook hoog op, maar dat moet kunnen, vindt het schoolteam in Kralingen. Bahnerth: We hebben het binnen het platform onlangs gehad over de omgang met homoseksualiteit. We merkten namelijk dat er bij diverse leerlingen op onze school heel expliciet sprake is van homofobie. Daar moet je als school iets mee. We hebben toen afgesproken dat we een themadag over seksualiteit zouden organiseren voor leerlingen van de tweede klassen. Er stonden diverse toneelvoorstellingen en workshops op het programma. In één workshop vertelden drie homo s over het homozijn. In een andere ging het over respectvol omgaan met elkaar binnen relaties. In de workshops spraken we vooral over bewustwording in een open sfeer waarin alle meningen aan bod kwamen. Of de dag ook effect heeft gehad? Je kunt leerlingen natuurlijk niet dwingen anders te denken, maar je kunt ze ten minste kennis laten nemen van het gedachtegoed van anderen. Het gaat erom dat ze weten welke ideeën er leven in de samenleving en dat we met elkaar in gesprek blijven, al hebben we niet allemaal dezelfde mening. Sociale competenties Bahnerth: Als school willen we eraan bijdragen dat jongeren met beide benen in de maatschappij staan. Dat is, volgens ons, waar burgerschapsvorming om draait. Een leerlingenplatform is dan maar één middel om dat te bereiken, we doen natuurlijk nog meer. Zoals het organiseren van stages, waarin leerlingen ook volop kunnen werken aan hun sociale competenties. En je vindt het onder meer ook terug in ons schoolbeleid, dat uitgaat van deze principes: je kunt iets, je bent iemand en je hoort erbij. (DNL) C VOpen Juni 2007

Concrete handvatten voor de praktijk CVO ontwikkelt een visie op de levensbeschouwelijke identiteit van zijn scholen. Een enthousiaste commissie voert discussies over begrippen als respect, dialoog en identiteit. Ze moeten leiden tot concrete handvatten voor de dagelijkse praktijk van medewerkers, leerlingen en ouders. In aantocht zijn ook een nieuwe missie en visie, en toekomstgericht personeelsbeleid. CVO baseert die op de visie op identiteit. Identiteit weer op de CVO-agenda Staan we toe dat moslimmeisjes een hoofddoek dragen op CVOscholen? Mogen leerlingen met een andere geloofsovertuiging vrij krijgen voor hun religieuze feestdagen? Heeft CVO een baan voor sollicitanten die zeggen dat ze zich niet verbonden voelen met het christelijk geloof, of de islam of het hindoeïsme aanhangen? Wat houdt respecteren van de grondslag in, en wat onderschrijven? Deze en andere vragen komen regelmatig op het CVO-bureau terecht. Antwoorden zijn niet lichtvaardig te geven. Dat was voor de voorzitter van de CVO s Raad van Bestuur Wim Littooij een reden om een brede commissie Identiteit in te stellen. Die zal uiteindelijk handvatten leveren voor het omgaan met praktische en identiteitsgebonden problemen. Afscheidssymposium De rechtstreekse aanleiding voor de identiteitsdiscussie vormde het afscheid van bestuurslid Truus van Gijzen vorig jaar. In de twaalf jaar dat Truus lid was van het CVO-bestuur liet zij blijken dat identiteit hoog op haar agenda stond. Als afscheidscadeau bood CVO haar een symposium aan over identiteit en de grenzen daarvan, onder de titel Grenzen van respect. Wim Littooij: We willen open christelijk onderwijs zijn, en zien allerlei andere geloven onze scholen binnenkomen. In hoeverre houden we daar rekening mee? Waar zitten de grenzen van ons respect voor anderen en andersom? Aan de hand van drie inleidingen van Besturenraadsadviseur Paul Boersma, ds. Elbert Grosheide, curatoriumlid van Melanchthon, en mijzelf discussieerden we daarover. Het symposium werd opvallend druk bezocht. De zaal zat vol, niet alleen met managers van CVO, maar ook met medewerkers. Verder was de betrokkenheid hoog: er werd goed meegediscussieerd. Aan het eind kwam de vraag op om verder te gaan met dit onderwerp. Nascholing over identiteit De commissie Identiteit was snel gevormd. Veel geledingen binnen CVO zijn erin vertegenwoordigd: van Raad van Toezicht tot godsdienstdocenten (zie kader). Wim is enthousiast over de commissie: We voeren een wezenlijke discussie. We hebben lang gesproken over wat open christelijk onderwijs is. En ook welke begrippen een rol spelen: onder andere respect, dialoog, er-zijn voor de ander, en het presentiedenken, afkomstig uit de theologische hoek. We hebben die begrippen eerst gevuld met betekenissen. Daarna vroegen we ons af welke kernwaarden we daaruit halen, en hoe die tot een aantal grondregels leiden, een soort grondwet. Als laatste volgen een aantal afspraken over het omgaan met de kernwaarden binnen CVO. Het resultaat, een brede kaderstelling, brengen we naar alle mensen die bij CVO werken, de leerlingen en hun ouders. Dat zal waarschijnlijk gebeuren in de vorm van een brochure. Daarin komt eerst een aantal inspirerende bijdragen van commissieleden, en daarna de kaders voor het beantwoorden van de praktische en identiteitsgebonden vragen. CVO stopt niet bij het formuleren van een nieuwe visie op de christelijke identiteit. Wim: We zijn ook bezig met een nieuwe missie en visie, en toekomstgericht personeelsbeleid. We presenteren die als concepten op de CVO-scholen Mensen binnen CVO hebben er zó over gedacht en vragen een aantal mensen in de scholen om erover mee te praten. Hebben ze nieuwe gezichtspunten, dan nemen we die in het definitieve stuk mee. Wim voorziet als concreet gevolg van de identiteitsdiscussie dat er een bewuste nascholing voor docenten komt op het gebied van identiteit. Nu blijkt dat we onze docenten nascholen op élk denkbaar terrein, maar niet of te weinig op het gebied van de identiteit. Ik proef dat we ernaar toegaan dat er begeleiding C VOpen Juni 2007

