Nieuwe modellen van wonen, welzijn en zorg op lokaal niveau: SAMEN WONEN JONG ÈN OUD, best-practice uit Duitsland. Het Regionaal Zorgberaad heeft een werkbezoek gebracht aan Duitsland en twee innovatieve voorbeeldprojecten bezocht. Bijgaand informatie over de best-practice Lebensräume fur Jung und Alt uit Baden-Wurtenberg. A. Waarom: het bijzondere van het project De Duitse best practice: Lebensräume fur Jung und Alt, vrij vertaald SAMEN WONEN JONG ÈN OUD, sluit aan op een aantal in Nederland wenselijk geachte ontwikkelingen: 1. de civil society: hierbij gaat het om gemeenschapsgevoel en samenhang in de samenleving. Uitgegaan wordt van een grotere verantwoordelijkheid van de burger, onder meer op het gebied van mantelzorg en of vrijwilligerswerk. 2. uitstel van intramurale opname en zo lang mogelijk in een thuissituatie verblijven. 3. ontlasting van de professionele zorg- en welzijnsverlening vanwege krimpende beroepsbevolking en de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt. 4. vermaatschappelijking van de zorg en verhoging in de kwaliteit van leven van ouderen (zingeving), geen monocultuur of misère-eiland. 5. verbinden van jong en oud. Onder meer in het advies van de WRR De verzorgingsstaat herwogen, wordt aandacht gevraagd voor nieuwe tegenstellingen in de samenleving, zoals tussen de generaties. 6. het verbinden van jong en oud sluit in het bijzonder aan bij de wensen in allochtone kring over de vormgeving van zorg-en dienstverlening aan ouderen 7. vraagsturing wonen-zorg: recent onderzoek van VROM en de SEV wijst uit dat jonge senioren meer voelen voor meergeneratie wonen dan met leeftijdsgenoten. B. Korte omschrijving van het project De Stiftung Liebenau, een grote ouderenzorgorganisatie ging beginjaren 90 van start met het project Lebensräume für Jung und Alt. Aanleiding voor het project was het besef dat het, mede door demografische ontwikkelingen, onmogelijk leek om de toenemende zorgvraag uitsluitend bij de professionele ouderenzorg neer te leggen. Dat betekende een 1
groter beroep om mantelzorg. Echter de familie woont veelal ver weg, waarmee mantelzorg niet meer vanzelfsprekend is. Dat vroeg om een nieuwe constructie voor informele zorg. Daarnaast speelden veranderde inzichten over de professionele ouderenzorginstellingen een rol: in veel gevallen bevorderde deze de afhankelijkheid van mensen. Een nieuw concept voor informele zorg zou de zelfstandigheid juist moeten versterken, c.q. zelfstandig wonen moeten stimuleren en faciliteren. En uiteraard hing dit samen met een financieel aspect: hoe langer zelfstandig, hoe lager de kosten voor zorg- en dienstverlening. Het project Het project vindt plaats op een lokatie waar vier woonblokken staan met in totaal 50 à 60 woningen, die bewoond worden door zowel ouderen als jongeren. Twee derde van de woningen zijn voor senioren en een derde voor jongeren. Dat zijn jonge gezinnen, een oudergezinnen, alleenstaanden en studenten. Iedere leeftijdscategorie is vertegenwoordigd en dat moet ook om het centrale concept, namelijk zelfhulp, te kunnen laten werken. Circa 55 % van de bewoners is onder de 60 jaar. Ouderen worden geholpen door jongeren en jonge vitale ouderen. Jongeren vinden het wonen in het complex heel praktisch, o.a. vanwege de redelijke huren en de mogelijkheden voor opvang van kinderen. Ook het feit dat de woningen zich altijd in het centrum van dorp of stad bevinden is praktisch voor iedereen aantrekkelijk. Daarnaast kunnen jongeren naast burenhulp in bepaalde situaties soms ook bijverdienen, bijvoorbeeld door met medebewoners afspraken te maken over diensten. Met de woningtoewijzing wordt gestuurd op de leeftijdsopbouw van de bewoners (1/3 de van de woningen voor niet- senioren) en dat heeft tot op heden niet tot knelpunten geleid. Ook de gemeente en de gemeenschap accepteren dat omdat iedereen er van doordrongen is dat differentiatie in leeftijd van de bewoners de basis is van het concept. Het complex heeft een moderator in dienst. Die moderator ondersteunt de bewoners bij het organiseren van de zelfhulp. Bewoners bepalen zelf, via een bewonersraad, wat