Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55 i.a.a. de minister van landbouw en visserij, Be zuidenhoutseweg 73, 2594 AC 's-gravenhage. Ons kenmerk Uw kenmerk OR/688 Alg. VO/VH/VP-649.100 B/AK d.d. 1 juni 1989 Onderwerp Concept-plan van scholen 1990-1992. s-gravenhage, -J 3 JULI \<$ft In antwoord op uw bovengenoemd verzoek om advies ter zake van het concept-plan van scholen 1990-1992 bericht de Onderwijsraad u als voigt. De Raad constateert dat in de lijn van voorgaande edities ook het voorliggende concept-plan een beperkt aantal nieuw opgenomen scholen c.q. afdelingen omvat. Onder verwijzing naar hetgeen daarover in eerdere adviezen ter zake is opgemerkt stemt de Raad in met het sobere beleid ten aanzien van de bekostiging van nieuwe onderwijsvoorzieningen via de planprocedure w.v.o. Op een aantal onderdelen van het onderhavige concept-plan en met name op het middelbaar beroepsonderwijs (m.b.o.) gaat de Raad thans nader in. De Raad merkt op dat het plan van scholen 1990-1992 in beginsel de laatste mogelijkheid is om tot de stichting van een m.b.o.- school over te gaan op grond van de normale planprocedure W.V.O. Immers na aanvaarding door de Staten-Generaal van het SVM-wetsvoorstel zal de stichting van scholen voor m.b.o. niet meer via deze planprocedure, doch bij wet moeten plaatsvinden. Hierom en aangezien het op het SVM-wetsvoorstel gebaseerde plan van spreiding en situering zich beperkt tot omzetting van bestaande voorzieningen, inclusief voorzieningen die met jaartal op het meest recente scholenplan staan vermeld, verdient het naar het oordeel van de Raad in het kader van de beoordeling van aanvragen voor scholen voor m.b.o. voor het onderhavige plan van scholen aanbeveling na te gaan of in deze sector van onderwijs nog sprake is van "witte vlekken". De Raad kan zich - als voorbeeld - voorstellen dat met meer dan de gewone zorgvuldigheid de aanvraag voor een reformatorische school voor m.d.g.o. (afdelingen AB, AG en VZ) te Vermeld bij beantwoording van een brief kenmerk en datum
Rotterdam-Zu id wordt beoordeeld. Aanvrager overweegt samenwerkini aan te gaan met de reformatorische scholengemeenschap "Plancius voo: >r l.b.o. eveneens aldaar gevestigd om op deze wijze te kome: tot de vorming van een verticale ïrticale scholengemeenschap. Weliswaar wordt de SVM-norm van 600 leerlingen niet gehaald, doch gelet op de gevraagde afdelingen waarvoor geen ongunstig arbeidsmarktpers- P< i: scnoien in overweging genomen kunnen worden. Een ander voorbeeld is de aanvraag voor een school voor m.t.o. te Oude Tonge. De Raad vraagt voorts aandacht voor de positie van eventuele aanvragen voor scholen voor m.b.o. die in eerste instantie zijn afgewezen en waarvoor een beroepsprocedure aanhangig is c.q. zal W01"d*^n namaakt* Tc. inhïon HoHr^oTrlo aartirvarron An rr i- *-* n H ir a r\ o o n ;/y cmci. f\l f ei. v c L s t - u i i i e n ueb Ladu i- u ^ ^ t een school in een scholengemeenschap voor h.b.o. en aie van school voor m.b.o. Hij zou gaarne geïnformeerd worden over de daarbij te hanteren criteria. Uit het de Raad toegezonden, ongedateerde, toetsingskader aanvragen m.b.o. plan van scholen 1990-1992 maakt hij op, dat het evenwichtig geheel van voorzieningen door de SVM-operatie in ieder geval een wijziging zal ondergaan. Bij de beoordeling van aanvragen in het kader van het voorliggende plan van scholen zal een relatie WOJ-Q^n rr ^ T ^ n H m *a t' hot* oor-hor-rronriomho y» 1 a «\r an S P t e l d l n Q en plan van spreiding en situering zal plaatsvinden. Nog afgezien van de hier gesignaleerde inconsistentie in benadeop het plan van spreiding en situering. Uit de circulaire "concentratie beleid m.b.o." van 23 januari jl. begrijpt de Raad, dat het "t p plan van spreiding en situering S.V.M, als doel het realiseren van n evenwichtig geheel van onderwijs- i
