Veldbiologie deel 1 KNNV afd. Regio Alkmaar e.o



Vergelijkbare documenten
Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Bibliotheek Inhoud per categorie

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

Schimmels.

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Boterbloemen in het gras

Landschap, ecologie en systematiek

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 1-2-3

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Wie eet wie en wie eet wat?

Opdrachten over de Hooge Boezem achter Haastrecht. Op de kaart hierboven zie je het hele gebied.

Voedselweb en voedselketen

Oudorper Goud. Colofon. Bronnen. Tekst en foto s. Vormgeving. Informatie. Een wandeling tussen weidevogels en dwangburchten

De polders van Nederland een geologisch succesverhaal

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Beestige Buren. Voorbereiding in de klas

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

INSECTEN. werkboekje

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Meneer en mevrouw bunzing zoeken een huis voor de winter

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8

GEHEUGENSPOOR. Een schetsontwerp voor kunst rond het knooppunt N242/N241. van beeldend kunstenaar PAUL DE KORT in samenwerking met

TOP NATUUUR IN BEERZE

Thema 2 Planten en dieren

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

LEVENSGEMEEN- SCHAPPEN

Kaartenset gewervelde dieren

LEZEN. Terpentijd

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd.

Bibliotheek Inhoud per categorie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Bermenplan Assen. Definitief

Werkblad Vogels in de Gement

Mens, natuur & milieu

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

verwerking : wat is een bos?

Herinrichting. Forellenvijver en restaurant De Berenkuil in Putten. Auteur Gerben Schuilenburg Opdrachtgever De Berenkuil

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Beestige bundel van: 1

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Wie eet wie en wie eet wat?

Wie eet wie en wie eet wat?

De Heikikker De Heikikker

Thema 3 Dieren en planten

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Prooiherkenning bij Steenuilen

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4.1 t/m 4.4

Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Keuzedeel: De levende tuin. 6: fauna

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken:

Thema water. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Nabespreking: Tips: Junior.

De Kraanvogel. Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Alle medewerkers in een winkel moeten dezelfde taal spreken. Dit geldt in hoge mate als het gaat om plantennamen.

De grond waarop wij wonen.

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen biologie pilot havo I

CHEETAH VAN DE POLDER

Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu.

Les met werkblad - biologie

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening

Nederland, waterland

Werkstuk Biologie Dierenrijk

KRAAIACHTIGEN. Ze zijn te zien rond het huis en ook op het platteland. Het zijn slimme dieren die zich goed aan de mens hebben aangepast.

NME-leerroute Schuilen in het Wandelbos

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

ROVERS EN HUN PROOIEN

Week 28. Week 28. week 27

Kinderbijlage zomer :47 Pagina 1. natuurboekje van

GEHEUGENSPOOR In opdracht van de provincie Noord-Holland In samenwerking met Cultuurcompagnie Noord-Holland

De stad als leefgebied

Werkboek van: Den Haneker Educatie Streekonderwijs

Donderdag 9 november Biologische avond: Bodemdieren

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld...

Transcriptie:

Veldbiologie deel 1 KNNV afd. Regio Alkmaar e.o Les 1. Noord Holland: een landschap en zijn biodiversiteit (bewoners). In deze les gaan we behandelen: Ontstaan van Noord-Holland en de nabije polder. De structuur van een landschap, zowel fysisch als biologisch. Organismen en afhankelijkheid van elkaar in een polder biotoop De naamgeving van levende wezens. De indeling van de organismen in 5 rijken.

Het ontstaan van Nederland

Nederland 50 na Chr.

Nederland 800 na Chr.

Nederland hoogtekaart Pleistoceen Onderdeel van de periode het Kwartair. Van 200.000 tot 10.000 jaar geleden. In deze periode hebben we in Nederland te maken gehad met enkele ijstijden. Holoceen Geologische periode, begonnen 10.000 jaar geleden en duurt nog voort. In deze periode is in het noorden van de BRD een landschap ontstaan met veen en zeeklei

Noord-Holland rond 1400 v. Chr.

Wat is een polder? Een met dijken omgeven gebied waarbinnen de waterstand kunstmatig op peil gehouden wordt. Er zijn drie soorten polders: (laag)veenpolders, zeekleipolders en droogmakerijen. Veenpolder Een polder die ontstond doordat laagveengebieden door na inklinking onder zeeniveau kwamen te liggen waardoor bedijking noodzakelijk werd. Zeekleipolder Door landaanwinningen ontstane polders in het noorden en zuidwesten van Nederland. Droogmakerij Drooggemalen meer. De polder wordt meestal omgeven door een ringvaart, die achter de dijk ligt, en waar het overtollige water uit de droogmakerij in gemalen wordt.

