Sociaal-communicatieve vaardigheden in een learning community

Vergelijkbare documenten
Toelichting. Intervisie

Feedback. Wat is feedback?

Luisteren en samenvatten

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS

Verbindingsactietraining

Communicatie. ontvanger. zender. boodschap. kanaal. feedback

Onderhandelen en afspraken maken

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Feedback geven en ontvangen

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Assertiviteitstest: kom jij op voor jezelf?

3 Kernkwaliteiten. Daniel D. Ofman. Kernkwaliteiten 3. Kernkwaliteit en de valkuil 3. Kernkwaliteit en de uitdaging 4. Kernkwaliteit en de allergie 5

Stelling 2 De SWOT analyse is oorspronkelijk bedoeld als analyse-instrument om te analyseren hoe organisaties of afdelingen functioneren.

Reflectiegesprekken met kinderen

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Luisteren, doorvragen en feedback geven

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Opleiders in de school: Els Hagebeuk Sjef Langedijk Begeleiden van pabostudenten

Observatieformulieren bij oefeningen

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Persoonlijkheidstesten

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

M

Rubrics vaardigheden

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Rubrics vaardigheden

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Kernkwaliteiten zoals ontwikkeld en beschreven door D. Ofman. 1. Inleiding. 2. Kernkwaliteiten. 3. Kernkwaliteit en valkuil. 4.

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

8 Politieke processen: omgaan met macht

Vaardigheidsmeter Communicatie

De kernkwadranten van Ofman en de ENTRE- Competenties

Informatie en tips voor het voeren van goede gesprekken 1

1. Doel en werkwijze intervisie

Van werkdruk naar werkplezier

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Feedback geven en confronteren

Theorie van de Kernkwadranten

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

Reflectieopdracht. 1 Inhoud. Wat is het nut van reflecteren? Hoe ga ik aan de slag?

Thomas-Kilmann test Merlijn Camp WDP29 juni 2012

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

Handleiding Persoonlijke Ontwikkeling Plan

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Communicatie op de werkvloer

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Collectief aanbod Jeugd Houten

Samen in gesprek over plezier in het werk

POENS.NL. Onomatopeespel. Spelvarianten deel 1. Onomatopeespel - spelvarianten deel Jeroen Knevel

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

METHODEN. Coachingmethoden Pagina 1

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Feedback. in hapklare brokken

ASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf

De Taxonomie van Bloom Toelichting

Training Leer Balans Leven

Projectmatig creëren

DOEL: INZICHT IN CONFLICTHANTERING

Reflectie en feedback

PeerEducatie Handboek voor Peers

1 SITUATIE 2 TEST. Als ik luister denk ik niet aan andere zaken. Ik laat mensen uitpraten. Ik plaats wat ik hoor in een duidelijk kader

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Eerste Hulp bij Teamontwikkeling. Inhoud. Doel. Een set tools die je kunt inzetten tijdens teamvergaderingen.

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

)*.-2%* Thema TEAM. Module 3: Feedback geven en ontvangen "#$%&%&'()*$)+%&'(,-.$'*'%/)+-(,#*0-//%*&$1/

Het functioneringsgesprek

Communiceren is teamwork

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

HOE LAAT IK MEDEWERKERS

VERGADEREN VOOR DUMMIES

Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

Een goed begin is het halve werk!

GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

Draaiboek voor een gastles

Herinrichting Schoolplein mavo 3

Transcriptie:

Sociaal-communicatieve vaardigheden in een learning community Toelichting en werkvormen voor het Utrecht Law College, Universiteit Utrecht Hanne ten Berge & Angela Markenhof 29 juni 2012 Centrum voor Onderwijs en Leren Onderwijsadvies en Training

2

Inhoudsopgave: Inleiding...5 1. Samenwerken in groepen... 9 1.1. Vormen van een groep...10 1.2 Conflicten hanteren...14 1.3 Discussiëren...18 1.4 Onderhandelen...20 2. Communiceren in groepen...24 2.1 Actief luisteren...24 2.2 Feedback geven...26 2.3 Vragen stellen...30 3. Bewustzijn eigen rol in groepen...33 3.1 Reflecteren...33 3.2 Kennis hebben eigen van kwaliteiten...36 3.3 Groepsrollen herkennen...40 Overige literatuur...43 3