en coaching komt voor CVO-docenten op dit gebied. Want ook mensen die uit christelijke gezinnen komen zien er vaak tegenop om zich op dit punt te uiten. Het aanbod van de Besturenraad op dit punt zullen we zeker bekijken en er misschien gebruik van maken, maar het is ook denkbaar dat we zelf iets ontwikkelen hiervoor. Coram Deo Een van de commissieleden die zorgen voor inhoudelijk sterke bijdragen over onderwerpen als Identiteit en respect en CVO en identiteit is de emeritus-wiskundehoogleraar dr. Harm Bart, lid van de Raad van Toezicht. Harm licht zijn inzet toe: Ik ben een exact georiënteerde wetenschapsman, die daarnaast interesse heeft in filosofie en theologie. Oorspronkelijk afkomstig uit een orthodox reformatorisch milieu, ben ik eigenlijk tamelijk agnostisch ingesteld. Ook al kunnen we steeds meer met onze wetenschap, toch raken we in de zin van het Duitse Verstehen eigenlijk steeds verder achterop. Met de toenemende kennis wordt de wereld paradoxaal genoeg meer en meer een mysterie, en dat boeit en raakt mij enorm. Het besef van mysterie ligt naar mijn gevoel aan de basis van het religieuze denken, en kern daarvan is dat ons leven zich afspeelt coram Deo, voor Gods aangezicht. Daarin ligt een onderscheid met hen die geloven dat de wereld niets anders is dan wat we plat kunnen waarnemen en die een van boven af komende verantwoordelijkheid afwijzen. Door de eeuwen heen zijn er veel nare, maar ook hele positieve dingen gebeurd door toedoen van religie. Je kunt onze beschaving niet los zien van het religieuze denken. Zelfs niet op het punt van de ontwikkeling van de natuurwetenschap. En hoe zou onze kunstgeschiedenis eruit hebben gezien, als er geen Bijbel was geweest? Ik vind het van groot belang om te proberen inspiratie te putten uit het positieve in het religieuze denken, om deze wereld een tranendal, kijk maar naar het Journaal een beetje leefbaarder te maken. Daarom ben ik geïnteresseerd in de identiteitsdiscussie. Je kunt wel zeggen: leerlingen die nergens aan doen en leerlingen met een moslimachtergrond komen de open christelijke school binnen, dus maak er maar openbaar onderwijs van, maar dat vind ik een verarming. Het is juist een uitdaging om het waardevolle, goede uit onze traditie te koesteren en zo de vrede tussen mensen of tenminste de afwezigheid van uitbrekende vijandschap mogelijk te maken. Onder het goede uit onze traditie versta ik: zorgzaamheid voor elkaar, rentmeesterschap voor de misschien wel heel broze fysieke wereld en behoedzaamheid in het samenleven. In druk verkeer met verkeersdeelnemers die allemaal een andere kant opwillen, zul je heel voorzichtig moeten rijden. Dan moeten we niet met onze ellebogen gaan werken, of anderen van de weg afduwen. Want ook die ander is een schepsel van God, die eerbied verdient. Het evangelie naar Mattheüs zegt het zó: God laat zijn zon opgaan over bozen en goeden. Daar verwijs ik graag naar. (AZ) Commissie Identiteit De commissie Identiteit bestaat uit Wim Littooij (voorzitter Raad van Bestuur), Harm Bart (lid Raad van Toezicht), Raaf Cornelisse (docent levensbeschouwing Marnix Gymnasium), Gerrit Elings (directeur onderwijs van CSG Calvijn), Henk Fledderus (algemeen rector PENTA college CSG), Adri de Groot (voorzitter curatorium Accent), Elbert Grosheide (predikant en curatoriumlid Melanchthon), Kenneth ter Haar (godsdienstdocent Accent Praktijkonderwijs), Jan Kweekel (rector Melanchthon), Piet Mout (rector PENTAvestiging Jacob van Liesveldt), Roel Vijn (rector Comenius College) en Dirk Wakker (rector Farelcollege). C VOpen Juni 2007

Meer keus voor Centrale Intake Commissie Sommige leerlingen uit het voortgezet onderwijs kunnen vanwege gedragsproblemen tijdelijk niet op hun school blijven. Sinds kort kunnen zorgadviesteams die zo n leerling aanmelden bij de Centrale Intake Commissie (CIC), ervan uitgaan dat de CIC breder zoekt naar een passende plaats voor deze leerlingen. En dat de CIC daarin sneller slaagt. Probleemleerlingen beter te plaatsen De CIC bemiddelt plaatsen in de onderwijsopvangvoorzieningen (OOVR s, soms ook wel reboundvoorzieningen genoemd), en bijvoorbeeld ook op projecten van Horizon, instituut voor jeugdzorg en onderwijs in Zuid-Holland. Verder kan de CIC op beperkte schaal zorgen voor ambulante begeleiding vanuit Regionaal Expertisecentrum (REC) Rijndrecht. REC Rijndrecht is de regionale koepel van cluster 4-onderwijs, bedoeld voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Gezamenlijke visie Koers VO, het samenwerkingsverband van schoolbesturen in het Rotterdamse voortgezet onderwijs, richtte