Noord Holland omstreeks 1550

Hoe werkt een polder

Nederland polderland

Polders langs de Friese kust 1. koekoeksbloem.jpg

Alkmaar en omgeving

Oudorp en omgeving Oudorp is al een oude plaats, in de 11e eeuw komt de plaats voor als Aldenthorf, wat ook verwijst naar de huidige betekenis: een "oud dorp". In 1120 komt de plaats voor als Oudthorp en in 1289 als Outdorpe. men kan bij de laatste twee namen goed de verschuiving van de schrijfwijze zien, die uiteindelijk ertoe leidt dat de plaats maar met één 'd' wordt geschreven. Het oosten van Oudorp lag in de hoge- en late middeleeuwen door ontginning van het veen door de mens in combinatie met stormvloeden, aan een waddengebied van een groot meer dat was ontstaan. In de late middeleeuwen werden de eerste pogingen gedaan tot inpoldering en beheersing, hierdoor ontstonden de Schermer en de Heerhugowaard. In de 17e eeuw zijn deze ook echt ingepolderd. De Molenkade Deze kade loopt van de Herenweg naar de Frieseweg, langs de Hoornse Vaart. Langs de kade staan vier molens: Strijkmolen B, Strijkmolen C, Strijkmolen D en Strijkmolen E. Strijkmolen C is twee keer afgebrand, in 1998 en 2004, maar is nu weer opgebouwd (2008). Ooit stonden hier zes molens. (het Rode Hert is er ook nog 1 van) De Munnikenweg, het wegdek van deze weg bestaat uit kinderhoofdjes of kasseien en heeft als zodanig een status van monument. Aan de Munnikenweg hebben twee dwangburchten gestaan die zijn gebouwd door Floris V in zijn strijd tegen de Westfriezen: De Nieuwburg (Nijenburgh) en De Middelburg.

De Oudorperpolder

Enkele planten en dieren uit de Oudorper Polder, een quiz. Je krijgt 20 soorten levende wezens uit de polder te zien. Noteer op het werkblad van elke soort de naam wat je denkt dat het voedsel van de soort is in welk deel van de polder de soort voorkomt (bv in de sloot, op natte plekken, in hoge delen van de sloot, in bomen, enz.

No 1

No 2

No 3

No 4

No 5

No 6

No 7

No 8

No 9

No 10

No 11

No 12

No 13

No 14

No 15

No 16

No 17

No 18

No 19

No 20

Antwoorden Soortenquiz. nummer soortnaam voedsel Plek of habitat 1 Brede orchis, scherpe boterbloem Zonlicht, koolstofdioxide, water, zouten Langs de sloot 2 Reiger Kikkers, vis, mollen, muizen In de sloot, in het weiland, nest in de boom 3 reuzenbovist Dode plantenresten, mest In het weiland 4 inktzwam idem In het weiland 5 Groene kikker Slakken, vliegen, muggen, juffers. In de sloot 6 koe Gras en krachtvoer In het weiland 7 Vleermuis (rosse) Allerlei insecten, nachtvlinders Boven het water en het weiland. Holle boom 8 mens alleseter boerderij 9 buizerd Muizen, kevers, kleine vogels, aas Boven het weiland, op paal, boomnest 10 torenvalk Muizen, kevers. bidt boven het weiland, boomnest 11 regenworm Ondergrondse dode plantenresten Overal in de bodem 12 Veldmuis Grassen, zaden, graan, wortels Tussen het gras en in de bodem 13 langpootmug nectar Boven en tussen gras 14 Emelt (larve langpootmug) Plantenwortels, plantenresten In de bodem 15 Juffer (houtpantserjuffer) Kleine insecten Langs en boven de sloot 16 gras Zonlicht, koolstofdioxide, water, zouten Open plaatsen 17 grutto Kleine bodemdieren, insecten In het weiland 18 scholekster Kleine bodemdieren,wormen, kokkels In het weiland ( tot op platte daken) 19 zwartsprietdikopje Nectar, de rupsen leven van grassen Bloemrijke bermen 20 pauwoogpijlstaart Rupsen leven van populier divers

De wetenschappelijke naam Intermezzo 1. De soortnaam. U heeft ongetwijfeld de soort een Nederlandse naam gegeven. Het probleem is dat de soort ook buiten Nederland kan voorkomen en dan een andere naam krijgt. Linnaeus (1707-1778) heeft dat probleem opgelost door de soort twee namen te geven ( binaire nomenclatuur) een geslacht aanduiding en een soortnaam, in het Latijn, en achter de naam de naam te geven van de beschrijver van de soort. Vergelijk het maar met onze naamgeving: Jansen ( geslacht) Piet (soort)- alleen hier ontbreekt de naamgever. Voorbeeld: Groot geaderd witje- Aporia crataegi Linnaeus. 1758. Klein geaderd witje- Pieris napi. (L. 1758). Groot koolwitje- Pieris rapae )L. 1758) Boszandoogje- Lopinga achine (Scopoli, 1763). Je ziet meteen wie naaste familie van elkaar is en wie de wetenschappelijke naam en de soortbeschrijving heeft gegeven. We hebben hier een stukje systematiek besproken.

Het voedsel web: de biologische structuur van de polder

De polder als ecosysteem: stofkringloop en energiestroom

Alle levende wezens zijn ingedeeld in vijf rijken: in alle landschappen komen soorten uit al deze rijken voor. - Het rijk van de prokaryoten: primitieve cel. Bacterieen. - Het rijk van de ééncellige eukaryoten: moderne cel. Pantoffeldierje. - Het dierenrijk: meercellige eukaryotische consumenten. - Het plantenrijk: meercellige eukaryotische producenten. - Het schimmelrijk: meercellige eukaryotische reducenten.

Volgende keer: - Vogels en gewervelden - 3 april 20-22 uur.