SVS SVS apotheose tikspelen, groene spelen en zintuigspelen - 20/06/2013



Vergelijkbare documenten
Tik me dan als je kan!

De gymles van begin tot eind

Uitgeverij Schoolsupport

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

Per straatspeeldag staan er 5 spellen in. Er kan zelf gekozen worden welke spelen gepast zijn voor de doelgroep bij jullie in de straat.

G3 Lesbeschrijvingsformulier II Groeps-MRT Lesnummer

M. E. J. N. B. K. E. B. S. S. Sluipwegtikkertje DAS BEURS 2018

Werkstuk LO Tikspelen

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Groepsverdeling. Naam student Sanne Fabri Leergroep OLO3F Naam mentor Ann Verstraete & Charlotte Seynaeve Klas 1 ste lj Aantal lln.

Engelse woordjes. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

TULE inhouden & activiteiten Bewegingsonderwijs. Kerndoel 57 - Tikspelen. Toelichting en verantwoording

playbook SPRINGSAUTE TIKTOUCHE BEESTBETE DARTFLECHE

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen.

Voorbeeld van een inhoudelijke brug 3ko-1lo : Taal Organisatie

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

Stopcontact tikkertje

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Inleiding We beginnen met een warming up van Winter Standbeelden.

Hiervoor zet ik me in! in klas

Lesvoorbereidingsformulier Opleiding Professionele Bachelor in het secundair onderwijs Lichamelijke opvoeding

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal DOELSTELLINGEN:

Leerinhoud: lettervorming. Locatie: klaslokaal. Groepsindeling: groepjes van twee leerlingen. Tijdsduur: 10 minuten.

Tussendoortjes boerderijklas

TULE inhouden & activiteiten Bewegingsonderwijs. Kerndoel 57 - Hardlopen. Toelichting en verantwoording

Warming-up voor de Jongste (F-) Jeugd

Spel en oefenvormen voor hockey op school

1 Intro: Jezelf voorstellen en uitleggen wat SSD is

Fietsvaardigheid in groep

Ik ben een heel klein muisje

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Augustus DSC Kerkdriel De Leidraad Kanjers. Jeugdopleidingsplan DSC Kerkdriel

De wakkere wekker. Benodigdheden: - Een luid tikkende wekker

Bewegingstussendoortjes

Materiaal: hoepels, banken, touw (dik en dun), klimrek, dikke mat, stapstenen

LES 4. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, tikspelen, stoeispelen.

Edel, Stein & Reich ALEA, 2003 STAUPE Reinhard 3-5 spelers vanaf 9 jaar ± 90 minuten

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep2_guide.indd :10

VERSCHILLENDE SPELEN ALS INLEIDING OF WARMING-UP VOOR EEN TRAINING VOOR MINI S EN JEUGDELFTALLEN

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL. DOELSTELLINGEN:

38 e Spel Met Grenzen

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

Dit spel is erg geschikt als introductiespel. In dat geval gaan we bij het benoemen van de kinderen uit van hun eigen namen. Je kunt ook kiezen om dit

LES 6. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, springen, tikspelen.

Kennismakingsspelletjes

Lezen niveau 1. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

Lesbrief les 4 groep 1 en 2 Hou je fit

Lessen 1 ste middelbaar

De vernieuwde spelvormen

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

Blok 1 les 1. Groep 3,4 HUIS

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Zelfregulering bij bewegingsonderwijs in het po

LES 14. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Tikspelen, Afgooispelen. DOELSTELLINGEN:

Estafette. Paco s T-shirt race Voorbereiding: zwemmers verdelen in groepen van bijvoorbeeld 4 of 5 zwemmers. Voor elke groep 1 T-shirt voorzien.

Circustechnieken: jongleren met sjaaltjes

Fietsvaardigheden Volwassenen

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

Balbal Vista tikspelen

Estafettespelen. Beschrijving van de activiteit

POULEINDELING GROEP 5 & 6

Clinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen

Les 3, Actieve spelletjes

Twintig keer fijne motoriek in de gymzaal

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

Pleinspelen. Beschrijving van de activiteit

Uitwerking vrije lessen

LUDUS DELTA. Doe twee Romeinse passen (ongeveer 3m) achteruit vanaf de basis van de driehoek. Trek daar een lijn waarachter de spelers zich opstellen.