begin dit schooljaar een projectgroep op met als opdracht om een verbrede Centrale Intake Commissie tot stand te brengen. Inmiddels is de opdracht afgerond en voert de werkgroep OOVR het plan van aanpak uit. De aanleiding om deze stappen met elkaar te zetten was er overigens al eerder. In het schooljaar 2005-2006 uitten leden van de CIC en vertegenwoordigers vanuit Koers VO, REC Rijndrecht, Jeugdzorg en andere belanghebbenden deze wens. Ook van betekenis is de samenwerkingsovereenkomst tussen de besturen van Koers VO, REC Rijndrecht, de gemeente Rotterdam en de besturen die verantwoordelijk zijn voor de diverse opvangmogelijkheden: BOOR, LMC, CVO en Horizon. De verbreding van de CIC blijkt een mooi voorbeeld te zijn van de gezamenlijke visie op bestuurlijk en uitvoerend niveau. Langer verblijf op de OOVR Voor scholen verandert er niets in de aanmeldingsprocedure. Ze melden een leerling volgens de regels aan en binnen de CIC wordt bepaald wat de beste oplossing is. Achter de schermen moet de werkgroep OOVR nog wel een aantal stappen zetten. Zo is het de bedoeling om de aanmeldingsprocedure te automatiseren. Wat dus wel duidelijk verandert zijn de mogelijkheden van de CIC om door te verwijzen en/of zorg aan te bieden. Deze worden uitgebreid. Binnen de OOVR s ontstaat meer variatie. Als het nodig is kunnen leerlingen langer dan de drie of zes maanden die nu gebruikelijk zijn, op de OOVR verblijven. Dit heeft te maken met de genoemde samenwerkingsovereenkomst tussen de schoolbesturen. Dankzij deze overeenkomst kunnen REC-projecten als Op de Rails (voor ontspoorde jongeren, met een zwaardere gedragsproblematiek; in eerste instantie bekend onder de naam 1.000 extra zmokplaatsen ) en Herstart (voor leerlingen die vier weken of langer thuiszitten) binnen de OOVR s een plek krijgen. Nu bieden OOVR s feitelijk alleen reboundplaatsen aan. Mogelijkheden buiten de OOVR s Ook buiten de OOVR s ontstaan meer mogelijkheden, waarbij de toeleiding via de CIC gaat verlopen. Er is op het Schreuder College van Horizon bijvoorbeeld al een Herstartgroep voor langdurig thuiszittende leerlingen gestart. Ook is inmiddels het Educatief Centrum van Horizon in de lucht. Dat richt zich onder andere op de moeilijkste leerlingen vanaf 16 jaar, al dan niet met een jeugddetentie-achtergrond. Verder zal de preventieve ambulante begeleiding vanuit REC Rijndrecht via de verbrede CIC beschikbaar moeten komen voor leerlingen die juist hierbij baat kunnen hebben. De vraag naar dit soort begeleiding steeg de afgelopen periode aanzienlijk. (Koert Sauer, beleidsadviseur Koers VO en REC Rijndrecht) Meer informatie: sauer@koers-vo.nl Om welke aantallen gaat het? Vorig schooljaar (2005-2006) meldden 39 scholen in en om Rotterdam 230 leerlingen aan bij de Centrale Intake Commissie. Van hen werden er 211 wél en 19 niet geplaatst in een OOVR. Tweederde van de aangemelde leerlingen betrof een jongen. 10 C VOpen Juni 2007

Efficiënter werken dankzij digitaliseringsproject Het verenigingsbureau van CVO krijgt in het najaar breedbandverbindingen met alle hoofdvestigingen van CVO-scholen. De huidige DSL-verbindingen worden dan vervangen door verbindingen met een grotere capaciteit via de glasvezelkabel. Namens CVO ondertekende Wim Littooij (rechts) het breedbandcontract met KPN. De kosten vallen lager uit. CVO schakelt over op breedband De betere en goedkopere verbindingen zijn mogelijk dankzij een samenwerkingsverband waarin CVO participeert, Breedband Consortium Rijnmond (BCR). Dit consortium heeft na een Europese aanbestedingsprocedure breedbandcontracten afgesloten met leverancier KPN. Naast drie Rotterdamse schoolbesturen en twee ROC s nemen twee zorginstellingen en drie woningcorporaties deel aan BCR. Op het CVO-bureau hebben ICT-beleidsmedewerker Geert Kuiper en bureaudirecteur Mark Somers de ondertekening van het contract voorbereid, samen met Koos de Jong, directeur beheer van scholengemeenschap Melanchthon. Melanchthon heeft er, vooralsnog als enige CVO-school, voor gekozen om alle vestigingen te voorzien van een breedbandverbinding. In totaal zullen zo n twintig CVO-locaties breedband krijgen. Voordelen Dankzij breedband kunnen CVO-scholen een snelle internetverbinding krijgen en toegang tot vele andere diensten zoals het hosten van elektronische leeromgevingen, toegang tot interpay (PINbetalingen) et cetera. Breedband maakt ook mogelijk dat CVO zijn digitaliseringsproject uitvoert. Dit project van CVO wordt getrokken door het interne Platform Bedrijfsvoering. Daarin overleggen de directeuren bedrijfsvoering van de CVO-scholen en medewerkers van het verenigingsbureau; bureaudirecteur Mark Somers is er voorzitter van. Deze maand zal het Platform brainstormen over digitalisering: wat wordt daaronder verstaan, en welke prioriteiten zijn er nodig? Het doel van het project is de geautomatiseerde gegevensopslag en gegevensverwerking te optimaliseren in standaard-transactiesystemen die onafhankelijk van tijd en plaats te benaderen zijn. Voordelen zijn onder andere: minder handmatige invoer, minder foutkansen, meervoudig gebruik, gewaarborgde integriteit van administratie, gewaarborgde