aspecten als geografische spreiding, verlangd onderwijs, voldoende differentiatie en de regionale functie betrokken te worden. Daarbij acht de Raad het van belang dat het openbaar onderwijs in voldoende mate bij het proces van c lu stervorming wordt betrokken. De Raad sluit niet uit dat het, mede uit oogpunt van een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen, wenselijk kan zijn in bepaalde situaties een ruimhartiger nevenvest igingenbele id te voeren dan aanvankelijk was voorzien. Vervolgens informeert hij of evenals bij de AOC-vorming ook in het kader van SVM-operatie sprake is van situaties, waarbij het mogelijk is dat de nevenvestigingten) een andere signatuur heeft (hebben) dan de hoofdvestiging. Ten aanzien van de beoordeling van aanvragen in de sector van het m.b.o. heeft de Raad het als een gemis ervaren niet te kunnen beschikken over het advies van de SVM-procescoördinator, de provinciale adviezen, met uitzondering van die van de provincie Zuid-Holland, en de adviezen van de vier grote gemeenten ter zake. De Raad stelt vast dat blijkens het overleg en de toelichting op het concept-plan met betrekking tot een aantal m.b.o.-aanvragen de besluitvorming, in casu al dan niet plaatsing op het onderhavige plan van scholen, nadrukkelijk wordt gerelateerd aan het daarover door de SVM-procescoördinator uit te brengen advies. Hij dient wat dit betreft dan ook een voorbehoud ten aanzien van zijn advisering te maken. Ter zake van zijn advisering omtrent het plan van spreiding en situering S.V.M. zijn door de Raad afspraken gemaakt met de directie VO/VH/PV van uw departement. In dit verband heeft de Raad tot uitdrukking gebracht dat hoewel er bij hem begrip bestaat voor het feit dat het tijdschema aanzienlijk krapper is in vergelijking met dat voor de reguliere planprocedure, hij eraan hecht zijn functie als eindadviesorgaan op goede wijze te kunnen vervullen. Naar hij begrepen heeft zal hij op een vergelijkbare wijze worden gehoord over het concept-fusieplan S.V.M. Over het tijdpad daaromtrent zal hij gaarne overleg met u voeren. Wat betreft de aanvraag voor een m.t.r.o.-opleiding te Middelburg maakt de Raad uit de adviezen van de provincie Zeeland en de Stichting Contactcentrum Onderwijs-Arbeid Zeeland op, dat de arbeidsmarkt voor m.t.r.o.-opgeleiden in de provincie Zeeland gewillig is en qua omvang nog zal toenemen en dat voorts voor deze opleiding voldoende belangstelling bestaat. Het verdient naar het oordeel van de Raad aanbeveling deze aanvraag uit oogpunt van spreiding nader te bezien. Hij verwijst in dit verband naar de plaatsing op het plan van scholen met jaartal van een avondschool voor m.t.o. te Groningen, waarbij naar de Raad blijkt het spreidingsaspect in het kader van de oordeelsvorming de doorslag heeft gegeven. Ook ten aanzien van de aanvraag van een afdeling grafische techniek te Zwolle, die wordt aangeduid als een "witte vlek" stelt de Raad zich eenzelfde afweging voor. Met betrekking tot het MDGO-VP ziet de Raad, gelet op zijn betrokkenheid in het verleden met de onderhavige problematiek, gaarne de aangekondigde notitie inzake de ombouw van de in-serviceopleiding naar het dagonderwijs om advies tegemoet. De Raad stelt; met voldoening vast dat u zijn opvatting, weergege- 3
m.b.o brood en banket en de grafische industrie). De Raad zal het op prijs stellen afzonderlijk gehoord te worden op de in het kader van de Wet cursorisch beroepsonderwijs te hanteren stichtings-, omzettings- en opheffingsnormen. Hij is verder benieuwd naar de inhoud van de concept-a.m.v.b. die de vorming van scholengemeenschappen m.b.o. met scholen voor cursorisch beroepsonderwijs zal regelen. i
de toelichting op het plan van scholen niet alleen in te gaan op de kwesties "Maastricht" en "Culemborg/Geldermalsen" doch tevens een uitspraak te doen ten aanzien van het geval "Leiden/Noordwijk". Hij merkt in dit verband op dat laatstgenoemde kwestie ook reeds uitgebreid is besproken in het kader van het vorige plan van scholen, waarbij van uw kant nadrukkelijk een toezegging is gedaan. Wat betreft de problematiek inzake het verbinden van een atheneum aan scholen voor h.a.v.o. c.q. scholengemeenschappen voor m.a.v.o.- h.a.v.o. hecht de Raad eraan dat, in geval tot toewijzing wordt besloten, de rechtsbescherming van bestaande gelijksoortige scholen nadrukkelijk in ogenschouw wordt genomen vooral nu een versoepeld toetsingskader wordt gehanteerd. De Raad denkt met name aan de atheneum-afdeling te verbinden aan de r.k^ h.a.v.o.- m.a.v.o.-school te Breda. 5 Namens de Raad voornoemd, (mr. W^G-rCTM. van plv. algemeen Holsteijn, secretaris)