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Vermenigvuldigen 1. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

POULEINDELING GROEP 5 & 6

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

Paco s T- shirtrace Voorbereiding: - zwemmers verdelen in groepen van bijvoorbeeld 4 of 5 zwemmers - voor elke groep 1 T- shirt voorzien

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.

Groep 5/6 - De leerling kent de basisregels, nu worden de regels verder uitgebreid. Ook deze moet de leerling kunnen toepassen.

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Voetbalschool Sportlust

Teamleden: Teamleden: punten totaal. punten totaal

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Caesar & Cleopatra. Auteur: Wolfgang Lüdtke Uitgegeven door Kosmos, spelers vanaf 10 jaar.

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 36. GROEP: 3/4 Over de kop gaan, Klauteren, Tikspelen.

IEDEREEN. Probeer zo goed mogelijk je evenwicht te bewaren.

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Goldbräu. Speelmateriaal:

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

KFCT jeugdwerking. Opwarmingstechnieken

-

Balspelen. Beschrijving van de activiteit

DE JUISTE AFDELING. Doelstellingen: Verloop: Materiaal: Welk spel hoort bij welke afdeling? Duur: Contactpersoon: Contactgegevens:

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

START. Vul je juiste antwoord achteraan dit boekje in en vindt zo de 5 juiste tips, die je op weg zetten naar de schat!

Transcriptie:

Tikspelen Alle kinderen spelen graag tikspelen! Via tikspelen worden vooral het uithoudingsvermogen en de basisbeweging lopen van de kinderen spelenderwijs opgebouwd. Daarnaast komen ook een aantal speltactische aspecten aan bod. Tikspelen worden nl. gekenmerkt door de tegenstrijdige belangen tussen twee functies, die van de loper en die van de tikker. Soorten tikspelen en eigenschappen van tikspelen Soorten tikspelen: - Voorbereidend tikspel, 1 tikker, 1 loper - Basistikspel 1 tikker, veel lopers - Overlooptikspel - Tikspel met verspreide vrijzones - Tikspel met hindernissen - Vrij tikspel Eigenschappen tikspelen: - Aantal tikkers - Aantal lopers - Aantal vrijzones/vrijplaatsen - Start spel na duidelijk signaal? - Is de ruimte duidelijk gestructureerd? - Vaardigheid lopers/tikkers Het is belangrijk om inzicht te hebben in de ontwikkelingslijnen van de functies tikker/loper alsook in de mogelijkheden om een spel op te bouwen. Deze inzichten helpen je om op het juiste niveau te werken en een goede lesopbouw te voorzien. 1

Didactische richtlijnen tikspelen - Zorg tijdens een les tikspelen voor een duidelijke opbouw in moeilijkheidsgraad. - Werk rond een bepaald thema of zorg dat de tikspelen zijn ingekleed. Dit verhoogt de motivatie en de spelbetrokkenheid van de leerlingen. - Organisatie is heel belangrijk: o Ruimtegebruik: Gebruik de volledige ruimte; Terrein duidelijk afbakenen; Tikkers zijn duidelijk zichtbaar (in thema of partijvestje). o Hoge activiteitsgraad: Werk met verschillende groepen (ideaal: 8 à 10 leerlingen per spel); Getikte leerling: geen eliminatie (bv. 2 rode + 1 blauwe kegel/hoepel: telkens doorschuiven en terug meespelen; 1 beurt aan de kant ). o Positie leraar: Tijdens speluitleg: iedereen kunnen zien + verstaanbaar spreken; Spelverloop: overzicht behouden + coachen (arbitreren, stimuleren, observeren en aanpassen). o Afspraken: Start- en stopsignaal; Veiligheid (zacht tikken, niet aan kleren trekken, ). - Zorg voor een goede begeleiding voor, tijdens en na het spel. Durf het spel aanpassen indien er zaken niet goed gaan. 2