privacy en uniformiteit. En de scholen en het CVO-bureau hebben minder archiefruimte nodig! Pilot met facturen Geert Kuiper maakt deel uit van het Platform. Hij vertelt dat er een pilot aan de gang is om inkomende facturen in te scannen. Als er een factuur op een school binnenkwam, maakte de medewerker een kopie voor zijn of haar eigen archief, en stuurde de factuur door naar de boekhouding. Daar werd er ook een kopie van gemaakt en het origineel ging op de post naar het CVO-bureau. Nu wordt een factuur één keer gescand, en deze scan maakt dan een digitale ronde langs de mensen die m moeten autoriseren. Zo loopt de factuur de administratie in. De pilot wordt uitgevoerd in twee varianten: één voor Exact Synergy, waarvoor we samenwerken met PENTA De Oude Maas, en één voor 2020 Vision, dat in gebruik is op Melanchthon. Geert benadrukt dat dankzij het digitaliseringsproject gegevens gemakkelijker te ontsluiten zijn, en dat er efficiencywinst is voor de administratieve medewerkers. Het project zal ervoor zorgen dat CVO-scholen bijvoorbeeld toegang krijgen tot de CVO-archieven. En er komt een eigen CVO-schatkamer met bestanden en documenten, die opengesteld wordt voor geautoriseerde medewerkers op de scholen. (AZ) Meer info: www.breedbandrijnmond.nl 11 C VOpen Juni 2007

Het OOP in de spotlights De week van Ludi Emmerich Ludi Emmerich werkt sinds acht jaar als receptioniste/telefoniste op Melanchthon Schiebroek. Dinsdag Als ik op school aankom, is het behoorlijk koud in het gebouw. Door Pasen en Goede Vrijdag heeft de verwarming vier dagen uitgestaan en dat voel je. Het zal nog wel even duren voordat het behaaglijk is. Ik begin normaal gesproken rond kwart voor acht. Ik maak altijd eerst even een uitdraaitje van de leerlingen die zich s ochtends moeten melden. Al snel komen de telefoontjes op gang: enkele leerlingen die naar de huisarts moeten en een collega die ziek is. Snel iemand inschakelen om te kijken of een andere docent zijn lessen kan overnemen. Als om vijf voor half negen de eerste bel gaat, haasten alle leerlingen zich naar de les. Wie om half negen niet in de klas zit, moet zich bij mij melden. Vanmorgen zijn er maar een paar laatkomers. Dat is wel eens anders. Als het slecht weer is en hard waait, staan er wel eens twintig of dertig leerlingen Als de lessen eenmaal begonnen zijn, dan ben ik het eerste aanspreekpunt voor iedereen die iemand zoekt. Dat gaat de hele dag door: leerlingen die docenten zoeken, docenten die een collega zoeken, enzovoort. Gelukkig weet ik meestal wel waar iedereen uithangt. Uiteraard vang ik ook alle bezoekers op. Tussen de bedrijven door help ik mee om de uitnodigingen klaar te maken voor de tafeltjesavonden die volgende week plaatsvinden. Donderdag Op woensdag ben ik vrij en zit er een collega achter de receptie. Donderdagochtend kijk ik altijd eerst even of er klusjes zijn blijven liggen. Ja dus. De stukken voor de mr-vergadering zijn niet verzonden en nog niet alle afspraken voor de tafelgesprekjes zijn gemaakt. Snel aan de slag dus. Vanavond is Art en Music : een avond waarbij de eindexamenkandidaten hun werk presenteren. Zij zijn de hele dag druk bezig met de voorbereidingen. Om de haverklap klopt er eentje bij me aan voor spijkers, punaises, tape en meer van dat soort dingen. Aan het eind van de middag drinken we met een aantal collega s een borrel. Dat doen we bijna elke donderdag, na afloop van alle reguliere vergaderingen. Dat is heel gezellig en ik ben bijna altijd van de partij. 12 C VOpen Juni 2007

Vrijdag Het is echt vrijdag de dertiende. Toen ik vanmorgen de restanten van onze borrel aan het opruimen was, liet ik een heel blad met glazen vallen Maar ondanks dit ongelukje belooft het een prachtige dag te worden. De zon schijnt, in de pauzes kunnen de leerlingen lekker buiten zitten en met dit weer lijkt iedereen extra vrolijk. Voor mij was het weer een behoorlijk drukke dag. De tijd vliegt voorbij, en da s fijn. Sowieso ga ik elke dag met plezier naar mijn werk. Een van de leukste dingen is het contact met de leerlingen. Ik ken de meesten persoonlijk, met sommigen heb ik echt een band. Af en toe zijn er leerlingen die me in vertrouwen nemen over bepaalde zaken. Als er echt iets ernstigs aan de hand is, raad ik hen aan om bijvoorbeeld met onze schoolmaatschappelijk werker te gaan praten. En soms geef ik een signaal aan de mentor: Volgens mij moet je eens even gaan praten met < Als het slecht weer is en hard waait, staan er om half negen wel eens twintig of dertig laatkomers > De sfeer in ons team is geweldig, het voelt als een warm bad. Afgelopen dinsdag kreeg ik bijvoorbeeld van een collega een versierd paasei. Had ie gemaakt tijdens een workshop. Nou, dan kan je week toch niet meer kapot! Ik vind dat ik als medewerker van deze school ook een opvoedkundige taak heb. Dat zit vaak in kleine dingen. Vanmiddag zei bijvoorbeeld een leerling tegen me: Ik moet een nietmachine. Nou, zo vraag je dat dus niet en dat laat ik dan ook blijken. Uiteindelijk vroeg hij netjes: Mevrouw, mag ik even uw nietmachine lenen? Op vrijdagmiddag wil ik altijd al mijn werk klaar hebben, anders begin