4

INLEIDING Het functioneren van de werkgroepen van de ULC-opleiding was de aanleiding voor het EMP-project Sociaal-communicatieve vaardigheden in het ULC-curriculum. Docenten vinden onder andere dat in werkgroepen: de sfeer soms te gezellig is, studenten niet naar elkaar luisteren, de feedback te persoonsgericht is of dat er geen eerlijke feedback wordt gegeven (studenten houden elkaar uit de wind) en er sprake kan zijn van haantjesgedrag waardoor de stillere studenten niet uit de verf komen. Enerzijds ligt hier een taak voor de docent, door didactisch (bij)sturen, anderzijds is er ook sprake van een verantwoordelijkheid van de student. Dit project richt zich op de student. Gekozen context Tijdens de ULC-opleiding leren studenten met en van elkaar. Dat gebeurt niet alleen in werkgroepen maar ook tijdens andere curriculaire en extracurriculaire activiteiten. Het ULC presenteert zich als een community. Voor docenten en studenten van het ULC (bijeenkomst 13 december 2012) is de community een sociale gemeenschap, het zorgt voor sociale binding en dat heeft een positief effect op het onderwijs en op studeren. Omdat samenwerken en samen leren belangrijk is in het ULC kun je spreken van een learning community. Goed kunnen functioneren in een community vraagt bepaalde communicatieve en interpersoonlijke vaardigheden van studenten. Gekozen is om hierover een doelstelling van de opleiding te formuleren. Doelstelling van de opleiding In de opleiding wordt nagestreefd dat studenten kennis hebben over het goed functioneren van groepen en zich bewust zijn van hun eigen rol in groepen. Als eindtermen voor deze algemene (en professionele) vaardigheid wordt gedacht aan: studenten kennen de kenmerken van en voorwaarden voor goed functioneren van groepen en kunnen deze toepassen studenten kunnen hun eigen rol in groepen beschrijven en aandacht- of ontwikkelpunten voor hun functioneren in groepen formuleren 5

Sociaal-communicatieve vaardigheden in een learning community Sociaal-communicatieve vaardigheden bestaan uit veel verschillende deelvaardigheden. Van studenten die samenwerken en samen leren in een groep wordt gevraagd dat ze respectvol met elkaar omgaan, initiatief nemen en gericht zijn op kennisverwerving van henzelf én hun medestudenten. Besloten is om te proberen in het onderwijs aan enkele basale vaardigheden die relevant zijn voor het leren in groepsverband aandacht te besteden. Het betreft: samenwerken in groepen: vormen van groepen, conflicten hanteren, discussiëren en onderhandelen communiceren in groepen: actief luisteren, feedback geven en vragen stellen bewust zijn van eigen rol in groepen: reflecteren, kennis hebben van eigen kwaliteiten en groepsrollen herkennen Momenten om er aandacht aan te besteden De sociaal-communicatieve vaardigheden kunnen aandacht krijgen in het huidige geplande onderwijs. Gedacht wordt aan: de tutorbijeenkomst bij de start van de opleiding en eventueel ook latere groepsbijeenkomsten, in individuele tutorgesprekken en tijdens werkgroepbijeenkomsten. Tijdens tutorbijeenkomsten In de eerste tutorbijeenkomst tijdens de introductieweek wordt informatie gegeven over de opzet van de studie. Volgens de toelichting op deze bijeenkomst wordt ingegaan op zelfstandig studeren, wederzijds commitment en gebruik van verschillende werkvormen. Aansluitend hierop kan besproken worden dat het ULC een community is waarin samengewerkt en samen geleerd wordt en dat het goed functioneren van groepen daarvoor belangrijk is. Ook in de overige tutorbijeenkomsten in de loop van het jaar kunnen deelvaardigheden besproken en/of geoefend worden. In een reguliere werkgroepbijeenkomst In een eerste werkgroepbijeenkomst kan besproken worden welke werkvorm gehanteerd wordt en op welke vaardigheden van de student (en de docent) dat in het algemeen een beroep doet. Na enkele werkgroepbijeenkomsten hebben studenten een beeld van wat ze kunnen verwachten van een werkgroep. Halverwege een onderwijsperiode kan gezamenlijk teruggeblikt worden op het functioneren 6