Oefenstof tikspelen Uitgewerkt voorbeeld: poes en de muizen (basistikspel 1T, veel lopers) Inleiding A. MOTIVATIE Thema poes en muis aanbrengen. B. BEWEGINGSMOMENT De kleuters lopen verspreid door de zaal: op teken 'poes': op teken 'muizen': lopen naar het huisje van de poes; lopen naar holletje van de muizen (= vrije zone). Kern Spelbeschrijving: Poes slaapt in zijn mand. De muizen gaan heel stil tot bij de poes. Opeens rinkelt een belletje. Poes wordt wakker en probeert de muizen te pakken. De muizen lopen vlug terug naar hun holletje. Daar kan de poes hen niet meer pakken. Voorbereidende spelen De leraar is de poes (tikker) en zit in de mand. De kleuters gaan stil tot op de lijn van het poezenhuis en blijven daar staan. De leraar rinkelt een belletje, staat recht en zit de kleuters achterna. Zodra ze het belletje horen, lopen de kleuters zo vlug mogelijk terug naar hun holletje. Een aangetikte kleuter wacht één beurt. Een mogelijke opbouw: - De leraar is de poes (tikker) De leraar doet alsof hij slaapt, maar leidt ook verbaal het spel. De leraar tikt niemand aan de eerste keren, daarna wel. De kleuters lopen vlug weg van de tikker. - Een kleuter is de poes (tikker). Het belsignaal wordt gegeven door de leraar. Poes en muizen reageren op het belsignaal. Een aangetikte kleuter wacht één beurt. De tikker krijgt een kenteken (vb. oortjes van een poes). De tikker neemt de muizen niet vast, maar tikt ze op hun rug. De leraar speelt nu mee met de muizen, geeft aanwijzingen. De leraar kiest een nieuwe tikker uit de nog niet aangetikte kleuters. Eigenlijk spel - De tikker geeft zelf het belsignaal. Verder zoals in spelbeschrijving: 3

Slot De leraar speelt steeds mee met de muizen, geeft richtlijnen, verbetert, brengt inzicht. Als de tikker moeilijkheden heeft, speelt de leraar samen met hem. Relaxatiespel: 'Muisje, muisje ben je daar?'. De poes zit in zijn mand met de rug naar de muisjes en zegt luid: Muisje, muisje, ben je daar?. Een kleuter, aangeduid door de leraar, zegt 'piep, piep'. De poes moet raden wie het muisje is. Als dit te moeilijk is, kan de kleuter ook wijzen vanwaar het geluid komt. Uitgewerkt voorbeeld: Kleuren overbrengen (overlooptikspel) Inleiding A. MOTIVATIE Kennis van de pittenzakken en de kleuren (rood, blauw, geel). B. BEWEGINGSMOMENT Elke leerling heeft in zijn hand ofwel een rode, blauwe of gele pittenzak. De leerlingen staan op één rij achter lijn A. De leraar roept 'rood': leerlingen met een rode pittenzak lopen over tot achter lijn B, idem voor geel en blauw. De leerlingen zoeken verschillende manieren van lopen. Kern Spelbeschrijving Tussen de lijnen A en B staat een tikker. De leraar zegt welk kleur er mag overlopen. Wie aangetikt wordt, geeft zijn pittenzak af en gaat aan de kant staan tot iedereen overgelopen is. Als de drie kleuren overgelopen zijn, telt de leraar samen met de leerlingen hoeveel pittenzakken de tikker bemachtigd heeft. Daarna wordt een nieuwe tikker aangeduid. De leerlingen aan de kant mogen terug meespelen. Voorbereidende spelen De leraar staat tussen de twee lijnen en beweegt zich zijwaarts heen en weer. De leerlingen lopen over bij het horen van hun kleur en zorgen ervoor dat ze niet tegen de leraar botsen. -De leraar beweegt met schuifpassen zijwaarts; roept een kleur terwijl hij beweegt, geen tikfunctie. -De leerlingen ontwijken de leraar. De leraar is tikker tussen de twee lijnen, hij noemt een kleur, de leerlingen lopen over en zorgen ervoor dat ze niet aangetikt worden. 4