er moet gebeuren (kinderopvang, boodschappendienst, cursussen etc) en wie er in de units komen wonen. Ongeveer 75% van de bewoners is actief in het complex. Iedereen kan iets bijdragen, ook de oudere ouderen, bijvoorbeeld door de rolluikencontrole. Als de rolluiken van een woning om 9.30 uur nog niet open zijn, geven de bewoners een signaal af richting moderator, die dan kan kijken of alles in orde is. De meeste bewoners van het complex worden normaal oud. Zo rond de tachtig jaar beginnen de gebreken. In de afgelopen tien jaar is het nauwelijks voorgekomen dat ouderen naar een verpleeghuis moesten omdat ze echt te ziek waren. Hiermee lijkt het bewijs geleverd dat het systeem bijdraagt aan het uitstellen van de fase van behoeftig worden. 2
Mensen moeten wel wennen aan het zelf doen als ze in het complex komen wonen. Daarnaast ontstaan er uiteraard wel eens conflicten, over voetballende kinderen en ouderen die het journaal niet kunnen horen door het gejoel. De moderator is opgeleid om deze conflicten op te lossen. Ook de kinderen worden betrokken bij het leven in het complex. Er worden bijvoorbeeld kinderconferenties georganiseerd, ook voor kinderen die niet in het complex wonen. Financiering De ouderenzorgorganisatie Liebenau kreeg een startsubsidie van de deelstaat en gratis grond van de gemeente voor de bouw van het complex. Een percentage van de woningen zijn vervolgens voor marktprijzen verkocht. Met de winst betaalt men de moderator en de gemeenschappelijke ruimte. 80% van de kopers hebben de woningen gekocht als belegging. De afspraak is dat Liebenau de woningen voor tenminste 10 jaar verhuurt. Liebenau is nu helemaal onafhankelijk, en wil ook geen subsidierelatie met de overheid. Er wordt wel met de lokale overheid samengewerkt (en ook met talloze andere organisaties) maar men wil zelfvoorzienende concepten neerzetten, die niet bij elke beleidsgril weer aangepast moeten worden. De organisatie legt ook jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraad om draagvlak voor concept levend te houden. De stichting heeft sinds 1995 circa 20 van dergelijke projecten gerealiseerd in Zuid- Duitsland: complexen van 15 tot 80 woningen. In totaal gaat het om 600 woningen. Ervaringen van bewoners: Een bewoonster woont er al vanaf het begin. Door de hulp van de buren heeft zij haar man nog lang thuis kunnen verzorgen. Zij is zelf nog vitaal en helpt nu ook anderen. Zij geniet zichtbaar van het vertrouwen dat haar gegeven wordt, omdat haar ook gevraagd is om persoonlijke belangen voor iemand te behartigen. Deze zingeving is belangrijk voor de mensen. Je hoort er nog bij. De andere bewoonster woont nog maar kort in het complex, maar zij kwam daarvoor er al jaren over de vloer voor het organiseren van zangactiviteiten. Haar boodschap is dat het niet alleen om zorgactiviteiten gaat maar ook om gezellige en recreatieve dingen met elkaar te organiseren. Deze activiteiten zijn ook toegankelijk voor iedereen uit het dorp. De Stiftung stelt de ruimte beschikbaar. C. Het vernieuwende van SAMEN WONEN JONG ÈN OUD. Het toekomstgerichte karakter van dit concept manifesteert zich op de volgende terreinen: - civil society, informele zorg, Kenmerkend is dat op een vernieuwende wijze beroep gedaan wordt op gemeenschapszin, zelfhulp en burenhulp; 1. de (potentiële) duurzaamheid van de vrijwilligersrelaties, door nabijheid van wonen, sociale verbondenheid en gemeenschappelijk belang 2. vergroting van het aantal vrijwilligers op basis van welbegrepen eigen belang (volumevergroting van het vrijwilligerspotentieel) 3