van de werkgroep. Op basis van de eerste ervaringen kunnen ze dan praten over wat ze prettig vinden in een werkgroep, wat ze van anderen verwachten en wat ze zelf willen bijdragen. Tijdens individuele tutorgesprekken Aangezien sociaal-communicatieve vaardigheden een leerdoel van de opleiding zijn, zullen studenten hierover schrijven in hun portfolio. Vervolgens kan dit besproken worden in het tutorgesprek. Ook kunt u onverwacht in of buiten het onderwijs door vragen van studenten of door conflicten die u signaleert aandacht willen besteden aan sociaal-communicatieve vaardigheden. De voorbeelden van werkvormen die we in het vervolg geven zijn zowel op geplande als ongeplande momenten in te zetten als er sprake is van een formele onderwijssetting: een werkgroep- of tutorbijeenkomst of tijdens een tutorgesprek. Voor de onverwachtse bespreking in de gang is het van belang om zelf kennis te hebben van groepsprocessen en de sociaal-communicatieve vaardigheden die daarmee samenhangen. Wat vindt u in dit katern? Op alle gekozen deelvaardigheden geven we een korte toelichting en verwijzen we voor extra informatie naar kopieën uit handboeken en lespakketten of incidenteel naar een website. De toelichtingen zijn samenvattingen van genoemde bronnen of integraal overgenomen tekstfragmenten. Daardoor kunnen stijl en omvang van de toelichtende teksten verschillen. We hopen niettemin dat dit materiaal u op weg helpt om een keuze te maken en een vorm te vinden voor de manier waarop u aandacht wilt besteden aan sociaal-communicatieve vaardigheden. Daarnaast hebben we ook voorbeelden van werkvormen/onderwijsonderdelen opgenomen die u direct zou kunnen inzetten in uw onderwijs. Deze voorbeelden zijn gekoppeld aan een onderwijsmoment. De volgende tabel geeft daarvan een overzicht. 7

Overzicht van voorbeeldwerkvormen Tijdens een tutorbijeenkomst Tijdens een reguliere werkgroepbijeenkomst Tijdens een individueel tutorgesprek 1. Samenwerken in groepen Vormen van een groep I III I, II Conflicten hanteren (IV) IV Discussiëren Onderhandelen V VI 2. Communiceren in groepen Actief luisteren Feedback geven Vragen stellen VII, VIII X IX X VII 3. Bewust zijn eigen rol in groepen Reflecteren XIII Kennis hebben van eigen kwaliteiten XI XII VII, XIII, XV Groepsrollen herkennen XIII XIII, XIV 8

1. SAMENWERKEN IN GROEPEN Binnen het ULC vormen studenten verschillende soorten groepen, bijvoorbeeld een onderwijswerkgroep of een samenwerkingsverband om een Sirius-activiteit te organiseren. Samenwerking en het belang daarvan heeft in deze groepen een verschillende invulling. Bij het gezamenlijk organiseren van een activiteit is het doel duidelijk: die activiteit moet er komen. In de onderwijswerkgroep is het doel niet zo nauw omschreven. Johnson & Johnson (1994) onderscheiden verschillende niveaus van effectiviteit in samenwerken: 1. De pseudo-groep: er is geen stimulans voor samenwerking, er zijn voortdurend conflicten; 2. De traditionele groep: men verdeelt taken, ieder doet zijn werk zonder zich verantwoordelijk te voelen voor het geheel; 3. De coöperatieve groep: de groepsleden werken aan een gezamenlijk doel, de effectiviteit van de samenwerking wordt bewaakt en zo nodig verbeterd; 4. De high performance group : als 3, maar bovendien heeft men ook plezier in het samen werken en wordt er niet alleen gelet op effectiviteit, maar ook op de persoonlijke groei van elk groepslid. Van deze indeling past de high performance group het beste bij de doelen die het ULC heeft met het samenwerken van studenten. Het door het ULC beoogde doel in de ULC-werkgroepen is namelijk moeilijkheden in de opdrachten gezamenlijk te bespreken en vraagstukken in de leerstof samen uit te diepen. Bovendien is het doel van een werkgroep studenten te laten leren door verbalisatie, het verwoorden van uitleg en feedback. Het is de vraag of deze doelen voor iedereen duidelijk zijn en zeker of de gezamenlijkheid van de doelen door iedere student wordt onderschreven. Naast het gezamenlijk belang van een effectieve en leerzame invulling van het onderwijs zijn er namelijk ook verschillende individuele belangen. De ene student wil zo snel mogelijk door de stof, de ander wil alles intensief bespreken. De een wil weten of het antwoord dat hij gegeven heeft goed is en een ander wil weer andere vragen bespreken. 9