ik niet lekker aan het weekend. Uiteindelijk is het ver na vijven voordat ik de deur uitstap. Maandag Vanmorgen vroeg kwam er een leerling op school die onder de schaafwonden zat. Gevallen met zijn fiets. Als iemand een klein wondje heeft, pak ik zelf wel een verbanddoos, maar nu heb ik er snel iemand met een EHBO-diploma bijgehaald. Vanmorgen doe ik weer wat administratieve klusjes. Het is herkansingstijd voor havo-5 en vwo-6. Ik help een handje mee om zo n 150 herkansingsformulieren op alfabet te leggen. Dan is het voor de administratie wat makkelijker om alles in te voeren. Verder help ik de conciërge om ervoor te zorgen dat alle leerlingen die corvee hebben ook daadwerkelijk aan de slag gaan. Want anders wordt het natuurlijk een zooitje op school. Dinsdag Vanmorgen kon ik lekker een uurtje langer in bed blijven (heerlijk!), want ik hoef vanmiddag pas om één uur te beginnen. Vanavond zijn de tafelgesprekjes met docenten en ouders en de locatieleider waardeert het als ik dan ook aanwezig ben. Vind ik zelf trouwens ook leuk. Sommige ouders ken ik van de telefoon en dan is het leuk om ze op zo n avond even persoonlijk te ontmoeten. Overdag ben ik druk bezig met de laatste voorbereidingen voor de tafelgesprekjes. Er zijn ouders die afbellen, bijvoorbeeld in verband met ziekte, en er zijn er ook die zich niet hebben opgegeven, maar tóch willen komen. Ik probeer overal een mouw aan te passen, en dat lukt in de meeste gevallen aardig. Vanaf half zeven komen de eerste ouders binnen. Ze worden in de hal netjes verwelkomd door twee collega s. Zoals altijd komt een aantal ouders gewoon niet opdagen. Vervelend! Bel dan even, denk ik in zo n geval. De hele avond is het een drukte van belang, pas om tien uur vertrekken de laatste ouders. In de personeelskamer wachten we even totdat alle docenten echt helemaal klaar zijn. Sommige collega s willen even stoom afblazen of gewoon verslag doen. Het is belangrijk dat je er op dat soort momenten voor elkaar bent. En daarna: snel naar huis, want morgenavond zijn er weer tafelgesprekjes. Het is een drukke week! (KvB) 13 C VOpen Juni 2007

CVO stimuleert scholen om aan het werk te gaan als brede school. Door het aanbieden van activiteiten buiten het reguliere programma om krijgen leerlingen meer kansen zich te ontplooien en een breed curriculum op te bouwen. De gemeente Rotterdam ondersteunt brede scholen in de regio met extra middelen. Melanchthon Laanslootseweg en CSG Calvijn Juliana zijn inmiddels volop bezig als brede school. Steeds meer brede scholen Woensdagmiddag, half drie. Marc Langer (links op de bovenste foto) brengt het technieklokaal op orde voor de schilderles die hij straks geeft aan een groepje leerlingen. Hij zet alle materialen klaar en hangt het laatste werk van de leerlingen ter inspiratie op. Marc is in het dagelijks leven zelfstandig kunstenaar en een van de nieuwe mensen die de directie van Melanchthon Laanslootseweg heeft ingehuurd in het kader van de brede school. Marc: Leerlingen komen tijdens mijn lessen in contact met nieuwe kanten van zichzelf. Meestal hebben ze nog nooit geschilderd, het is dus echt een ontdekkingstocht. Ik leer hen goed kijken naar hun omgeving en een beetje los te komen van de dagelijkse beslommeringen. Het is mooi om te zien hoe leerlingen zich ontwikkelen en trots zijn op hun werk. Al gaat het er mij in eerste instantie om dat ze lol beleven aan deze activiteit. Gevarieerd programma Behalve schilderen staan bij Melanchthon Laanslootseweg dit eerste brede-schooljaar koken, Spaans, sport, rappen, goochelen en School Plus op het programma. Bij de laatstgenoemde activiteit kunnen leerlingen onder begeleiding werken aan schoolopdrachten. Daarnaast doet de school mee aan de pilot Voeding en bewegen, een dagelijks programma dat zich richt op gezond eten en bewegen. In het lesrooster is er iedere dag een uur voor opgenomen. Leerlingen van de onderbouw doen daar allemaal aan mee. Volgend jaar gaan ook de derdeklassers elke dag extra aan beweging doen. Voor ouders organiseert de Melanchthonlocatie om de zoveel tijd een ouderochtend, waar ze met al hun vragen over onderwijs en opvoeding terecht kunnen. Het betrekken van ouders bij de school maakt nadrukkelijk deel uit van het bredeschoolprogramma. Zelfvertrouwen Belangrijkste uitgangspunt is dat we onze leerlingen willen uitdagen tot nieuwe activiteiten, want niet alle kinderen worden daartoe van huis uit gestimuleerd, zegt Sander Verheul, adjunctdirecteur van Melanchthon Laanslootseweg. Je kunt veel opsteken van een activiteit zonder dat er direct een beoordeling aan vast zit, zoals dat bij de reguliere vakken het geval is. Neem goochelen. Dat is natuurlijk spannend. Maar leerlingen leren er zich ook te presenteren en een verhaal te houden. Zo zijn ze onbewust ook bezig met taalontwikkeling. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen. Verheul is hartstochtelijk pleitbezorger van de brede school. Het biedt zowel de leerlingen als de school veel kansen, vindt hij. Leerlingen krijgen de mogelijkheid zich op nieuwe terreinen te ontwikkelen en te werken aan hun sociale competenties. Scholen kunnen hun activiteitenaanbod met de verlengde schooldag fors uitbreiden, ouders meer betrekken bij de school en intensiever samenwerken met organisaties in de buurt op het gebied van kunst, cultuur, sport, recreatie, welzijn en huiswerk- en studiebegeleiding. En je kunt er als school natuurlijk ook goed mee voor de dag komen. Melanchthon Laanslootseweg is een school waar van alles te doen is naast de reguliere vakken. En dat laten we de buitenwereld weten. Varianten Melanchthon Laanslootseweg is een variant 2 brede school, wat onder meer betekent dat de school minimaal drie dagen in de week open is van acht tot vijf. Dat blijven we volgend jaar ook, zegt Verheul. We zijn nog volop in ontwikkeling en willen onze rol als brede school eerst goed neerzetten voordat we de stap naar variant 3 zetten. Daarbij is de school vijf dagen in de week open van acht tot minimaal vijf uur. We willen volgend schooljaar eerst één dag in de week inroosteren van het eerste uur tot vijf uur voor alle leerlingen van het eerste leerjaar, waarin we ook bredeschoolactiviteiten aanbieden. Op die manier kunnen ze allemaal wennen aan lange dagen en kennismaken met nieuwe activiteiten. Zo raken ze misschien enthousiast om zich ook aan te melden voor andere cursussen en workshops. Uitbreiden naar havo en vwo Inmiddels zijn er in Rotterdam 35 schoollocaties voor voortgezet onderwijs die brede school zijn. Dit zijn allemaal vmbo-locaties. 14 C VOpen Juni 2007

Er zijn vier variant 3 -locaties, zeven variant 2 -locaties en 24 variant 1 -locaties. De gemeente Rotterdam en de schoolbesturen stimuleren de brede schoolactiviteiten volop. In het onlangs gepresenteerde actieplan Maatwerk op school; meer leertijd voor kinderen, hebben gemeente en schoolbesturen diverse doelstellingen geformuleerd voor de brede school voor de komende vier jaar. Ze willen een uitbreiding van het aantal brede schoollocaties VO naar ten minste 60, een uitbreiding van de brede school naar havo en vwo, de realisatie van tenminste 25 brede-schoollocaties met een variant 2 of variant 3 en de realisatie van bewegingsprogramma s op in ieder geval alle variant 2 - en variant 3 -brede scholen. De gemeente Rotterdam verleent schoolbesturen een subsidie, afhankelijk van de variant, het aantal leerlingen en de ingediende begroting. De scholen moeten daarnaast voldoen aan diverse voorwaarden. Kleine stap Voor de meeste scholen is de stap naar brede school niet zo groot als misschien op het eerste gezicht lijkt. Zoals voor CSG Calvijn Juliana. Het kostte eigenlijk weinig moeite om een programma op te zetten, zegt vestigingsdirecteur Arie Boom. We deden voorheen namelijk ook al veel buiten de reguliere lessen om. Onze leerlingen krijgen al jaren elke dag standaard huiswerkbegeleiding, we zijn namelijk een thuiswerkvrije school. We doen veel extra s op het gebied van sport en cultuur. En we investeerden altijd al in ouderbetrokkenheid; we leggen onder meer huisbezoeken af. Vorig schooljaar zijn alle vestigingen van Calvijn begonnen als variant 1, waarin de locatie in ieder geval samenwerkt met maatschappelijke partners aan het brede school-activiteitenprogramma dat na schooltijd wordt uitgevoerd. Toen is er ook een Calvijnbreed visiedocument op de brede school verschenen. Wij zijn in dat proces meegegaan, zegt Boom. Het gaat bij ons nu zo goed, dat wij vanaf volgend schooljaar in ieder geval verdergaan als variant 2 -brede school. Enquête Om onze leerlingen enthousiast te krijgen voor de nieuwe activiteiten, hebben we in oktober 2006, rond de opening van onze verbouwde school, drie dagen lang 22 verschillende workshops gehouden, vertelt Nanne van Drongelen, brede-schoolcoördinator van Calvijn Juliana. Vervolgens hebben we alle vierhonderd leerlingen een enquête voorgelegd met de vraag wat zij nu graag doen op hun vrije middag. Aan de hand van de uitslagen hebben we nieuwe activiteiten opgezet voor dit schooljaar. Een aantal verplichte onderdelen hebben we op het programma gezet, zoals een schaatsochtend en een cultuurmiddag in het Zuidpleintheater. En ook een vrijwillig onderdeel, waarbij leerlingen kunnen kiezen uit onder meer zaalvoetbal, een rapworkshop, streetdancelessen en een computerworkshop. Voor ouders zijn onder meer twee extra avonden georganiseerd over de opvoedkundige thema s Grenzen stellen en Digitaal pesten. Ouders hebben onlangs ook een enquête gekregen waarin hen wordt gevraagd of zij zich willen inzetten voor de school en op welke manier. Ze kunnen bijvoorbeeld kantinediensten draaien of lid worden van de klusclub. Schilderen en koken als brede-schoolactiviteit op Melanchthon Laanslootseweg, hockeyen op Calvijn Juliana. Activiteiten promoten Inmiddels doet tien procent van onze leerlingen mee met de vrijwillige brede schoolactiviteiten, zegt Nanne. Dat vinden we eigenlijk nog te weinig. We hopen volgend jaar op minimaal twintig procent. We zullen er alles aan doen om de activiteiten te promoten en we verwachten dat de mond-tot-mondreclame onder leerlingen ook zijn werk zal doen. Veel deelnemers zijn enthousiast. Boom: Ons streven is dat leerlingen het naar hun zin hebben op onze school. En lange dagen maken is alleen leuk, als je leerlingen ook interessante activiteiten te bieden hebt. (DNL) Neem voor meer informatie over de brede school en/of subsidievoorwaarden contact op met Caroline Barnhard, algemeen beleidsmedewerker van CVO, telefoon (010) 217 13 99. 15 C VOpen Juni 2007