Eigenlijk spel -De leraar past zijn snelheid aan die van de leerlingen aan, tikt weinig leerlingen in het begin. -De leraar geeft aanwijzingen tijdens het spel. -De lln blijven ver van de tikker, ze ontwijken de tikker. Een leerling is de tikker. Het spel wordt gespeeld zoals in de spelbeschrijving. Varianten -De leraar geeft richtlijnen aan de tikker. Speelt mee met de tikker als er moeilijkheden zijn. Telt luidop samen met de leerlingen de pittenzakken. -De tikker probeert de leerlingen te tikken die te dicht in zijn nabijheid blijven. De leraar toont kleuren in plaats van ze te benoemen. De leraar toont een niet ingekleurde tekening van zaken die een duidelijk, welbepaalde kleur hebben (vb. aardbei, banaan, ). Slot Relaxatiespel waarin de gebruikte kleuren voorkomen. Uitgewerkt voorbeeld houthakkers en beren in het bos (overlooptikspel) - De beren zitten opgesloten in kooien (= hoepels); de houthakkers steken over en ontwijken de beren (= niet botsen). Beren hebben eerst geen tikfunctie, nadien wel. - De beren zijn ontsnapt. Overdag zien ze niet goed, in het donker wel. - Eerst is het dag. De beren bewegen zich zijwaarts op de lijn en hebben geen tikfunctie. Lopers ontwijken de beren (niet botsen!). Nadien wel met tikfunctie (het wordt avond, beren zien beter). - De beren bewegen in afgebakende zone (nacht: zien goed). Eventueel 2 zones voorzien met in elke zone 1 beer (in het midden kan je een extra rustzone inbouwen indien nodig). Uitgewerkt voorbeeld: Tikspel met korte touwtje (vrij tikspel) Inleiding A. MOTIVATIE De leraar deelt touwtjes (staarten) uit. Elke leerling steekt zijn staart achteraan in zijn broek zodat er nog een groot stuk zichtbaar blijft. Eén leerling, de poes, krijgt een ander kenteken. 5

B. BEWEGINGSMOMENT Lopen, springen, huppelen Op teken 'muizen': alle muizen staan onbeweeglijk stil en alleen de poes loopt verder tussen de muizen. Op teken 'poes': alleen de poes staat stil en de muizen lopen verder. Kern Spelbeschrijving Eén tikker zonder staart (poes) probeert zoveel mogelijk staarten van de rondlopende muizen af te snoepen. Wie zijn staart kwijt is, gaat even aan de kant staan of krijgt een nieuwe staart van leraar. Na een bepaalde tijd wordt het spel gestopt en worden de staarten samen met de leerlingen geteld. Voorbereidende spelen Leraar is de tikker. De staarten worden nog niet geteld. Eigenlijk spel -Staart kwijt = wachten aan de kant (of nieuwe staart nemen). -De leraar zet de leerlingen aan tot weglopen en zo ver mogelijk wegblijven van de tikker. Daarom loopt hij niet aan één stuk door; hij blijft af en toe staan en geeft de leerlingen de gelegenheid om weg te lopen. -De leerlingen moeten leren op de tikker letten, hem ontwijken en hun staart beschermen als de tikker in de buurt komt door de voorkant van het lichaam naar de tikker te draaien (mogelijke fout: rondhollen zonder echt op de tikker te letten). Een leerling is nu tikker (poes met kenteken). De veroverde staarten worden achter elkaar op de grond gelegd tot één lange staart en worden geteld. De leraar geeft aanwijzingen tijdens het spel, stopt het spel indien nodig en helpt de tikker als het nodig is door hand in hand samen te spelen met de tikker. Variant: twee leerlingen zijn tikker met een kenteken. -De staarten worden geteld per tikker, twee lange staarten worden op de grond gemaakt en vergeleken. Welke staart is het langst? -De leraar legt niet teveel nadruk op 'van wie is de langste staart?'. Slot Een relaxatiespel waarin de staartjes (touwtjes) worden gebruikt. 6