Samenwerken is een proces en om dit goed te laten verlopen en te begeleiden is het zinvol om meer te weten (en bewust te zijn) van de vaardigheden die daarvoor van belang zijn: vormen van een groep conflicthantering discussiëren onderhandelen 1.1 Vormen van een groep In deze tekst wordt de ontwikkeling van een groep volgens Bruce Tuckman beschreven. Hier wordt niet zozeer een vaardigheid besproken maar wordt wel informatie over sociale communicatie in een groep gegeven: wat gebeurt er op het (inter)persoonlijke vlak? Met deze kennis zijn problemen met conflicthantering, discussiëren en onderhandelen beter te begrijpen. Over vaardigheden die van belang zijn voor het goed functioneren van groepen(/teams) en wat effectiviteit van groepen in de weg staat kunt u meer lezen in Robbins & Hunsaker (2003). Forming storming norming - performing Elke groep is een dynamisch organisme en tracht zich te ontwikkelen tot een functionele eenheid. Die groepsontwikkeling verloopt doorgaans in drie fasen, maar let op: niet alle leden zitten noodzakelijkerwijs op hetzelfde moment in dezelfde fase! Herkennen van de fasen en de erbij horende vragen geeft u als docent inzicht in de groepsprocessen. Eerste fase: erbij horen (inclusie) forming Dit is een eerste behoefte en bestrijkt de dimensie binnen of buiten (en in welke mate daarvan sprake is). Bij iemand die voor het eerst een groep betreedt, bijvoorbeeld een nieuw teamlid, speelt onzekerheid een grote rol. Mensen doen verschillende dingen met hun onzekerheid: de een gaat grapjes maken en spreekt met iedereen ( ik wil opgemerkt worden ), de ander luistert en kijkt de kat uit de boom ( waar ben ik in terecht gekomen? ). De één verwacht dat anderen hem betrekken bij de groep (lees: opnemen in de groep), de ander werkt daar zelf actief aan. Gesprekken gaan in deze fase over oppervlakkige dingen: het weer, de vakantie, TV. Teamleden doen er goed aan zich het volgende af te vragen en deze punten zo moegelijk bespreekbaar te maken: 10

- ben ik hier veilig in deze groep? - in welke mate hoor ik erbij? - hoeveel aandacht krijg / vraag ik? - in welke mate hoort hij / zij erbij? - hoe presenteer ik mezelf? - welke bijdrage kan / wil ik geven? - wat vind ik van de anderen, wat vinden zij van mij? - wat kunnen we verwachten? - hoe wordt mijn bijdrage gezien? - hoe gaan we samenwerken? Dit bespreekbaar maken bevordert de samenhang, de inclusie en je veilig voelen in het team. Men kijkt naar de leider als voorbeeld. Tweede fase: invloed hebben (controle) storming Hier gaat het om de dimensie onder of boven. Als je je min of meer zeker voelt in een groep kom je wat losser, gaan de gesprekken wat dieper en ben je bereid meer van jezelf te laten zien, en feedback te geven (je voelt je veilig). De teamleden zijn op zoek naar een passende pikorde : Waar sta ik, wat kan ik wel / niet maken? Men test elkaar uit, hoeveel invloed heb ik hier, waar liggen de grenzen? Er wordt gesproken over taken en verantwoordelijkheden; de een steekt zijn nek uit, de ander wacht af. In deze fase kunnen zowel leider als teamleden dus kritiek (feedback) verwachten. Er kunnen coalities ontstaan en er kan ook een machtsstrijd ontstaan; er is nog geen echte aandacht voor gezamenlijke groepsdoelen, noch voor gevoelens van individuele leden. Besluiten zijn meestal meerderheidsbesluiten. In deze fase gaat het over vragen als: - wat hebben we eigenlijk aan elkaar? - wat gaat er fout en waarom? - wat drijft mij / de anderen eigenlijk? - hoe verhouden we ons tot elkaar en tot de buitenwereld? - waarom moet het zó; kan het ook anders? Derde fase: behoefte aan genegenheid (affectie) norming & performing 11

Dit heeft te maken met de dimensie dichtbij of veraf. Naarmate de groep zich verder ontwikkelt en eventuele conflicten opgelost zijn, wordt de samenwerking groter. Woorden als wij als team en ons, onze worden vaker gebruikt. Het team krijgt eigen rituelen, gebruiken en jargon. Men eet soms samen of drinkt nog iets na het werk. Besluiten worden steeds vaker genomen op basis van compromissen of overeenstemming. Vaak heeft men genoeg van gekibbel en worden negatieve gevoelens (tijdelijk) onderdrukt omwille van de pais en vree en de samenhang. Pas als negatieve gevoelens wel weer kunnen worden geuit en besproken, is er sprake van een volwassen gezelschap dat op zijn taak is berekend. Maar ook in deze fase zit een valkuil. Iedereen zal beamen dat elk teamlid zelf mag bepalen welke emotionele afstand hij bewaart. Toch wordt dit vaak in deze fase niet getolereerd vanwege het ontstane gevoel dat vertrouwen met vertrouwen betaald moet worden, ook al verschillen de aanbieders en afnemers van vertrouwen. Als dit met gelijke munt betalen niet gebeurt, kan het gevaarlijk worden voor diegene die zich wel heeft blootgegeven omdat die zich kwetsbaarder maakt dan anderen. De vragen in dit stadium zijn o.a.: hoe kom ik het beste tot mijn recht, hoe kan ik mij nuttig maken voor de groep? voor wie voel ik genegenheid en voor wie niet? wie mag mij wel en niet? hoe gaan we met elkaar om? hoe laten we de samenwerking zo goed mogelijk verlopen? wanneer zijn we klaar (opzien tegen het afscheid)? Bronnen en meer informatie: Alba-academie (2008). Inleiding in groepsdynamica. In: Syllabus coachopleiding, les 21. Bovenstaand fragment is ontleend aan deze syllabus. Robbins, S.P. & Hunsaker, P.L. (2003). Trainen van interpersoonlijke vaardigheden. Pearson Education Benelux. (Blz. 221 229) Het fragment begint met een zelftest over een goed teamspeler zijn daar kunnen al wat vaardigheden uit afgeleid worden. Vervolgens wordt uitgelegd wat nodig is voor het goed laten functioneren van een team en wat obstakels daarvoor zijn. 12