Straks veel nieuwe leraren gezocht Uitslag inventarisatie onder CVO-docenten De berichten over een dreigend lerarentekort keren weer terug. Hoe ziet de toekomst voor CVO eruit op dit terrein? CVO zit niet stil. Vanaf 2010 wordt het probleem echt omvangrijk (zie CVOpen 7-3). Dan komt de uitstroom van de babyboom-generatie flink op gang, terwijl er te weinig nieuwe gegadigden via de lerarenopleiding het onderwijs binnen komen. Een bloeiende economie kan het probleem nog versterken, omdat dan meer (potentiële) leraren een baan buiten het onderwijs vinden. Ook CVO wil de problemen serieus nemen en onderzoekt daarom de situatie van het zittende personeel. Bij een eerste inventarisatie is gebleken dat van de 1.761 leerkrachten er momenteel 291 personen 55 jaar of ouder zijn. Dat betekent dat één op de zes docenten het onderwijs de komende jaren zou kunnen verlaten. Daarnaast is de leeftijdsgroep van 50 tot en met 54 jaar nog omvangrijker: 385 personen (22%). Talen en exacte vakken Bekeken is ook welke vakken de 55-plussers geven. Daarbij zijn steun- en mentorlessen even niet meegerekend. De groep talendocenten is het omvangrijkst: 96 personen. De vakken Nederlands (32 keer) en Engels (27 keer) worden het meest genoemd. Maar bij de huidige situatie op de arbeidsmarkt zouden de komende vacatures Duits (14) en klassieke talen (7) evenmin simpel te vervullen zijn. Ook in de exacte vakken is een forse uitstroom op komst: 36 leraren wiskunde en 15 leraren natuurkunde vormen hier de grootste groep. Andere veelgenoemde vakken zijn: geschiedenis (17 keer), lichamelijke opvoeding (17 keer) en tekenen (12 keer). Maatregelen Natuurlijk neemt CVO met deze gegevens in de hand ook maatregelen. Via de duale opleiding kan CVO nu al mensen zelf opleiden voor de banen van straks. Wel is het nodig dat we mensen gerichter werven juist voor de gesignaleerde tekortvakken. Ook kunnen we denken aan mensen met een andere achtergrond dan de gewone lerarenopleiding. Zo verzekeren we ons van verse instroom. Daarnaast willen we ook uitstroom tegengaan, dus mensen langer voor CVO en het onderwijs behouden. Mede gezien het grote aantal senioren binnen CVO zal ouderenbeleid steeds belangrijker worden. Ook aantrekkelijk werkgeverschap is van belang. De analyse wordt de komende maanden voortgezet. Daarnaast is een notitie over toekomstgericht personeelsbeleid in aantocht. [KdO] Dit zijn nog grove gegevens. Zo is niet bekend om welk volume (hoeveel fte s) het precies gaat: binnen het bestand zijn immers zowel voltijders als deeltijders aanwezig. Onvoldoende is nog verwerkt dat sommige mensen meer dan één vak geven. Ook moet bedacht worden dat de leeftijdsgroep zeer divers is samengesteld: de jongsten hebben in principe nog een flink aantal jaren te gaan, de ouderen zijn bij wijze van spreken al bijna weg. Een verdere analyse volgt! Eén op de zes docenten kan het onderwijs verlaten in de komende jaren. 16 C VOpen Juni 2007

De (CVO)pen aan een gast Samen werken aan waardering Sjoerd Slagter, voorzitter VO-raad Ruim vijf maanden geleden ging de VO-raad van start. Ruim 600 scholen, 120.000 werknemers en bijna 1.000.000 leerlingen zijn allemaal verenigd in één raad met één gezamenlijk belang: voortreffelijk onderwijs. We kijken terug op een vliegende start met weinig momenten van rust en achterover leunen. Alle grote thema s zijn inmiddels langsgekomen, van onderwijstijd en schoolboeken tot spellen en rekenen, we potten geld op en managen wat af. In mijn openingsspeech bij de VO-raad heb ik gesproken over onze missie. Die missie gaat over een zelfbewuste, trotse sector die zijn zwakke kanten kent en zijn successen viert. We willen investeren in vertrouwen en we zijn op zoek naar maatschappelijke waardering. Een grote opdracht, met leden die zich bewust zijn van hun belangrijke taak: jongeren van 12 tot 18 jaar voorbereiden op de toekomst. Scholen staan voor enorme uitdagingen. De samenleving verwacht veel van het onderwijs. Met beperkte middelen investeren we in nieuw lesmateriaal, bouwen we krachtige leeromgevingen, oefenen we met nieuwe onderwijsconcepten en doen we ervaring op met teamwerk. Het is een zoektocht, soms een worsteling; we boeken successen en incasseren nederlagen. In Rotterdam weten ze dat als geen ander. Daar worden maatschappelijke problemen als uitval, verharding en uitsluiting als eerste gevoeld en het sterkst beleefd. Ik lees ook hoe juist de CVO-scholen er werk maken om die uitval te bestrijden, hoe ze met nieuwe didactische middelen leerlingen bij de les houden, hoe ze leerlingen zorg en ondersteuning bieden en zo samen werken aan vertrouwen. Dat is investeren in de toekomst van jongeren. De VO-raad ondersteunt al die activiteiten op al die scholen van harte. De VO-raad stimuleert scholen in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en in het versterken