3. de expliciete functie van een moderator als bemiddelaar, waardoor continuïteit wordt gegarandeerd. - volkshuisvesting 1. er wordt toekomstgericht gebouwd, dat wil zeggen er wordt gewerkt vanuit een bewuste visie op wonen in een vergrijsde samenleving: de woningen èn de bewoners worden geaccomodeerd op een wijze die past bij de situatie en de behoeften in de samenleving in de komende decennia. 2. vraagsturing; er wordt aangesloten bij preferenties van de senioren in de leeftijdsgroep 55-70 jaar 3. er wordt uitgegaan van woondifferentiatie en er wordt gebouwd voor oud èn jong. Dat is in het bijzonder voor de regio Midden-Holland/ Het Groene Hart interessant. Daar mag namelijk weinig gebouwd worden waardoor de vitaliteit van dorpen onder druk komen te staan en daarmee het voorzieningenniveau. Het dilemma waar gemeentebesturen zich thans voor gesteld zien (of voor ouderen of voor jongeren bouwen) is daarmede voor een deel opgelost. - samenleving 1. geen segregatie (seniorendorpen) maar integratie, normalisering en vermaatschappelijking 2. inter-generationele samenhang en solidariteit (oud is vrijwilliger voor jong en jong voor oud). 3. een moderne en praktische vertaling van de maatschappelijke behoefte aan saamhorigheid, gemeenschapszin en sociale cohesie. - zorg- en dienstverlening aan ouderen 1. een innovatieve toekomstgerichte aanpak in het domein van zorg- en dienstverlening, gebaseerd op 2. - eigen regie en zelfstandigheidhandhaving; - verhoging in de kwaliteit van leven van ouderen (zingeving) door participatie, sociale contacten en zich nuttig voelen; - ontlasting van de professionele zorg- en welzijnsverlening op een krappe arbeidsmarkt; - inverdieneffecten, door informele zorgverlening (WMO) en uitstel van intramurale opname (AWBZ). - interculturalisatie 1. het concept leent zich goed om tegemoet te komen aan de wens in allochtone kring van betrokkenheid van jongeren bij de verzorging van de ouderen generatie (dit mede als alternatief voor het concept van de kangeroewoning) 4
D. Toepasbaarheid en invoering van het concept SAMEN WONEN JONG ÈN OUD, in de Nederlandse situatie. Het Zorgberaad is bezig het concept te vertalen naar de Nederlandse situatie aan de hand van verschillende scenario s. Daarbij wordt als eerste onderscheid gemaakt in nieuwe en bestaande situaties. 1. Bij nieuwe situaties moet gedacht worden aan herstructureringsprojecten of uitbreidinglocaties als Lansing Zuid. 2. Bij bestaande situaties gaat het om wijken en buurten waar reeds veel senioren bij elkaar wonen. Ad 1. Nieuwe situaties Met partijen zijn inmiddels gesprekken op gang gekomen, maar dit scenario verkeert nog in een verkenningsfase. Aandachtspunten zijn vooral de financieringsconstructies en de woningtoewijzingsprocedures. Ad 2. Bestaande situaties Scenario I. Het betreft een flat van een woningbouwcorporatie waarin veel senioren wonen. Er zal een opplusprogramma gestart worden en er is de beschikking over algemene ruimtes. Opgepluste woningen worden gelabeld en de niet opgepluste woningen zijn/ komen beschikbaar voor jongeren. Dat moet in de toekomst ook zo blijven om de gemengde bewoning te kunnen behouden. Het concept van onderling dienstbetoon wordt geïntroduceerd en werkenderweg met behulp van de moderator gerealiseerd. De beschikbaarheid over (een) gemeenschappelijk ruimte(s) is een kritische succesvoorwaarde. Deze ruimte vervult een belangrijke rol in (het faciliteren van) onderling vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld naschoolse opvang die senioren kunnen verzorgen. De formule wordt versterkt door de ruimtes ook beschikbaar te stellen aan buurtbewoners. In ruil voor het gebruik van de ruimte voor bijvoorbeeld een buurtvergadering, kaartclub, biljarten of dansavond, moet een tegenprestatie geleverd worden in de vorm van vrijwilligerswerk ten behoeve van de senioren, als huisklusjes, sociale alarmering, maaltijden rondbrengen, overbelaste mantelzorgers een middagje helpen met respijtzorg enz. enz. De financiering van de moderatorfunctie, die ook vanuit een buurthuis, welzijnswerk of steunpunt geregeld kan worden, moet nader worden onderzocht. Scenario II betreft een buurt of concentratiegebied van senioren die woonachtig zijn in eensgezinswoningen. Dit scenario in nog in ontwikkeling. In ieder geval zou via een gericht woningtoewijzingsbeleid jonge kandidaten ingevlochten moeten worden om de gemengde bevolkingssamenstelling tot stand te brengen. Het zorgberaad wil meerdere pilots opzetten en heeft de Stichting Experimenten Volkshuisvesting SEV inmiddels voor dit voorbeeldproject geïnteresseerd. 5
Ron Bertels, Regionaal Zorgberaad Midden-Holland 4-4-2007 6