I Voorbeeld: Forming-storming-norming-performing Bespreek individueel of in de werkgroep in welke fase de groep is. Bij een individuele bespreking kan het gaan om een groep waarin conflicten spelen en waar het de student kan helpen inzicht te hebben in de fase van groepsontwikkeling. Passende vraag (na uitleg over de fasen) is dan: - In welke fase zit jouw groep - Past het conflict waarover je spreekt in die fase? - Geeft dat inzicht in het ontstaan van het conflict? - Welke handvaten geeft deze kennis over de fase waarin de groep is je om het conflict te hanteren? In een werkgroepbespreking kan de aanleiding voor het bespreken van de fase van groepsontwikkeling liggen in een discussiepunt wat opkomt in de groep, of dat je als docent het goede of slechte functioneren van de groep aan de orde wilt stellen. II Voorbeeld: Verschillende soorten groepen Bespreek in de tutorbijeenkomst met welke groepen studenten al ervaring hebben. Alleen met klassen en projectgroepen (in het voortgezet onderwijs) of zijn ze ook actief geweest in andere groepsverbanden? Vervolgens kan besproken met welke groepen ze tijdens de opleiding te maken krijgen en eventueel ook later als professional. Ook kan van diverse groepen vastgesteld worden: - welke rollen, taken of verantwoordelijkheden verschillende groepsleden kunnen hebben - wat obstakels zijn voor groepsfunctioneren - welke vaardigheden ze denken nodig te hebben om goed te kunnen functioneren in een groep, een goed groepslid te zijn Uitkomst: Een inventarisatie van soorten groepen, kenmerken, rollen, taken, verantwoordelijkheden van groepsleden en benodigde vaardigheden. 13

III Voorbeeld: Bespreken manier van (samen)werken in werkgroep Geef tijdens de eerste werkgroepbijeenkomst uitleg over de manier van werken in de werkgroeponderwijs: - hoe worden werkgroepopdrachten besproken? - wat is een casusbespreking? - hoe wordt samengewerkt? - welke vaardigheden spelen hierbij: luisteren, feedback geven, vragen stellen? Ook kan besproken worden dat het doel is dat men ook ván elkaar leert en dat het niet alleen om de eigen kennisverwerving gaat. De uitkomst is dat tudenten weten wat er van ze verwacht wordt in werkgroeponderwijs. Wat de manier van samenwerken is en wat dat van ze vraagt. Voor sommige kan dat heel anders zijn dan ze op de middelbare school gewend zijn. 1.2 Conflicten hanteren U kunt als docent of tutor geconfronteerd worden met onenigheid tussen studenten. Enige kennis van conflicthantering geeft handvatten hoe u daar zelf een bemiddelende rol in kunt spelen en welke tips u kunt aanreiken aan studenten om het zelf op lossen. Conflictoplossing bestaat uit een aantal fasen. Allereerst is duidelijkheid nodig over de procedures waar het conflict betrekking op heeft. Wat zijn de regels? Pas dan komt de inhoud van het conflict aan bod. De fasen zijn: 1. Situatiebeschrijving: waar gaat het eigenlijk over? 2. Analyse: soort conflict, hoe ontstaan, verloop tot nu toe, wat is al geprobeerd? 3. Analyse van de posities: analyseer de opstellingen van de betrokkenen 4. Definieer het gewenste eindresultaat met eventuele alternatieven 5. Keuze invalshoek: met wie is de gewenste oplossing het meest haalbaar? 14