van de professionaliteit van de leraar. Samen met het veld werkt de VO-raad aan een actieve en open relatie tussen scholen, leerlingen, ouders en samenleving. Investeren in vertrouwen is belangrijk, zodat scholen in samenwerking met hun omgeving hun maatschappelijke opdracht kunnen waarmaken: excellente onderwijsresultaten voor elke leerling en zorg voor leerlingen die dat nodig hebben. Het regeerakkoord biedt hiervoor veel aanknopingspunten. Het nieuwe kabinet wil investeren in overleg met maatschappelijke organisaties. Het pleit voor een overheid als bondgenoot, een overheid die betrouwbaar wil zijn, die samen met burgers aan oplossingen werkt, professionals in de publieke sector ruimte wil laten, bestuurlijke drukte wil verminderen en niet (meer) gelooft in blauwdrukken van bovenaf. Kortom: een overheid die vertrouwen geeft en ruimte laat. Daar willen wij ons, als voortgezet onderwijs, wel mee verbinden. In de onderwijsparagraaf van het regeerakkoord noemt het kabinet een groot aantal concrete doelen. Een breed samengestelde commissie moet daarvoor bouwstenen aanleveren. De VO-raad is klaar om deze bouwstenen te leveren. Wij willen graag afspraken maken over kleinschalig onderwijs in stadswijken, dorpen en regio s. Wij gaan investeren in kwaliteit van examens. Wij maken werk van het bestrijden van de uitval. Wij hebben plannen om te investeren in de professionaliteit van medewerkers, het loopbaanperspectief van docenten en maatwerk voor leerlingen. Wij willen vermindering van werkdruk en verhoging van de kwaliteit. De VO-raad wil alle scholen graag verbinden met deze kabinetsdoelstellingen en zo vorm geven aan een nieuwe vertrouwensbasis. Maar dan houden wij de minister en Tweede Kamer aan hun verkiezingsbeloften: daadwerkelijk investeren in onderwijs, ruimte geven aan professionals, recht doen aan de (verdiende) autonomie voor scholen. Dat is samen werken. Dat is verbinden. En zo bouw je aan vertrouwen. Alle medewerkers, schoolleiders en bestuurders van de CVOscholen in Rotterdam mogen erop rekenen dat we de minister en de staatssecretaris aan deze beloften zullen houden. 17 C VOpen Juni 2007

Nieuws van de scholen Ridderkerks Máximacollege start in augustus Farelcollege heeft succes met musical Aïda Peter Meij (Farelcollege) en Gert Eijkenaar (unitdirecteur van het Gemini College) met de tekeningen van de gezamenlijke school. Per augustus 2007 starten het Farelcollege en het openbare Gemini College in Ridderkerk gezamenlijk een praktijkschool en een time-outvoorziening voor vmbo-leerlingen. Deze school gaat Máximacollege heten, een naam die is bedacht door leerlingen van het lwoo. De eerste 25 leerlingen (twee groepen) beginnen in noodlokalen aan de Sportlaan. Dit zijn leerlingen die praktijkonderwijs volgen. In de nieuwbouw aan de Sportlaan die per augustus 2008 in gebruik genomen wordt, is plaats voor 200 leerlingen. Er kunnen 125 leerlingen praktijkonderwijs volgen, en maximaal 75 kunnen er terecht in de time-outvoorziening. Deze time-outvoorziening is bedoeld voor jongeren die qua gedrag niet goed functioneren op een van beide scholengemeenschappen. Deze voorziening is vmbo-plus genoemd, omdat er meer begeleiding gegeven wordt. Peter Meij, onderwijsdirecteur op het Farelcollege, vertelt dat zijn school de helft van de docenten van het nieuwe team zal leveren, en het Gemini College de andere helft. Het eerste jaar is er plaats voor 9 fte s in het team. De directeur is per 1 april benoemd (zie de rubriek Personalia op p. 23). Hoe de nieuwe school omgaat met de identiteit is nog de vraag. Peter: We zijn nog niet toegekomen aan het beantwoorden van de vraag of er een dag- of weekopening of -sluiting gehouden wordt. In de praktijk kan dat inhouden dat de groep leerlingen in tweeën gesplitst wordt. We moeten een afweging maken tussen de identiteit en de pedagogische setting. De insteek is in ieder geval dat we elkaar respecteren. Die algemene uitspraken liggen er wel. De musicalcast van het Farelcollege mocht op 4 juni tijdens de Dave on Stage Bonte Avond in het Luxor Theater in Rotterdam nog een keer acts uit de musical Aïda spelen voor een groot publiek. De Farelleerlingen werden hiervoor uitgenodigd omdat ze de beste amateurspelers waren uit de regio die programmamaker Dave van der Wal dit voorjaar bezocht voor zijn tv-programma Dave on Stage op TV Rijnmond. Volgens Jos Crezée, muziek- en ckv-docent op het Farelcollege en vaste begeleider van de jaarlijkse musicals op zijn school, was het uitvoeren van de musical een week feest, zowel voor de kinderen als voor ons. In één week in maart werden inclusief de try-out zeven uitvoeringen op de planken gezet in theater Het Plein in Ridderkerk. Jos: Het liep gesmeerd. Er zat een aantal talenten tussen die goed zongen en het stuk droegen. Op 30 oktober steken de musicaldocenten op Farel de koppen alweer bij elkaar om de volgende musical te kiezen. Op de nominatie staan Foxtrot, De klokkenluider van de Notre Dame en De drie musketiers. De Egyptische generaal Ramades en de Nubische prinses Aïda worden verliefd op elkaar. Foto boven: Ramades verloofde Amneris. 18 C VOpen Juni 2007