Extra oefenstof: sessie tikspelen LAGER Overlooptikspel, terugkeren langs buitenzijde, accent tikker/loper: schijnbewegingen maken + samenwerken! - allen 5 wasknijpers opspelden, je mag zelf beslissen of je terugkeert of doorloopt; getikt: wasknijper voor tikker; - 3 poorten: als je door middelste kan overlopen, krijg je gekleurde wasknijper; - 3 poorten: per 3 oversteken op zelfde moment (schijnbewegingen maken!); - Duotikkers, duolopers. Zintuigspelen Zintuigspelen zijn geschikt als afsluitmoment van de les om de leerlingen tot rust te laten komen. Ze doen een beroep op de concentratie van de leerlingen. We laten ze verlopen in een rustig klimaat. Zintuigspelen zijn gebaseerd op het stimuleren van de zintuigen: ruiken, kijken, horen, proeven en voelen. In de les bewegingsopvoeding zullen voornamelijk kijken, horen en voelen aan bod kunnen komen. New games of groene spelen Groene spelen zijn samenwerkingsspelen waarbij het spel enkel kan slagen als iedereen mee doet. Bij deze spelen is er geen prestatievergelijking, zijn er geen winnaars of verliezers. De samenwerking, het rekening houden met elkaar en het groepsgevoel primeren. Ook het doorzettingsvermogen is erg belangrijk omdat bepaalde opdrachten niet altijd direct lukken. Met de groep moet je naar een geschikte oplossing zoeken. Mogelijke oefenstof: Figuren lopen: leerlingen op 2 rijen, gelijke aantallen. De rijen staan achter elkaar. In looppas vormen ze per rij of met de 2 rijen samen een letter of figuur. De eerste rij vertrekt op teken van de spelleider, de 2 de rij speelt hierop in (bv. loop 2 rechte en // lijnen, 2 // diagonalen, de letter V, een driehoek, de letter X). Groot laken: de groep staat op een laken. De leerlingen proberen samen het laken om te draaien zonder dat iemand de grond raakt. Hoepels: - Kringformatie, minder hoepels dan leerlingen. De hoepels moeten worden doorgegeven zonder de kring te verbreken, terwijl de kring zelf in tegengestelde richting door de hoepels beweegt. Voorzie één hoepel van touwtje/ander kleur = herkenning. - Kringformatie, tussen elke leerling een hoepel. Probeer alle hoepels tegelijkertijd rond te draaien met de volledige groep. 7

Banken: - Evenveel leerlingen aan elke korte zijde van bank. Ze moeten via de bank naar de overkant geraken. Gelijktijdig starten aan beide kanten. Niemand mag van de bank vallen. - Spelers staan in een willekeurige volgorde op de bank. Nu moeten ze, zonder van de bank te vallen, van groot naar klein gaan staan; op alfabetische volgorde volgens de voornaam. Bronnen - Göring-Lamers, A. & ten Napel-Schuring, F. (2002). Kleutergym met alternatief materiaal. Meppel: Edu Actief. - van den Einden, H. & Pecht, R. De groene spelen voor jong en oud. - Florquin, V. & Bertrands, E. (2006). Speelkriebels voor kleuters. Leuven: Acco. - Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs GO! Leergebied Lichamelijke Opvoeding (2013/6). - Mooij, C., van Berkel, M., & Hazelebach, C. (2004). Basisdocument Bewegingsonderwijs. Zeist: Jan Luiting Fonds. - Verstraete, S. (2013). Vakspecifieke didactiek LO2: spelen en sportspelen. Cursus 1 ste bachelor in het onderwijs, secundair onderwijs, Hogeschool West-Vlaanderen, Departement Brugge, Campus Sint-Jorisstraat. 8