6. Keuze hanteringsstijl: Er zijn verschillende manieren van conflicthantering (zie tabel 1). Ieder van ons kan verschillende manieren van conflicthantering gebruiken. Tabel 1: vijf manieren van conflicthantering assertief Forceren Samenwerken assertiviteit Compromis Niet assertief Vermijden Niet coöperatief coöperatie Gladstrijken coöperatief Bron: Van Oudenhoven (2006) De effectiviteit van een stijl is afhankelijk van de eisen die een conflictsituatie stelt en de vaardigheid waarmee je die stijl kunt hanteren. Forceren (ook wel Wedijveren genoemd) Georiënteerd op macht. Je streeft naar eigenbelang, ten koste van de ander. Elke macht, welke dan ook, gebruiken om te winnen. Argumenteren, hogere positie en financiële sancties kunnen gebruikt worden. Gebruiksmogelijkheden: Als een snelle beslissing van vitaal belang is, bijvoorbeeld in noodsituaties. Bij onderwerpen die van vitaal belang zijn bij de onderneming zelf. Als je weet dat je gelijk hebt. Gladstrijken (ook wel Aanpassen genoemd) Georiënteerd op edelmoedigheid. Tegengestelde van wedijveren. Iemand die zich aanpast verwaarloost zijn eigen belangen om die van een ander te bevredigen. 15

Gebruiksmogelijkheden: Als je beseft dat je ongelijk hebt. Om een beter voorstel een kans te geven. Als het onderwerp belangrijker is voor de ander dan voor jezelf. Als het bewaren van de harmonie en het voorkomen van scheuringen bijzonder belangrijk zijn. Vermijden Georiënteerd op het uit de weg gaan van conflicten. Geen eigen belang én geen belang van de ander. Zich onttrekken aan een bedreigende situatie of een situatie diplomatiek ontwijken. Gebruiksmogelijkheden: Als je het onderwerp triviaal vindt. Als de mogelijke schade door het aangaan van het conflict groter is dan de vruchten van de oplossing. Als je niet weet of het doel wat je met het conflict hebt wel haalbaar is. Om mensen af te laten koelen. Als anderen het probleem effectiever op kunnen lossen. Compromis zoeken Georiënteerd op het vinden van een gulden middenweg. Het doel is een geschikte wederzijds acceptabele oplossing te vinden die beide partijen gedeeltelijk bevredigt. Gebruiksmogelijkheden: Als de zorg voor de kwestie en de relatie middelmatig belangrijk zijn en elkaar in evenwicht houden. Vaak bij een rationele kwestie. Om een tijdelijke regeling te bereiken, bijvoorbeeld voor de duur van de samenwerking. Om een passende oplossing te bereiken onder tijdsdruk. Samenwerken Georiënteerd op oplossingen vinden die beide partijen bevredigen. Dit betekent dat je het onderwerp samen uitdiept om er achter te komen wat de belangen van beide partijen zijn en elkaar de gelegenheid geeft een eigen standpunt naar voren te brengen. Gebruiksmogelijkheden: Om tot een beslissing te komen als beider belangen te belangrijk zijn om een compromis te sluiten. Om negatieve gevoelens uit te diepen die een interpersoonlijke relatie verstoren. Om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Als je van elkaar wilt leren: verdedigen is lang niet zo leerzaam als het aanpassen aan een inzicht. 16

De aanpak (USE, 2004) 1. Stop meteen alle andere activiteiten. Vraag wat er aan de hand is. Laat iedereen uitspreken zonder te discussiëren en probeer te achterhalen wat de oorzaken van het conflict zijn. 2. Inventariseer hoe iedereen verder wil. Houd je eigen mening voor jezelf. Maak geen verwijten. 3. Help bij het formuleren van een plan om het conflict op te lossen. Wanneer de groep er niet uitkomt stel dan zelf een beslissing voor. Bronnen en meer informatie: USE (2004), Academische vaardigheden. Handleiding voor studenten. Universiteit Utrecht, Utrecht School of Economics, p. 53. Deze handleiding is bedoeld voor studenten, om hen te helpen academische vaardigheden te ontwikkelen. Professionele en academische vaardigheden Projectmatig werken, Opleiding Economie/UU. (Blz. 7-16 en 7-19) Dit fragment gaat over het omgaan met problemen van (student- )projectgroepen. Hoe problemen te voorkomen, ermee om te gaan en hoe tot een oplossing te komen. Robbins, S.P. & Hunsaker, P.L. (2003). Trainen van interpersoonlijke vaardigheden. Pearson Education Benelux. (Blz. 263 270) Het fragment begint met een zelfbeoordelingstest over je stijl van conflicten oplossen en bespreekt verder vaardigheden die van belang zijn bij het oplossen van conflicten. Van Oudenhoven, J.P. (2006). Sociale Vaardigheden voor Leidinggevenden. Bussum: Uitgeverij Coutinho. (Blz. 68-79 en 82) Dit fragment beschijft de reacties op conflicten (verschillende stijlen) en conflicthantering. Ook is toegevoegd een lijstje aandachtspunten voor het goed omgaan met een conflict. 17

IV Voorbeeld: Bespreking van een conflict van studenten De fasen van conflicthantering geven handvatten voor uw vraagstelling bij een gesprek met studenten die een conflict hebben. Situatiebeschrijving - Waar gaat het eigenlijk over? - Is dat waar het echt om gaat of ligt er een ander conflict onder? Analyse - Wat hebben jullie al geprobeerd om het op te lossen? - Wat maakt dat die oplossing niet werkt? Definieer het gewenste eindresultaat met eventuele alternatieven - Wat zouden jullie willen dat het gesprek met mij oplevert? - Is dat haalbaar? Zo nee, wat is wel een haalbare oplossing die we in dit gesprek kunnen bereiken? Keuze invalshoek - Wat hebben jullie ervoor nodig om dat resultaat te bereiken? - Laten we dat dan nu doen 1.3 Discussiëren In werkgroeponderwijs is discussie een belangrijke werkvorm, denk aan de casusbespreking. Maar ook bij groepsopdrachten of andere groepsprojecten is goed kunnen discussiëren essentieel. Discussiëren is een mondelinge vorm van argumenteren. In een discussie verschillen mensen van mening en de een wil de ander overtuigen van de juistheid van zijn/haar standpunt. Beide partijen gebruiken argumenten om hun standpunt te verdedigen. Het is belangrijk om goed te luisteren en snel te kunnen denken om adequaat te reageren. Discussiëren is een belangrijke vaardigheid bij samenwerken. Een discussie kan verschillende doelen hebben: informeren en besluiten nemen. In een informatieve discussie wordt geïnventariseerd hoe over een onderwerp gedacht wordt; wat zijn de verschillende standpunten? In een besluitvormende discussie wil men tot een gezamenlijk besluit komen. Bij voorkeur een besluit waar iedereen achter staat. Als dat niet lukt, kan gekozen worden voor een stemming of men kan proberen om door onderhandelen tot een compromis te komen. 18

Als een groep goed kan discussiëren zal dat het gewenste resultaat van de samenwerking ten goede komen. Immers een juist gevoerde discussie levert het beste standpunt op. Over welke houding en gedrag dat van de deelnemers vraagt kunt u meer lezen bij de hieronder genoemde informatie. Voor het goed laten verlopen van een discussie is structuur belangrijk en deze is als volgt: Inleiding: Daarin wordt in ieder geval duidelijk gemaakt wat het onderwerp, doel en belang van de discussie is. Beeldvorming: In dit onderdeel wordt feitelijke informatie gegeven over het thema (meestal door de voorzitter) Meningsvorming: Meningen uitwisselen en bespreken. Aan de manier waarop dat gebeurt kunnen nadere eisen worden gesteld (zie overige literatuur). Afsluiting: De discussie wordt hier samengevat en conclusies worden getrokken. De voorzitter of degene die de discussie leidt heeft een belangrijke taak. De kwaliteit van de discussie hangt vaak af van of de discussieleider goed is voorbereid en de discussie goed kan leiden. Bronnen en meer informatie: Milius, J., Oost, H. & Holleman, W. (2001). Werken aan academische vorming. Ideeën voor actief leren in de onderwijspraktijk. Universiteit Utrecht, IVLOS. (Blz. 81-83) Dit fragment bespreekt de werkvorm discussie, algemene kenmerken en de werkwijze. Is geschreven voor universitaire docenten. Verderop in het boek worden allerlei discussievarianten besproken. http://www.kennisdelen.eu/werkvorm-discussie/ Deze tekst geeft algemene uitleg over de werkvorm discussiëren in onderwijssituaties. De voor- en nadelen worden genoemd. Maar vooral de meer gedetailleerde uitleg over de verschillende onderdelen van een discussie is informatief. 19

http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstuden ten/discussieren Deze tekst is geschreven voor studenten die een discussie gaan organiseren en leiden en geeft basisinformatie. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondelin g/vaardigheden/discussieren Deze site geeft de bezoeker allerlei informatie over de studieloopbaan. De vaardigheid discussiëren wordt uitgebreid besproken gericht op HBO-studenten. Vooral het onderdeel Spelregels voor een goede discussie en Tips bij het discussiëren maken duidelijk hoe je je als deelnemer aan een discussie zou moeten gedragen. V Voorbeeld: Discussie in werkgroep (UC-werkgroep Bald de Vries) Geef studenten zelf de verantwoordelijkheid voor de discussies die over de verschillende onderwerpen in de werkgroep gevoerd moeten worden. Het vormen van groepen, het organiseren, het voorbereiden en leiden van de discussies doen de studenten zelfstandig. De docent geeft wel aanwijzingen over taakverdeling, rol discussieleider en een goede voorbereiding. Ook tijdens discussies is de docent weinig sturend. Een optie is om studenten later in de onderwijsperiode te laten reflecteren op de gevoerde discussies. Vragen die daarbij leidend kunnen zijn, zijn: wat voor soort discussies waren het, wat is een goede structuur, wat doet een voorzitter, wat zijn goede omgangsvormen ect. 1.4 Onderhandelen Onderhandelen komt zeer vaak voor. Studenten die samenwerken zullen ook regelmatig onderhandelen, over taakverdeling en werkwijze bijvoorbeeld maar ook over wat als (inhoudelijk) resultaat van de samenwerking gepresenteerd wordt. Overal waar twee of meer personen of groepen samen tot overeenstemming proberen te komen om iets van hun tegengestelde wensen te realiseren, wordt onderhandeld. Het doel van onderhandelen is om tot een oplossing te komen die voor alle partijen min of meer aanvaardbaar is. 20

Een definitie van onderhandelen kent de volgende elementen: partijen hebben onverenigbare wensen en hebben elkaar nodig om tot resultaten te komen zij zoeken samen een compromis omdat dat voordelen heeft t.o.v. voortdurende strijd zij hanteren drukmiddelen om zoveel mogelijk van de eigen wensen door de ander aanvaard te krijgen Onderhandelen wordt gekenmerkt door wederzijdse afhankelijkheid. Onderhandelen is een proces dat verschillende fasen kent. Deze fasen lopen nog wel eens door elkaar en het kan al veel duidelijkheid geven door ze te onderscheiden. De fasen zijn: het stellen van eisen het hanteren van drukmiddelen het zoeken van compromissen het maken van afspraken In elke onderhandeling kan men kiezen voor verschillende manieren van optreden en voor verschillende strategieën. De onderhandelaar moet zich afvragen of hij de relatie of de eis(en) centraal stelt. Een ander onderscheid is die tussen distributief onderhandelen (winst voor de een is verlies voor de ander) of integrerend onderhandelen (win-win sitatie) onderhandelen. Een bekende manier van onderhandelen is de zgn. Harvard-methode dat is een vorm van open onderhandelen. Voor studenten gelden in het algemeen de volgende tips: bepaal van tevoren je onderhandelingsruimte schat de belangen van de ander in wees hard in je wensen maar zacht in je contacten neem initiatef bied en vraag compensaties de procedurevoorstellen vermijd vechtgedrag schakel evt. derden in Bronnen en meer informatie: Professionele en academische vaardigheden Projectmatig werken, Opleiding Economie/UU, p. 4-36 t/m 4-39. 21

Geeft basale informatie over onderhandelen. Bovenstaande tekst is een samenvatting daarvan. Piët, S (1990). Overleg, vergaderen en onderhandelen. Groningen: Wolters-Noordhoff. (Blz. 60-81) Dit fragment geeft algemene informatie over onderhandelen en beschrijft de Harvard-methode. Robbins, S.P. & Hunsaker, P.L. (2003). Trainen van interpersoonlijke vaardigheden. Pearson Education Benelux. (Blz. 281-286) Beschreven worden de distributieve en integrerende onderhandelingsstrategie. Het fragment begint met een zelfbeoordelingtoets over onderhandelingstechnieken en eindigt met een aantal richtlijnen voor effectief onderhandelen. Van Oudenhoven, J.P. (2006). Sociale vaardigheden voor leidinggevenden. Bussum: Uitgeverij Coutinho. (Blz. 103-109) Dit fragment bespreekt dat onderhandelen samenwerken is en geeft een aantal strategieën voor de onderhandelaar. De uitleg aan de hand van de Interpersoonlijke theorie van Leary (De Roos van Leary) maakt de verschillen duidelijk. http://www.fnvprofessionals.nl/de-harvard-methode-principieelonderhandelen/ Op de site wordt de Harvard-methode uitgelegd en er wordt ook een uitgewerkt praktijkvoorbeeld van onderhandelen met deze methode beschreven. VI Voorbeeld: Opdracht analyse wijze van onderhandelen Studenten krijgen de opdracht om voor hun portfolio een beschrijving te maken van een onderhandelingsproces. Dat kan gaan om onderhandelingen die ze gevoerd hebben in een groep over een onderwijsopdracht. Maar andere voorbeelden mogen ook, denk aan onderhandelingen die gevoerd zijn t.b.v. activiteiten die georganiseerd zijn voor Sirius. Naast een beschrijving kan ook gevraagd worden de onderhandeling te typeren. Bijvoorbeeld wat voor soort onderhandeling was het en welke strategieën zijn door partijen gebruikt? Hoe had het eventueel beter gekund? 22